Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de interne markt voor elektriciteit (herschikking)

1.

Kerngegevens

Document­datum 02-12-2016
Publicatie­datum 03-12-2016
Kenmerk 15135/16
Van Secretary-General of the European Commission, signed by Mr Jordi AYET PUIGARNAU, Director
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Raad van de Europese Unie

Brussel, 2 december 2016 (OR. en)

15135/16

Interinstitutioneel dossier: 2016/0379 (COD) i

ENER 418 ENV 758 CLIMA 169 COMPET 637 CONSOM 301 FISC 221 IA 131 CODEC 1809

VOORSTEL

van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

ingekomen: 2 december 2016

aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Raad van de Europese Unie

Nr. Comdoc.: COM(2016) 861 final i

Betreft: Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de interne markt voor elektriciteit (herschikking)

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 861 final i.

Bijlage: COM(2016) 861 final i

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 23.2.2017 COM(2016) 861 final i

2016/0379 (COD) i

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de interne markt voor elektriciteit

(herschikking)

(Voor de EER relevante tekst)

{SWD(2016) 410 final} {SWD(2016) 411 final} {SWD(2016) 412 final} {SWD(2016) 413 final} TOELICHTING

  • 1. 
    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Beleidscontext

De Europese burgers besteden een aanzienlijk deel van hun inkomen aan energie, en energie is een belangrijke input voor de industrie in Europa. De energiesector speelt ook een essentiële rol bij de verplichting om broeikasgasemissies in de Unie tot 2030 met ten minste 40 % te reduceren, waarbij het aandeel van hernieuwbare energie tegen 2030 naar verwachting 50 % bedraagt.

De voorstellen voor een herschikking van de richtlijn betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, de verordening betreffende de elektriciteitsmarkt en de verordening tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators maken deel uit van het bredere pakket initiatieven van de Commissie ("Schone energie voor alle Europeanen"). Het pakket "Schone energie voor alle Europeanen" omvat de belangrijkste Commissievoorstellen voor de totstandbrenging van de

energie-unie, als voorzien in het stappenplan voor de energie-unie 1 . Het pakket omvat zowel

wetgevingsvoorstellen als niet-wetgevende initiatieven voor de totstandbrenging van een kader waarmee tastbare voordelen voor de burgers, werkgelegenheid, groei en investeringen worden gecreëerd, waarbij een bijdrage wordt geleverd aan alle vijf dimensies van de energieunie. De belangrijkste prioriteiten met betrekking tot het pakket zijn dus in de eerste plaats energie-efficiëntie, een wereldwijd toonaangevende rol voor de EU op het gebied van hernieuwbare energie en waar voor hun geld voor de energieverbruikers.

De Europese Raad 2 en het Europees Parlement 3 hebben er herhaaldelijk op gewezen dat een

goed werkende geïntegreerde energiemarkt het beste instrument is om betaalbare energie te garanderen, de levering van energie te waarborgen en de integratie en ontwikkeling van grotere volumes uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte elektriciteit op kostenefficiënte wijze mogelijk te maken. Concurrerende prijzen zijn essentieel voor de totstandbrenging van groei en welzijn van de consumenten in de Europese Unie en staan daarom centraal in het energiebeleid van de EU. De huidige opzet van de elektriciteitsmarkt is gebaseerd op de

voorschriften van het "derde energiepakket" 4 dat in 2009 is vastgesteld. Deze voorschriften

1 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en

Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank: Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering (COM(2015) 080 final i).

2 Resultaten van de 3429ste zitting van de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie op 26 november

2015 (14632/15); resultaten van de 3472ste zitting Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie op 6 juni 2016 (9736/16).

3 Resolutie van het Europees Parlement van 13 september 2016 over het onderwerp "Naar een nieuwe opzet van de energiemarkt" (P8_T A(2016) 0333).

4 Richtlijn 2009/72/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende

gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG i, PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55 (hierna "de elektriciteitsrichtlijn" genoemd); Verordening (EG) nr. 714/2009 i van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003 i, PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15, (hierna "de

zijn vervolgens aangevuld met wetgeving tegen marktmisbruik 5 en uitvoeringswetgeving met betrekking tot voorschriften inzake elektriciteitshandel en netwerkbeheer 6 . De interne

energiemarkt van de EU is gegrondvest op gevestigde beginselen, zoals het recht van derden op toegang tot elektriciteitsnetten, de vrije keuze van leverancier voor verbruikers, robuuste voorschriften inzake ontvlechting, het verwijderen van belemmeringen voor de grensoverschrijdende handel, markttoezicht door onafhankelijke energieregulator en de EU- brede samenwerking tussen regulators en netexploitanten in het kader van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) en het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders (ENTSB).

Het derde energiepakket heeft tastbare resultaten voor de verbruikers opgeleverd Door het pakket is de liquiditeit van de Europese elektriciteitsmarkten verhoogd en is de grensoverschrijdende handel aanzienlijk toegenomen. De verbruikers in veel lidstaten hebben nu meer keuze. De scherpere concurrentie, met name op de wholesalemarkten, heeft ertoe bijdragen dat de wholesaleprijzen onder controle worden gehouden. In het kader van het derde energiepakket zijn nieuwe consumentenrechten ingevoerd, waardoor de positie van de consument op de energiemarkten duidelijk is verbeterd.

