Toelichting bij COM(2021)173 - Standpunt EU in het Handelscomité met Colombia, Peru en Ecuador aangaande wijziging een aantal besluiten ivm de toetreding van Ecuador en het bijwerken van lijsten arbiters

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Handelscomité van de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia, Peru en Ecuador, anderzijds (hierna “de Handelsovereenkomst” genoemd) , teneinde de besluiten van het Handelscomité te wijzigen om rekening te houden met de toetreding van Ecuador tot die overeenkomst en om de daarin vervatte lijst van scheidsrechters en deskundigen inzake handel en duurzame ontwikkeling bij te werken.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De Handelsovereenkomst

De Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, is op 26 juni 2012 ondertekend te Brussel. Overeenkomstig Besluit 2012/735/EU van de Raad 1 wordt de handelsovereenkomst sinds 1 maart 2013 voorlopig toegepast met Peru 2 en sinds 1 augustus 2013 met Colombia 3 .

De overeenkomst is gewijzigd bij het Protocol van toetreding tot de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van Ecuador, dat op 11 november 2016 is ondertekend te Brussel 4 . De Handelsovereenkomst wordt sinds 1 januari 2017 voorlopig toegepast tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Ecuador, anderzijds 5 .

Bij artikel 12 van de Handelsovereenkomst is het Handelscomité opgericht, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de EU en vertegenwoordigers van elk overeenkomstsluitend Andesland, op het niveau van ministers of de door deze ministers aangewezen vertegenwoordigers. Het Handelscomité ziet toe op en faciliteert de uitvoering van de Handelsovereenkomst en de juiste toepassing van de bepalingen ervan en denkt na over andere manieren om de algemene doelstellingen van de overeenkomst te bereiken. Het beoordeelt en neemt besluiten overeenkomstig de Handelsovereenkomst over elk onderwerp dat de krachtens deze overeenkomst opgerichte gespecialiseerde organen naar hem doorverwijzen. Het Handelscomité besluit bij consensus.

Het Handelscomité heeft besluiten vastgesteld die moeten worden gewijzigd om rekening te houden met de toetreding van Ecuador tot de overeenkomst.

Titel XII van de Handelsovereenkomst is van toepassing op alle geschillen betreffende de interpretatie of toepassing van de bepalingen van de Handelsovereenkomst, tenzij in de Handelsovereenkomst anders is bepaald.

Ingevolge de toetreding van Ecuador moet het Handelscomité het reglement van orde van het Handelscomité, het reglement van orde en de gedragscode voor scheidsrechters, de lijst van scheidsrechters, het reglement van orde van de Groep van deskundigen inzake handel en duurzame ontwikkeling en de Groep van deskundigen inzake kwesties die vallen onder de titel Handel en duurzame ontwikkeling bijwerken.

2.2.Het Handelscomité

Het bij artikel 12 van de Handelsovereenkomst opgerichte Handelscomité ziet toe op en faciliteert de uitvoering van de Handelsovereenkomst en de juiste toepassing van de bepalingen ervan; evalueert de resultaten van de Handelsovereenkomst, in het bijzonder de ontwikkeling van de economische en handelsbetrekkingen tussen de Partijen; houdt toezicht op de werkzaamheden van alle gespecialiseerde organen die krachtens de Handelsovereenkomst worden opgericht en doet aanbevelingen over noodzakelijke acties; beoordeelt en neemt besluiten over elk onderwerp dat de gespecialiseerde organen naar hem doorverwijzen; en stelt naast zijn eigen reglement van orde ook zijn vergaderrooster en agenda vast. Het Handelscomité besluit bij consensus. De vastgestelde besluiten zijn bindend voor de Partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. In de gevallen als bedoeld in artikel 12, lid 4, van de Handelsovereenkomst worden de besluiten vastgesteld door de EU en het desbetreffende overeenkomstsluitende Andesland en hebben deze besluiten uitsluitend rechtsgevolgen voor die Partijen, mits de rechten en verplichtingen van een ander overeenkomstsluitend Andesland hierbij onverlet blijven (artikel 14, lid 3).

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Dit voorstel voor een besluit van de Raad bepaalt het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Handelscomité van de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia, Peru en Ecuador, anderzijds, teneinde de besluiten van het Handelscomité te wijzigen om rekening te houden met de toetreding van Ecuador tot de Handelsovereenkomst en om de daarin vervatte lijst van scheidsrechters en deskundigen inzake handel en duurzame ontwikkeling bij te werken.

Het besluit tot opstelling van deze lijst van scheidsrechters uit Ecuador had door het Handelscomité tijdens zijn eerste bijeenkomst moeten worden genomen; het moet thans zo spoedig mogelijk worden genomen om volledig uitvoering te geven aan titel XII van de Handelsovereenkomst (Geschillenbeslechting).

De Partijen bij de Handelsovereenkomst hebben het beoogde besluit van het Handelscomité besproken en zijn overeengekomen dat het Handelscomité, met inachtneming van de besluitvormingsprocedures van de Unie, dit besluit moest vaststellen in de tweede helft van 2020.

Het besluit is van essentieel belang voor de voltooiing van het institutionele kader van de Handelsovereenkomst en bijgevolg voor een soepele uitvoering van de Handelsovereenkomst.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 6 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het Handelscomité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, te weten de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds.

Het door het Handelscomité vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen overeenkomstig artikel 14, lid 2, van de Handelsovereenkomst. De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de Handelsovereenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het hoofddoel en de inhoud van de beoogde handeling, namelijk de wijziging van de Besluiten nr. 1/2014, nr. 2/2014, nr. 3/2014, nr. 4/2014 en nr. 5/2014 van het Handelscomité om onder meer de daarin vervatte lijsten van scheidsrechters en deskundigen inzake handel en duurzame ontwikkeling bij te werken, vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU, en met name lid 4.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien de handeling van de Raad strekt tot wijziging van de Besluiten nr. 1/2014, nr. 2/2014, nr. 3/2014, nr. 4/2014 en nr. 5/2014 van het Handelscomité, is het passend die handeling na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.