Toelichting bij COM(2022)199 - Ondertekening van de Vrijwillige partnerschapsovereenkomst met Guyana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw m.b.t. de invoer van houtproducten in de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

In het door de Raad in 2003 1 goedgekeurde actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt) 2 , wordt een reeks maatregelen voorgesteld om illegale houtkap een halt toe te roepen. Deze maatregelen omvatten steun voor de houtproducerende landen, multilaterale samenwerking om de handel in illegaal hout te bestrijden, steun voor initiatieven van de particuliere sector en acties voor het tegengaan van investeringen in activiteiten die de illegale houtkap aanmoedigen. De hoeksteen van het actieplan is de sluiting van Flegt-partnerschappen tussen de EU en de houtproducerende landen. In 2005 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 2173/2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap 3 vastgesteld, waarmee de legaliteit van het in het kader van de Flegt-partnerschappen in de EU ingevoerde hout kan worden geverifieerd.

In 2005 heeft de Raad de Commissie opgedragen om met houtproducerende landen te onderhandelen over Flegt-partnerschapsovereenkomsten 4 .

De onderhandelingen tussen de Commissie en de Coöperatieve Republiek Guyana zijn in 2013 begonnen. De Commissie heeft de Raad regelmatig op de hoogte gehouden van de vorderingen door middel van verslagen aan de werkgroep bosbouw en het comité Flegt/EU-houtverordening. De Commissie heeft ook het Europees Parlement en de belanghebbenden op de hoogte gehouden van de onderhandelingen.

De vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Guyana bevat alle elementen die in de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad worden genoemd. In de overeenkomst wordt in het bijzonder een vergunningensysteem ingesteld waarmee de wettigheid van houtproducten die naar EU- en niet-EU-landen worden uitgevoerd, wordt gecontroleerd en bevestigd, alsook van hout dat op de binnenlandse markt wordt verkocht. Met betrekking tot ingevoerd hout verbindt Guyana zich ertoe erop toe te zien dat dergelijk hout is gekapt in overeenstemming met de wetgeving van het land van oorsprong. Daartoe zal Guyana specifieke wetgeving vaststellen op basis van zorgvuldigheidsbeginselen. De definitie van wettigheid is gebaseerd op een uitgebreide reeks nationale en internationale wetten die door Guyana zijn geratificeerd en die de drie pijlers van duurzaam bosbeheer weerspiegelen.

Guyana verbindt zich er tevens toe zijn bosbouwwetgeving te herzien en waar nodig te versterken. Het land heeft ook een kader voor toezicht op de naleving en voor de onafhankelijke evaluatie van het systeem vastgesteld. Om deze maatregelen uit te voeren, hebben de partijen overeenstemming bereikt over een ambitieus tijdschema van zes jaar (vanaf de inwerkingtreding). Deze elementen zijn opgenomen in de bijlagen bij de overeenkomst, waarin een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven van de structuren die de ontwikkeling en uitvoering van het Guyaans systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten zullen ondersteunen, alsmede criteria voor het nemen van een toekomstig besluit over de start van het Flegt-vergunningensysteem.

Bij de overeenkomst wordt een gezamenlijk comité voor toezicht en toetsing opgericht voor dialoog en samenwerking tussen de EU en Guyana over het vergunningenstelsel. Het voorziet in beginselen voor de participatie van belanghebbenden, sociale waarborgen, verantwoordingsplicht en transparantie. Ook wordt beschreven hoe klachten worden behandeld en hoe toezicht en verslaglegging zullen worden uitgevoerd.

Naast de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2173/2005 bedoelde producten, omvat de overeenkomst ook alle houtproducten die momenteel worden geproduceerd in, ingevoerd in en uitgevoerd uit Guyana.

De overeenkomst wordt geschraagd door het beginsel van non-discriminatie, wat betekent dat belanghebbenden van zowel binnen als buiten de bosbouwsector bij de overeenkomst zullen worden betrokken. Het gaat onder meer om belanghebbenden uit de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld, lokale en inheemse gemeenschappen en andere mensen die afhankelijk zijn van bossen.

In de overeenkomst wordt bepaald dat de invoer aan de grenzen van de Unie zal worden gecontroleerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 inzake het Flegt-vergunningensysteem en Verordening (EG) nr. 1024/2008 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de uitvoering ervan. De overeenkomst bevat een beschrijving van de Flegt-vergunning voor Guyana, die is opgesteld volgens de regels van Uitvoeringsverordening (EG) nr. 1024/2008.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 995/2010 omdat de houtproducten die vallen onder Flegt-vergunningen die in Guyana in overeenstemming met de overeenkomst zijn afgegeven, zullen worden beschouwd als legaal gekapt zoals vastgesteld in artikel 3 van die verordening.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De sluiting van deze overeenkomst is van belang voor het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU omdat zij de handel in legaal gekapt hout bevordert en de governance van de bosbouw in Guyana versterkt door de transparantie, verantwoordingsplicht en participatie van belanghebbenden te verbeteren. De overeenkomst zal ook duurzaam bosbeheer versterken en bijdragen tot de bestrijding van de klimaatverandering door de reductie van de door ontbossing en bosdegradatie veroorzaakte emissies.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is artikel 207, lid 3, eerste alinea, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), v), en artikel 218, lid 7.

Aangezien de overeenkomst een juridisch kader biedt om ervoor te zorgen dat alle hout en houtproducten die vanuit Guyana in de EU worden ingevoerd, legaal zijn geproduceerd, is de EU exclusief bevoegd om de overeenkomst te sluiten in overeenstemming met artikel 207, lid 3, eerste alinea, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU. Bij artikel 218, lid 6, punt a), v), VWEU is bepaald dat de Raad dergelijke overeenkomsten sluit. Artikel 218, lid 7, VWEU verleent de Raad de bevoegdheid om de onderhandelaar te machtigen wijzigingen van de overeenkomst namens de EU goed te keuren, als de overeenkomst toestaat dat die wijzigingen krachtens een vereenvoudigde procedure of door een bij de overeenkomst opgericht orgaan worden aangenomen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing.

Evenredigheid

De sluiting van deze overeenkomst is in overeenstemming met het EU-Flegt-actieplan en gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 6, punt a), v), VWEU, waarin is bepaald dat de Raad besluiten over de sluiting van internationale overeenkomsten vaststelt.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadplegingen van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit initiatief heeft geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplannen en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Niet van toepassing.