Bijlagen bij COM(2023)99 - Herstel- en veerkrachtfaciliteit twee jaar later: een uniek instrument dat de kern vormt van de groene en digitale transformatie van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I). De Commissie is er vast van overtuigd dat de openbaarmaking van dit kader de nationale autoriteiten, belanghebbenden en het grote publiek meer inzicht biedt in de wijze waarop de uitvoering van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunde maatregelen vóór elke uitbetaling wordt geëvalueerd.


Het kader blijft als leidraad doenen voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit voor de komende periode. De uitvoeringsbesluiten van de Raad tot goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen vormen de basis bij de beoordeling of de mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. De Commissie baseert zich op de beschrijving van iedere mijlpaal en ieder streefdoel in het licht van de context en het beoogde effect ervan om te bepalen aan welke eisen de lidstaten moeten voldoen. Vervolgens stelt zij op basis van de door de lidstaten verstrekte motiveringen vast of een specifieke mijlpaal of een specifiek streefdoel op bevredigende wijze is verwezenlijkt. In een beperkt aantal gevallen en conform de toepassing van het de-minimisbeginsel kunnen minimale afwijkingen met betrekking tot de bedragen, formele vereisten, timing of inhoud worden aanvaard.


3.2. Herziening van de plannen


In 2023 zullen de meeste lidstaten hun plannen herzien om REPowerEU-hoofdstukken toe te voegen en toegang tot aanvullende financieringsmogelijkheden te krijgen. De herziening van de plannen biedt tegelijk een gelegenheid om na te denken over de lessen van de uitvoeringsfase en die in aanmerking te nemen bij het ontwerp van nieuwe en herziene maatregelen, zodat het ambitieniveau van de plannen stijgt. In de richtsnoeren 16 van de Commissie voor de herziening van de herstel- en veerkrachtplannen in het kader van REPowerEU van 1 februari 2023 wordt uiteengezet hoe verschillende elementen van de verordening kunnen worden toegepast om het ontwerp van de herziene plannen te optimaliseren en maatregelen op te nemen die het beste tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit kunnen bijdragen. De Commissie zal de lidstaten ondersteunen bij het in kaart brengen en aanpakken van potentiële knelpunten bij de uitvoering van bestaande maatregelen.


De Commissie dringt er bij de lidstaten met klem op aan om in hun REPowerEU-hoofdstukken eenvoudige en doeltreffende maatregelen op te nemen ter ondersteuning van strategische nettonulindustrieën en ter versterking van hun concurrentievermogen in de context van de nettonultransitie. Het kan daarbij met name gaan om éénloketsystemen voor het verlenen van vergunningen voor nettonulprojecten of belastingvoordelen voor bedrijven die in schone technologie investeren. De faciliteit kan ook investeringen financieren om de beroepsbevolking met de vaardigheden uit te rusten die nodig zijn voor deze industriële transitie. REPowerEU kan ook investeringen in emissievrije mobiliteit financieren om de vervoerssector te helpen decarboniseren.


Tegelijkertijd moeten de lidstaten het ambitieniveau van alle herstel- en veerkrachtplannen handhaven en uitstel van maatregelen vermijden. Bij de beoordeling van de wijzigingen die per plan worden voorgesteld, ziet de Commissie er in het bijzonder op toe dat de bestaande ambitie voor hervormingen en investeringen die bij de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen van belang zijn, alsook de prioritaire acties van een rechtvaardige groene en digitale transitie, behouden blijven. Voorts bevordert de Commissie de opschaling van reeds in voorbereiding zijnde maatregelen om het risico op vertragingen bij de uitvoering van de plannen te beperken en tegelijkertijd te waarborgen dat de samenhang tussen de uitbetalingen en een doeltreffende en efficiënte financieringsplanning behouden blijft.