Nieuwe ontwikkelingen hebben tot fundamentele wijzigingen op de Europese elektriciteitsmarkten geleid. Het aandeel van uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte elektriciteit (HE-E) is sterk gestegen. De verschuiving in de richting van HE-E zal aanhouden, aangezien dit een belangrijke voorwaarde is voor de naleving van de verplichtingen van de Unie in het kader van de Klimaatovereenkomst van Parijs. De fysieke eigenschappen van HE- E – variabeler, minder voorspelbaar en gedecentraliseerd in vergelijking met traditionele opwekking – vereisen een aanpassing van de markt- en netbeheersvoorschriften aan de flexibelere aard van de markt. Tegelijkertijd hebben overheidsmaatregelen, waarvan de opzet vaak ongecoördineerd is, geleid tot verstoringen van de wholesalemarkt voor elektriciteit, met

elektriciteitsverordening" genoemd); Verordening (EG) nr. 713/2009 i van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators, PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1 (hierna "de ACER-verordening" genoemd).

5 Verordening (EU) nr. 1227/2011 i van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011

betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1); Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 i van de Commissie van 17 december 2014 inzake de informatieverstrekking overeenkomstig artikel 8, leden 2 en 6, van Verordening (EU) nr. 1227/2011 i van het Europees Parlement en de Raad (PB L 363 van 18.12.2014, blz. 121).

6 Verordening (EU) nr. 1227/2011 i van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1); Verordening (EU) nr. 543/2013 i van de Commissie van 14 juni 2013 betreffende de toezending en publicatie van gegevens inzake de elektriciteitsmarkten en houdende wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 714/2009 i van het Europees Parlement en de Raad (PB L 163 van 15.6.2013, blz. 1); Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24); Verordening (EU) 2016/631 van de Commissie van 14 april 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net (PB L 112 van 27.4.2016, blz. 1); Verordening (EU) 2016/1388 van de Commissie van 17 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode voor aansluiting van verbruikers (PB L 223 van 18.8.2016, blz. 10); Verordening (EU) 2016/1447 van de Commissie van 26 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting op het net van hoogspanningsgelijkstroomsystemen en op gelijkstroom aangesloten power park modules (PB L 241 van 8.9.2016, blz. 1); Verordening (EU) 2016/1719 van de Commissie van 26 september 2016 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing op de langere termijn (PB L 259 van 27.9.2016, blz. 42); andere richtsnoeren en netcodes zijn door de lidstaten goedgekeurd en moeten nog worden vastgesteld.

negatieve gevolgen voor investeringen en grensoverschrijdende handel 7 . Ook op het gebied

van de technologie vinden significante veranderingen plaats. Handel in elektriciteit vindt vrijwel Europabreed plaats via zogeheten "marktkoppeling", gezamenlijk georganiseerd door elektriciteitsbeurzen en transmissiesysteembeheerders. Door de digitalisering en de snelle ontwikkeling van internetgebaseerde oplossingen op het gebied van meters en handel kunnen de industrie, het bedrijfsleven en zelfs huishoudens elektriciteit opwekken en opslaan alsmede deelnemen aan elektriciteitsmarkten via zogeheten "vraagrespons"-oplossingen. De elektriciteitsmarkt van het volgende decennium zal worden gekenmerkt door een variabelere en meer gedecentraliseerde elektriciteitsproductie, toegenomen onderlinge afhankelijkheid van de lidstaten en nieuwe technologische mogelijkheden, waardoor de elektriciteitsrekening van de verbruikers lager wordt en hij actief kan deelnemen aan de elektriciteitsmarkten door middel van vraagrespons en elektriciteitsproductie of opslag voor de eigen behoefte.

Het initiatief betreffende de opzet van de elektriciteitsmarkt is er derhalve op gericht de marktvoorschriften aan te passen aan de nieuwe realiteit van de markt doordat elektriciteit de mogelijkheid krijgt zich vrijelijk te bewegen naar waar die het meest nodig is wanneer die het meest nodig is, met gebruikmaking van onvervalste prijssignalen, waarbij de consumenten mondiger worden gemaakt en de samenleving optimaal kan profiteren van grensoverschrijdende mededinging en de juiste signalen en prikkels worden gegeven om ervoor te zorgen dat de nodige investeringen worden gedaan om ons energiesysteem koolstofarm te maken. Bovendien wordt prioriteit gegeven aan oplossingen op het gebied van energie-efficiëntie en bijgedragen tot de doelstelling de wereldtop te bereiken wat betreft de productie van energie uit hernieuwbare bronnen, waardoor ook wordt bijgedragen tot de doelstelling van de Unie om werkgelegenheid en groei tot stand te brengen en investeringen aan te trekken.

