Bijlagen bij COM(2022)670 - Wijziging nr. 1 begroting EU: aanvullende maatregelen om de gevolgen van de Russische oorlog in Oekraïne op te vangen en overige aanpassingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bijgevoegd.

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding    

2. Aanvullende maatregelen met betrekking tot Oekraïne    

2.1 Humanitaire hulp

2.2 Erasmus+

3. Financiering NextGenerationEU    

4. Versterking van de crisisresponscapaciteit van de EU om bosbranden te bestrijden    

5. Wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (EDIRPA)    

6. Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)    

7. Actualisering van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij    

8. Extra behoeften aan betalingskredieten voor cohesie    

9. Uitgaven voor administratieve ondersteuning van programma’s    

10. Gedecentraliseerde agentschappen en Europees Openbaar Ministerie    

10.1 Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

10.2 Europees Milieuagentschap (EMA)

10.3 Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

10.4 Europees Openbaar Ministerie (EOM)

10.5 Overdrachten van de reserves naar de operationele begrotingsonderdelen van gedecentraliseerde agentschappen als gevolg van de vaststelling van rechtshandelingen.

11. Aanpassingen van rubriek 7 “Europees openbaar bestuur”    

11.1 Salarisaanpassing voor alle instellingen en pensioenen

11.2 CERT-EU

12. Aanvullende wijziging van de begrotingsnomenclatuur en toelichting op de begroting    

13. Financiering    

14. Samenvatting per MFK-rubriek    

waarvan onder enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)

0

0

450 000 000

450 000 000

0

waarvan onder enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)    

450 000 000    

450 000 000    

0    

waarvan onder enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)    

0    

450 000 000    

450 000 000    

0    


1. Inleiding

Nota van wijzigingen nr. 1 (NvW 1/2023) bij de ontwerpbegroting voor het jaar 2023 (OB 2023) heeft betrekking op de volgende elementen:

¾een versterking van de humanitaire hulp, als dringende reactie op de gevolgen van de Russische oorlog in Oekraïne, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende voedselcrisis. Bij gebrek aan een marge in rubriek 6 (Nabuurschap en internationaal beleid) moet een beroep op het flexibiliteitsinstrument worden gedaan;

¾een vervroegde vrijmaking van middelen voor Erasmus+ ter ondersteuning van leerlingen, studenten en leerkrachten die Oekraïne ontvluchten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de volledige resterende marge in subrubriek 2b (Veerkracht en waarden) en het flexibiliteitsinstrument;

¾een versterking van de rentepost voor NextGenerationEU, in de context van stijgende rentekosten op de markten, waarbij een deel van het enkelvoudig marge-instrument wordt gemobiliseerd;

¾financiering voor de wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (EDIRPA), waarbij gebruik wordt gemaakt van de volledige resterende marge in rubriek 5 (Veiligheid en defensie) en het flexibiliteitsinstrument;

¾een vervroegde vrijmaking van middelen voor en versterking van het Uniemechanisme voor civiele bescherming (UCPM) ter dekking van het leasen van helikopters en lichte vliegtuigen voor de zomer van 2024 en voor een snellere aanschaf van de permanente rescEU-luchtvloot, waarvoor een beroep moet worden gedaan op het flexibiliteitsinstrument;

¾actualisering van de geraamde behoeften, bestemmingsontvangsten en kredieten voor landbouwuitgaven. In NvW 1/2023 wordt niet alleen rekening gehouden met veranderende marktfactoren, maar ook met de impact van de besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de vaststelling van de OB 2023 in juli 2022, alsmede met andere voorstellen die naar verwachting tijdens het begrotingsjaar een aanzienlijk effect zullen sorteren;

¾actualisering van de geraamde behoeften voor de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s), met inachtneming van de inwerkingtreding van een nieuw protocol met Mauritius;

¾een verhoging van het niveau van de betalingskredieten om rekening te houden met het effect van het FAST-CARE-voorstel inzake de betalingsbehoeften voor cohesie in 2023;

¾aanpassingen aan het niveau van de kredieten en/of het personeel van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA), het Europees Milieuagentschap (EEA), het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en het Europees Openbaar Ministerie (EOM), met inachtneming van de recentste wetgevende of politieke ontwikkelingen betreffende hun activiteiten in 2023;

¾aanpassingen in verband met de financiering van extern personeel uit begrotingsonderdelen voor administratieve ondersteuning van programma’s, met name vanuit het oogpunt van de toenemende werkdruk;

¾aanpassingen van rubriek 7 (Europees openbaar bestuur), met name in verband met het effect van de lagere salarisaanpassing voor 2022 op de administratieve uitgaven en pensioenen naar aanleiding van geactualiseerde ramingen inzake inflatie en koopkracht in vergelijking met de parameters die zijn gebruikt bij de opstelling van de OB 2023. Voorts wordt voorgesteld CERT-EU te versterken door middel van een overdracht van andere instellingen;

¾aanpassingen van de begrotingsnomenclatuur en de toelichting op de begroting, met name naar aanleiding van de wetgevingsprocedure voor de REPowerEU-voorstellen.

In totaal is het netto-effect van NvW 1/2023 op de uitgaven in de OB 2023 een verhoging met 758,3 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en een verhoging met 2 394,9 miljoen EUR aan betalingskredieten, die in de volgende componenten kunnen worden opgesplitst:

(In miljoen EUR)
ProgrammaVastleggingskredietenBetalingskredieten
Humanitaire hulp150,0120,0
Erasmus+100,080,0
Kortetermijninstrument voor defensie157,072,0
Uniemechanisme voor civiele bescherming41,470,0
Rentepost van het EURI450,0450,0
Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)00
PODV’s00
Beoordeling van de betalingsbehoeften voor cohesie01 743,0
Actualiseringen voor gedecentraliseerde agentschappen00
Aanpassingen in rubriek 7-140,1-140,1
Totaal758,32 394,9

Meer informatie over elk onderdeel is te vinden in de volgende paragrafen.

De desbetreffende begrotingsonderdelen zijn in de begrotingsbijlage opgenomen, samen met de actualisering van de ontvangsten die onder meer voortvloeien uit de in deze NvW opgenomen wijzigingen in de uitgaven.

2. Aanvullende maatregelen met betrekking tot Oekraïne

Tot dusver heeft Team Europa in totaal meer dan 19 miljard EUR aan financiële steun, begrotingsondersteuning en humanitaire bijstand aan Oekraïne gemobiliseerd, naast de militaire steun. In de OB 2023 heeft de Commissie aangekondigd dat in de nota van wijzigingen aanvullende maatregelen in verband met de gevolgen van de invasie van Oekraïne door de Russische Federatie zouden kunnen worden opgenomen, met het oog op de veranderende situatie ter plekke. De respons van de EU zal blijven inspelen op de dringendste behoeften, waaronder het financieringstekort van Oekraïne, basisdiensten, humanitaire behoeften en het herstel van de belangrijkste infrastructuur. In dit stadium is het echter nog te vroeg om voorstellen te doen inzake de extra behoeften in verband met het herstel van Oekraïne en de wederopbouw op lange termijn. De ontwikkeling van de situatie zal gevolgen hebben voor zowel het bedrag als het tijdschema voor de beschikbaarstelling van financiële middelen in dit kader.

2.1    Humanitaire hulp

De Russische oorlog in Oekraïne heeft geleid tot een enorme behoefte aan humanitaire hulp, in het land zelf en wereldwijd, met name in verband met de voedselcrisis. In dit verband schat de Commissie dat — in eerste instantie — voor 2023 een verhoging van 150 miljoen EUR nodig is om verdere humanitaire hulp aan Oekraïne te verlenen en de wereldwijde voedselcrisis aan te pakken. Verdere verhogingen in de loop van 2023 zullen waarschijnlijk nodig zijn als de EU haar humanitaire hulp van 2022 wil evenaren en het sterk groeiende aantal mensen in nood wil ondersteunen. De beschikbaarstelling van middelen hangt af van de beschikbare middelen.

