Toelichting bij COM(2013)327 - Wijziging diverse richtlijnen over het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, plantgezondheid en teeltmateriaal

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

·

Algemene context



Op 29 juni 2011 heeft de Europese Commissie haar voorstel voor een meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020 ingediend[1], dat op 6 juli 2012 is gewijzigd[2]. Gezien de conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013 stelt de Commissie voor de uitgaven in verband met levensmiddelen en diervoeders in de hele periode 2014-2020 een maximumbedrag van 1 891,936 miljoen euro voor. Deze verordening heeft tot doel de financiële bepalingen voor dit gebied te moderniseren.

Het belangrijkste financiële rechtskader voor de financiering van deze gebieden wordt momenteel gevormd door Beschikking 2009/470/EG voor veterinaire maatregelen voor de uitroeiing van ziekten bij dieren, Richtlijn 2000/29/EG voor fytosanitaire maatregelen en Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad voor financieringsmaatregelen in verband met officiële controles. Nadere specifieke financiële bepalingen zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 396/2005 betreffende maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong, in Verordening (EG) nr. 1107/2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, in Richtlijn 2009/128/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden, alsook in talrijke andere richtlijnen van de Raad in verband met de gezondheid van dieren en planten.

Dit versnipperde kader is in strijd met enkele bepalingen van het Financieel Reglement en is vrij complex. Het is in de loop der tijd aangepast en moet worden gerationaliseerd.

Dit biedt de gelegenheid om de huidige financiële bepalingen in verschillende rechtsgrondslagen te vervangen door één duidelijk en modern financieel kader dat de uitvoering en werking van het financiële beheer van uitgaven op het gebied van levensmiddelen en diervoeders optimaliseert. In het bijzonder zullen er duidelijke doelstellingen en indicatoren komen, waardoor de structuren voor het financieel beheer worden vereenvoudigd. Ook worden de financieringspercentages duidelijker en eenvoudiger.

Dit voorstel vormt een onderdeel van het pakket over 'Gezondere dieren en planten voor een veiligere voedselketen', met voorstellen betreffende:

– het diergezondheidsbeleid, bedoeld om de gezondheidstoestand en de omstandigheden van dieren, en in het bijzonder voedselproducerende dieren, in de EU te beschermen en te verbeteren en tegelijkertijd binnen de EU de handel in en invoer van dieren en dierlijke producten overeenkomstig passende gezondheidsnormen en internationale verplichtingen mogelijk te maken;

– de fytosanitaire regeling, bedoeld om de land- en bosbouw van de EU te beschermen door de insleep en verspreiding van niet-inheemse plantenziekten te voorkomen;

– de regeling voor de productie en het op de markt aanbieden van teeltmateriaal voor landbouwgewassen, groenten, bosbouwsoorten, fruit, wijnstokken en sierplanten, waarmee wordt gewaarborgd dat aan de EU‑criteria voor gezondheid, identiteit en kwaliteit wordt voldaan;

– de voorschriften voor officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om te waarborgen dat de wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn, plantgezondheid, teeltmateriaal, gewasbeschermingsproducten en pesticiden worden toegepast.

· Doel van de acties/uitgaven

De veterinaire programma's voor de uitroeiing van ziekten zijn essentieel om een aantal in een lijst opgenomen dierziekten die in bepaalde gebieden van de Unie endemisch zijn, te elimineren door middel van uiteenlopende maatregelen, waaronder vaccinatie, uitvoering van tests op dieren en compensatie voor slacht en ruiming. Bij de verlening van EU-middelen ter ondersteuning van deze maatregelen wordt prioriteit toegekend aan ziekten die belangrijk zijn voor de volksgezondheid en aan ziekten waaraan grote economische belangen verbonden zijn vanwege de gevolgen die zij hebben voor het handelsverkeer en vanwege het wegvallen van inkomsten voor landbouwers, de veehouderij in het algemeen en verwante sectoren.

In de fytosanitaire regeling en de regeling voor teeltmateriaal van de EU wordt voorrang gegeven aan de bescherming van de land- en bosbouw van de EU door preventie van de insleep en verspreiding van niet-inheemse plantenziekten en de beschikbaarheid en het gebruik van gezond plantgoed aan het begin van de plantenproductieketen.

De uitgaven voor officiële controles omvatten de financiering van het programma Betere opleidingen voor veiliger voedsel, dat gericht is op een geharmoniseerde aanpak voor de toepassing van de controlesystemen van de Unie en de lidstaten, en de financiering van het netwerk van EU‑referentielaboratoria, die wetenschappelijke en technische deskundigheid leveren op gebieden waar de doeltreffendheid van de officiële controles afhangt van de kwaliteit, uniformiteit en betrouwbaarheid van de door de officiële laboratoria toegepaste analysemethoden of tests en de resultaten ervan. De uitgaven omvatten ook andere acties ter vergroting van de doeltreffendheid van de officiële controles van de lidstaten en de handhaving van het acquis op het gebied van de voedingsmiddelenketen.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



·

Raadpleging van belanghebbende partijen



Aangezien al enige tijd wordt gewerkt aan de evaluatie van deze beleidsterreinen, wordt elke maatregel geschraagd door een afzonderlijke effectbeoordeling en zijn de details van de maatregelen in verschillende raadplegingsfora uitgebreid met de belanghebbenden besproken.