Aanpassen van de marktvoorschriften

De bestaande marktvoorschriften zijn gebaseerd op de overheersende opwekkingstechnologieën van het laatste decennium, dat wil zeggen gecentraliseerde, grootschalige brandstofgestookte elektriciteitscentrales met een beperkte deelname van de consument. Aangezien variabele HE-E in de toekomst een steeds grotere rol in de opwekkingsmix zal spelen en de consumenten in staat moeten worden gesteld om deel te nemen aan de markten indien zijn dat willen, moeten de voorschriften worden aangepast. Kortetermijnmarkten voor elektriciteit waarop grensoverschrijdende handel in HE-E kan plaatsvinden, zijn essentieel voor de geslaagde integratie van HE-E in de markt. De meeste opwekking uit hernieuwbare bronnen kan tenslotte door onzekere weersomstandigheden pas vlak voor de daadwerkelijke productie nauwkeurig worden voorspeld. De totstandbrenging van markten waarop deelname op korte termijn voorafgaand aan de daadwerkelijke levering mogelijk is (zogeheten "intradaymarkten" of "balanceringsmarkten"), is een cruciale stap die moet worden gezet om producenten van HE-E in staat te stellen hun energie tegen billijke voorwaarden te verkopen; tevens wordt hierdoor de liquiditeiten op de markt verhoogd. Kortetermijnmarkten bieden nieuwe zakelijke mogelijkheden op basis waarvan deelnemers "back-up"-energie-oplossingen kunnen aanbieden bij grote vraag en schaarse opwekking uit hernieuwbare bronnen. Hiertoe behoren verbruikers die hun vraag kunnen verplaatsen ("vraagrespons"), beheerders van opslagcapaciteit en flexibele elektriciteitsproducenten.

7 Zie mededeling van de Commissie "De interne elektriciteitsmarkt tot stand brengen en daarbij

overheidsinterventie zo goed mogelijk inzetten", C(2013) 7243 final van 5.11.2013.

Reageren op variabiliteit kan in kleine regio's zeer hoge kosten met zich meebrengen, maar door bundeling van variabele productie in grotere gebieden kunnen de kosten voor de verbruikers aanzienlijk worden teruggedrongen. Geïntegreerde kortetermijnmarkten zijn echter nog steeds niet beschikbaar.

Door de tekortkomingen van de huidige marktregelingen zijn investeringen in de energiesector minder aantrekkelijk. Een op adequate wijze gekoppeld, marktgebaseerd energiesysteem, waarin de prijzen marktsignalen volgen, bevordert de nodige investeringen in opwekking en transmissie op doeltreffende wijze en waarborgt dat investeringen plaatsvinden waar de markt die het meest nodig heeft, waardoor zo min mogelijk door de overheid geplande investeringen nodig zijn.

Door nationale marktvoorschriften (bijv. prijsplafonds) en overheidsmaatregelen geven de prijzen momenteel niet weer wanneer elektriciteit schaars is. Bovendien geven prijszones niet altijd daadwerkelijke schaarste weer, indien deze slecht zijn geconfigureerd. In plaats daarvan worden politieke grenzen aangehouden. De nieuwe opzet van de markt is gericht op verbetering van de prijssignalen teneinde investeringen te bevorderen waar die het meest nodig zijn, waarbij rekening wordt gehouden met netbeperkingen en vraagcentra en niet met nationale grenzen. Prijssignalen moeten ook een adequate vergoeding van flexibele bronnen (inclusief vraagrespons en opslag) mogelijk maken, aangezien deze bronnen afhankelijk zijn van beloningen voor kortere periodes (bijv. moderne gascentrales die alleen tijdens piekuren worden gebruikt of de reductie van de vraag van de industrie tijdens piekbelasting of systeemstress). Doeltreffende prijssignalen zorgen ook voor de efficiënte dispatching van bestaande productie-assets. Het is derhalve essentieel dat bestaande voorschriften die de prijsvorming verstoren (zoals voorschriften die prioriteit geven aan de dispatching van bepaalde installaties), worden herzien teneinde de mogelijke flexibiliteit die de vraagzijde te bieden heeft ten vollen te activeren en benutten.

Ervoor zorgen dat de consumenten centraal staan op de energiemarkt

Door industriële, commerciële en residentiële verbruikers volledig in het energiesysteem te integreren, kunnen aanzienlijke kosten voor "backup"-opwekking worden vermeden die anders door de verbruikers zouden worden betaald. Bovendien kunnen de verbruikers van prijsschommelingen profiteren en geld verdienen door aan de markt deel te nemen. Ervoor zorgen dat de verbruikers deelnemen aan de markt is van essentieel belang met het oog op een geslaagde en kosteneffectieve energietransitie.

Een "new deal" voor energieconsumenten is een belangrijke verbintenis in het kader van de energie-unie. Als gevolg van de huidige marktvoorschriften kunnen de consumenten dikwijls niet van deze nieuwe mogelijkheden profiteren. Hoewel het nog nooit zo gemakkelijk was voor consumenten om elektriciteit op te wekken en op te slaan alsmede hun energieverbruik te beheren, zorgt de huidige opzet van de retailmarkt ervoor dat zij niet optimaal van dergelijke mogelijkheden kunnen profiteren.

In de meeste lidstaten zijn er weinig of geen prikkels die ervoor zorgen dat zij hun verbruik wijzigen naar aanleiding van veranderende prijzen op de markten: realtime prijssignalen worden immers niet doorgegeven aan de eindverbruikers. Het pakket inzake de opzet van de markt biedt een mogelijkheid om deze verbintenis te verwezenlijken. Transparantere realtime prijssignalen zullen de participatie van de consumenten stimuleren, hetzij op individuele basis, hetzij via bundeling, en het elektriciteitssysteem flexibeler maken, waardoor de integratie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen wordt vergemakkelijkt.

