Toelichting bij COM(2012)213 - Standpunt EU inzake de status van Zuid-Sudan in verband met de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op 23 juni 2000 ondertekenden de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (hierna 'de ACS-staten' genoemd) en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten in Cotonou (Benin) een partnerschapsovereenkomst (hierna de 'overeenkomst van Cotonou' genoemd).

Op 25 juni 2005 ondertekenden de ACS-staten en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten in Luxemburg een overeenkomst tot wijziging van de overeenkomst van Cotonou. Overeenkomstig artikel 93, lid 3, trad de herziene overeenkomst van Cotonou op 1 juli 2008 in werking, na ratificatie van de herziening door de EG en haar lidstaten en door twee derde van de ACS-staten.

Op 22 juni 2010 ondertekenden de ACS-staten en de Europese Unie in Ouagadougou een overeenkomst tot tweede wijziging van de overeenkomst van Cotonou, die sinds 31 oktober 2010 voorlopig wordt toegepast.

Op 9 juli 2011 verklaarde Zuid-Sudan zich formeel onafhankelijk van Sudan, na het referendum over zelfbeschikking dat overeenkomstig het alomvattend vredesakkoord uit 2005 werd georganiseerd.

In een brief die op 20 maart 2012 via het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie aan de voorzitter van de ACS-EU-Raad werd verstuurd, heeft Nhial Deng Nhial, minister van Buitenlandse Zaken en internationale samenwerking van de Republiek Zuid-Sudan, formeel verzocht om toetreding tot de overeenkomst van Cotonou overeenkomstig de bepalingen van artikel 94 van die overeenkomst. Om alvast te kunnen deelnemen aan de gezamenlijke instellingen die bij de overeenkomst van Cotonou zijn opgericht, heeft de Republiek Zuid-Sudan verzocht om toekenning van de status van waarnemer totdat de toetredingsprocedure is afgerond.

De Europese Unie zou een positief standpunt moeten innemen ten aanzien van deze verzoeken, die dan tijdens de bijeenkomst in Vanuatu op 14 en 15 juni 2012 zouden moeten worden goedgekeurd bij een formeel besluit van de gezamenlijke ACS-EU-Raad van Ministers.

De status van waarnemer zou moeten worden verleend totdat de overheid van de Republiek Zuid-Sudan de akte van toetreding kan nederleggen. Die akte zal ten laatste op 20 november 2012 worden nedergelegd, maar indien mogelijk kan Zuid-Sudan dat ook eerder doen.

Overeenkomstig artikel 218, lid 10, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zal het Europees Parlement worden geïnformeerd.

De Commissie stelt dan ook voor dat de Raad zijn goedkeuring hecht aan het bijgevoegde voorstel betreffende een standpunt inzake de status van de Republiek Zuid-Sudan in verband met de gewijzigde overeenkomst van Cotonou.