· Versnelde effectbeoordeling

Tussen augustus en september 2012 is door directoraat-generaal Gezondheid en Consumenten een effectbeoordeling uitgevoerd. Er zijn vier opties in aanmerking genomen:

– optie 1: geen wijziging. Het huidige wettelijk kader is niet consistent met het meerjarig financieel kader. De fytosanitaire uitgaven kunnen niet stijgen;

– optie 2: samenvoeging van de bestaande wetgeving in één wetgevingsinstrument. Hierdoor wordt de wetgeving eenvoudiger en begrijpelijker, maar het financiële kader kan niet worden aangepast;

– optie 3a: opstelling van één coherent financieringsprogramma, waarbij de bestaande financiële bepalingen grotendeels worden overgenomen, met de nodige verbeteringen. Door de vereenvoudiging van het systeem en de harmonisatie van de percentages neemt de administratieve last voor de Commissie en de lidstaten af. Dankzij nieuwe hulpmiddelen voor financieel beheer, zoals duidelijke doelstellingen en indicatoren, kunnen de beschikbare middelen doeltreffender worden gebruikt;

– optie 3b: invoering van aspecten van regelingen voor de deling van kosten en verantwoordelijkheden. Bij deze optie wordt gekozen voor een op participatie gebaseerde aanpak, waarbij overheidsinstanties de last van de geleden verliezen en de verantwoordelijkheden voor de toepassing van het systeem delen met het bedrijfsleven. Verwacht wordt dat de administratieve last op korte termijn stijgt en dat het systeem lastig te beheren is;

– optie 4: stopzetting van alle EU-maatregelen. Deze optie werd ongeschikt geacht, omdat de doelstellingen van de beleidsgebieden hierdoor in gevaar zouden komen en de handel zwaar te lijden zou hebben.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, en artikel 168, lid 4, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Maatregelen die uit hoofde van artikel 43, lid 2, worden vastgesteld, moeten de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid nastreven. Maatregelen die uit hoofde van artikel 168, lid 4, onder b), worden vastgesteld, moeten ten doel hebben een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te verzekeren. Dit voorstel is erop gericht financiële steun te verlenen voor maatregelen van de EU en de lidstaten, met als doel in de hele voedselketen een hoog niveau van gezondheid voor mensen, dieren en planten te verzekeren, alsook een hoog niveau van bescherming en voorlichting van voedselketenconsumenten. Zowel de doelstelling als de inhoud van het voorstel rechtvaardigen bijgevolg de keuze van artikel 43, lid 2, en artikel 168, lid 4, onder b), VWEU. Dit voorstel zal worden vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure, na raadpleging van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

3.

Gevolgen voor de begroting



Op 29 juni 2011 heeft de Europese Commissie haar voorstel voor een meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020 ingediend[3], dat op 6 juli 2012 is gewijzigd[4]. Gezien de conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013 stelt de Commissie voor de uitgaven in verband met levensmiddelen en diervoeders in de hele periode 2014-2020 een maximumbedrag van 1 891,936 miljoen euro voor. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd heeft de Commissie het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten sinds 2008 belast met implementatietaken voor het beheer van het programma voor levensmiddelen en diervoeders. De Commissie kan voor de uitvoering van dit programma, op basis van een kosten-batenanalyse, gebruikmaken van een bestaand uitvoerend agentschap.

4.

Samenvatting


VAN DE INHOUD VAN DEZE VERORDENING

In deze verordening worden de reikwijdte en de doelstellingen voor de uitgaven op het gebied van levensmiddelen en diervoeders vastgesteld, met een maximum van 1 891,936 miljoen euro in lopende prijzen. De doelstellingen zijn een hoog niveau van veiligheid van levensmiddelen en voedselproductiesystemen, een betere diergezondheid en beter dierenwelzijn, de opsporing en uitroeiing van plaagorganismen en doeltreffende officiële controles. Aan deze doelstelling zijn indicatoren verbonden.

In deze verordening wordt bovendien vastgesteld welke maatregelen en kosten voor financiering in aanmerking komen.

De financieringspercentages voor subsidies worden gerationaliseerd. Er geldt een standaardfinancieringspercentage van 50 % van de subsidiabele kosten. Onder bepaalde voorwaarden kan dit tot 75 % of 100 % worden verhoogd. Om administratieve lasten voor het beheer van microprogramma's te voorkomen, voorziet de verordening in een minimumbedrag van 50 000 euro voor subsidies.

Deze verordening maakt het mogelijk in bepaalde omstandigheden gebruik te maken van de reserve voor crisissituaties in de landbouwsector.

Om de EU te beschermen tegen plaagorganismen die bijvoorbeeld het gevolg zijn van de mondialisering van de handel en de klimaatverandering, omvat de financiële bijdrage van de Unie op fytosanitair gebied ook programma's voor onderzoek naar de aanwezigheid van plaagorganismen, alsmede fytosanitaire steunmaatregelen voor de ultraperifere delen van het grondgebied van de lidstaten.

Deze verordening voorziet in de mogelijkheid steun te verlenen aan de referentielaboratoria van de Unie en voor projecten ter verbetering van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de officiële controles.

Omwille van de duidelijkheid en transparantie omvat deze verordening de procedures voor de indiening en evaluatie van jaarlijkse en meerjarenprogramma's voor controles en de procedure voor de vaststelling of bijwerking van de lijst van dierziekten of plantenziekten die voor medefinanciering in aanmerking komen.

De procedures voor de verlening van financiële steun op deze gebieden worden vereenvoudigd. In het bijzonder zal de Commissie aanzienlijk minder besluiten hoeven vast te stellen. Zo zullen bijvoorbeeld vergoedingsbesluiten niet meer door de Commissie worden genomen.