Bijlagen bij COM(2009)418 - Standpunt van de EG over het reglement van orde voor geschillenbeslechting en de gedragscode voor scheidsrechters, als bedoeld in de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten en de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

BESLUIT Nr. 2/200.. VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD

ingesteld bij de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds,

betreffende de goedkeuring van het reglement van orde voor geschillenbeslechting en de gedragscode voor scheidsrechters en bemiddelaars

DE GEZAMENLIJKE RAAD CARIFORUM-EG,

Gelet op de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, hierna “de overeenkomst” genoemd, ondertekend te Bridgetown, Barbados, op 15 oktober 2008, en met name op artikel 216 en artikel 221, lid 2,

BESLUIT:

Artikel 1

Het reglement van orde voor geschillenbeslechting en de gedragscode voor scheidsrechters en bemiddelaars als bedoeld in de overeenkomst, zijn respectievelijk opgenomen in bijlage I en bijlage II.

Artikel 2

De Europese Gemeenschap neemt echter de kosten van alle organisatorische aspecten van overleg, bemiddeling en arbitrage voor haar rekening, met uitzondering van de bezoldiging en de vergoeding van de onkosten van bemiddelaars en scheidsrechters, die worden gedeeld[2].

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op ….

Gedaan te ... 200..

BIJLAGE I

Reglement van orde voor geschillenbeslechting overeenkomstig deel III van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

Artikel 1

Algemene bepalingen

1. In deel III (Vermijden en beslechten van geschillen) van de overeenkomst en in dit reglement wordt verstaan onder:

- “adviseur”: een persoon die door een partij is aangesteld om haar in verband met de procedure van het arbitragepanel te adviseren of bij te staan;

- “assistent”: een persoon die in het kader van het mandaat van een lid van een arbitragepanel, voor dat lid onderzoek verricht of ondersteunende taken uitvoert;

- “klagende partij”: een partij die krachtens artikel 207 van de overeenkomst om de instelling van een arbitragepanel verzoekt;

- “partij waartegen de klacht gericht is”: de partij die ervan beschuldigd wordt de in artikel 203 van de overeenkomst bedoelde bepalingen te schenden;

- “arbitragepanel”: een krachtens artikel 207 van de overeenkomst ingesteld panel;

- “vertegenwoordiger van een partij”: een werknemer van of een persoon aangewezen door een ministerie, een overheidsdienst of een ander overheidsorgaan van een partij;

- “dag”: een kalenderdag, tenzij anders is bepaald.

2. Tenzij anders wordt overeengekomen, is de partij waartegen de klacht gericht is belast met de logistieke organisatie van geschillenbeslechtingsprocedures, in het bijzonder met de organisatie van de hoorzittingen.

3. Op de eerste maandag in december zenden de partijen elkaar een lijst van hun officiële feest- en rustdagen in het daaropvolgende jaar. Indien een in dit reglement van orde bedoelde termijn afloopt op een officiële feest- of rustdag van een van de partijen, wordt die termijn geacht op de volgende werkdag af te lopen. Op officiële feest- of rustdagen worden geen documenten, kennisgevingen of verzoeken van welke aard dan ook geacht te zijn ontvangen.

Artikel 2

Kennisgevingen

1. Alle verzoeken, mededelingen, schriftelijke stukken en andere documenten worden door de partijen en het arbitragepanel per e-mail verzonden; op dezelfde dag wordt een kopie daarvan per fax, aangetekende post of koeriersdienst verzonden, dan wel tegen ontvangstbewijs afgegeven of ingediend met een ander telecommunicatiemiddel waarbij de zending wordt geregistreerd. Een e-mailbericht wordt geacht te zijn ontvangen op de dag van verzending, tenzij kan worden aangetoond dat dit niet het geval was.

2. Van alle schriftelijke stukken die een partij indient, verstrekt zij een elektronische kopie aan de andere partij en aan elk van de scheidsrechters. Er wordt ook een papieren kopie verstrekt.