Technologische ontwikkelingen zorgen er niet alleen voor dat huishoudens veel energie kunnen besparen, maar ook dat toestellen en systemen, zoals slim witgoed, elektrische voertuigen, elektrische verwarming, airconditioning en warmtepompen in geïsoleerde gebouwen alsmede stadsverwarming en -koeling, automatisch prijsschommelingen kunnen volgen en op grote schaal een significante en flexibele bijdrage aan het elektriciteitsnet kunnen leveren. Om consumenten in staat te stellen financieel van deze nieuwe mogelijkheden te profiteren, moeten zij toegang hebben tot geschikte slimme systemen en elektriciteitsleveringsovereenkomsten met dynamische prijzen die aan de spotmarkt zijn gekoppeld. De consumenten kunnen hun verbruik aanpassen aan prijssignalen, maar er ontstaan momenteel ook nieuwe vraagdiensten: nieuwe marktspelers bieden aan het elektriciteitsverbruik van een aantal consumenten te beheren en hen te compenseren voor hun flexibiliteit. Hoewel dergelijke diensten in het kader van bestaande wetgeving al worden aangemoedigd, is gebleken dat deze bepalingen niet op doeltreffende wijze hebben bijdragen tot het verwijderen van de primaire belemmeringen voor markttoegang van deze dienstverleners. De desbetreffende bepalingen moeten worden versterkt teneinde dergelijke nieuwe diensten verder aan te moedigen.

In veel lidstaten worden de elektriciteitsprijzen niet bepaald door vraag en aanbod, maar worden deze gereguleerd door de overheid. Tariefregulering kan de ontwikkeling van daadwerkelijke mededinging belemmeren en ontmoedigend werken op investeringen en het ontstaan van nieuwe marktspelers. Daarom heeft de Commissie zich er in de kaderstrategie

van de energie-unie 8 toe verbonden gereguleerde, beneden de kostprijs liggende tarieven

geleidelijk uit te bannen en de lidstaten aan te moedigen een stappenplan uit te werken voor het uitfaseren van alle gereguleerde tarieven. Deze nieuwe opzet van de markt is erop gericht te waarborgen dat de energievoorzieningsprijzen vrij zijn van elke vorm van overheidsingrijpen en dat elke uitzondering daarop naar behoren wordt gerechtvaardigd.

De kosten van technologie dalen snel, waardoor steeds meer consumenten in staat zijn er door middel van technologieën als zonnepanelen op het dak en batterijen voor te zorgen dat hun energierekening lager uitvalt. Het zelf opwekken van energie wordt echter nog steeds belemmerd doordat gemeenschappelijke voorschriften voor "prosumenten" ontbreken. Met behulp van passende voorschriften kunnen deze belemmering worden weggenomen, bijvoorbeeld door de rechten van consumenten te garanderen om energie voor eigen gebruik op te wekken en het overschot aan het net te verkopen, waarbij rekening wordt gehouden met de kosten en baten voor het systeem als geheel (bijvoorbeeld betalen van een passend deel van de netkosten).

Lokale energiegemeenschappen kunnen een efficiënte manier zijn om energie op het niveau van de gemeenschap te beheren door de energie die zij opwekken rechtstreeks te verbruiken in de vorm van elektriciteit of voor (stads)verwarming en (stads)koeling, met of zonder aansluiting op distributiesystemen. Teneinde te waarborgen dat dergelijke initiatieven vrijelijk tot ontwikkeling kunnen komen, moeten de lidstaten in het kader van de nieuwe opzet van de markt passende juridische kaders vaststellen die de desbetreffende activiteiten mogelijk maken.

Momenteel is meer dan 90 % van de variabele hernieuwbare elektriciteitsbronnen aangesloten op distributienetten. De integratie van lokale opwekking heeft feitelijk bijgedragen tot een

8 Zie de mededeling "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht

beleid inzake klimaatverandering", (COM(2015) 080 final i).

significante stijging van de nettarieven voor huishoudelijke verbruikers. Bovendien heeft een drastische stijging van de belastingen en heffingen ter financiering van uitbreidingen van netten en investeringen in hernieuwbare bronnen plaatsgevonden. De nieuwe opzet van de markt en de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie bieden de mogelijkheid om deze tekortkomingen aan te pakken die op onevenredige wijze bepaalde huishoudelijke verbruikers kunnen treffen.

Als de distributiesysteembeheerders (DSB's) in staat worden gesteld om sommige problemen in verband met variabele opwekking meer op lokaal niveau aan te pakken (bijvoorbeeld via het beheer van lokale flexibiliteitsbronnen), kunnen de netkosten aanzienlijk worden gereduceerd. Aangezien veel DSB's echter deel uitmaken van verticaal geïntegreerde bedrijven die ook in de leveringssector actief zijn, zijn regelgevende waarborgen noodzakelijk om de neutraliteit van de DSB's in hun nieuwe functies te garanderen, bijvoorbeeld wat betreft het beheer van gegevens en het gebruik van flexibiliteit bij het beheer van lokale congestie.

