Toelichting bij COM(2016)303 - Sluiting van de Overeenkomst met de Regering van de Filipijnen inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Naar aanleiding van de arresten van het Hof van Justitie in de zogenaamde 'Open Skies'-zaken heeft de Raad de Commissie op 5 juni 2003 een mandaat verleend om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale luchtvervoersovereenkomsten door een overeenkomst op het niveau van de Unie (het 'horizontale mandaat'). Dergelijke overeenkomsten hebben tot doel alle EU-luchtvaartmaatschappijen niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de Europese Unie en derde landen te geven en derhalve de bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Unie.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

De bepalingen van de Overeenkomst vervangen de bestaande bepalingen in de tien bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Republiek der Filipijnen, of zijn een aanvulling daarop.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De overeenkomst dient ook een fundamentele doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de Unie omdat zij de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten in overeenstemming brengt met de wetgeving van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 100, lid 2, en artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Het voorstel is volledig gebaseerd op het door de Raad verleende 'horizontale mandaat', rekening houdend met de kwesties die onder het EU-recht en bilaterale overeenkomsten vallen.

Evenredigheid

Bij de Overeenkomst worden bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten slechts in zoverre gewijzigd of aangevuld als nodig is om deze in overeenstemming te brengen met het EU-recht.

Keuze van het instrument

De Overeenkomst tussen de Unie en de Republiek der Filipijnen is het meest efficiënte instrument om alle bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Republiek der Filipijnen in overeenstemming te brengen met het EU-recht.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

Raadplegingen van belanghebbenden

De Commissie heeft de onderhandelingen gevoerd in overleg met een bijzonder comité, overeenkomstig artikel 218, lid 4, VWEU. Ook de sector is tijdens de onderhandelingen geraadpleegd. Er is rekening gehouden met de opmerkingen die tijdens deze procedure zijn gemaakt. De betrokken lidstaten hebben de juistheid van de vermelde bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten geverifieerd. De sector heeft het belang van een solide rechtsgrondslag voor zijn commerciële activiteiten beklemtoond.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Het voorstel voorziet in een vereenvoudiging van de wetgeving. De desbetreffende bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Republiek der Filipijnen worden vervangen of aangevuld door bepalingen in één enkele EU-overeenkomst.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende monitoring, evaluatie en rapportage

In afwachting van de inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt deze voorlopig toegepast vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

Toelichtende stukken (voor richtlijnen)

Niet van toepassing.

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

De internationale luchtvaartbetrekkingen tussen lidstaten en derde landen worden traditiegetrouw vastgelegd in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten, in bijlagen bij dergelijke overeenkomsten en in aanverwante bilaterale of multilaterale regelingen.

De traditionele aanwijzingsbepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten zijn echter in strijd met het EU-recht. Dergelijke bepalingen verlenen een derde land het recht de machtigingen en vergunningen van een luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken of op te schorten als deze luchtvaartmaatschappij door een lidstaat is aangewezen maar niet substantieel in handen is van en gecontroleerd wordt door deze lidstaat of onderdanen ervan. Dat wordt beschouwd als discriminatie van EU-luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten en is in strijd met artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat onderdanen van een lidstaat die hun recht op vrijheid van vestiging uitoefenen, garandeert dat ze in de lidstaat van ontvangst dezelfde behandeling krijgen als de onderdanen van die lidstaat.

Ook andere aspecten, zoals de belasting op vliegtuigbrandstof of verplichte handelsovereenkomsten tussen luchtvaartondernemingen, moeten in overeenstemming met het EU-recht worden gebracht door bestaande bepalingen in bilaterale luchtdienstovereenkomsten tussen lidstaten en derde landen te wijzigen of aan te vullen.

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het 'horizontale mandaat' heeft de Commissie met de Republiek der Filipijnen onderhandeld over een overeenkomst ter vervanging van sommige bepalingen in de bestaande bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en de Republiek der Filipijnen. Bij artikel 2 van de overeenkomst worden de traditionele aanwijzingsbepalingen vervangen door een EU-aanwijzingsbepaling, waardoor alle EU-luchtvaartmaatschappijen gebruik kunnen maken van het vestigingsrecht. Artikel 5 voorziet in een oplossing voor mogelijke conflicten met de mededingingsregels van de Unie.

Nadat de Overeenkomst is ondertekend, moet zij worden gesloten. Daartoe wordt hier een besluit voorgesteld.