Dit voorstel vormt een aanvulling op de grote inspanning van de EU-begroting en het Europees Ontwikkelingsfonds, met inbegrip van de aanvullende steun van ongeveer 750 miljoen EUR ter versterking van de humanitaire hulp aan Oekraïne en de daarmee samenhangende wereldwijde voedselcrisis in 2022. Dit bedrag omvat de voorgestelde overschrijving van 395 miljoen EUR uit de reserve voor solidariteit en noodhulp (DEC 18/2022), die op 5 oktober is ingediend.

Daarnaast zal de EU-begroting de rentekosten en de betalingen van administratieve vergoedingen dekken voor de leningen in verband met de eerste twee tranches van de leningen voor buitengewone macrofinanciële bijstand (MFB) aan Oekraïne van 1 miljard EUR (begin augustus uitbetaald) respectievelijk 5 miljard EUR 4 .

Bij gebrek aan marges of andere bronnen voor herschikking in rubriek 6 (Nabuurschap en wereldwijd beleid) stelt de Commissie voor om overeenkomstig artikel 12 van de MFK-verordening 5 middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen voor een bedrag van 150 miljoen EUR aan vastleggingskredieten. Rekening houdend met de verwachte snelle verstrekking van de steun is in 2023 ook een bedrag van 120 miljoen EUR aan betalingskredieten nodig ter dekking van de in deze nota van wijzigingen voorgestelde aanvullende humanitaire hulpacties.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
14 03 01Humanitaire hulp150 000 000120 000 000
Totaal    150 000 000120 000 000

2.2    Erasmus+

Bijna de helft van de meer dan vier miljoen Oekraïense vluchtelingen in EU-landen zijn schoolgaande kinderen. Hun snelle integratie en terugkeer naar school, voor- en vroegschoolse educatie en opvang zullen helpen om hun psychologische stress te verlichten, een gevoel van stabiliteit te geven en toekomstperspectief te bieden. Hetzelfde geldt voor Oekraïense volwassen studenten, terwijl Oekraïens onderwijspersoneel dat in EU-landen ontheemd is, actief kan helpen bij de verwezenlijking van deze doelstelling.

In de loop van 2022 heeft de Commissie de meest betrokken kernactiviteiten in het kader van het Erasmus+-programma geheroriënteerd om meer uit Oekraïne gevluchte leerlingen, studenten, leerkrachten en gekwalificeerd personeel te verwelkomen en te ondersteunen.

Om deze inspanning in 2023 voort te zetten, zijn de momenteel geplande toewijzingen ontoereikend en is een verhoging van de financiering noodzakelijk, zoals de Commissie reeds in de ontwerpbegroting heeft aangegeven. De Commissie stelt daarom voor het niveau van de vastleggingskredieten met 100 miljoen EUR te verhogen door middelen van 2027 vervroegd vrij te maken, rekening houdend met de sterke vertraging van het programma. Dit zal tot uiting komen in de volgende actualisering van de financiële programmering.

Om de vervroegde beschikbaarstelling in 2023 te financieren, stelt de Commissie voor 34,3 miljoen EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar te stellen uit de resterende niet-toegewezen marge onder het uitgavenmaximum van subrubriek 2b, en 65,7 miljoen EUR uit het flexibiliteitsinstrument, overeenkomstig artikel 12 van de MFK-verordening. Een bedrag van 80 miljoen EUR aan betalingskredieten is ook nodig in 2023 ter dekking van de in deze nota van wijzigingen voorgestelde aanvullende ondersteuning.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
07 03 01 01Bevordering van de leermobiliteit van particulieren, en van samenwerking, inclusie, excellentie, creativiteit en innovatie op het niveau van organisaties en beleid op het gebied van onderwijs en opleiding — Indirect beheer100 000 00080 000 000
Totaal    100 000 00080 000 000


3. Financiering NextGenerationEU

Door de snelle en aanzienlijke stijging van de rentetarieven op de financiële markten in de afgelopen maanden zijn de financieringskosten voor het herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) gestegen ten opzichte van het in de OB 2023 gevraagde bedrag. Op basis van de huidige renteprognoses, de omvang van de verrichtingen en de toegenomen rentevolatiliteit schat de Commissie dat de EURI-rentepost met 450 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten moet worden verhoogd.

De Commissie stelt voor 1 miljoen EUR van deze verhoging aan het begrotingsonderdeel voor administratieve ondersteuning van het EURI toe te wijzen. Dit waarborgt een beter toezicht, een beter beheer van de marktliquiditeit en extra capaciteit, mede gezien de toegenomen vraag naar rapportering in de komende jaren. Deze verbeteringen zullen worden ondersteund door de aanwerving van ten hoogste acht extra arbeidscontractanten om de verschillende bovengenoemde doelstellingen te helpen verwezenlijken. De uitgaven zullen evenredig worden verdeeld tussen de EU-begroting en de lidstaten die terugbetaalbare steun uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit hebben ontvangen.

In haar unilaterale verklaring bij de begroting 2022 herinnerde de Commissie eraan dat de stijging van de inflatie een grotere budgettaire voorzichtigheid vereist met betrekking tot het beheer van de EURI-rentepost, gezien de mogelijkheid dat de nominale rentevoeten hoger zullen zijn dan in de programmering van deze post wordt aangenomen, wat wordt bevestigd door de marktontwikkelingen dit jaar.

Vanwege het ontbreken van een marge in subrubriek 2b wordt tegen die achtergrond voorgesteld om in totaal 450 miljoen EUR beschikbaar te stellen uit het enkelvoudig marge-instrument, conform artikel 11, lid 1, punt a), van de MFK-verordening, met gebruikmaking van de marges die beschikbaar blijven onder de MFK-maxima voor vastleggingskredieten van voorgaande jaren. Aangezien het in 2023 vereiste bedrag zal afhangen van de rentevoeten van de tot eind 2022 opgenomen leningen en van de omvang van de verrichtingen, is de Commissie voornemens de behoeften voor 2023 in de loop van de bemiddelingsperiode tijdig te actualiseren aan de hand van de recentst beschikbare informatie over uitgiften in 2022.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
06 01 03Ondersteunende uitgaven voor het herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI)1 000 0001 000 000
06 04 01Herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) — Periodieke couponbetaling en aflossing op de vervaldatum449 000 000449 000 000
Totaal    450 000 000450 000 000


4. Versterking van de crisisresponscapaciteit van de EU om bosbranden te bestrijden 

Het Uniemechanisme voor civiele bescherming (UCPM) financiert belangrijke maatregelen op het gebied van civiele bescherming, zoals de bestrijding van bosbranden. Bosbranden ontstonden in de zomer van 2022 eerder dan in voorgaande jaren en hadden een grotere intensiteit. Het risico op bosbranden is uitgebreid tot gebieden die nog niet eerder waren blootgesteld, waardoor brandweerlieden gewond raakten en eigendommen en natuurbeschermingsgebieden op grote schaal verloren zijn gegaan. Afhankelijk van de natuurlijke omgeving zijn bosbranden verschillend van aard en omvang; naast grote vliegtuigen is voor een doeltreffende brandbestrijding flexibele uitrusting nodig, zoals lichte vliegtuigen, helikopters en middelen op de grond om op uiteenlopende omstandigheden te kunnen inspelen. De beperkte beschikbaarheid van deze gespecialiseerde capaciteiten blijft een belangrijke zwakte in de crisisrespons van de EU.

Naast de voorstellen in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2022 stelt de Commissie voor het UCPM in 2023 verder te versterken met een extra bedrag van 41,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten. Volgens de huidige planning zal de permanente rescEU-luchtvloot pas tussen 2026 en 2030 geleidelijk beschikbaar komen. Deze versterking is enerzijds bedoeld om de aanbesteding te versnellen en anderzijds om het leasen van helikopters en lichte vliegtuigen voor de zomer van 2024 veilig te stellen. Er wordt een bedrag van 14,4 miljoen EUR gevraagd om de ontwikkeling van een permanente rescEU-vloot te versnellen via de aankoop door de lidstaten van UCPM-helikopters, die in 2024 beschikbaar zullen komen. Het bedrag van 14,4 miljoen EUR zal dan worden gecompenseerd door een overeenkomstige verlaging in 2026 en 2027. Dit zal tot uiting komen in de volgende actualisering van de financiële programmering. De resterende 27 miljoen EUR aan vastleggingskredieten van deze verhoging is bestemd voor het leasen van helikopters en lichte vliegtuigen, zodat deze tijdens het bosbrandseizoen in de zomer van 2024 volledig operationeel zijn.