3.3 Methode voor opschorting van betalingen


De verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit houdt rekening met ongunstige en onverwachte ontwikkelingen en maakt het mogelijk betalingen gedeeltelijk of volledig op te schorten om tekortkomingen in de uitvoering aan te pakken. De lidstaten kunnen bij de uitvoering van maatregelen worden geconfronteerd met vertragingen die van invloed zijn op de tijdige verwezenlijking van bepaalde mijlpalen en streefdoelen. Dergelijke situaties moeten een uitzondering zijn en zo spoedig mogelijk worden rechtgezet. Indien gerechtvaardigd, mogen ze niet beletten dat betalingen worden gedaan voor mijlpalen en streefdoelen die wel zijn verwezenlijkt. De verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit houdt rekening met situaties waarin uitvoeringsproblemen voor een of meer mijlpalen of streefdoelen van een betalingsverzoek niet tijdig vóór de indiening van een betalingsverzoek kunnen worden aangepakt. Meer in het bijzonder biedt de verordening de Commissie de ruimte om betalingen geheel of gedeeltelijk op te schorten, waardoor ook wordt gewaarborgd dat de beginselen van goed financieel beheer worden nageleefd, conform het Financieel Reglement. Gedeeltelijke opschorting is niet mogelijk in geval van niet-verwezenlijking van mijlpalen of streefdoelen met betrekking tot het controlesysteem van een lidstaat, dat noodzakelijk is voor de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Dergelijke gevallen leiden onvermijdelijk tot de opschorting van de volledige tranche en alle volgende tranches, totdat de niet-nakoming is rechtgezet.

De procedure tot opschorting van de betaling bevordert dat de uitvoering van het plan wordt voortgezet en biedt de lidstaten de tijd om de opschorting op te heffen door binnen een periode van zes maanden de desbetreffende mijlpa(a)l(en) of streefdoel(en) te verwezenlijken. De gedeeltelijke opschorting van een betaling geeft een lidstaat extra tijd om specifieke uitvoeringsproblemen aan te pakken en wel al een gedeeltelijke betaling te ontvangen voor de mijlpalen en streefdoelen die op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. Met het opschortingsbesluit begint een periode van zes maanden te lopen waarin de lidstaat de gelegenheid heeft om de desbetreffende mijlpaal of het desbetreffende streefdoel te voltooien. Als dat lukt, heft de Commissie de opschorting op door middel van een positieve beoordeling en betaalt zij vervolgens het opgeschorte bedrag uit, na een positief advies van het Economisch en Financieel Comité. Als de beoordeling negatief is, wordt het desbetreffende bedrag na de termijn van zes maanden definitief geschorst en op de begroting van het plan in mindering gebracht.

De Commissie bepaalt het bedrag dat moet worden opgeschort indien een mijlpaal of streefdoel niet op bevredigende wijze wordt verwezenlijkt, waarbij de beginselen van gelijke behandeling en evenredigheid volledig in acht worden genomen. De methode van de Commissie (zie bijlage II voor details) is noodzakelijk om haar besluiten inzake de opschorting van betalingen te motiveren en te rechtvaardigen. Deze methode biedt een duidelijke en consistente aanpak om de betreffende bedragen te bepalen, met behoud van een beoordelingsmarge.

De methode voor de opschorting van betalingen weerspiegelt de op prestaties gebaseerde aard van de faciliteit en de unieke combinatie van hervormingen en investeringen. De betalingen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit houden geen verband met de geraamde of werkelijke kosten van de desbetreffende maatregelen, maar weerspiegelen veeleer het relatieve belang van iedere groep maatregelen en de bijbehorende mijlpalen en streefdoelen, in het licht van de uitdagingen waarmee de lidstaat wordt geconfronteerd. In dat licht moeten dezelfde beginselen worden toegepast bij het bepalen van het bedrag dat moet worden opgeschort als een mijlpaal of streefdoel niet wordt gehaald.