3. Het contactpunt voor alle kennisgevingen is voor de Cariforum-staten de in artikel 234, lid 1, van de overeenkomst bedoelde Cariforum-coördinator en voor de EG het directoraat-generaal Handel van de Europese Commissie. Wanneer het contactpunt wordt gewijzigd, stellen de partijen elkaar daarvan onmiddellijk in kennis.

4. Kleine verschrijvingen in verzoeken, mededelingen, schriftelijke stukken of andere documenten in verband met de procedure van het arbitragepanel kunnen worden verbeterd door de indiening van een nieuw document waarin de wijzigingen duidelijk zijn aangegeven.

5. Afhankelijk van het voorwerp van de bepalingen waarop het geschil betrekking heeft, wordt van alle verzoeken en kennisgevingen die aan het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG worden gezonden, een kopie gestuurd naar de relevante andere krachtens de overeenkomst opgerichte subcomités.

Artikel 3

Aanvang van de arbitrage

1. Tenzij zij anders overeenkomen, vergaderen de partijen binnen tien dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel met dat panel om te beslissen over aangelegenheden die de partijen of het arbitragepanel passend achten, met inbegrip van de aan de scheidsrechters verschuldigde bezoldigingen en onkostenvergoedingen, die aan de WTO-normen moeten beantwoorden. De leden van het arbitragepanel en de vertegenwoordigers van de partijen mogen per telefoon of per videoconferentie aan deze vergadering deelnemen.

2. a) Tenzij de partijen binnen zeven dagen na de datum van instelling van het panel anders overeenkomen, luidt de taakomschrijving van het arbitragepanel als volgt:

“in het licht van de desbetreffende bepalingen van de overeenkomst de in het verzoek om instelling van het arbitragepanel beschreven aangelegenheid onderzoeken, zich uitspreken over de verenigbaarheid van de maatregel in kwestie met de in het verzoek om instelling genoemde bepalingen van de overeenkomst en een uitspraak doen overeenkomstig artikel 209 van de overeenkomst.”b) De partijen stellen het arbitragepanel binnen vijf dagen in kennis van de overeengekomen taakomschrijving.

Artikel 4

Eerste stukken

Uiterlijk twintig dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel dient de klagende partij haar eerste schriftelijke stuk in. Uiterlijk twintig dagen na de datum van indiening van het eerste schriftelijke stuk dient de partij waartegen de klacht gericht is haar verweerschrift in.

Artikel 5

Werkwijze van arbitragepanels

1. De voorzitter van het arbitragepanel zit alle bijeenkomsten van het panel voor. Een arbitragepanel kan aan de voorzitter de bevoegdheid tot het nemen van administratieve en procedurele besluiten overdragen.

2. Tenzij anders is bepaald, kan het arbitragepanel bij zijn werkzaamheden alle mogelijke middelen gebruiken, waaronder telefoon-, fax- en computerverbindingen.

3. Hoewel alleen scheidsrechters aan de beraadslagingen van het arbitragepanel mogen deelnemen, kan het panel toestaan dat assistenten van het panel de beraadslagingen bijwonen.

4. Het opstellen van uitspraken is een exclusieve bevoegdheid van het arbitragepanel, die niet mag worden overgedragen.

5. Wanneer zich een procedureel vraagstuk voordoet dat niet in de bepalingen van de overeenkomst of dit reglement is geregeld, kan het arbitragepanel na overleg met de partijen een geschikte procedure vaststellen die in overeenstemming is met de overeenkomst en dit reglement en een gelijke behandeling van de partijen waarborgt.

6. Wanneer het arbitragepanel van oordeel is dat een procedurele termijn moet worden gewijzigd of een andere procedurele of administratieve aanpassing nodig is, stelt het de partijen schriftelijk in kennis van de redenen voor de wijziging of aanpassing onder vermelding van de vereiste termijn of aanpassing. Het arbitragepanel kan een dergelijke wijziging of aanpassing na overleg met de partijen goedkeuren. De in artikel 209 van de overeenkomst vermelde termijnen kunnen niet worden gewijzigd.

