Commissie publiceert convergentieverslag 2016 - Hoofdinhoud
Vooruitgang richting invoering euro onderzocht
Het convergentieverslag 2016 dat vandaag wordt gepubliceerd, onderzoekt de vooruitgang die lidstaten hebben geboekt richting de invoering van de euro. In het verslag van dit jaar komen de zeven lidstaten aan bod die juridisch verplicht zijn om de euro in te voeren: Bulgarije, de Tsjechische Republiek, Kroatië, Hongarije, Polen, Roemenië en Zweden.
Het verslag is gebaseerd op de convergentiecriteria, ook wel "Maastricht-criteria" genoemd. Deze zijn beschreven in artikel 140, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Bij deze criteria gaat het om prijsstabiliteit, gezonde overheidsfinanciën, wisselkoersstabiliteit en convergentie van de lange rente. Ook wordt beoordeeld in hoeverre de nationale wetgeving voldoet aan de regels van de economische en monetaire unie (EMU).
De lidstaten die in het verslag besproken worden, hebben vooruitgang geboekt bij de convergentie, maar geen van hen voldoet momenteel aan alle voorwaarden om de euro in te voeren:
-
-Alle lidstaten, met uitzondering van Zweden, voldoen aan het criterium prijsstabiliteit.
-
-Zes lidstaten voldoen aan het criterium voor de overheidsfinanciën, terwijl Kroatië nog onderworpen is aan een buitensporigtekortprocedure.
-
-Geen van deze lidstaten voldoet aan het wisselkoerscriterium, omdat geen van hen lid is van het wisselkoersmechanisme (WKM II): zij moeten minstens twee jaar daaraan deelnemen voordat zij tot de eurozone kunnen toetreden.
-
-Alle onderzochte lidstaten voldoen aan het criterium voor de lange rente.
-
-In de meeste van de onderzochte lidstaten (met uitzondering van Kroatië) voldoet de wetgeving niet volledig aan de EMU-regels.
Achtergrond
Op basis van het convergentieverslag neemt de Raad van de EU een besluit over de vraag of een lidstaat voldoet aan de voorwaarden om tot de eurozone toe te treden. De lidstaten die nog niet aan de vereiste voorwaarden voor de invoering van de euro hebben voldaan, worden in het VWEU "lidstaten die vallen onder een derogatie" genoemd. Het verslag onderzoekt of deze lidstaten een hoge mate van duurzame convergentie hebben bereikt, in termen van prijsstabiliteit, gezonde overheidsfinanciën, wisselkoersstabiliteit en convergentie van de lange rente. Ook wordt gekeken of hun nationale wetgeving voldoet aan de EMU-regels die in het Verdrag zijn geformuleerd met betrekking tot de onafhankelijkheid van de nationale centrale bank, het verbod op monetaire financiering en de verenigbaarheid met de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en de Europese Centrale Bank (ECB). Het convergentieverslag van de Europese Commissie wordt aangevuld door het convergentieverslag van de ECB. De beide verslagen worden onafhankelijk van elkaar opgesteld, maar worden wel samen gepubliceerd.
Convergentieverslagen worden om de twee jaar gepubliceerd, of wanneer een bepaalde lidstaat vraagt om te onderzoeken of hij klaar is om toe te treden tot de eurozone (zoals in 2013 in het geval van Letland).
Denemarken en het Verenigd Koninkrijk hebben in het Verdrag van Maastricht opt-out-regelingen bedongen voor de laatste fase van de EMU. Zij komen dan ook niet aan bod in dit verslag.
Meer informatie
-
-Het convergentieverslag 2016: Beoordeling van lidstaten aan de hand van de voorwaarden voor invoering van de euro - MEMO
-
-
IP/16/2116
Contactpersoon voor de pers:
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail |