Toelichting bij COM(2007)342 - Standpunt van de EG in de ministerraad van de Energiegemeenschap op 29 juni 2007 (Podgorica) betreffende de uitbreiding van het acquis gemeenschappelijke inzake zekerheid van de energievoorziening, onderlinge bijstand en energie-efficiëntie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Europese Gemeenschap stelt voor het acquis communautaire uit te breiden tot de verdragssluitende partijen. Deze uitbreiding krachtens titel II van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap (VOE) zal gebeuren via artikel 100, onder ii), van dat verdrag. De Europese Gemeenschap stelt voor de volgende richtlijnen en de verordening volgens deze procedure aan te nemen:

1. Richtlijn 2005/89/EG inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen

2. Richtlijn 2004/67/EG betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening.

3. Verordening (EG) nr. 1775/2005 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten

De Commissie zal terzake nagaan op welke wijze een nauwe samenwerking tussen de betrokken instanties het best kan worden gegarandeerd en/of daartoe instanties moeten worden samengevoegd.

Wat betreft de specifieke wettelijke verplichting (onderlinge bijstand) uit hoofde van artikel 46 van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, namelijk de vaststelling van een procedureel besluit betreffende de praktische uitvoering van de verplichting tot onderlinge bijstand, stelt de Europese Gemeenschap voor de termijn in artikel 46 van het VOE overeenkomstig artikel 100, onder i, te verlengen tot 2 of 3 jaar aangezien deze kwestie binnen de EU nog niet is opgehelderd en het niet wenselijk is verdere stappen te zetten in het kader van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap voordat de EU terzake intern een standpunt heeft bepaald. Zoniet bestaat het risico op discriminatie tussen de verdragssluitende partijen (zie artikel 4, lid 6, van het Besluit tot sluiting van het verdrag (29.5.2006, PB L 198, blz. 15 - 2006/500/EG). De permanente groep op hoog niveau zal worden gevraagd voor de EU een rapport op te stellen over de standpunten van de verdragssluitende partijen, zodat de EU daar bij haar besprekingen rekening mee kan houden.

Dit voorstel vormt geen financiële verbintenis uit hoofde van de Europese Gemeenschap. De financiële aspecten van het voorstel zullen worden behandeld in het kader van het definitieve voorstel inzake de begroting van de Energiegemeenschap voor 2008/2009.