Artikel 6

Vervanging

1. Indien een scheidsrechter niet aan de procedure kan deelnemen, zich terugtrekt of moet worden vervangen, wordt overeenkomstig artikel 207, lid 3, van de overeenkomst een vervanger aangewezen.

2. Wanneer een partij van oordeel is dat een scheidsrechter de in bijlage II opgenomen gedragscode schendt en om die reden moet worden vervangen, deelt zij dit de andere partij mede binnen 15 dagen nadat zij kennis heeft genomen van de omstandigheden die een wezenlijke schending van de gedragscode door de scheidsrechter inhouden.

Wanneer een partij van oordeel is dat de gedragscode wordt geschonden door een scheidsrechter die niet de voorzitter is, voeren de partijen overleg en indien zij tot overeenstemming komen, wordt de scheidsrechter uit zijn functie ontheven en wordt overeenkomstig artikel 207, lid 3, van de overeenkomst een vervanger aangewezen.

Indien de partijen het niet eens worden over de vraag of een scheidsrechter moet worden vervangen, kan een partij verzoeken de aangelegenheid aan de voorzitter van het arbitragepanel voor te leggen, wiens beslissing definitief is.

Indien de voorzitter van oordeel is dat een scheidsrechter de gedragscode schendt, wijst hij door loting een nieuwe scheidsrechter aan uit de personen die zijn opgenomen op de in artikel 221 van de overeenkomst bedoelde lijst waarop de oorspronkelijke scheidsrechter stond. Indien de oorspronkelijke scheidsrechter krachtens artikel 207, lid 2, van de overeenkomst door de partijen was gekozen, wordt de vervanger door loting aangewezen uit de lijst van personen die overeenkomstig artikel 221 van de overeenkomst zijn voorgesteld door de klagende partij en de partij waartegen de klacht gericht is. De nieuwe scheidsrechter wordt binnen vijf dagen na de indiening van het verzoek bij de voorzitter van het arbitragepanel aangewezen.

3. Wanneer een partij van oordeel is dat de gedragscode wordt geschonden door de voorzitter van het arbitragepanel, voeren de partijen overleg en indien zij tot overeenstemming komen, wordt de voorzitter vervangen en wordt overeenkomstig artikel 207, lid 3, van de overeenkomst een vervanger aangewezen.

Indien de partijen het niet eens worden over de vraag of de voorzitter moet worden vervangen, kan een partij verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan een van de resterende personen op de in artikel 221, lid 1, van de overeenkomst bedoelde lijst van personen die als voorzitter kunnen optreden. Deze persoon wordt door loting aangewezen door de voorzitter van het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG of zijn vertegenwoordiger. De beslissing van deze persoon over de noodzaak tot vervanging van de voorzitter is definitief.

Indien deze persoon beslist dat de oorspronkelijke voorzitter de gedragscode schendt, wijst hij door loting een nieuwe voorzitter aan uit de resterende personen op de in artikel 221, lid 1, van de overeenkomst bedoelde lijst van personen die als voorzitter kunnen optreden. De nieuwe voorzitter wordt binnen vijf dagen na de indiening van het in dit punt bedoelde verzoek aangewezen.

4. De procedure van het arbitragepanel wordt geschorst gedurende de termijn die nodig is om de procedures van dit artikel te doorlopen.

Artikel 7

Hoorzittingen

1. De voorzitter stelt in overleg met de partijen en de overige leden van het arbitragepanel de datum en het tijdstip van de hoorzitting vast en zendt de partijen hiervan een schriftelijke bevestiging. Indien de hoorzitting openstaat voor het publiek, wordt deze informatie openbaar gemaakt door de partij die belast is met de logistieke organisatie van de procedure. Tenzij een van de partijen hier bezwaar tegen heeft, kan het arbitragepanel besluiten geen hoorzitting bijeen te roepen.