Bij de berekening van het geschorste bedrag wordt in aanmerking genomen dat niet alle maatregelen in gelijke mate tot de verwezenlijking van de doelstellingen van een herstel- en veerkrachtplan bijdragen. Zo kan aan een tamelijk kleine individuele investering niet dezelfde waarde worden toegekend als aan een grote investering of aan de inwerkingtreding van een ingrijpende hervorming. Daarnaast wordt rekening gehouden met het relatieve belang van iedere mijlpaal en ieder streefdoel bij de uitvoering van de maatregel. Zo telt een laatste mijlpaal of streefdoel zwaarder dan een tussentijdse mijlpaal die wordt gevolgd door verdere mijlpalen of streefdoelen met betrekking tot dezelfde investering. Dat verklaart de differentiatie in de methode (zie bijlage II) tussen investeringen en hervormingen, en de coëfficiënten en de opwaartse of neerwaartse aanpassingen die op het op te schorten bedrag worden toegepast om het belang van de mijlpaal of het streefdoel in acht te nemen.

Een contradictoir proces waarborgt dat de lidstaten opmerkingen kunnen indienen over de negatieve beoordeling door de Commissie die aan het schorsingsbesluit ten grondslag ligt. De lidstaat wordt verzocht zijn opmerkingen in te dienen over de negatieve beoordeling door de Commissie inzake de bevredigende verwezenlijking van een mijlpaal of streefdoel. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat de lidstaat niet binnen zes maanden na het opschortingsbesluit de nodige maatregelen heeft getroffen om te waarborgen dat de mijlpaal of het streefdoel op bevredigende wijze wordt verwezenlijkt, kunnen de lidstaten ook hun opmerkingen indienen. Tot slot worden de lidstaten in het kader van de comitologieprocedure met betrekking tot het uitbetalingsbesluit in de gelegenheid gesteld om te debatteren en te stemmen over het bedrag dat is opgeschort.

Het in deze mededeling gepresenteerde uitvoeringskader is erop gericht de beste voorwaarden te scheppen voor een snelle absorptie van financiering uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en tegelijkertijd de voortzetting van hoogwaardige investeringen en hervormingen te waarborgen. De lidstaten moeten zich ten volle blijven inzetten om de mijlpalen en streefdoelen van hun plannen op tijd te verwezenlijken. De Commissie blijft waakzaam om te waarborgen dat de plannen op landspecifieke aanbevelingen en de verwezenlijking van de groene en digitale streefdoelen gericht blijven.

Conclusies

De herstel- en veerkrachtfaciliteit is een essentiële respons op de COVID-19-pandemie. Het betreft een grote financiële en beleidsinspanning die bedoeld is om het herstel van de EU te ondersteunen. De faciliteit heeft de economie van de EU een krachtige impuls gegeven, de dubbele groene en digitale transitie in een stroomversnelling gebracht en de veerkracht van de EU voor toekomstige uitdagingen vergroot. Dit is een unieke aanpak, die investeringen met hervormingen combineert en de lidstaten flexibiliteit biedt bij de uitvoering van maatregelen die het best bij hun nationale omstandigheden aansluiten. De herstel- en veerkrachtfaciliteit is pas twee jaar geleden van start gegaan maar heeft al aanzienlijke financiële steun uitgekeerd en het economisch herstel van de EU op gang gebracht.

In het licht van nieuwe uitdagingen moet de herstel- en veerkrachtfaciliteit flexibel blijven om een billijk en inclusief herstel van de lidstaten en de EU-regio’s na de COVID-19-crisis efficiënt te blijven ondersteunen en tegelijkertijd de EU door middel van ambitieuze investeringen en hervormingen naar een duurzamere en veerkrachtigere toekomst te leiden. Dankzij haar unieke ontwerp en de strategische visie van haar prioriteiten kan de faciliteit nieuw opkomende dringende uitdagingen in verband met de energiezekerheid van de EU, het duurzame industriële concurrentievermogen en de industriële transitie naar een nettonuleconomie aanpakken en tegelijkertijd tot opwaartse sociale en economische convergentie bijdragen.

Voortbouwend op de waardevolle lessen van de afgelopen twee jaar staat de Commissie paraat om de lidstaten te ondersteunen bij het blijvende succes van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De toepassing van de methoden voor het beoordelen van de bevredigende verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen en de opschorting van betalingen zijn hier ook voor bedoeld, en blijven het goed financieel beheer van de faciliteit waarborgen.

De tussentijdse evaluatie van de faciliteit volgend jaar vormt een nieuwe gelegenheid om de balans op te maken en de vooruitgang bij en de lessen van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit te beoordelen.