Vanwege het ontbreken van een marge in subrubriek 2b stelt de Commissie ter financiering van deze verhoging in 2023 voor om overeenkomstig artikel 12 van de MFK-verordening middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen voor een bedrag van 41,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten.

Aangezien de verhoging van het UCPM in OGB 5/2022 en NvW 1/2023 cumulatief 180 miljoen EUR aan vastleggingskredieten zal bedragen, is 70 miljoen EUR aan betalingskredieten nodig in 2023.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
06 05 01Uniemechanisme voor civiele bescherming (rescEU)41 430 54170 000 000
Totaal    41 430 54170 000 000


5. Wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (EDIRPA)

De reactie op de Russische oorlog in Oekraïne heeft onderstreept dat de lidstaten meer moeten samenwerken bij overheidsopdrachten op defensiegebied. Om de bestaande lacunes op het gebied van defensie-investeringen aan te pakken, heeft de Commissie voorgesteld een specifiek kortetermijninstrument op te zetten, de wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (EDIRPA), met een budget van 500 miljoen EUR in de periode 2022-2024 6 . De via het nieuwe instrument beschikbaar te stellen financiële steun van de EU moet ertoe aanzetten dat verscheidene lidstaten samenwerken bij overheidsopdrachten op defensiegebied die aan de Europese technologische en industriële defensiebasis ten goede komen, en er tegelijkertijd voor zorgen dat de strijdkrachten van de lidstaten met zekerheid van bevoorrading en grotere interoperabiliteit kunnen optreden.


Conform het financieel memorandum bij het voorstel van de Commissie stelt de Commissie voor om in deze nota van wijzigingen 1/2023 twee specifieke begrotingsonderdelen voor administratieve ondersteuning en beleidsuitgaven in te voeren, met een bedrag van 157 miljoen EUR aan vastleggingskredieten in de reserve in 2023, zodat het totale bedrag dat voor 2022 en 2023 beschikbaar moet worden gesteld, 240 miljoen EUR bedraagt. Om dit bedrag voor 2023 te financieren, wordt voorgesteld de volledige niet-toegewezen marge onder rubriek 5 (Veiligheid en defensie) van 44,9 miljoen EUR in 2023 te combineren met de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument voor het resterende bedrag van 112,1 miljoen EUR. Met inachtneming van de tijd die nodig is om met de verrichtingen te beginnen, worden de betalingsbehoeften in 2023 geraamd op 72 miljoen EUR. De financiering in het kader van het instrument zal voornamelijk de vorm aannemen van subsidies en de geplande betalingen hebben voornamelijk betrekking op de voorfinanciering. De betalingsvoorwaarden zijn vergelijkbaar met die van het Europees Defensiefonds (d.w.z. drie betalingen per subsidie, met inbegrip van ten minste één voorfinanciering).

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
13 06 01Kortetermijninstrument voor gemeenschappelijke aanbestedingen op defensiegebiedp.m.p.m.
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 13 06 01)157 027 69972 000 000
13 01 04Ondersteunende uitgaven voor het Kortetermijninstrument voor gemeenschappelijke aanbestedingen op defensiegebiedp.m.p.m.
Totaal    157 027 69972 000 000


6. Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)

NvW 1/2023 actualiseert de ramingen voor landbouwuitgaven op basis van de recentste economische gegevens en het recentste wetgevingskader. In september 2022 beschikte de Commissie over een eerste indicatie van het productieniveau voor 2022 en over de vooruitzichten voor de landbouwmarkten, alsook over de werkelijke cijfers voor het grootste deel van de uitvoering van de begroting 2022 met betrekking tot gedeeld beheer van het ELGF, die de basis vormen voor de geactualiseerde ramingen van de begrotingsbehoeften voor 2023.

In NvW 1/2023 wordt niet alleen rekening gehouden met marktfactoren, maar ook met de impact van de wetgevende besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de vaststelling van de OB 2023 in juli 2022, alsmede met de recentste informatie over de strategische GLB-plannen.

De totale ELGF-behoeften voor 2023, met inbegrip van de landbouwreserve (die volledig wordt gefinancierd uit de beschikbare ELGF-middelen), worden nu geraamd op 41 324,2 miljoen EUR 7 . Dit is een stijging met 175 miljoen EUR ten opzichte van de OB 2023, die grotendeels het gevolg is van extra behoeften van 178 miljoen EUR voor post 08 02 06 01 “Financiële correcties ten gunste van de lidstaten na besluiten tot goedkeuring van de rekeningen en tot conformiteitsgoedkeuring”, in verband met zaken van het Hof. Daarnaast is er een beperkte verlaging (12,0 miljoen EUR) van de behoeften voor post 08 02 05 “Rechtstreekse betalingen buiten de strategische GLB-plannen”. Wat marktmaatregelen betreft, bestaat de belangrijkste verandering in een verschuiving van uitgaven tussen de gerelateerde posten 08 02 02 “Interventietypes in bepaalde sectoren in het kader van de strategische GLB-plannen” en 08 02 03 “Marktgerelateerde uitgaven buiten de strategische GLB-plannen”, afhankelijk van de uitvoeringskeuzes van de lidstaten. Dit volgt uit de analyse van de geavanceerde strategische GLB-plannen, die ten tijde van de voorbereiding van de OB 2023 nog niet beschikbaar waren. Het totale effect is een beperkte stijging van 8 miljoen EUR.

De bestemmingsontvangsten waarover naar verwachting in 2023 kan worden beschikt, stijgen van 457,0 miljoen EUR in OB 2023 tot 632,0 miljoen EUR (+175,0 miljoen EUR) en dekken volledig de extra behoeften. De actualisering heeft betrekking op de bedragen die voortvloeien uit besluiten tot goedkeuring van de rekeningen.


De in de begroting 2022 toegepaste financiële discipline om de crisisreserve aan te leggen, bedroeg 497,3 miljoen EUR. De crisisreserve van 2022 is geactiveerd voor 350 miljoen EUR ter gedeeltelijke dekking van de uitzonderlijke aanpassingssteun die in maart 2022 is goedgekeurd naar aanleiding van de crisis als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne, en het resterende bedrag van 147,3 miljoen EUR zal niet worden aangesproken. Aangezien in de OB 2023 is bepaald dat de landbouwreserve voor 2023 volledig wordt gefinancierd uit de beschikbare ELGF-middelen, en overeenkomstig artikel 16 van de horizontale verordening 8 , zal het ongebruikte deel van de crisisreserve van 2022 aan de landbouwers worden terugbetaald.

Voorts worden, overeenkomstig artikel 12, lid 2, punt d), van het Financieel Reglement, overschotten in 2022 tot het bedrag van de daadwerkelijk toegepaste financiële discipline overgedragen naar 2023 voor terugbetaling aan de landbouwers ter compensatie van de resterende verlaging van de financiële discipline in 2022. In dit stadium wijst de analyse van de uitvoering van de ELGF-begroting 2022 niet op een overschot dat hoger is dan het bedrag van de daadwerkelijk toegepaste financiële discipline.

Als gevolg van deze actualiseringen blijft het bedrag aan vastleggingskredieten ongewijzigd op 40 692,2 miljoen EUR, inclusief 450 miljoen EUR voor de landbouwreserve. Dit totaalbedrag komt overeen met het voor het ELGF beschikbare nettosaldo, inclusief het effect van de kennisgevingen van de lidstaten op de overdrachten tussen rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling, en laat geen marge.

7. Actualisering van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij

De Commissie heeft de recentste beschikbare informatie over partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij onderzocht en de verwachte behoeften voor 2023 geëvalueerd op basis van de ontwikkelingen in de onderhandelingsprocessen met de betrokken derde landen, zoals bepaald in deel II, punt C, van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) 9 . Op basis van deze evaluatie stelt de Commissie voor een bedrag van 725 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten over te hevelen van de reserve (begrotingsartikel 30 02 02) naar het operationele artikel (08 05 01 Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in wateren van derde landen verrichten). Deze begrotingsneutrale overdracht heeft betrekking op de visserijovereenkomst met Mauritius, die uiterlijk op 31 december 2022 voorlopig zal worden toegepast.