2. Tenzij de partijen anders overeenkomen, wordt de hoorzitting in Brussel gehouden als de Cariforum-staten de klagende partij zijn en op het grondgebied van de Cariforum-staten als de EG de klagende partij is. Indien het geschil betrekking heeft op een door een overeenkomstsluitende Cariforum-staat gehandhaafde maatregel, wordt de hoorzitting in de hoofdstad van die staat gehouden, tenzij die staat het panel binnen tien dagen na de oprichting van het panel schriftelijk mededeelt dat de hoorzitting op een andere plaats moet worden gehouden.

3. In uitzonderlijke gevallen kan het arbitragepanel één aanvullende hoorzitting bijeenroepen. Voor de procedures van artikel 211, lid 2, artikel 212, lid 2, en artikel 214, lid 2, van de overeenkomst wordt geen aanvullende hoorzitting bijeengeroepen.

4. Gedurende alle hoorzittingen zijn alle scheidsrechters aanwezig.

5. De volgende personen kunnen een hoorzitting bijwonen, ongeacht of de procedure openstaat voor het publiek:

a) vertegenwoordigers van de partijen;

b) adviseurs van de partijen;

c) administratief personeel, tolken, vertalers en rechtbankverslaggevers;

d) assistenten van scheidsrechters.

Alleen vertegenwoordigers en adviseurs van de partijen mogen het woord tot het arbitragepanel richten.

6. Uiterlijk zeven dagen voor de datum van een hoorzitting verstrekt elke partij het arbitragepanel een lijst met de namen van de personen die namens die partij pleidooien of uiteenzettingen op de hoorzitting zullen houden en van andere vertegenwoordigers of adviseurs die de hoorzitting zullen bijwonen.

7. Ingevolge artikel 216 van de overeenkomst zijn de hoorzittingen van het arbitragepanel openbaar, tenzij het arbitragepanel anders besluit. Het arbitragepanel komt echter in besloten zitting bijeen wanneer de stukken en pleidooien van een partij vertrouwelijke zakelijke informatie bevatten. Het panel besluit in overleg met de partijen over passende logistieke regelingen en procedures om de openbare hoorzittingen in goede banen te leiden. Voor deze procedures kan gebruik worden gemaakt van rechtstreekse uitzendingen via internet of van gesloten televisiecircuits.

8. Het arbitragepanel leidt de hoorzitting op de volgende wijze:

Pleidooi

a) pleidooi van de klagende partij

b) pleidooi van de partij waartegen de klacht gericht is

Weerlegging

a) pleidooi van de klagende partij

b) repliek van de partij waartegen de klacht gericht is.

9. Het arbitragepanel kan op elk ogenblik van de hoorzitting vragen aan een van beide partijen stellen.

10. Het arbitragepanel laat een proces-verbaal van elke hoorzitting opmaken, dat zo spoedig mogelijk aan de partijen wordt verstrekt.

11. Binnen veertien dagen na de datum van de hoorzitting kan elke partij een aanvullend schriftelijk stuk indienen over alle aspecten die tijdens de hoorzitting aan de orde zijn gekomen.

Artikel 8

Schriftelijke vragen

1. Het arbitragepanel kan op elk moment van de procedure schriftelijke vragen aan een partij of aan beide partijen stellen. Beide partijen ontvangen een kopie van de vragen van het arbitragepanel.

2. Ook verstrekt een partij de andere partij een kopie van haar schriftelijke antwoord op de vragen van het arbitragepanel. Elke partij wordt in de gelegenheid gesteld binnen zeven dagen na de datum van ontvangst schriftelijke opmerkingen over het antwoord van de andere partij te maken.

Artikel 9

Vertrouwelijkheid

Wanneer een hoorzitting van het arbitragepanel overeenkomstig artikel 7, lid 7, niet openbaar is, respecteren de partijen de vertrouwelijkheid van de zitting. Informatie die door een partij aan het arbitragepanel is verstrekt en als vertrouwelijk is aangemerkt, wordt door de andere partij vertrouwelijk behandeld. Wanneer een partij het arbitragepanel een vertrouwelijke versie van haar schriftelijke stuk verstrekt, dient zij op verzoek van de andere partij uiterlijk vijftien dagen na de datum van het verzoek of, indien dit later is, na de datum van indiening van het stuk, tevens een niet-vertrouwelijke samenvatting van het stuk in, die openbaar mag worden gemaakt. Dit reglement belet een partij niet haar eigen standpunten openbaar te maken.

