Overwegingen bij COM(2020)576 - Wijziging tussentijdse partnerschapsovereenkomst met de Stille-Oceaanstaten met het oog op toetreding van Samoa en de Salomonseilanden en toekomstige toetredingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op 12 juni 2002 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen over economische partnerschapsovereenkomsten met de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) 5 .

(2) De tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds 6 (“de tussentijdse partnerschapsovereenkomst”), waarin het kader voor een economische partnerschapsovereenkomst wordt vastgelegd, is ondertekend te Londen op 30 juli 2009. De tussentijdse partnerschapsovereenkomst wordt sinds 20 december 2009 voorlopig toegepast tussen de Unie en Papoea-Nieuw-Guinea en sinds 28 juli 2014 tussen de Unie en Fiji.

(3) Artikel 80 van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst voorziet in de toetreding van andere eilandstaten in de Stille Oceaan. Bij Besluit (EU) 2018/1908 7 en Besluit (EU) 2020/409 8 heeft de Raad de toetreding van Samoa en de Salomonseilanden tot de tussentijdse partnerschapsovereenkomst goedgekeurd. Samoa is op 21 december 2018 tot de tussentijdse partnerschapsovereenkomst toegetreden en past deze sinds 31 december 2018 voorlopig toe, en de Salomonseilanden zijn op 7 mei 2020 tot de tussentijdse partnerschapsovereenkomst toegetreden en passen deze sinds 17 mei 2020 voorlopig toe.

(4) Na de toetreding van Samoa en de Salomonseilanden moet de tussentijdse partnerschapsovereenkomst met het oog op de rechtszekerheid worden gewijzigd om deze landen te vermelden als partijen bij de tussentijdse partnerschapsovereenkomst. Telkens wanneer een eilandstaat in de Stille Oceaan toetreedt tot de overeenkomst is een gelijkaardige wijziging van de overeenkomst nodig.

(5) Bij artikel 68 van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst wordt een Handelscomité opgericht dat alle aangelegenheden behandelt die voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst noodzakelijk zijn. Het is passend om het Handelscomité te machtigen om te beslissen over elke wijziging van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst die naar aanleiding van de toetreding van andere eilandstaten in de Stille Oceaan nodig zou kunnen zijn.

(6) De Raad heeft bij Besluit (EU) 2019/1707 9 een besluit genomen over het namens de Unie in het Handelscomité in te nemen standpunt met betrekking tot deze wijzigingen, waarover tijdens de zevende vergadering van het Handelscomité op 4 oktober 2019 overeenstemming is bereikt.

(7) De overeenkomst tot wijziging van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst moet derhalve namens de Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(8) Aangezien artikel 76, lid 2, van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst voorziet in de voorlopige toepassing ervan in afwachting van de inwerkingtreding, moet de overeenkomst tot wijziging van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst voorlopig worden toegepast.