Toelichting bij COM(2009)348 - Etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere essentiële parameters

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Commissie dient een gewijzigd voorstel in voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere essentiële parameters. De amendementen die door het Europees Parlement in eerste lezing zijn voorgesteld en die aanvaardbaar zijn voor de Commissie, zijn in het gewijzigd voorstel opgenomen, samen met technische verbeteringen die noodzakelijk zijn om de richtlijn te wijzigen in een verordening.

1.

Achtergrond



Op 13 november 2008 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere essentiële parameters vastgesteld. Dit voorstel is op 13 november 2008 ingediend bij het Europees Parlement en de Raad.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 12 maart 2009 advies uitgebracht en voorstellen tot wijziging van het voorstel van de Commissie gedaan.

Op 22 april 2009 heeft het Europees Parlement in eerste lezing een wetgevingsresolutie goedgekeurd.

2.

2. Doel van het voorstel van de Commissie


Aangezien het wegvervoer verantwoordelijk is voor 23% van de totale CO2-emissies i, is het beperken van het energieverbruik en van de emissies van voertuigen een grote uitdaging voor de EU.

De geïntegreerde benadering van de etikettering van banden garandeert dat gestandaardiseerde informatie wordt verstrekt, niet alleen over de brandstofefficiëntie maar ook over de grip op nat wegdek en de rolgeluidemissies, zodat eindgebruikers een geïnformeerde keuze kunnen maken. De etikettering heeft tot doel marktkrachten in beweging te brengen welke leiden tot een dynamische verbetering van alle parameters, die verder reikt dan de minimum-typegoedkeuringseisen (de procedure voor toegang tot de EU-markt), en zo de energie-efficiëntie van het wegvervoer te verbeteren.

3.

3. Standpunt van de Commissie over de door het Europees Parlement goedgekeurde amendementen


Op 22 april 2009 heeft het Europees Parlement 42 amendementen op het voorstel goedgekeurd. De Commissie is van oordeel dat de meeste amendementen van het Europees Parlement aanvaardbaar zijn omdat ze de doelstellingen en de politieke haalbaarheid van het voorstel onverlet laten en in veel gevallen de oorspronkelijke formulering verbeteren. De volgende amendementen van het Europees Parlement worden dan ook volledig, gedeeltelijk of in andere bewoordingen door de Commissie aanvaard.

4.

3.1. Formaat van het voorstel


Een van de belangrijkste amendementen van het Europees Parlement is de wijziging van de vorm van het voorstel van een richtlijn in een verordening ( Amendement 1 ). Aangezien een verordening beperktere omzettingskosten met zich meebrengt en garandeert dat de etiketteringsregeling op hetzelfde ogenblik van toepassing is op alle belanghebbenden, gaat de Commissie akkoord met deze wijziging.

5.

3.2. Werkingssfeer en andere algemene bepalingen (artikelen 1 t/m 3)


Doel en onderwerp: amendement 11 verduidelijkt dat het voorstel tot doel heeft om, naast de brandstofefficiëntie, ook de grip op nat wegdek en de rolgeluidemissies te verbeteren, hetgeen in de lijn ligt van de benadering van de volledige etiketteringsregeling. De Commissie aanvaardt dit amendement dan ook volledig, samen met amendement 30 , dat dezelfde logica volgt. Met het oog op de samenhang wordt ook de formulering van overweging 20 gewijzigd, zoals voorgesteld in amendement 7 .

Bij amendement 13 wordt “opgeslagen” geschrapt uit de definitie van “verkooppunt” . Deze nieuwe formulering, waarbij wordt verduidelijkt dat opgeslagen banden die niet te koop worden aangeboden aan eindgebruikers (zoals banden die in opslagplaatsen of bij leveranciers worden opgeslagen) geen deel uitmaken van de definitie van verkooppunt, is aanvaardbaar. De Commissie acht het echter van cruciaal belang dat op banden die worden opgeslagen in verkooppunten waar banden te koop worden aangeboden aan eindgebruikers (zoals banden die door distributeurs worden opgeslagen), wel een etiket wordt aangebracht. Hierdoor krijgt de etiketteringsregeling maximale zichtbaarheid en worden situaties vermeden waarbij alleen de beste banden met een etiket worden uitgestald in de toonzaal (indien er een is). Een dergelijke situatie zou de volledige doeltreffendheid van de regeling ondermijnen, aangezien deze gebaseerd is op de verplichting voor leveranciers om de klasse van alle banden, ook die met een slechte classificering, uit te stallen. De Commissie aanvaardt dit amendement dus gedeeltelijk, mits het zodanig wordt geherformuleerd dat opgeslagen banden deel blijven uitmaken van de definitie van verkooppunt, en dat wordt verduidelijkt dat door leveranciers opgeslagen banden geen deel uitmaken van deze definitie.