De totale beschikbare vastleggingskredieten in de reserve (48,7 miljoen EUR) en op het belangrijkste operationele begrotingsonderdeel (107,6 miljoen EUR) blijven ongewijzigd en bedragen 156,3 miljoen EUR.

in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-

kredieten
Afdeling III – Commissie
08 05 01Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten725 000725 000
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 08 05 01)- 725 000
- 725 000
Totaal    00

8. Extra behoeften aan betalingskredieten voor cohesie

Sinds de vaststelling van de OB 2023 in juni heeft de Commissie het voorstel “Flexible Assistance for Territories” (FAST-CARE) 10 gepresenteerd om de lidstaten te helpen de gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne aan te pakken. Zoals bepaald in het financieel memorandum dat bij het voorstel is gevoegd, zou dit leiden tot een verhoging van de voorfinanciering van de programma’s EFRO, ESF+ en het Cohesiefonds in 2022 en 2023. Voor 2023 zou een extra bedrag van 1,74 miljard EUR aan betalingskredieten nodig zijn voor subrubriek 2a (Economische, sociale en territoriale cohesie) ten opzichte van de ontwerpbegroting.

De beoordeling door de Commissie van de geactualiseerde ramingen van de lidstaten voor cohesie-uitgaven voor 2023, die eind juli zijn ontvangen, heeft de aannames van de Commissie die ten grondslag liggen aan het verzoek om ontwerpbegroting, bevestigd. Zonder andere wijzigingen stelt de Commissie nu voor om de 1,74 miljard EUR aan betalingskredieten voor het FAST-CARE-voorstel toe te voegen, zoals blijkt uit onderstaande tabel.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
07 02 01ESF+-onderdeel gedeeld beheer — Beleidsuitgaven0476 247 927
05 02 01EFRO — Beleidsuitgaven01 088 741 009
05 03 01Cohesiefonds — Beleidsuitgaven0178 011 064
Totaal    01 743 000 000

9. Uitgaven voor administratieve ondersteuning van programma’s

De meeste meerjarenprogramma’s van de EU voorzien in uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de operationele programma’s en gefinancierd worden uit de middelen voor het desbetreffende programma. Deze uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning zijn duidelijk aangegeven in de EU-begroting en de desbetreffende kredieten worden gebruikt voor activiteiten zoals de evaluatie van oproepen tot het indienen van voorstellen, studies, informatiesystemen, deskundigenvergaderingen en audits, die nodig zijn voor een goede kosteneffectiviteit en het waarborgen van goed financieel beheer.

Voor bepaalde programma’s worden de uitgaven voor administratieve ondersteuning ook gebruikt voor de financiering van extern personeel. In die gevallen wordt in de toelichting bij de begroting verwezen naar de eventuele financiering van extern personeel. Vanwege de toenemende werklast voor het beheer van uitdijende programma’s stelt de Commissie voor de mogelijkheid om extern personeel aan te werven in het kader van de uitgavenposten voor administratieve ondersteuning, uit te breiden tot het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF), het instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) en het Fonds voor interne veiligheid (ISF), voor in totaal maximaal 20 externe personeelsleden. Dit extra externe personeel kan worden gefinancierd uit de bestaande kredieten voor de desbetreffende uitgavenposten voor administratieve ondersteuning in de ontwerpbegroting. De overeenkomstige wijzigingen in de toelichting bij de begroting zijn opgenomen in de begrotingsbijlage.

In vergelijkbare zin stelt de Commissie voor de aanwerving van maximaal acht externe personeelsleden toe te staan ter ondersteuning bij het beheer van het innovatiefonds in de Commissie. De extra personeelsleden voor de uitvoering van het innovatiefonds kunnen worden gefinancierd uit de bestaande externe bestemmingsontvangsten, maar dit vereist de invoering van een nieuw begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning in de Commissie.

Onderstaande tabel toont de voorgestelde invoering van het nieuwe begrotingsonderdeel voor ondersteunende uitgaven voor het innovatiefonds.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-

kredieten
16 01 02 01Ondersteunende uitgaven voor het innovatiefondsp.m.p.m.

De Commissie stelt ook voor om maximaal 15 extra externe personeelsleden aan te werven voor de uitvoering van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), in verband met de extra taken die voortvloeien uit de status van kandidaat-lidstaat van de EU van Oekraïne en de Republiek Moldavië, het monitoringproces van Georgië en de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden voor de toekomstige steun voor de wederopbouw van Oekraïne. De Commissie stelt voor dit extra personeel te financieren uit het begrotingsonderdeel voor administratieve ondersteuning uit het IPA-grondbeginselen, het beleid van de Unie, de persoonlijke contacten-begrotingsonderdeel en het begrotingsonderdeel voor IPA-investeringen voor groei en werkgelegenheid.

Onderstaande tabel toont de voorgestelde aanpassingen van de kredieten om de ondersteunende uitgaven voor het IPA te verhogen.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-

kredieten
15 01 01 01Ondersteunende uitgaven voor het IPA1 300 0001 300 000
15 02 01 01Grondbeginselen, beleid van de Unie en persoonlijke contacten — Voorbereiding op de toetreding-700 000-700 000
15 02 02 01Investeren in groei en werkgelegenheid — Voorbereiding op de toetreding-600 000-600 000
Totaal00

In het licht van de uitkomst van de wetgevingsprocedure voor de wet inzake digitale diensten 11 waarvoor extra personeel vereist is in vergelijking met het oorspronkelijke voorstel van de Commissie om voorbereidende werkzaamheden uit te voeren totdat er vergoedingen kunnen worden geheven, stelt de Commissie tot slot voor de aanwerving van maximaal 40 externe personeelsleden toe te staan, te financieren door een overschrijving van het begrotingsonderdeel voor administratieve ondersteuning van het programma Digitaal Europa naar het begrotingsonderdeel voor uitgaven in verband met de wet inzake digitale diensten, ingevoerd bij de OB 2023.

Onderstaande tabel toont de voorgestelde aanpassingen van de kredieten om de wet inzake digitale diensten uit te voeren.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-

kredieten
Betalings-

kredieten
02 01 30 01Uitgaven ter ondersteuning van het programma Digitaal Europa-3 500 000-3 500 000
02 20 03 05Wet inzake digitale diensten —

Toezicht op zeer grote onlineplatforms

3 500 0003 500 000
Totaal00

10. Gedecentraliseerde agentschappen en Europees Openbaar Ministerie

10.1    Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

Het voorstel ReFuelEU Luchtvaart 12 streeft een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer na, wat extra taken met zich meebrengt voor het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA), met name om de bevoegde nationale autoriteiten gegevens te verstrekken over het tanken van luchtvaartbrandstof op luchthavens in de Unie. Ervan uitgaande dat het wetgevingsvoorstel nog in 2022 zou worden vastgesteld, bevat de OB 2023 hiervoor een specifiek bedrag op de reservelijn van 2,3 miljoen EUR. Gezien de stand van de wetgevingsprocedure wordt evenwel voorgesteld de budgettaire gevolgen van het voorstel voor het EASA enigszins te herzien en het bedrag van de reserve te verhogen van 2 280 000 EUR (zoals oorspronkelijk gepland voor 2023) tot 2 520 000 EUR, en de overeenkomstige verhoging met 240 000 EUR uit artikel 02 03 01 van de CEF-begroting voor vervoer te compenseren, op dezelfde wijze als het oorspronkelijke bedrag. Dit heeft geen gevolgen voor het personeelsbestand van het EASA. Vanwege de vertraging bij de vaststelling van de basishandeling wordt voorgesteld het oorspronkelijk voor 2022 geplande bedrag terug te storten naar het begrotingsonderdeel voor de Connecting Europe Facility — Vervoer in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2022.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
02 03 01Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer-240 000-240 000
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 02 10 01)240 000240 000
Totaal    00

10.2    Europees Milieuagentschap (EMA)

Het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake natuurherstel 13 deelt het Europees Milieuagentschap (EMA) extra taken toe op het gebied van monitoring, rapportering en evaluatie van de vooruitgang op het gebied van natuurherstel. Om deze extra taken uit te voeren, zou het EMA, na de vaststelling van het voorstel door de medewetgevers, worden versterkt met zeven posten in de personeelsformatie en vijf arbeidscontractanten. Voorgesteld wordt de daarmee samenhangende verhoging van de EU-bijdrage aan het EMA met 2,3 miljoen EUR in 2023 ter financiering van personeelsuitgaven, en de IT-uitgaven te compenseren uit het LIFE-programma. Dit bedrag wordt op een reservelijn gehouden totdat het voorstel definitief is vastgesteld.