BIJLAGE I – Kader voor de beoordeling van mijlpalen en streefdoelen in het kader van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

De vrijgave van middelen in het kader van de faciliteit is afhankelijk van de bevredigende verwezenlijking door de lidstaten van de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in de uitvoeringsbesluiten van de Raad zijn vastgesteld. Die beoordeling wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241. De Commissie heeft twee maanden de tijd om op voorlopige basis te beoordelen of de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. De Commissie deelt deze bevindingen vervolgens met de lidstaten in het Economisch en Financieel Comité voor advies. De mate van voltooiing van de mijlpalen en streefdoelen, en de daarmee verband houdende betalingen, is ook een kwestie die het Europees Parlement en de Commissie tijdens de herstel- en veerkrachtdialogen kunnen bespreken.

Om transparantie en gelijke behandeling van de lidstaten te waarborgen, vormt de onderstaande methode het kader waarop de Commissie zich bij de uitvoering van de beoordeling baseert. Het is gebaseerd op de ervaring die de Commissie tot dusver heeft opgedaan met de beoordeling van mijlpalen en streefdoelen in het kader van deze verordening.


1.Vaststelling van de vereisten voor een specifieke mijlpaal of een specifiek streefdoel

·Alle elementen van de mijlpaal/doelstelling en de beschrijving van de maatregel moeten bij de vaststelling van de vereisten voor een specifieke mijlpaal/een specifiek streefdoel in acht worden genomen. De nadere specificaties van de maatregel in de operationele regelingen moeten ook in overweging worden genomen, terwijl andere elementen van de operationele regelingen (zoals verificatiemechanismen en monitoringstappen) niet mogen worden gebruikt.

·Elementen die niet-verbindende taal gebruiken, mogen niet als vereisten worden beschouwd.

·Met betrekking tot de beschrijving van de maatregel:

oelementen die rechtstreeks of onrechtstreeks samenhangen met die specifieke mijlpaal/dat specifieke streefdoel moeten als vereisten voor die mijlpaal/dat streefdoel worden beschouwd;

oelementen die niet rechtstreeks of onrechtstreeks samenhangen met die mijlpaal/dat streefdoel mogen niet als vereisten worden beschouwd;

oelementen die niet rechtstreeks of onrechtstreeks samenhangen met een mijlpaal/streefdoel in het kader van die maatregel moeten, indien van toepassing, uitdrukkelijk als zodanig worden vermeld in het kader van de voorlopige beoordeling van de definitieve mijlpaal/doelstelling.

·Bij de interpretatie van de vereisten van een specifieke mijlpaal of doelstelling moet de formulering in aanmerking worden genomen, in het licht van de context en het doel ervan. De context en het doel kunnen worden afgeleid uit verschillende bronnen, zoals de nationale herstel- en veerkrachtplannen, de overwegingen van het uitvoeringsbesluit van de Raad tot goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan, de werkdocumenten van de diensten van de Commissie bij de voorstellen van de Commissie voor die uitvoeringsbesluiten van de Raad, mededelingen bij het dossier tijdens de beoordeling, verslagen van uitwisselingen met de nationale autoriteiten of de landspecifieke aanbevelingen die de Raad in verband met die maatregel heeft vastgesteld.


2.Vaststelling op basis van de door een lidstaat verstrekte motivering of een specifieke mijlpaal of een specifiek streefdoel op bevredigende wijze is verwezenlijkt

·Conform de toepassing van het de-minimisbeginsel worden in de volgende omstandigheden minimale afwijkingen met betrekking tot de vastgestelde eisen van de mijlpaal/het streefdoel aanvaard.

oBedragen: indien er sprake is van een minimale afwijking van de in die mijlpaal/dat streefdoel gespecificeerde bedragen. Een minimale afwijking wordt in dit verband gedefinieerd als een afwijking van ongeveer 5 % of minder.

oFormele vereisten: indien er een minimale afwijking is van een formeel vereiste van de mijlpaal/het streefdoel in verband met de interne procedures van de lidstaten, welke afwijking niet van invloed is op de voortgang bij de verwezenlijking van de hervorming of de investering waar de mijlpaal/het streefdoel voor staat.