Bij amendement 14 wordt het toepassingsgebied van de definitie van technisch reclamemateriaal beperkt (de lijst van voorbeelden van 'technisch reclamemateriaal' wordt een gesloten lijst) en wordt reclame in de media uitgesloten van die definitie. De Commissie is van mening dat deze uitsluiting van 'reclame in de media' om duidelijkheidsredenen moet worden geschrapt aangezien 'reclame in de media' niet is gedefinieerd en folders en websites van leveranciers ook als 'reclame in de media' kunnen worden beschouwd. Bovendien blijkt duidelijk uit de oorspronkelijke formulering van het voorstel dat alleen reclamemateriaal waarin de specifieke parameters van een band zijn beschreven als technisch reclamemateriaal mag worden beschouwd. Het is dus de inhoud van de informatie in het reclamemateriaal en niet het reclamemateriaal zelf die relevant is om te bepalen wat als technisch reclamemateriaal dient te worden beschouwd.

6.

3.3. Verantwoordelijkheden van leveranciers en distributeurs (artikelen 4 t/m 6)


Verklaring van het etiket aan eindgebruikers: in amendement 6 wordt geëist dat aanvullende gestandaardiseerde informatie, waarin de onderdelen van het etiket worden uitgelegd, wordt verstrekt aan de eindgebruikers. De Commissie gaat akkoord met het beginsel. Zoals vastgesteld in bijlage III, punt 3, onder (i), moeten de leveranciers toelichting geven bij de op het etiket gebruikte pictogrammen. Aanvullende informatie, zoals een toepassing om de brandstofbesparing te berekenen en een EU-website, lijkt echter buiten proportie. Het zou immers zeer duur en moeilijk zijn om toezicht te houden op een toepassing om de brandstofbesparing te berekenen en een EU-website, terwijl de doeltreffendheid ervan beperkt is. Dit doet bovendien de vraag rijzen omtrent de actualisering en betrouwbaarheid van de verstrekte gegevens. Consumenteninformatie kan beter op nationaal niveau worden aangepakt. Het amendement wordt dus gedeeltelijk aanvaard, mits een nieuwe overweging 18 wordt opgesteld.

Verantwoordelijkheden van bandenleveranciers: bij amendement 19 wordt geëist dat leveranciers ook de gemeten rolweerstandscoëfficiënt voor C2- en C3-banden vermelden in hun technisch reclamemateriaal. Aangezien deze eis geen extra lasten of kosten voor het bedrijfsleven met zich meebrengt, kan de Commissie dit amendement volledig aanvaarden. Bij amendement 20 wordt geëist dat leveranciers de bij de typegoedkeuring van de banden gemeten rolweerstandscoëfficiënt, index van grip op nat wegdek en rolgeluidemissies bekendmaken in een publieke gegevensbank. De gemeten waarden op het etiket zijn niet noodzakelijk dezelfde als de typegoedkeuringswaarden. Bovendien ondersteunt de Commissie de oprichting van een publieke gegevensbank niet (zie de commentaar op amendement 6). De Commissie aanvaardt dat de rolweerstandscoëfficiënt, de index van grip op nat wegdek en de rolgeluidemissies worden bekendgemaakt op de website van de leverancier, maar zonder te specificeren of deze waarden tijdens de typegoedkeuringsprocedure zijn gemeten of niet.

Verantwoordelijkheden van bandendistributeurs: bij amendement 24 wordt geëist dat distributeurs op of met de factuur een gedetailleerde versie van het etiket aan de eindgebruiker verstrekken, in aanvulling op de bij artikel 5, lid 3, vereiste informatie. De Commissie is van mening dat deze gedetailleerde versie van het etiket (informatie die wordt verstrekt nadat de eindgebruiker zijn koopbeslissing heeft genomen) weinig nut heeft en dat dit niet verplicht mag worden gesteld, teneinde de rompslomp voor de distributeurs tot een minimum te beperken. De Commissie gaat echter wel akkoord met de formulering ‘op of met’ het etiket, waardoor de distributeurs meer flexibiliteit krijgen met betrekking tot de manier waarop ze aan artikel 5, lid 3, kunnen voldoen.

Verantwoordelijkheden van leveranciers en distributeurs van voertuigen: amendementen 25 en 44 zijn een verbetering van de oorspronkelijke formulering. De Commissie aanvaardt deze amendementen volledig.

7.

3.4. Naleving van informatievereisten (artikelen 7, 8 en 12)


Beproevingsmethoden : in amendement 26 wordt benadrukt dat de beproevingsmethoden betrouwbare en reproduceerbare informatie voor de eindgebruikers moeten opleveren. De Commissie is het volledig eens met dit standpunt, maar de formulering moet in overeenstemming worden gebracht met bestaande etiketteringsinitiatieven. Met het oog hierop is een amendement op overweging 19 voorgesteld.