Een andere belangrijke factor bij het bevorderen van de mededinging en de participatie van de consument is informatie. Uit voorafgaande, door de Commissie uitgevoerde raadplegingen en studies is gebleken dat de consumenten ontevreden zijn over het gebrek aan transparantie op de elektriciteitsmarkten, waardoor zij minder in staat zijn om te profiteren van mededinging en actief aan de markten deel te nemen. De consumenten vinden zij dat niet genoeg worden ingelicht over alternatieve leveranciers en de beschikbaarheid van nieuwe energiediensten en zijn ontevreden over het complexe karakter van aanbiedingen en procedures voor het overstappen naar een andere leverancier. De hervorming voorziet ook in de gegevensbescherming die nodig is aangezien door het toegenomen gebruik van nieuwe technologieën (met name slimme metersystemen) een grote hoeveelheid energiegegevens wordt gegenereerd die van grote commerciële waarde is.

In de nieuwe opzet van de markt staat de consument wat betreft de energiemarkt centraal. Een essentieel element van die opzet is dan ook dat ervoor wordt gezorgd dat de meest kwetsbaren in de samenleving worden beschermd en het totale aantal huishoudens dat door energiearmoede wordt getroffen niet meer stijgt. Aangezien cijfers betreffende energiearmoede stijgen en niet duidelijk is op welke manier de kwetsbaarheid van consumenten en de energiearmoede het best kunnen worden aangepakt, zijn de lidstaten in het kader van het voorstel betreffende de nieuwe opzet van de markt verplicht de energiearmoede naar behoren te meten en er stelselmatig toezicht op te houden, waarbij gebruik wordt gemaakt van op EU-niveau vastgestelde beginselen. De herziene richtlijn energie-efficiëntie en de herziene richtlijn betreffende energieprestatie van gebouwen bieden verdere maatregelen voor de bestrijding van energiearmoede.

Zekerheid van de elektriciteitsvoorziening

Zekerheid van de elektriciteitsvoorziening is onontbeerlijk in een moderne samenleving die grotendeels afhankelijk is van op elektriciteit en internet gebaseerde systemen. Het is daarom noodzakelijk te beoordelen in hoeverre het Europese elektriciteitssysteem in staat is tot voldoende opwekking en flexibiliteit teneinde te allen tijde een betrouwbare elektriciteitsvoorziening te bieden (langetermijntoereikendheid van hulpbronnen). Het waarborgen van de voorzieningszekerheid is niet alleen een nationale verplichting, maar ook

een belangrijke pijler van het Europese energiebeleid 9 . In een volledig geïnterconnecteerd en

9 Zie artikel 194, lid 1, onder b), VWEU.

gesynchroniseerd net met goed werkende markten kan de voorzieningszekerheid tenslotte veel efficiënter worden georganiseerd dan op louter nationale basis. De netstabiliteit in afzonderlijke lidstaten is dikwijls in hoge mate afhankelijk van elektriciteitsstromen uit aangrenzende landen, waardoor potentiële problemen op het gebied van de voorzieningszekerheid meestal een regionale impact hebben. De meest efficiënte maatregelen in verband met nationale opwekkingstekorten zijn daarom vaak van regionale aard en geven de lidstaten de mogelijkheid om te profiteren van opwekkingsoverschotten in andere landen. Er moet daarom een gecoördineerde Europese beoordeling van de toereikendheid worden ingevoerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een gezamenlijk overeengekomen methodologie, om mogelijke opwekkingsbehoeften realistisch in kaart te brengen, rekening houdend met de integratie van de elektriciteitsmarkten en potentiële stromen uit andere landen. Indien uit de gecoördineerde beoordeling van de toereikendheid blijkt dat capaciteitsmechanismen in bepaalde landen of regio's nodig zijn, dienen dergelijke mechanismen zodanig te zijn opgezet dat de interne markt zo min mogelijk wordt verstoord. Er moeten duidelijke en transparante criteria worden vastgesteld met betrekking tot het minimaliseren van de verstoring van de grensoverschrijdende handel, het maximaliseren van het gebruik van vraagrespons en het reduceren van de gevolgen met betrekking tot het koolstofarm maken, zodat versnippering als gevolg van nationale capaciteitsmechanismen,

met als gevolg nieuwe marktbarrières en minder mededinging, wordt voorkomen 10 .

Versterking van de regionale samenwerking

De hoge mate van interconnectie van de EU-lidstaten door middel van het trans-Europese net is uniek in de wereld en is een belangrijke factor voor een efficiënte omgang met de energietransitie. Zonder de capaciteit om te vertrouwen op opwekkings- of vraagmiddelen van andere lidstaten, zouden de kosten van de energietransitie voor de consumenten aanzienlijk stijgen. Momenteel is de onderlinge samenhang van het grensoverschrijdende systeembeheer veel sterker dan in het verleden. Dit is te danken aan de toename van variabele en gedecentraliseerde opwekking in combinatie met een hogere mate van marktintegratie, met name in kortere markttijdsintervallen. Dit houdt ook in dat nationale acties van regulators of netbeheerders een onmiddellijk effect op andere lidstaten kunnen hebben. Uit ervaring is gebleken dat ongecoördineerde nationale beslissingen tot significante kosten voor de Europese consumenten kunnen leiden.

