Overwegingen bij COM(2018)688 - Financiële bijdragen lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2020, het bedrag voor 2019, en de prognose voor de bijdragen voor 2021 en 2022

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Overeenkomstig de procedure van artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) 2015/323 van de Raad dient de Commissie per 15 oktober 2018 een voorstel in dat de volgende elementen omvat: a) het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor 2020; b) het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor 2019; c) het bedrag van de eerste tranche van de bijdrage voor 2019; en d) een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2021 en 2022.

(2) Overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EU) 2015/323 van de Raad heeft de Europese Investeringsbank de Commissie haar bijgewerkte vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten doen toekomen.

(3) Artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2015/323 van de Raad bepaalt dat bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor vorige EOF's worden opgebruikt. Daarom dient een verzoek om bijdragen in het kader van het 10e EOF voor de EIB en in het kader van het 11e EOF voor de Commissie te worden gedaan.

(4) Bij Besluit (EU) 2017/2171 van de Raad 7 werd het maximum van het jaarlijkse bedrag van de bijdragen van de lidstaten aan het EOF voor 2019 vastgesteld op 4 600 000 000 EUR voor de Commissie, en 300 000 000 EUR voor de EIB.