Toelichting bij COM(2011)543 - Gedeeltelijke schorsing van de toepassing van de samenwerkingsovereenkomst met Syrië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op 9 mei 2011 stelde de Raad Verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië vast[1].

Besluit 2011/[…]/GBVB van de Raad van […][2] voorziet in verdere goed te keuren maatregelen, met inbegrip van een verbod op de aankoop, de invoer of het vervoer uit Syrië van aardolie en aardolieproducten, alsook de bevriezing van tegoeden en economische middelen van verdere personen en entiteiten die steun krijgen van of steun bieden aan Bashar al-Assad en zijn bewind. De toegevoegde personen, entiteiten en lichamen waarop de bevriezing van tegoeden en economische middelen van toepassing is, zijn opgesomd in de bijlage bij het besluit.

Deze maatregelen werden goedgekeurd bij Verordening (EU) nr. […]/2011.

Sommige producten waarop deze maatregelen van toepassing zijn, vallen binnen de werkingssfeer van de samenwerkingovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Syrië, die voor de betrokken producten dient te worden geschorst.

Sinds maart 2011 hebben de Syrische autoriteiten zich schuldig gemaakt aan zeer ernstige schendingen van de mensenrechten die eventueel als misdaden tegen de mensheid kunnen worden beschouwd, zoals aangemerkt door de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten in haar verklaring van 18 augustus 2011.

Voorts wordt er in de preambule van de samenwerkingsovereenkomst op gewezen dat de overeenkomstsluitende partijen door het sluiten van de overeenkomst wensen 'uitdrukking te geven aan hun wederzijdse wil om hun vriendschappelijke betrekkingen in stand te houden en te verstevigen, met eerbiediging van de beginselen van het Handvest der Verenigde Naties'. In de huidige omstandigheden kan er niet langer sprake van zijn dat 'vriendschappelijke betrekkingen met eerbiediging van de beginselen van het Handvest der Verenigde Naties' met Syrië in stand kunnen worden gehouden.

Anderzijds mag de bevolking van Syrië, die reeds te lijden heeft onder de repressie, niet worden getroffen door een schorsing van de algemene samenwerking met Syrië. Daarom dient de schorsing uitsluitend te zijn bedoeld voor en gericht op de Syrische autoriteiten. Overwegende dat momenteel de handel in aardolie en aardolieproducten de grootste baten oplevert voor het Syrische bewind en daarmee ook zijn repressieve beleid wordt gesteund, dient de schorsing van de samenwerkingsovereenkomst beperkt te blijven tot aardolie en aardolieproducten.