Het feit dat in sommige gevallen slechts 25 % van de capaciteiten van interconnectoren wordt gebruikt, vaak als gevolg van ongecoördineerde nationale beperkingen, en dat lidstaten geen overeenstemming hebben bereikt over passende prijszones, toont aan dat er behoefte is aan meer coördinatie tussen de transmissiesysteembeheerders (TSB's) en de regulators. Geslaagde voorbeelden van vrijwillige en verplichte samenwerking tussen de TSB's, regulators en overheden hebben aangetoond dat dankzij regionale samenwerking de werking van de markt kan worden verbeterd en de kosten aanzienlijk kunnen worden teruggedrongen. Op bepaalde gebieden, bijvoorbeeld wat betreft het EU-brede marktkoppelingsmechanisme, is samenwerking tussen de TSB's al verplicht, en het systeem van stemming bij meerderheid over bepaalde zaken is succesvol gebleken wanneer vrijwillige samenwerking (waarbij elke TSB vetorecht heeft) geen efficiënte oplossingen voor regionale problemen heeft opgeleverd. In overeenstemming met dit geslaagde voorbeeld moet verplichte samenwerking ook worden toegepast op andere gebieden van het regelgevingskader. De TSB's kunnen dan in "regionale

10 Zie in dit verband ook het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector, met betrekking tot risico's voor de voorzieningszekerheid in verband met de beheersing van elektriciteitscrisissituaties.

operationele centra" (ROC's) beslissingen nemen met betrekking tot zaken waarbij versnipperde en ongecoördineerde nationale acties een negatief effect op de markten en de consumenten zouden hebben (bijvoorbeeld op het gebied van systeembeheer, capaciteitsberekening voor interconnectoren, voorzieningszekerheid en risicoparaatheid).

Regelgevend toezicht aanpassen aan regionale markten

Het lijkt passend ook het regelgevend toezicht aan te passen aan de nieuwe realiteit van de markt. Alle belangrijke beslissingen op regelgevingsgebied worden momenteel door de nationale regulators genomen, zelfs wanneer een gemeenschappelijke regionale oplossing nodig is. ACER heeft weliswaar als nuttig forum gediend voor de coördinatie van nationale regulators met uiteenlopende belangen, maar de voornaamste rol van ACER is momenteel beperkt tot coördinatie, advisering en toezicht. In toenemende mate werken marktspelers weliswaar grensoverschrijdend samen en nemen zij beslissingen over bepaalde zaken in verband met netbeheer en de handel in elektriciteit met een gekwalificeerde meerderheid op

regionaal niveau of zelfs op EU-niveau 11 , maar op regelgevingsniveau bestaat er geen

equivalent voor deze regionale besluitvormingsprocedures. Het regelgevend toezicht blijft daarom versnipperd, waardoor besluiten uiteen kunnen lopen en zich onnodige vertragingen kunnen voordoen. Versterking van de bevoegdheden van ACER met betrekking tot deze grensoverschrijdende zaken die een gecoördineerd regionaal besluit vereisen, zou bijdragen tot snellere en meer doeltreffende besluitvorming betreffende grensoverschrijdende kwesties. De nationale regulators die binnen ACER met betrekking tot die kwesties door middel van stemming bij meerderheid besluiten nemen, zouden volledig bij het proces betrokken blijven.

Het lijkt ook passend de rol van ENTSB-E duidelijker te definiëren teneinde de coördinerende rol te versterken en het besluitvormingsproces transparanter te maken.

Verduidelijking van teksten

Tot slot zal de herschikking van de elektriciteitsverordening, de verordening betreffende het Agentschap en de elektriciteitsrichtlijn worden gebruikt voor een aantal redactionele verduidelijkingen met betrekking tot een aantal bestaande voorschriften en voor de herstructurering ervan, teneinde de uitermate technische voorschriften van de drie handelingen begrijpelijker te maken, waarbij de inhoud van de bepalingen onverlet wordt gelaten.

Samenhang met andere bepalingen en voorstellen op het beleidsterrein

Het initiatief betreffende de opzet van de markt is nauw verbonden met andere wetgevingsvoorstellen inzake energie en klimaat die tegelijkertijd worden ingediend. Daartoe behoren met name initiatieven om de energie-efficiëntie van Europa te verbeteren, een pakket betreffende hernieuwbare energie en het overkoepelende initiatief betreffende governance- en verslagleggingsmechanismen voor de energie-unie. Al deze initiatieven zijn gericht op de implementatie van de nodige maatregelen ter verwezenlijking van de doelstelling van een concurrerende, zekere en duurzame energie-unie. De verschillende initiatieven die uit meerdere wetgevende en niet-wetgevende hefbomen bestaan, zijn samengevoegd tot pakketten teneinde een zo groot mogelijk mate van samenhang tussen de verschillende, maar nauw verbonden beleidsvoorstellen te waarborgen.

11 Zie bijvoorbeeld artikel 9 van Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot

vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24).

Het onderhavig voorstel is weliswaar gericht op het bijwerken van de marktvoorschriften teneinde te waarborgen dat de transitie naar schone energie in economisch opzicht voordelig is, maar er vinden synergie-effecten plaats tussen deze bepalingen en het bredere EU- beleidskader inzake klimaat en energie. Dat verband wordt nader verklaar in de

effectbeoordeling van de Commissie 12 .