oTijdschema: beperkte en evenredige termijnen tussen de bekendmaking van regelgevende maatregelen en de daadwerkelijke inwerkingtreding daarvan, mits de zekerheid betreffende de toepassing en het begin van de rechtsgevolgen in acht worden genomen 17 . Een dergelijke beperkte en evenredige vertraging moet worden beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsstappen die de betrokken autoriteiten of de door de hervorming getroffen partijen moeten zetten om een redelijke toepassing van de nieuwe regelgevende maatregelen mogelijk te maken, binnen het tijdschema van de faciliteit.

oMateriële vereisten: indien er een minimale afwijking is van een materieel vereiste van de mijlpaal/het streefdoel die de aard van de maatregel niet wijzigt, noch van invloed is op de voortgang bij de verwezenlijking van de beleidsdoelstelling van de hervorming of de investering waar de mijlpaal/het streefdoel voor staat.


De Commissie blijft haar bevindingen over de bevredigende verwezenlijking van de mijlpalen en streefdoelen op transparante wijze presenteren door op haar website de voorlopige beoordelingen van alle betalingsverzoeken van de lidstaten te publiceren.


Bijlage II — Methode van de Commissie voor de vaststelling van de opschorting van betalingen in het kader van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 18


I.Beginselen van de methode


a)Eenheidswaarde per herstel- en veerkrachtplan

De basis voor de berekening van het geschorste bedrag is de “eenheidswaarde” van een mijlpaal of streefdoel. Voor een duidelijk verband tussen de waarde die door de Unie aan de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en het geschorste bedrag wordt toegekend, wordt de eenheidswaarde per mijlpaal en streefdoel berekend door per herstel- en veerkrachtplan de totale waarde ervan door het aantal mijlpalen en streefdoelen te delen (totale toewijzing voor herstel- en veerkrachtplannen/aantal mijlpalen en streefdoelen). Bijvoorbeeld: maximale financiële bijdrage in het herstel- en veerkrachtplan van 40 miljard EUR / 175 mijlpalen en streefdoelen = eenheidswaarde van 229 miljoen EUR per mijlpaal of streefdoel. Voor de lidstaten die ook een lening hebben aangevraagd, zijn er twee verschillende eenheidswaarden, één voor de mijlpalen en streefdoelen in het kader van het deel niet-terugvorderbare steun van hun herstel- en veerkrachtplan en één voor die mijlpalen en streefdoelen binnen het leninggedeelte.

b)Coëfficiënten en opwaartse en neerwaartse aanpassingen

Om afdoende rekening te houden met de verschillen tussen de maatregelen in de herstel- en veerkrachtplannen en tussen mijlpalen en streefdoelen, berekent de Commissie “gecorrigeerde eenheidswaarden”. Hiertoe past de Commissie coëfficiënten toe op de waarde per eenheid. Deze coëfficiënten worden vastgesteld aan de hand van een beoordeling van het belang van elke niet-verwezenlijkte mijlpaal of elk niet-verwezenlijkt streefdoel en de mate van afwijking.

Nadat gecorrigeerde eenheidswaarden zijn vastgesteld, worden in de hieronder beschreven specifieke gevallen opwaartse en neerwaartse aanpassingen aangebracht.

Het definitieve bedrag dat per niet-verwezenlijkte mijlpaal of niet-verwezenlijkt streefdoel moet worden opgeschort, is gelijk aan de gecorrigeerde eenheidswaarde, behoudens eventuele opwaartse en neerwaartse aanpassing (“schorsingswaarde”).

Investeringen

Op de eenheidswaarde toegepaste coëfficiënten

1)Er wordt een coëfficiënt van 2 toegepast voor mijlpalen en streefdoelen van grote investeringen (goed voor meer dan 10 % van de niet-terugvorderbare steun of lening) met een beperkt aantal mijlpalen en streefdoelen (hoogstens 5).