Artikel 10

Eenzijdige contacten

1. Het arbitragepanel heeft geen ontmoetingen of contacten met een partij in afwezigheid van de andere partij.

2. Een lid van het arbitragepanel mag geen aspecten van de inhoud van de procedure met een partij of met beide partijen bespreken in afwezigheid van de andere scheidsrechters.

Artikel 11

Bijdragen van amici curiae

1. Krachtens artikel 217 van de overeenkomst kan het arbitragepanel ongevraagde schriftelijke bijdragen in ontvangst nemen, op voorwaarde dat zij binnen vijftien dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel worden ingediend, beknopt zijn, met inbegrip van eventuele bijlagen in ieder geval niet meer dan vijftien getypte bladzijden tellen en direct van belang zijn voor de vraagstukken die door het arbitragepanel worden onderzocht.

2. Deze bijdragen bevatten een beschrijving van de natuurlijke of rechtspersoon die de bijdrage indient, met inbegrip van de aard van zijn activiteiten en zijn financieringsbron, alsook nadere gegevens over het belang dat die persoon bij de arbitrageprocedure heeft. De bijdragen zijn gesteld in de talen die de partijen overeenkomstig artikel 218 van de overeenkomst en artikel 14 van dit reglement van orde hebben gekozen.

3. Het arbitragepanel vermeldt in zijn uitspraak alle bijdragen die het overeenkomstig bovenstaande voorschriften heeft ontvangen. Het arbitragepanel is niet verplicht in zijn uitspraak op de in de bijdragen naar voren gebrachte argumenten in te gaan. Alle bijdragen die het arbitragepanel overeenkomstig deze voorschriften heeft ontvangen, worden aan de partijen verstrekt om hen in de gelegenheid te stellen hierover opmerkingen te maken.

Artikel 12

Inlichtingen en technisch advies

Wanneer een panel uit hoofde van artikel 217 van de overeenkomst inlichtingen of technisch advies inwint bij andere bronnen dan de partijen, stelt het de partijen in kennis van zijn voornemen hiertoe en stelt het hen in de gelegenheid commentaar te geven. Indien het panel bij de voorbereiding van zijn uitspraak rekening houdt met dergelijke inlichtingen of technische adviezen, houdt het tevens rekening met het commentaar dat de partijen hierover hebben gegeven.

Artikel 13

Dringende gevallen

In dringende gevallen, zoals bedoeld in deel III, hoofdstuk 2, van de overeenkomst, kan het arbitragepanel de in dit reglement vastgestelde termijnen zo nodig in overleg met de partijen aanpassen; in dat geval stelt het de partijen daarvan in kennis.

Artikel 14

Vertaling en vertolking

1. Tijdens het in artikel 204 van de overeenkomst bedoelde overleg, en uiterlijk op de in artikel 3, lid 1, van dit reglement van orde bedoelde vergadering, proberen de partijen tot overeenstemming te komen over een gemeenschappelijke werktaal voor de procedure voor het arbitragepanel.

2. Indien de partijen niet uiterlijk op die datum tot overeenstemming komen over een gemeenschappelijke werktaal, zijn de voorschriften van artikel 218, lid 2, van de overeenkomst van toepassing.

3. De partij waartegen de klacht gericht is, zorgt voor de vertolking van de pleidooien naar de door de partijen gekozen talen.

4. Uitspraken van het arbitragepanel worden gedaan in de door de partijen gekozen taal of talen.

5. Elke partij kan opmerkingen maken over een overeenkomstig dit reglement gemaakte vertaling van een document.

Artikel 15

Berekening van termijnen

Wanneer de partijen een document ingevolge de toepassing van artikel 1, lid 3, van dit reglement van orde niet op dezelfde datum ontvangen, worden termijnen die ingaan vanaf de datum van ontvangst van dat document, vanaf de laatste datum van ontvangst berekend.