Daarnaast wordt in het uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende de oprichting van databanken voor het verstrekken van de gegevens door de lidstaten in het kader van de Seveso III-richtlijn 14 het EMA belast met de herontwikkeling, de exploitatie en het onderhoud van deze databanken. Om deze extra taken uit te voeren, heeft het agentschap in 2023 drie personeelsformatieposten, één arbeidscontractant en een extra EU-bijdrage van 0,5 miljoen EUR nodig, die eveneens wordt gecompenseerd uit het LIFE-programma.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
09 02 01Natuur en biodiversiteit-2 301 604-2 301 604
09 02 02Circulaire economie en levenskwaliteit-495 570-495 570
09 10 02Europees Milieuagentschap495 570495 570
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 09 10 02)2 301 6042 301 604
Totaal    00

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

10.3    Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

De OB 2023 bevat een stabiel aantal van 33 posten in de personeelsformatie voor het Cepol. Om het agentschap echter in staat te stellen gekwalificeerd personeel aan te trekken en gezien zijn personeelsstructuur, stelt de Commissie voor drie AST5-posten in AD5-ambten in te delen. Daarnaast wordt voorgesteld de verdeling van de bestaande posten over de rangen van de personeelsformatie te herzien om het natuurlijke percentage herclassificaties voor het personeel in aanmerking te nemen. Dit heeft geen gevolgen voor de begroting.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

10.4    Europees Openbaar Ministerie (EOM)

De OB 2023 bevat een stabiel aantal van 171 posten in de personeelsformatie voor het EOM. Vanwege een administratieve fout biedt de verdeling van deze posten over de rangen van de personeelsformatie in de ontwerpbegroting het EOM echter niet de nodige speelruimte om personeel aan te werven en te herclassificeren. Voorgesteld wordt de verdeling van de posten dienovereenkomstig te corrigeren, wat geen gevolgen heeft voor de begroting.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

10.5    Overdrachten van de reserves naar de operationele begrotingsonderdelen van gedecentraliseerde agentschappen als gevolg van de vaststelling van rechtshandelingen. 

Naar aanleiding van de vaststelling van de volgende rechtshandelingen door de medewetgevers, stelt de Commissie voor de bedragen die momenteel in de reserve zijn geplaatst voor de uitvoering van deze rechtshandelingen over te hevelen naar de operationele begrotingsonderdelen van de betrokken gedecentraliseerde agentschappen:


·ACER (02 10 06): na de vaststelling van Verordening (EU) 2022/869 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2009, (EU) 2019/942 en (EU) 2019/943, en Richtlijnen 2009/73/EG en (EU) 2019/944, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 347/2013, zal een bedrag van 156 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten van de reserve naar het operationele begrotingsonderdeel worden overgedragen;


·Eu-LISA (11 10 02): na de vaststelling van Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een geautomatiseerd systeem voor de grensoverschrijdende elektronische gegevensuitwisseling op het gebied van justitiële samenwerking in civiele en strafzaken (e-Codex), en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 zal een bedrag van 1 430 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten van de reserve naar het operationele begrotingsonderdeel worden overgedragen;


·ESMA (03 10 04): na de vaststelling van Verordening (EU) 2022/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een proefregeling voor marktinfrastructuren op basis van distributed ledger-technologie, en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 909/2014 en Richtlijn 2014/65/EU, zal een bedrag van 114 089 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten van de reserve naar het operationele begrotingsonderdeel worden overgedragen.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bedragen waarvoor worden voorgesteld die na de vaststelling van de desbetreffende basisbesluiten uit de reserve te schrappen:

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
02 10 06Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)156 000156 000
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 02 10 06)- 156 000
- 156 000
03 10 04Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)114 089114 089
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 03 10 04)- 114 089
- 114 089
11 10 02Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)1 430 0001 430 000
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 11 10 02)- 1 430 000
- 1 430 000
Totaal    00

11. Aanpassingen van rubriek 7 “Europees openbaar bestuur”

11.1    Salarisaanpassing voor alle instellingen en pensioenen

De hoge inflatie heeft een grote impact op de administratieve uitgaven van de instellingen, alsook op de pensioenen en de Europese scholen, zowel in 2022 als in 2023. De gevolgen voor de begroting 2022 zijn uiteengezet in OGB 5/2022. In de OB 2023 bedroeg het geraamde percentage voor de actualisering van de bezoldigingen voor 2022 8,6 %. Op basis van de geraamde ontwikkeling van de koopkracht en de kosten van levensonderhoud wordt nu echter voor 2022 een salarisverhoging van 6,9 % verwacht, wat neerkomt op een daling met 1,7 procentpunt ten opzichte van de ontwerpbegroting. De Commissie en de andere instellingen hebben hun salarisuitgaven herberekend op basis van een stijging van 6,9 % in 2022. Voor het jaar 2023 verminderen hierdoor de salarisuitgaven met 93,3 miljoen EUR ten opzichte van de ramingen in de ontwerpbegroting, en resteert er een marge van 30,8 miljoen EUR onder het submaximum voor administratieve uitgaven van de instellingen. Dit betekent ook dat het gebruik van het flexibiliteitsinstrument in rubriek 7 niet langer nodig is.

Bovendien zullen ook de pensioenuitgaven met 39,3 miljoen EUR worden verlaagd en uitgaven voor Europese scholen met 7,5 miljoen EUR.

Over het geheel zien de cijfers er als volgt uit:

Bedragen in EUR
OB 2023Nota van wijzigingen 1 bij de OB 2023OB 2023 met NvW 1
Pensioenen en Europese scholen2 614 329 580-46 810 1042 567 519 476
Pensioenen2 381 282 000-39 287 0002 341 995 000
Europese scholen233 047 580-7 523 104225 524 476
Administratieve uitgaven van de instellingen8 834 472 587-93 307 7868 741 164 801
Commissie4 106 045 644-49 794 8404 056 250 804
Andere instellingen4 729 470 419-44 556 4224 684 913 997
Europees Parlement2 267 982 642-20 643 0922 247 339 550
Europese Raad en Raad654 340 348-6 181 591648 158 757
Hof van Justitie van de Europese Unie491 240 000-5 706 000485 534 000
Rekenkamer176 609 500-2 435 000174 174 500
Europees Economisch en Sociaal Comité160 102 220-1 379 580158 722 640
Comité van de Regio's117 300 008-1 122 583116 177 425
Europese Ombudsman13 104 583-161 20012 943 383
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming22 172 500-206 00021 966 500
Europese Dienst voor extern optreden825 575 142-5 677 900819 897 242
Totaal11 448 802 167-140 117 89011 308 684 277

Tegelijkertijd zullen de verlagingen van de salarisgerelateerde begrotingsonderdelen leiden tot een overeenkomstige verlaging van het geraamde bedrag aan administratieve ontvangsten uit de belasting op bezoldigingen, de speciale heffingen op bezoldigingen en de bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling.