2)Een coëfficiënt van 0,5 wordt toegepast op:

·mijlpalen en streefdoelen van de kleinste investeringen (minder dan of gelijk aan 0,1 % van de niet-terugvorderbare steun of lening);

·tussentijdse mijlpalen (d.w.z. geen streefdoelen) die worden gevolgd door verdere mijlpalen en/of streefdoelen met betrekking tot dezelfde investering.

3)Voor alle andere mijlpalen en streefdoelen wordt een coëfficiënt van 1 toegepast.

Aanpassing van de gecorrigeerde eenheidswaarde

1)In de volgende gevallen worden proportionele verlagingen toegepast op de gecorrigeerde eenheidswaarden:

·indien een investeringsstreefdoel niet op bevredigende wijze is verwezenlijkt, wordt de vooruitgang bij het realiseren van het streefdoel beoordeeld. Het op te schorten bedrag wordt bepaald in verhouding tot de afwijking van het streefdoel. Een dergelijke aanpak is met name relevant voor streefdoelen waarvoor dat kwantitatief kan worden beoordeeld;

·voor investeringsmijlpalen, voor zover het mogelijk is het aandeel van de bereikte resultaten te evalueren.

2)Opwaartse aanpassingen van de gecorrigeerde eenheidswaarden worden toegepast indien de investering van groot belang is ter rechtvaardiging van een van de scores die aan de positieve beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan ten grondslag liggen.

Hervormingen

Op de eenheidswaarde toegepaste coëfficiënten

1)Er wordt een coëfficiënt van 5 toegepast voor mijlpalen en streefdoelen in verband met de inwerkingtreding van een hervorming of de laatste stap voor de uitvoering van een niet-wetgevende hervorming. 

2)Er wordt een coëfficiënt van 0,5 toegepast voor alle andere mijlpalen en streefdoelen, zoals die welke verband houden met tussentijdse stappen vóór een mijlpaal in verband met de inwerkingtreding van een bepaalde hervorming (bv. de publicatie van een verslag) of met procedurele stappen achteraf (bv. de evaluatie van een hervorming).

Aanpassing van de gecorrigeerde eenheidswaarde

1)Opwaartse aanpassingen van de gecorrigeerde eenheidswaarden worden toegepast indien:

·de uitvoering van de hervorming door de Commissie van specifiek belang wordt geacht ter rechtvaardiging van de score voor de aanpak van alle of een aanzienlijk deel van de uitdagingen die zijn vastgesteld in de relevante landspecifieke aanbevelingen, met inbegrip van de begrotingsaspecten, en waar passend de aanbevelingen krachtens artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 aan de betrokken lidstaat, of in andere relevante documenten die de Commissie officieel heeft goedgekeurd in het kader van het Europees Semester.

2)In de volgende gevallen worden neerwaartse aanpassingen toegepast op de gecorrigeerde eenheidswaarden:

·de hervorming is minder belangrijk ter rechtvaardiging van een de scores die aan de positieve beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan ten grondslag liggen;

·voor hervormingsmijlpalen die betrekking hebben op een of meer beleidsdoelstellingen of -dimensies, wordt een proportionele aanpassing toegepast indien de beleidsdoelstelling van de mijlpaal gedeeltelijk wordt bereikt of indien sommige doelstellingen/dimensies van de mijlpaal worden bereikt en andere niet. Bij de afweging van een dergelijke neerwaartse aanpassing wordt beoordeeld in hoeverre er substantiële vooruitgang is geboekt bij de verwezenlijking van de algemene doelstelling van de hervorming.

Maatregelen in verband met audits en controles

Om een doeltreffend gebruik van de middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit te waarborgen en de financiële belangen van de Unie te beschermen, leidt het niet verwezenlijken van mijlpalen of streefdoelen met betrekking tot het audit- en controlesysteem van een lidstaat die nodig waren voor de naleving van artikel 22 van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit tot de opschorting van de volledige tranche en alle toekomstige tranches.


II.Slotopmerkingen

De opschorting mag niet verder gaan dan het volledige bedrag van de tranche, behalve in het geval van niet-verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen in verband met het controlesysteem van een lidstaat. De Commissie kan deze methode herzien en wijzigen, naarmate zij meer ervaring opdoet met de toepassing ervan.