Artikel 16

Andere procedures

1. Dit reglement van orde is ook van toepassing op de procedures van artikel 211, lid 2, artikel 212, lid 2, en artikel 214, lid 2, van de overeenkomst. De in dit reglement van orde vermelde termijnen voor de vaststelling van een uitspraak door het arbitragepanel worden in dat geval vervangen door de bijzondere termijnen die in die andere procedures zijn vastgesteld.

2. Indien het oorspronkelijke panel, of een of meer van de leden ervan, niet opnieuw kan (kunnen) bijeenkomen voor de procedures van artikel 211, lid 2, artikel 212, lid 2, en artikel 214, lid 2, van de overeenkomst, is de procedure van artikel 207 van de overeenkomst van toepassing. De termijn voor de kennisgeving van de uitspraak wordt in dat geval met vijftien dagen verlengd.

BIJLAGE II

GEDRAGSCODE VOOR LEDEN VAN ARBITRAGEPANELS EN BEMIDDELAARS

Artikel 1

Definities

In deze gedragscode wordt verstaan onder:

a) “lid” of “scheidsrechter”: een lid van een op grond van artikel 207 van de overeenkomst ingesteld arbitragepanel;

b) “bemiddelaar”: een persoon die overeenkomstig artikel 205 van de overeenkomst een bemiddeling verricht;

c) “kandidaat”: een persoon wiens naam voorkomt op de in artikel 221 van de overeenkomst bedoelde lijst van scheidsrechters en wiens selectie als lid van een arbitragepanel overeenkomstig artikel 207 van de overeenkomst wordt overwogen;

d) “assistent”: een persoon die in het kader van het mandaat van een lid, voor dat lid onderzoek verricht of ondersteunende taken uitvoert;

e) “procedure”: tenzij anders gespecificeerd, een procedure van een arbitragepanel uit hoofde van de overeenkomst;

f) “personeel”: met betrekking tot een lid, andere personen dan assistenten die onder zijn leiding en toezicht werkzaam zijn.

Artikel 2

Verantwoordelijkheden in het kader van de procedure

Elke kandidaat en elk lid vermijdt laakbaar gedrag en de schijn van laakbaar gedrag, is onafhankelijk en onpartijdig, vermijdt directe en indirecte belangenconflicten en neemt bij zijn gedrag de hoogste normen in acht, teneinde de integriteit en onpartijdigheid van de regeling inzake geschillenbeslechting te garanderen. Voormalige leden leven de verplichtingen in de artikelen 6 en 7 van deze gedragscode na.

Artikel 3

Verplichtingen inzake openbaarmaking

1. Voorafgaand aan de bevestiging van hun aanstelling tot lid van het arbitragepanel op grond van de overeenkomst geven kandidaten opening van zaken over alle belangen, relaties of aangelegenheden die van invloed kunnen zijn op hun onafhankelijkheid of onpartijdigheid of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij tijdens de procedure de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid zouden kunnen wekken. Daartoe stellen kandidaten alles in het werk wat redelijkerwijs in hun vermogen ligt om na te gaan of er sprake is van dergelijke belangen, relaties of aangelegenheden. Deze voorschriften inzake openbaarmaking zijn niet van toepassing op de bekendmaking van aangelegenheden die van weinig belang zijn voor de vraagstukken die in de procedure worden onderzocht. Zij houden rekening met de noodzaak om de persoonlijke levenssfeer te beschermen van de personen op wie deze gedragscode van toepassing is en mogen geen dusdanige administratieve belasting vormen dat in andere opzichten gekwalificeerde personen in de praktijk geen zitting in het panel kunnen nemen.

2. Een kandidaat of lid meldt feitelijke of mogelijke schendingen van deze gedragscode uitsluitend bij het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG, zodat deze door de partijen kunnen worden beoordeeld.