Markttoezicht en sancties : het doel van de amendementen 8, 27, 28, 29 en 33 is de bepalingen inzake markttoezicht en sancties te versterken. De Commissie is het hier in beginsel volledig mee eens, maar merkt op dat dit een belangrijk punt van bezorgdheid is onder de belanghebbenden. De Commissie kan de formulering waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen strafmaatregelen en sancties echter niet aanvaarden. In de EU-wetgeving heeft de term “sanctie” betrekking op zowel administratieve als strafrechtelijke sancties. Bovendien zijn in Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 al regels voor markttoezicht vastgesteld met ingang van 1 januari 2010. Aangezien in Verordening (EG) nr. 765/2008 zeer precieze regels inzake markttoezicht en sancties zijn vastgesteld welke van toepassing zijn in de gevallen die in de bovenvermelde amendementen worden bedoeld, wordt voorgesteld in overweging 21 een verwijzing naar deze verordening op te nemen en een nieuw artikel 12 inzake handhaving toe te voegen. Het huidige artikel 12 inzake sancties wordt geschrapt omdat deze bepalingen al behandeld zijn in artikel 41 van de genoemde verordening.

8.

3.5. Comité en herziening (artikelen 11 en 14)


Sneeuwbanden en Noordse winterbanden : de amendementen 4, 12 en 31 voorzien in de mogelijkheid om de etiketteringsregeling via de comitéprocedure aan te passen aan de specifieke technische kenmerken van sneeuwbanden en Noordse winterbanden. De Commissie gaat in beginsel akkoord met deze amendementen, maar het gebrek aan een nauwkeurige definitie van sneeuwbanden (hieraan wordt gewerkt op het niveau van de UNECE) en het gebrek aan een definitie van Noordse winterbanden levert problemen op. Gezien deze onzekerheden wordt voorgesteld te verwijzen naar “ banden die als voornaamste doelstelling hebben op ijs of sneeuw betere prestaties te leveren dan normale banden, met name wat het in beweging brengen en houden van een voertuig betreft ” in plaats van naar sneeuwbanden en Noordse winterbanden, waardoor het regelgevingscomité de nodige vrijheid behoudt om het etiket aan te passen zodra de definities bekend zijn. Bovendien wordt de formulering van amendement 31 gewijzigd om het mandaat van de Europese Commissie in de comitéprocedure te verduidelijken. Uit de voorgestelde nieuwe formulering van artikel 11 blijkt dat de gripklasse van die banden in de comitéprocedure kan worden aangepast aan hun specifieke technische kenmerken. In de praktijk betekent dit dat, zolang geen uitvoeringsmaatregel is vastgesteld, deze banden onder de etiketteringsregeling vallen en dat informatie over de brandstofefficiëntie, grip op nat wegdek en rolgeluidemissies op deze banden moet worden aangebracht, zoals op alle andere bandentypes. Overwegingen 10 en 24 worden eveneens geherformuleerd om deze intentie weer te geven.

Vermelding van nieuwe parameters op het etiket: door amendement 32 , dat voorziet in de schrapping van artikel 11, lid 2, wordt het onmogelijk om via de comitéprocedure nieuwe parameters op het etiket te vermelden; de Commissie aanvaardt dit amendement. Overweging 24 wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

Tijdschema en toepassingsgebied van de herziening : in amendementen 10 en 34 worden sommige elementen opgesomd waarmee rekening moet worden gehouden bij de herziening van het voorstel; voorts wordt bij deze amendementen geëist dat deze herziening drie jaar na de inwerkingtreding plaatsvindt, in plaats van de oorspronkelijk voorgestelde vijf jaar. De lijst is in beginsel aanvaardbaar voor de Commissie, maar drie jaar is te vroeg voor een herziening. Gemiddeld genomen duurt het acht jaar vóór een etiketteringsregeling de beoogde marktverschuiving tot stand brengt; over drie jaar zullen veel eindgebruikers hun banden nog niet één keer hebben vervangen. Bovendien laat de comitéprocedure van artikel 11 al ruimte voor de aanpassing van de etiketteringsregeling aan technologische veranderingen, voor zover nodig.

9.

3.6. Datum van inwerkingtreding (artikel 17)


Snelle tenuitvoerlegging: in amendement 5 is gespecificeerd dat belanghebbenden moeten worden aangemoedigd om banden te etiketteren vóór de verplichte datum van inwerkingtreding. Niets in de huidige tekst verhindert dat vóór de datum van inwerkingtreding al banden met een etiket in de handel worden gebracht. De Commissie aanvaardt dan ook dit amendement.

Vrijstelling van de etiketteringseisen voor banden die vóór 1 juli 2012 zijn geproduceerd: bij amendement 45 worden alle banden die vóór 1 juli 2012 zijn geproduceerd, vrijgesteld van de verplichte etikettering, die op 1 november 2012 ingaat. De Commissie begrijpt niet waarom banden die vóór 1 juli 2012 zijn geproduceerd, moeten worden vrijgesteld. De sector heeft 2 tot 3 jaar de tijd gehad om de etiketteringsregeling voor te bereiden; dat moet voldoende zijn. Bovendien staat dit amendement niet in verhouding tot de bijbehorende kosten en de complexiteit van de markttoezichtsactiviteiten van de lidstaten.

10.

4. CONCLUSIE


Gelet op artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag, wijzigt de Commissie haar voorstel als volgt: