Overwegingen bij COM(2010)708 - Wijziging van Besluit 2008/203/EG tot uitvoering van Verordening 168/2007, wat de vaststelling van een meerjarenkader voor het Bureau van de EU voor de grondrechten voor 2007-2012 betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Om het Bureau zijn taken naar behoren te laten uitoefenen, moesten zijn precieze thematische werkterreinen in een meerjarenkader met een looptijd van vijf jaar worden vastgelegd, zoals bepaald in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 168/2007.

(2) Het eerste meerjarenkader werd door de Raad vastgesteld in zijn Besluit 2008/203/EG van 28 februari 2008 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad, wat de vaststelling van een meerjarenkader voor het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten voor 2007-2012 betreft[9].

(3) Het huidige meerjarenkader omvat echter niet de thematische werkterreinen justitiële samenwerking in strafzaken en politiële samenwerking.

(4) Bij de aanneming van Verordening (EG) nr. 168/2007 was de Raad overeengekomen om vóór 31 december 2009 het mandaat van het Bureau voor de grondrechten opnieuw te bezien, met het oog op de mogelijke uitbreiding ervan tot de gebieden politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken, en verzocht hij de Commissie in voorkomend geval een voorstel daartoe in te dienen.

(5) Justitiële samenwerking in strafzaken en politiële samenwerking zijn geregeld in hoofdstuk 4 respectievelijk hoofdstuk 5 van titel V van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Een wijziging van het meerjarenkader is nodig om het mogelijk te maken dat het Bureau voor de grondrechten op deze gebieden zijn taken uitoefent.