Het voorstel hangt nauw samen met het voorstel voor een herziene richtlijn hernieuwbare energie en biedt een kader ter verwezenlijking van de doestelling betreffende hernieuwbare energie voor 2030, waartoe ook beginselen behoren die verband houden met ondersteuningsregelingen voor hernieuwbare energiebronnen waardoor deze meer marktgericht, kostenefficiënt en geregionaliseerd wat betreft de werkingssfeer worden in gevallen waarin de lidstaten besluiten de ondersteuningsregelingen te handhaven. Dergelijke maatregelen die zijn gericht op de integratie van hernieuwbare energie in de markt, zoals bepalingen betreffende dispatching, marktgerelateerde belemmeringen voor elektriciteitsproductie voor de eigen behoefte en andere voorschriften inzake de toegang tot de markt, die voorheen deel uitmaakten van de richtlijn hernieuwbare energie, zijn nu geïntegreerd in de elektriciteitsverordening en de elektriciteitsrichtlijn.

Het voorstel voor een verordening inzake de governance van de energie-unie zal bijdragen tot de samenhang van het beleid, doordat de verplichtingen betreffende planning en verslaglegging door de lidstaten worden gestroomlijnd en daardoor de convergentie in de richting van de op EU-niveau vastgestelde energie- en klimaatdoelstellingen wordt bevorderd. De verordening is een nieuw plannings-, verslagleggings- en toezichtsinstrument waarmee in het oog wordt gehouden welke vorderingen een lidstaat maakt wat betreft de implementatie van Europabrede marktvereisten die krachtens de onderhavige handelingen worden vastgesteld.

Het voorstel voor een verordening betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector vult het onderhavige voorstel aan en is in het bijzonder gericht op overheidsmaatregelen ter beheersing van elektriciteitscrisissituaties en ter preventie van kortetermijnrisico's voor het elektriciteitssysteem.

Het onderhavige voorstel sluit nauw aan bij het mededingingsbeleid van de Commissie op het gebied van energie. In het voorstel zijn met name de resultaten van het sectoronderzoek van de Commissie naar capaciteitsmechanismen geïntegreerd, waardoor volledige overeenstemming met het beleid van de Commissie inzake de handhaving van de staatssteunregelgeving betreffende energie wordt gewaarborgd.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Het voorstel is gericht op de verwezenlijking van de belangrijkste doelstellingen van de energie-unie die deel uitmaken van de kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering. Zoals reeds vermeld, sluiten de details van het pakket ook aan bij de recente wereldwijde verbintenis van de Unie betreffende het behalen van ambitieuze klimaatdoelstellingen krachtens de op de 21e VN-Conferentie van de Partijen (COP21) in Parijs gesloten klimaatovereenkomst. Het onderhavige voorstel en het voorstel voor de herziening van de EU-regeling voor de emissiehandel dat in juli 2015 is gedaan, versterken elkaar en vullen elkaar aan.

12 [PB: verwijzing naar effectbeoordeling invoegen]

Het voorstel draagt ook bij tot de verwezenlijking van de EU-doelstellingen betreffende de totstandbrenging van werkgelegenheid en groei, aangezien de herziening van de opzet van de elektriciteitsmarkt erop is gericht de energiemarkt van Europa concurrerender en toegankelijker voor nieuwe energietechnologieën te maken. Door het voorstel ontstaan mogelijkheden op de markt ten aanzien van nieuwe technologieën, waardoor de ingebruikname van een aantal diensten en producten wordt bevorderd. Daardoor krijgen Europese ondernemingen een pioniersvoordeel naarmate de energietransitie wereldwijd vordert.

  • 2. 
    RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor de voorgestelde maatregelen is artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) dat zorgt voor geconsolideerde en duidelijkere bevoegdheden van de EU op het gebied van energie. Overeenkomstig artikel 194 VWEU zijn de belangrijkste doelstellingen van het energiebeleid van de EU de werking van de energiemarkt te waarborgen, de continuïteit van de energievoorziening in de Unie te waarborgen, energie-efficiëntie, energiebesparing en de ontwikkeling van nieuwe en duurzame energie te stimuleren en de interconnectie van energienetwerken te bevorderen.

Het onderhavige initiatief bouwt tevens voort op een uitgebreide reeks rechtshandelingen die gedurende de afgelopen twintig jaar zijn vastgesteld en bijgewerkt. Teneinde een interne energiemarkt tot stand te brengen, heeft de EU tussen 1996 en 2009 drie opeenvolgende wetgevingspakketten vastgesteld, met als overkoepelende doelstelling de integratie van de markten en de liberalisering van de nationale elektriciteits- en gasmarkten. De bepalingen daarvan hebben betrekking op uiteenlopende aspecten, variërend van markttoegang en transparantie tot consumentenrechten en de onafhankelijkheid van regelgevende instanties.

Gezien de bestaande wetgeving en de stijgende tendens die de integratie van de energiemarkt vertoont, moet het onderhavige initiatief ook worden beschouwd als onderdeel van de aanhoudende inspanning om de integratie en het doeltreffende beheer van de energiemarkten van Europa te waarborgen.

Ook recente oproepen van de Europese Raad 13 en het Europees Parlement om op EU-niveau

actie te ondernemen teneinde een Europese energiemarkt tot stand te brengen, geven aanleiding om maatregelen te treffen.