Per afdeling zien de cijfers er als volgt uit:

Afdeling I – Europees Parlement

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
1 0 0 0Bezoldigingen-1 373 805-1 373 805
1 0 2 0Overbruggingstoelagen-20 565-20 565
1 0 3 1Invaliditeitspensioenen (KVL)-3 317-3 317
1 0 3 2Overlevingspensioenen (KVL)-30 486-30 486
1 2 0 0Salaris en toelagen-12 380 456-12 380 456
1 2 0 2Betaalde overuren-1 326-1 326
1 2 2 0Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang-53 272-53 272
1 4 0 0Andere personeelsleden — Secretariaat-generaal en fracties-1 249 440-1 249 440
1 4 0 1Andere personeelsleden — Beveiliging-683 195-683 195
1 4 0 2Andere personeelsleden — Chauffeurs in het secretariaat-generaal-131 331-131 331
1 4 0 4Stages, gedetacheerde nationale deskundigen, uitwisseling van ambtenaren en studiebezoeken-183 377-183 377
1 4 0 5Uitgaven voor tolkendiensten-813 013-813 013
4 2 2Assistentie aan de leden-3 719 509-3 719 509
Totaal    -20 643 092-20 643 092

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-1 459 943-1 459 943
3 0 0 1Speciale heffingen op bezoldigingen-217 158-217 158
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-1 259 545-1 259 545
Totaal    -2 936 646-2 936 646


Afdeling II — Europese Raad en Raad

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
1 0 0 0Basissalaris-3 000-3 000
1 1 0 0Basissalarissen-4 593 591-4 593 591
1 1 0 1Aan het ambt verbonden statutaire rechten-14 000-14 000
1 1 0 2Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid-1 144 000-1 144 000
1 1 0 3Sociale zekerheid-196 000-196 000
1 1 0 4Aanpassingscoëfficiënten-1 000-1 000
1 1 0 5Overuren-20 000-20 000
1 1 0 7Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen-78 000-78 000
1 1 1 0Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang-17 000-17 000
1 2 0 0Andere personeelsleden-104 000-104 000
1 2 0 1Gedetacheerde nationale deskundigen-10 000-10 000
1 2 0 7Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen-1 000-1 000
Totaal    -6 181 591-6 181 591

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-600 000-600,000
3 0 0 1Speciale heffingen op bezoldigingen-7 000-7,000
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-400 000-400,000
Totaal    -1 007 000-1 007 000


Afdeling III — Europese Commissie

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
20 01 01 01Salarissen, toelagen en betalingen voor de leden van de instelling-178 000-178 000
20 01 02 01Salarissen en vergoedingen — Centrale diensten en vertegenwoordigingen-39 570 000-39 570 000
20 01 02 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst — Centrale diensten en vertegenwoordigingen

-204 000-204 000
20 01 02 03Salarissen en vergoedingen — Delegaties van de Unie-2 248 000-2 248 000
20 01 02 04Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst — Delegaties van de Unie-45 000-45 000
20 01 04Terbeschikkinggestelde, van het ambt ontheven of ontslagen ambtenaren-140 000-140 000
20 02 01 01Arbeidscontractanten-1 448 712-1 448 712
20 02 01 02Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

-131 781-131 781
20 02 01 03Ambtenaren uit de lidstaten die tijdelijk zijn gedetacheerd bij de instelling-826 347-826 347
20 02 02 01Arbeidscontractanten-284 000-284 000
20 02 03 01Arbeidscontractanten-10 000-10 000
20 02 04Kosten voor de organisatie van stages voor afgestudeerden bij de instelling-210 000-210 000
20 02 05Bijzondere adviseurs-12 000-12 000
21 01 01Pensioenen en toelagen-38 553 000-38 553 000
21 01 02 01Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement-223 000-223 000
21 01 02 02Pensioenen van voormalige voorzitters van de Europese Raad en van voormalige secretarissen-generaal van de Raad van de Europese Unie-17 000-17 000
21 01 02 03Pensioenen van voormalige leden van de Commissie-136 000-136 000
21 01 02 04Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie-248 000-248 000
21 01 02 05Pensioenen van voormalige leden van de Rekenkamer-100 000-100 000
21 01 02 06Pensioenen van voormalige Europese ombudsmannen-5 000-5 000
21 01 02 07Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming-5 000-5 000
21 02 01 01Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)-43 163-43 163
21 02 01 02Brussel I (Ukkel)-1 288 537-1 288 537
21 02 01 03Brussel II (Woluwe)-1 093 739-1 093 739
21 02 01 04Brussel III (Elsene)-980 586-980 586
21 02 01 05Brussel IV (Laken)-918 131-918 131
21 02 01 06Luxemburg I-721 383-721 383
21 02 01 07Luxemburg II-617 873-617 873
21 02 01 08Mol (BE)-315 736-315 736
21 02 01 09Frankfurt am Main (DE)-290 751-290 751
21 02 01 10Karlsruhe (DE)-350 831-350 831
21 02 01 11München (DE)-13 277-13 277
21 02 01 12Alicante (ES)-56 214-56 214
21 02 01 13Varese (IT)-509 790-509 790
21 02 01 14Bergen (NL)-323 093-323 093
O1 01 01 01Salaris en toelagen-1 067 000-1 067 000
O1 01 01 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst-7 000-7 000
O1 01 02Extern personeel-22 000-22 000
O2 01 01 01Salaris en toelagen-209 000-209 000
O2 01 01 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst-1 000-1 000
O2 01 02Extern personeel-24 000-24 000
O3 01 01 01Salaris en toelagen-333 000-333 000
O3 01 01 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst-3 000-3 000
O3 01 02Extern personeel-395 000-395 000
O4 01 01 01Salaris en toelagen-591 000-591 000
O4 01 01 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst-3 000-3 000
O4 01 02 01Extern personeel — OIB-432 000-432 000
O4 01 02 02Extern personeel — Kinderopvang-315 000-315 000
O5 01 01 01Salaris en toelagen-203 000-203 000
O5 01 01 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst-1 000-1 000
O5 01 02 01Extern personeel — OIL-123 000-123 000
O5 01 02 02Extern personeel — Kinderopvang-22 000-22 000
O6 01 01 01Salaris en toelagen-724 000-724 000
O6 01 01 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst-2 000-2 000
O6 01 02Extern personeel-10 000-10 000
Totaal    -96 604 944-96 604 944

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-9 118 000-9 118 000
1. Commissie
-8 834 000-8 834 000
2. PB
-75 000-75 000
3. OLAF
-62 000-62 000
4. EPSO
-17 000-17 000
5. PMO
-46 000-46 000
6. OIB
-66 000-66 000
7. OIL
-18 000-18 000
3 0 0 1Speciale heffingen op bezoldigingen-818 000-818 000
1. Commissie
-761 000-761 000
2. PB
-17 000-17 000
3. OLAF
-13 000-13 000
4. EPSO
-3 000-3 000
5. PMO
-9 000-9 000
6. OIB
-12 000-12 000
7. OIL
-3 000-3 000
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-4 205 000-4 205 000
1. Commissie
-3 804 000-3 804 000
2. PB
-87 000-87 000
3. OLAF
-58 000-58 000
4. EPSO
-19 000-19 000
5. PMO
-81 000-81 000
6. OIB
-126 000-126 000
7. OIL
-30 000-30 000
Totaal    -14 141 000-14 141 000


Afdeling IV — Europese Hof van Justitie

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
1 0 0 0Salarissen en vergoedingen-568 000-568 000
1 0 0 2Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst-8 000-8 000
1 0 2Overbruggingstoelagen-50 000-50 000
1 2 0 0Salarissen en vergoedingen-4 852 000-4 852 000
1 2 0 2Betaalde overuren-11 000-11 000
1 2 0 4Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst-35 000-35 000
1 4 0 0Andere personeelsleden-165 000-165 000
1 4 0 4Stages en uitwisseling van personeel-17 000-17 000
Totaal    -5 706 000-5 706 000

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-570 000-570 000
3 0 0 1Speciale heffingen op bezoldigingen-102 000-102 000
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-379 000-379 000
Totaal    -1 051 000-1 051 000


Afdeling V — Europese Rekenkamer

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
1 0 0 0Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen-158 000-158 000
1 0 0 2Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging-3 000-3 000
1 0 2 0Overbruggingstoelagen-18 000-18 000
1 2 0 0Salaris en toelagen-2 105 000-2 105 000
1 2 0 2Betaalde overuren-3 000-3 000
1 2 0 4Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst-14 000-14 000
1 2 2 0Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst (artikelen 41 en 50 van het Statuut)-2 000-2 000
1 4 0 0Andere personeelsleden-93 000-93 000
1 4 0 4Stages en uitwisseling van personeel-36 000-36 000
1 4 0 5Andere externe dienstverlening-3 000-3 000
Totaal    -2 435 000-2 435 000

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-439 000-439 000
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-324 000-324 000
Totaal    -763 000-763 000


Afdeling VI – Europees Economisch en Sociaal Comité

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
1 2 0 0Salaris en toelagen-1 315 425-1 315 425
1 2 0 2Betaalde overuren-372-372
1 2 0 4Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst-6 323-6 323
1 2 2 0Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang-4 000-4 000
1 4 0 0Andere personeelsleden-39 082-39 082
1 4 0 4Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren-13 345-13 345
1 4 0 8Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst-1 033-1 033
Totaal    -1 379 580-1 379 580

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-105 328-105 328
3 0 0 1Speciale heffingen op bezoldigingen-21 082-21 082
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-108 863-108 863
Totaal    -235 273-235 273


Afdeling VII — Het Europees Comité van de Regio's

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
1 2 0 0Salaris en toelagen-1 017 150-1 017 150
1 2 0 2Betaalde overuren-473-473
1 2 0 4Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst-3 233-3 233
1 2 2 0Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang-5 658-5 658
1 4 0 0Andere personeelsleden-80 226-80 226
1 4 0 4Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren-15 843-15 843
Totaal    -1 122 583-1 122 583

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-86 800-86 800
3 0 0 1Speciale heffingen op bezoldigingen-17 258-17 258
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-90 249-90 249
Totaal    -194 307-194 307


Afdeling VIII — Europese Ombudsman

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
1 0 0Salarissen, vergoedingen en toelagen-7 000-7 000
1 2 0 0Salaris en toelagen-141 200-141 200
1 4 0 0Andere personeelsleden-8 000-8 000
1 4 0 4Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren-5 000-5 000
Totaal    -161 200-161 200

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-11 786-11 786
3 0 0 1Speciale heffingen op bezoldigingen-2 188-2 188
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-11 396-11 396
Totaal    -25 370-25 370


Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
1 0 0 0Salaris en toelagen-5 000-5 000
1 1 0 0Salaris en toelagen-111 000-111 000
1 1 1 0Arbeidscontractanten-32 000-32 000
3 0 1 0Salaris en toelagen-39 000-39 000
3 0 2 0Arbeidscontractanten-19 000-19 000
Totaal    -206 000-206 000

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-11 000-11 000
3 0 0 1Speciale heffingen op bezoldigingen-3 000-3 000
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-13 000-13 000
Totaal    -27 000-27 000


Afdeling X — Europese Dienst voor extern optreden

Uitgaven

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
1 1 0 0Basissalarissen-1 920 000-1 920 000
1 1 0 1Aan het ambt verbonden statutaire rechten-8 000-8 000
1 1 0 2Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid-495 000-495 000
1 1 0 3Sociale zekerheid-73 600-73 600
1 2 0 0Arbeidscontractanten-321 300-321 300
1 2 0 1Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire-67 000-67 000
1 2 0 5Gedetacheerde nationale militaire deskundigen-208 000-208 000
3 0 0 0Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden-2 079 000-2 079 000
3 0 0 1Extern personeel en externe dienstverlening-428 000-428 000
3 0 0 2Overige personeelsuitgaven-78 000-78 000
Totaal    -5 677 900-5 677 900

Ontvangsten

Bedragen in EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
3 0 0 0Belasting op bezoldigingen-512 000-512 000
3 0 0 1Speciale heffingen op bezoldigingen-98 000-98 000
3 0 1 0Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling-454 000-454 000
Totaal-1 064 000-1 064 000


11.2 CERT-EU

Wegens de toenemende dreiging en omvang van cyberaanvallen moeten maatregelen worden ingevoerd voor een hoog gemeenschappelijk niveau van cyberbeveiliging van alle EU-instellingen, zodat een cyberbeveiligingskader kan worden overeengekomen, er kan worden gemonitord en aan een interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging kan worden gerapporteerd.

Daartoe heeft de Commissie in maart 2022 een voorstel ingediend voor een verordening betreffende cyberbeveiliging in de instellingen, organen en agentschappen van de Unie (EU-IOA’s) 15 . De doelstellingen ervan zijn het cyberbeveiligingsniveau in de EU-IOA’s te verhogen en het mandaat en de financiering van CERT-EU te versterken.

De verordening regelt een overdracht van personele en budgettaire middelen naar CERT-EU om tegemoet te komen aan de behoeften die horen bij de nieuwe taken uit het voorstel. In afwachting van de vaststelling ervan en als eerste stap om de strategische doelstellingen van CERT-EU te waarborgen, wordt voorgesteld het reeds in de OB 2023 opgenomen begrotingsonderdeel voor CERT EU (artikel 20 04 04) te verhogen met bijdragen van andere EU-instellingen, gecompenseerd door een overeenkomstige verlaging van de IT-begroting van iedere instelling.

Bijgevolg wordt een bedrag van bijna 2 miljoen EUR overgedragen van de betrokken instellingen naar de begrotingsafdeling van de Commissie voor de specifieke behoeften van CERT-EU. Per instelling zien de cijfers er als volgt uit:

Begrotings-afdelingBegrotings-onderdeelVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling I – Europees Parlement2 1 0 4Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen-1 000 000-1 000 000
Afdeling II — Raad2 1 0 2Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software-250 000-250 000
Afdeling III — Europese Commissie20 04 04Interinstitutioneel computercrisisteam voor de instellingen, organen en instanties van de Unie (CERT-EU)+ 1 958 307
+ 1 958 307
Afdeling IV — Hof van Justitie van de EU2 1 0 0Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software-191 107-191 107
Afdeling V — Europese Rekenkamer2 1 0 2Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen-120 000-120 000
Afdeling VI – Europees Economisch en Sociaal Comité2 1 0 2Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen-70 167-70 167
Afdeling VII — Comité van de Regio's2 1 0 2Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen-52 033-52 033
Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming2 0 1 2Overige operationele uitgaven-25 000-25 000
Afdeling X — Europese Dienst voor extern optreden2 1 0 0Informatie- en communicatietechnologie-250 000-250 000
Totaal    00

12. Aanvullende wijziging van de begrotingsnomenclatuur en toelichting op de begroting

Het REPowerEU-voorstel 16 introduceert een specifiek hoofdstuk dat integraal deel zal uitmaken van de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten en waarin de nodige hervormingen en investeringen worden benoemd om onafhankelijk te worden van Russische fossiele energiebronnen en de energievoorziening van de Unie te diversifiëren. Er worden ook aanvullende financieringsbronnen ter ondersteuning van de nieuwe REPowerEU-doelstellingen geboden. Deze omvatten een grotere flexibiliteit voor de lidstaten om aan hen in het kader van de verordening gemeenschappelijke bepalingen en de verordening inzake strategische GLB-plannen toegewezen middelen over te dragen.

In de ontwerpbegroting heeft de Commissie voorgesteld de toelichting op de begroting en de begrotingsnomenclatuur aan te passen naar aanleiding van verzoeken van bepaalde lidstaten om middelen over te dragen overeenkomstig de artikelen 14 en 26 van de verordening gemeenschappelijke bepalingen (GB-verordening) 17 . Middels deze nota van wijzigingen stelt de Commissie voor soortgelijke wijzigingen aan te brengen voor het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA).

De desbetreffende toelichtingen zijn in de begrotingsbijlage te vinden.

13. Financiering

In totaal wordt 758,3 miljoen EUR aan extra vastleggingskredieten en 2 394,9 miljoen EUR aan extra betalingskredieten gevraagd in het kader van de begroting 2023.

Zoals hierboven uiteengezet, en vanwege de bovengenoemde specifieke onvoorziene uitgaven en het ontbreken van marges en ruimte voor herschikking in subrubriek 2b (Veerkracht en waarden), rubriek 5 (Veiligheid en defensie) en rubriek 6 (Nabuurschap en internationaal beleid), stelt de Commissie in deze nota van wijzigingen voor om middelen uit het flexibiliteitsinstrument in vastleggingskredieten beschikbaar te stellen overeenkomstig artikel 12 van de MFK-verordening, voor een bedrag van 107,1 miljoen EUR voor subrubriek 2b, 112,1 miljoen EUR voor rubriek 5 en een verdere 150 miljoen EUR voor rubriek 6.


