Toelichting bij COM(2017)425 - Standpunt EU inzake de in de werkgroep kwaliteitsnormen voor landbouwproducten van de VN/ECE aan te nemen voorstellen voor kwaliteitsnormen voor groenten en fruit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De normalisatiewerkzaamheden van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) worden overeenkomstig het akkoord van Genève inzake kwaliteitsnormen voor landbouwproducten 1 verricht door de werkgroep kwaliteitsnormen voor landbouwproducten (WP.7).

De WP.7 werkt op basis van een taakomschrijving 2 en werkprocedures 3 voor de vaststelling van de VN/ECE-kwaliteitsnormen voor landbouwproducten. De voorstellen voor de VN/ECE-kwaliteitsnormen voor groenten en fruit worden voorbereid door de gespecialiseerde normalisatiesectie voor verse groenten en fruit en de gespecialiseerde normalisatiesectie voor droge en gedroogde producten. De voorstellen worden vervolgens bij consensus aangenomen door de WP.7 of terugverwezen naar de gespecialiseerde secties. Deze exercitie vindt jaarlijks plaats.

Alle leden van de Verenigde Naties of van de gespecialiseerde agentschappen ervan mogen deelnemen aan de VN/ECE-werkzaamheden op het gebied van kwaliteitsnormen voor landbouwproducten. De lidstaten van de Europese Unie doen dat regelmatig. De Europese Unie is waarnemer in de WP.7 en in haar gespecialiseerde normalisatiesecties voor verse groenten en fruit en voor droge en gedroogde producten.

Op Unieniveau mogen overeenkomstig artikel 75, lid 1, en artikel 76, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 4 producten van de sector groenten en fruit die bestemd zijn om vers aan de consument te worden verkocht, slechts worden afgezet als ze aan de geldende handelsnormen voldoen, gezond, deugdelijk en van gebruikelijke handelskwaliteit zijn en het land van oorsprong is aangeduid.

Op grond van artikel 75, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is de Commissie bevoegd om door middel van een gedelegeerde handeling handelsnormen in de sector groenten en fruit vast te stellen. Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie 5 zijn specifieke handelsnormen vastgelegd voor bepaalde groente- en fruitproducten. Deze specifieke handelsnormen berusten op de VN/ECE-kwaliteitsnormen voor deze producten.

In artikel 3, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie is bepaald dat producten waarvoor geen specifieke EU-handelsnorm geldt, als conform de algemene handelsnorm worden beschouwd indien ze in overeenstemming zijn met een geldende norm van de VN/ECE. Overeenkomstig overweging 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie moeten bij de vaststelling van specifieke handelsnormen voor bepaalde producten de normen van de VN/ECE worden overgenomen.

In de VN/ECE-normen zijn minimumkwaliteitsniveaus vastgelegd die een gemeenschappelijke taal creëren om een eerlijke handel te bevorderen, technische handelsbelemmeringen te voorkomen en de transparantie op de markt te vergroten. Deze normen bevorderen een duurzame afzet van agrarische kwaliteitsproducten, beschermen de belangen van de consument en zorgen ervoor dat laagwaardige landbouwproducten van de markt worden geweerd. Als zodanig dragen ze bij tot de internationale harmonisatie van de groente- en fruitnormen en bieden ze een kader dat voor een eerlijke concurrentie op de markt voor groenten en fruit zorgt. De VN/ECE-normen worden zo opgesteld dat ze voldoen aan de doelstellingen van de Overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) inzake technische handelsbelemmeringen 6 .

Voordat de voorstellen door de WP.7 worden aangenomen, worden ze eerst uitvoerig tussen wetenschappelijke en technische deskundigen uit de sector groenten en fruit besproken in de gespecialiseerde normalisatiesecties. Daaraan nemen ook deskundigen uit de lidstaten deel.

De aanneming van een voorstel in de WP.7 moet dus worden gesteund, op voorwaarde dat het voldoet aan het Unierecht, en met name Verordening (EU) nr. 1308/2013, en het in het belang is van de Unie en de Uniedoelstellingen op landbouwgebied. Als de Commissie bezwaren heeft die niet in de gespecialiseerde normalisatiesecties zijn besproken, of als nieuwe wetenschappelijke of technische informatie beschikbaar komt, moet er bovendien voor worden gezorgd dat die bezwaren naar behoren worden besproken voordat in de WP.7 een besluit over het voorstel wordt genomen. Ook moeten de lidstaten die aan de WP.7 deelnemen, in gevallen waarin een toereikend aantal lidstaten gekant is tegen het voorstel, het besluit opschorten en ervoor zorgen dat het voorstel wordt terugverwezen naar de gespecialiseerde normalisatiesecties of speciale werkgroepen, waarin eerst een oplossing moet worden gevonden voor de bezwaren in kwestie.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

In de VN/ECE-normen zijn minimumkwaliteitsniveaus vastgelegd die een gemeenschappelijke taal creëren om een eerlijke handel te bevorderen, technische handelsbelemmeringen te voorkomen en de transparantie op de markt te vergroten. Ze bevorderen een duurzame afzet van agrarische kwaliteitsproducten, beschermen de belangen van de consument en zorgen ervoor dat laagwaardige landbouwproducten van de markt worden geweerd. Als zodanig dragen ze bij tot de internationale harmonisatie van de groente- en fruitnormen en bieden ze een kader dat voor een eerlijke concurrentie op de markt voor groenten en fruit zorgt. De VN/ECE-normen worden zo opgesteld dat ze voldoen aan de doelstellingen van de Overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) inzake technische handelsbelemmeringen.

Zoals hierboven vermeld, hebben de VN/ECE-kwaliteitsnormen voor groenten en fruit gevolgen voor het recht van de Unie. Daarom moet overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een Uniestandpunt worden ingenomen. Het onderhavige voorstel is bedoeld om dit standpunt te bepalen, mits bepaalde voorwaarden en procedures in acht worden genomen.

De evaluatie en aanneming van de VN/ECE-kwaliteitsnormen is een doorlopend proces dat ervoor zorgt dat de bestaande normen up-to-date blijven en aansluiten bij de huidige wetenschappelijke en technische informatie. Daarom moet een procedure worden ingevoerd op basis waarvan het Uniestandpunt ter zake voor onbepaalde tijd wordt ingenomen. De coördinatievergaderingen moeten jaarlijks vóór de aanneming/evaluatie van de kwaliteitsnormen door de VN/ECE plaatsvinden.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Het voorliggende voorstel sluit aan bij het Unierechtskader voor handelsnormen voor groenten en fruit, zoals vastgelegd in de artikelen 75 en 76 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie. Het zorgt ervoor dat het Uniestandpunt inzake de aanneming van de VN/ECE-kwaliteitsnormen als bedoeld in de bovengenoemde bepalingen, naar behoren wordt ingenomen.

 •Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Voor de diverse internationale organisaties die normen vaststellen die gevolgen hebben voor het Unierecht, en met name de normen van de Internationale Organisatie voor wijnbouw en wijnbereiding, wordt het Uniestandpunt op dezelfde wijze bepaald.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 43 en artikel 218, lid 9, VWEU.


Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Niet van toepassing.

Evenredigheid

Niet van toepassing.

Keuze van het instrument

Voor dit initiatief is geen ander instrument beschikbaar.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Het voorstel is niet van invloed op de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en monitoring-, evaluatie- en rapportageregelingen

De Europese Commissie zal deelnemen aan de coördinatievergadering van de bevoegde werkgroep van de Raad, die jaarlijks vóór de vergadering van de WP.7 plaatsvindt, naargelang van de behoefte.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.