3. Na hun aanwijzing blijven leden alles in het werk stellen wat redelijkerwijs in hun vermogen ligt om na te gaan of er sprake is van de in lid 1 bedoelde belangen, relaties of aangelegenheden en maken zij deze in voorkomend geval openbaar. Op grond van de verplichting tot openbaarmaking zijn leden voortdurend gehouden dergelijke belangen, relaties en aangelegenheden openbaar te maken wanneer deze zich tijdens de procedure voordoen. Leden maken dergelijke belangen, relaties en aangelegenheden openbaar door het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG er schriftelijk van in kennis te stellen, zodat deze door de partijen kunnen worden beoordeeld.

Artikel 4

Taken van leden

1. Na hun aanwijzing zetten leden zich gedurende de hele procedure in om hun taken nauwgezet, snel en billijk te vervullen.

2. Leden onderzoeken uitsluitend vragen die in de procedure aan de orde worden gesteld en voor de uitspraak noodzakelijk zijn en dragen deze taak niet aan een andere persoon over.

3. Leden nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de artikelen 2, 3 en 7 van deze gedragscode door hun assistenten en personeel worden gekend en nageleefd.

4. Leden onthouden zich van eenzijdige contacten in verband met de procedure.

Artikel 5

Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van leden

1. Leden zijn onafhankelijk en onpartijdig, vermijden de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid en laten zich niet leiden door eigenbelang, druk van buitenaf, politieke overwegingen, publieke protesten, trouw aan een partij of vrees voor kritiek.

2. Leden mogen noch direct noch indirect verplichtingen aangaan of voordelen accepteren die op welke wijze dan ook de goede uitoefening van hun taken verstoren of lijken te verstoren.

3. Leden gebruiken hun positie als lid van het arbitragepanel niet om persoonlijke of particuliere belangen te dienen en onthouden zich van handelingen die de indruk kunnen wekken dat anderen in een bijzondere positie verkeren waardoor zij invloed op hen kunnen uitoefenen.

4. Leden laten hun gedrag of oordeel niet beïnvloeden door financiële, zakelijke, professionele, familiale of sociale relaties of verantwoordelijkheden.

5. Leden gaan geen relaties aan en verwerven geen financiële belangen wanneer daardoor hun onpartijdigheid in het gedrang kan komen of wanneer redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daardoor de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid wordt gewekt.

Artikel 6

Verplichtingen van voormalige leden

Voormalige leden onthouden zich van handelingen die de schijn kunnen wekken dat zij bij de uitoefening van hun taken niet onpartijdig waren of voordeel hebben gehad van het besluit of de uitspraak van het arbitragepanel.

Artikel 7

Vertrouwelijkheid

1. Leden of voormalige leden mogen op geen enkel ogenblik niet-openbare informatie over of verkregen tijdens de procedure openbaar maken of gebruiken, behalve voor de doeleinden van de procedure, en mogen deze informatie in geen geval openbaar maken of gebruiken om persoonlijk voordeel te behalen, anderen een voordeel te schenken of het belang van anderen in negatieve zin te beïnvloeden.

2. Leden mogen uitspraken van het arbitragepanel of delen daarvan niet openbaar maken voordat zij overeenkomstig de overeenkomst bekend worden gemaakt.

3. Leden of voormalige leden mogen op geen enkel ogenblik informatie over de beraadslagingen van het arbitragepanel of over de standpunten van de leden openbaar maken.

Artikel 8

Uitgaven

Leden houden de aan de procedure bestede tijd en de hiervoor gedane uitgaven bij en overleggen hiervan een eindafrekening.

Artikel 9

Bemiddelaars

De in deze gedragscode beschreven voorschriften voor leden of voormalige leden zijn van overeenkomstige toepassing op bemiddelaars.

[1] PB C […] van […], blz. […].

[2] De bezoldiging van ambtenaren, vertegenwoordigers of adviseurs van een bij de organisatie van hoorzittingen betrokken partij maakt geen deel uit van de kosten van organisatorische aspecten.