In de OB 2023 heeft de Commissie voorgesteld middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen voor een bedrag van 515,4 miljoen EUR, waarvan 452,9 miljoen EUR voor rubriek 6 en 62,5 miljoen EUR in rubriek 7 (Europees openbaar bestuur). Op basis van de nieuwe salarisaanpassing die in deze nota van wijzigingen is opgenomen, is het echter niet langer nodig middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen voor rubriek 7. Bijgevolg bedraagt het totale bedrag van het in 2023 ter beschikking te stellen flexibiliteitsinstrument 822,1 miljoen EUR (voor subrubriek 2b, rubriek 5 en rubriek 6).

De betalingskredieten voor 2023 in verband met de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in 2019 tot en met 2023 belopen 692,7 miljoen EUR. Het geraamde betalingsschema van de desbetreffende uitstaande bedragen voor deze jaren wordt in de volgende tabel gespecificeerd:

Flexibiliteitsinstrument — betalingsprofiel
Miljoen EUR, lopende prijzen
Jaar van beschikbaarstelling2023202420252026Totaal
201982,20,00,00,0223,2
202039,90,00,00,0106,1
202110,37,60,00,058,9
202262,749,836,70,0368,4
2023497,5172,389,263,1822,1
Totaal692,7229,7126,063,11 578,8


Daarnaast wordt, overeenkomstig artikel 11, lid 1, punt a), van de MFK-verordening, voorgesteld om 450 miljoen EUR uit het enkelvoudig marge-instrument beschikbaar te stellen om de hogere financieringskosten van de leningen in het kader van NGEU/EURI te financieren, zoals uiteengezet in punt 3 hierboven. In de definitieve begroting voor 2021 bedroeg de onder het vastleggingsplafond beschikbare marge 629,0 miljoen EUR, ofwel 654,4 miljoen EUR in lopende prijzen in 2023 met toepassing van de jaarlijkse deflator van 2 %.

Enkelvoudig marge-instrument, artikel 11, lid 1, punt a) – oorspronkelijk uit 2021
Miljoen EUR, lopende prijzen
Enkelvoudig marge-instrument, art. 11, lid 1, punt a), 2021 (lopende prijzen)628.966
waarvan 1. Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid102.440
2a. Economische, sociale en territoriale cohesie0.484
2b. Veerkracht en waarden0
3. Natuurlijke hulpbronnen en milieu
49.946
4. Migratie en grensbeheer
188.170
5. Veiligheid en defensie
95.739
6. Nabuurschap en internationaal beleid
0
7. Europees openbaar bestuur
192.187
Enkelvoudig marge-instrument, art. 11, lid 1, punt a), beschikbaar in 2022 (lopende prijzen)641.545
Enkelvoudig marge-instrument, art. 11, lid 1, punt a), beschikbaar in 2023 (lopende prijzen)654.376

Dit betekent dat een bedrag van 204,4 miljoen EUR (in prijzen van 2023) uit hoofde van artikel 11, lid 1, punt a), van het enkelvoudig marge-instrument uit 2021 afkomstig zal zijn.

14. Samenvatting per MFK-rubriek

EUR, in lopende prijzen
MFK-rubrieken/clusters/programma’sOntwerpbegroting 2023Nota van wijzigingen 1 bij de ontwerpbegroting 2023Ontwerpbegroting 2023 met NvW 1
VKBKVKBKVKBK
1 – Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid21 567 566 85920 901 096 09421 567 566 85920 901 096 094
waarvan onder flexibiliteitsinstrument0000
Maximum21 727 000 000021 727 000 0000
Marge159 433 1410159 433 1410
2 – Cohesie, veerkracht en waarden70 086 683 02255 840 488 774591 430 5412 343 000 00070 678 113 56358 183 488 774
waarvan onder flexibiliteitsinstrument00107 129 5730107 129 5730
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)00450 000 000450 000 0000
Maximum70 137 000 000070 137 000 0000
Marge50 316 9780-34 300 96816 016 0100
2a – Economische, sociale en territoriale samenhang62 922 983 99049 131 084 2291 743 000 00062 922 983 99050 874 084 229
waarvan onder flexibiliteitsinstrument0000
Submaximum62 939 000 000062 939 000 0000
Submarge16 016 010016 016 0100
2b – Veerkracht en waarden7 163 699 0326 709 404 545591 430 541600 000 0007 755 129 5737 309 404 545
waarvan onder flexibiliteitsinstrument0107 129 573107 129 5730
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)450 000 000450 000 0000
Submaximum7 198 000 00007 198 000 0000
Submarge34 300 9680-34 300 96800
3 – Natuurlijke hulpbronnen en milieu57 222 558 22557 445 369 58657 222 558 22557 445 369 586
waarvan onder flexibiliteitsinstrument0000
Maximum57 295 000 000057 295 000 0000
Marge72 441 775072 441 7750
waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen40 692 211 00040 698 181 35640 692 211 00040 698 181 356
ELGF-submaximum41 518 000 000041 518 000 0000
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de submarge800 0000800 0000
Netto-overdracht tussen ELGF en Elfpo0000
Nettosaldo dat voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar is40 692 200 000040 692 200 0000
ELGF-submarge789 0000789 0000
4 – Migratie en grensbeheer3 727 311 5183 067 380 2523 727 311 5183 067 380 252
waarvan onder flexibiliteitsinstrument0000
Maximum3 814 000 00003 814 000 0000
Marge86 688 482086 688 4820
5 – Veiligheid en defensie1 901 109 1301 111 374 612157 027 69972 000 0002 058 136 8291 183 374 612
waarvan onder flexibiliteitsinstrument00112 136 829112 136 8290
Maximum1 946 000 00001 946 000 0000
Marge44 890 8700-44 890 87000
6 – Nabuurschap en internationaal beleid16 781 879 47813 773 937 845150 000 000120 000 00016 931 879 47813 893 937 845
waarvan onder flexibiliteitsinstrument452 879 4780150 000 000602 879 4780
Maximum16 329 000 000016 329 000 0000
Marge0000
7 – Europees openbaar bestuur11 448 802 16711 448 802 167-140 117 890-140 117 89011 308 684 27711 308 684 277
waarvan onder flexibiliteitsinstrument62 472 5870-62 472 58700
Maximum11 419 000 000011 419 000 0000
Marge32 670 4200140 117 890110 315 7230
waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen8 834 472 5878 834 472 587-93 307 786-93 307 7868 741 164 8018 741 164 801
Submaximum8 772 000 00008 772 000 0000
Submarge-62 472 587093 307 78630 835 1990
TOTAAL MFK-RUBRIEKEN182 735 910 399163 588 449 330758 340 3502 394 882 110183 494 250 749165 983 331 440
waarvan onder flexibiliteitsinstrument515 352 065527 128 781306 793 815165 570 360822 145 880692 699 141
Maximum182 667 000 000168 575 000 000182 667 000 000168 575 000 000
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)0450 000 000450 000 0000
Marge446 441 6665 513 679 45160 926 052-2 394 882 110444 895 1313 284 367 701
Thematische speciale instrumenten2 855 153 0292 679 794 000002 855 153 0292 679 794 000
TOTAAL185 591 063 428166 268 243 330758 340 3502 394 882 110186 349 403 778168 663 125 440


(1) Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).
(2) PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
(3) COM(2022) 400 final van 1.7.2022.
(4) COM(2022) 557 van 7.9.2022.
(5) Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (“MFK-verordening”).
(6) COM(2022) 349 van 19.7.2022.
(7) De behoeften bedragen 40 692,2 miljoen EUR aan verse kredieten plus 632,0 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten.
(8) Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
(9) Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433 van 20.12.2020, blz. 28).
(10) COM(2022) 325 van 29.6.2022.
(11) COM(2020) 825 van 15.12.2020.
(12) COM(2021) 561 van 14.7.2021.
(13) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake natuurherstel (COM(2022) 304), door de Commissie ingediend op 22 juni 2022.
(14) Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 31 augustus 2022 tot vaststelling van het formulier en de databanken voor het verstrekken van de gegevens als bedoeld in artikel 18, lid 1, en artikel 21, lid 3, van Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, en tot intrekking van Besluit 2014/895/EU van de Commissie (C(2022) 6124 final).
(15) COM(2022) 122 final van 22.3.2022.
(16) COM(2022) 230 van 18.05.2022.
(17) PB L 231 van 30.6.2021.