Overeenkomstig de verordening komen maatregelen die niet in overeenstemming zijn met het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”, niet voor de faciliteit in aanmerking. Bovendien zouden de mijlpalen en streefdoelen van maatregelen die in strijd zijn met de vereisten van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”, niet worden geacht op bevredigende wijze te zijn verwezenlijkt en zou deze methode van toepassing zijn om het op te schorten bedrag te bepalen.


(1)

Verordening (EU) 2021/241

(2)

De lijst met voorbeelden omvat de hervormingen en investeringen waarbij de Commissie, na een positief advies van het Economisch en Financieel Comité, al heeft geoordeeld dat de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. De geldbedragen per investering hebben betrekking op de voorafgaande raming van de kosten op het moment van goedkeuring van de nationale herstel- en veerkrachtplannen.

(3)

De lidstaten kunnen een verzoek indienen voor een voorfinanciering van ten hoogste 20 % (te betalen in twee tranches) van de aanvullende financiering die nodig is om de maatregelen in hun REPowerEU-hoofdstukken te financieren, afhankelijk van de beschikbare middelen. De aanvullende financiering die in aanmerking komt voor voorfinanciering kan bestaan uit aanvullende subsidies uit het emissiehandelssysteem, betalingen uit de reserve voor aanpassing aan de brexit, betalingen uit cohesiebeleidsfondsen, een hogere toewijzing na de actualisering in juni 2022 en leningen, voor zover deze bronnen REPowerEU-maatregelen financieren. Om voor voorfinanciering in aanmerking te komen, moet het uitvoeringsbesluit van de Raad tot goedkeuring van het desbetreffende herziene plan vóór eind 2023 worden vastgesteld.

(4)

Gegevens op basis van de winterprognose 2023 van de Commissie

(5)

Gegevens op basis van de najaarsprognose 2022 van de Commissie

(6)

Zie Pfeiffer P., Varga J. en In ’t Veld J. (2021), “Quantifying Spillovers of NGEU investment”, European Economy Discussion Papers, nr. 144, en Afman et al. (2021), “An overview of the economics of the Recovery and Resilience Facility”, Quarterly Report on the Euro Area (QREA), vol. 20, nr. 3, blz. 7-16. In beide studies wordt ook gewezen op de gevoeligheid van de resultaten voor essentiële aannamen.

(7)

Dit omvat leningen voor andere programma’s, zoals SURE en MFB.

(8)

  NextGenerationEU Green Bonds Allocation Report, 16 December 2022, SWD(2022) 442 final (europa.eu)

(9)

COM(2023) 62 final

(10)

  Guidance on Recovery and Resilience Plans in the context of REPowerEU, 1 februari 2023

(11)

In dit verband moeten de lidstaten nauwkeurige voorspellingen doen en de Commissie informeren over eventuele afwijkingen van het tijdschema voor verwachte betalingsverzoeken.

(12)

  Herstel- en veerkrachtplannen (europa.eu)

(13)

  Scorebord voor herstel en veerkracht (europa.eu)

(14)

  Herstel- en veerkrachtfaciliteit (ec.europa.eu)

(15)

Als een lidstaat een betalingsverzoek bij de Commissie indient, heeft de Commissie twee maanden de tijd om te beoordelen of de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. Om haar beoordeling af te ronden, verstrekt de Commissie haar positieve voorlopige beoordeling aan het Economisch en Financieel Comité. Het Economisch en Financieel Comité brengt binnen vier weken advies uit over deze bevindingen, waarna het uitvoeringsbesluit van de Commissie tot goedkeuring van de uitbetaling wordt vastgesteld.

(16)

  Richtsnoeren voor herstel- en veerkrachtplannen in het kader van REPowerEU (europa.eu)

(17)

Dit doet geen afbreuk aan wetgeving die nodig is voor de naleving van artikel 22 van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, die vanwege haar aard (noodzakelijk om naleving van deze verordening te waarborgen) niet als rechtvaardiging van een beperkte of evenredige vertraging kan worden beschouwd.

(18)

Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.