Subsidiariteit

De voorgestelde veranderingen van de verordening betreffende elektriciteitsmarkten, de richtlijn betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en de verordening tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators zijn nodig voor de verwezenlijking van een geïntegreerde EU- elektriciteitsmarkt en kunnen op nationaal niveau niet op een even efficiënte manier tot stand

13 In februari 2011 heeft de Europese Raad de doelstelling vastgelegd de interne energiemarkt tegen 2014 te voltooien en interconnectie tot stand te brengen om tegen 2015 een einde te maken aan de geïsoleerde positie van de netten van bepaalde lidstaten. In juni 2016 heeft de Europese Raad verder opgeroepen tot een strategie voor de eengemaakte markt voor energie, waarbij de Commissie actieplannen tegen 2018 moet voorstellen en deze moeten worden uitgevoerd.

worden gebracht. Zoals gedetailleerd uiteengezet in de evaluatie van de herschikking van de

wetgevingshandelingen 14 , is gebleken dat geïsoleerde nationale benaderingen hebben geleid

tot vertragingen bij de totstandbrenging van de interne energiemarkt en tot suboptimale en onverenigbare regelgevende maatregelen, onnodige overlapping van interventies en vertragingen bij het corrigeren van marktinefficiënties. De totstandbrenging van een interne energiemarkt die concurrerende en duurzame energie aan iedereen biedt, kan niet worden bereikt op basis van versnipperde nationale voorschriften die betrekking hebben op de handel in energie, het beheer van het gezamenlijk gebruikte net en een bepaalde mate van productstandaardisering.

De toenemende interconnectie van de EU-elektriciteitsmarkten vereist een grotere mate van coördinatie van de nationale actoren. Vanwege de onderlinge afhankelijkheid op het gebied van energie en de netinterconnecties hebben beleidsinterventies in de elektriciteitssector een rechtstreeks effect op aangrenzende lidstaten. Het wordt steeds moeilijker om de stabiliteit van het net en het efficiënt beheer ervan uitsluitend op nationaal niveau te waarborgen, aangezien het risico op overloopeffecten groter wordt door de toenemende grensoverschrijdende handel, de ingebruikname van gedecentraliseerde opwekking en de versterkte participatie van de consumenten. Geen enkel land kan zelfstandig doeltreffend handelen en de consequenties van unilaterale actie zijn gaandeweg duidelijker geworden. Dit algemene beginsel is van toepassing op alle maatregelen die in het onderhavige voorstel zijn opgenomen, variërend van maatregelen met betrekking tot de energiehandel tot het beheer van het en de doeltreffende participatie van de consumenten.

Gemeenschappelijke regionale kwesties die een gecoördineerd besluit vereisen, hebben vaak een significante economische impact op afzonderlijke lidstaten, maar het is gebleken dat vrijwillige samenwerking, hoe nuttig deze ook mag zijn op vele gebieden van samenwerking tussen de lidstaten, vaak niet afdoende is wanneer zich in technisch opzicht complexe

conflicten met significante distributieve effecten tussen lidstaten voordoen 15 . Bestaande

initiatieven op vrijwillige basis, zoals het Pentalateraal Energieforum, hebben bovendien een beperkt geografisch bereik, aangezien zij slechts betrekking hebben op delen van de EU- elektriciteitsmarkt en niet noodzakelijkerwijs op een combinatie van alle landen die in fysieke zin de hoogste mate van interconnectie hebben.

Een concreet voorbeeld is dat ongecoördineerd nationaal beleid betreffende de beginselen die aan distributietarieven ten grondslag liggen, de interne markt zodanig kunnen verstoren dat er grote verschillen zijn tussen de manieren waarop de marktdeelname van diensten inzake gedistribueerde opwekking of energieopslag wordt gestimuleerd. Met het oog op de ingebruikname van nieuwe technologieën en energiediensten die steeds meer over grenzen heen worden verhandeld, is EU-actie van groot belang om een gelijk speelveld en efficiëntere marktresultaten voor alle betrokken partijen te waarborgen.

De coördinerende functie van ACER is aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen op de energiemarkten, zoals de toegenomen behoefte aan coördinatie vanwege grotere energiestromen over de grenzen heen en de grotere energieproductie uit vluchtige HE-E. De onafhankelijke nationale regulerende instanties (NRI's) zijn van groot belang voor het regelgevend toezicht op hun nationale energiesector. Een systeem waarbij de onderlinge

14 [PB: verwijzing naar gedeelte van de effectbeoordeling over de evaluatie toevoegen].

15 Zie bijvoorbeeld de discussie over congestiebeheer in Midden-Europa, waar uiteenlopende nationale

belangen hebben geleid tot significante vertragingen met betrekking tot het verhogen van de marktintegratie.

afhankelijkheid van de lidstaten wat betreft markttransacties en systeembeheer steeds toeneemt, vergt regelgevend toezicht dat verder reikt dan nationale grenzen. Het orgaan ACER is opgericht om te voorzien in dergelijk regelgevend toezicht wat betreft situaties waarbij meer dan twee lidstaten zijn betrokken. De belangrijkste rol van ACER als coördinator van de acties van de nationale regulators wordt gehandhaafd; verder zijn aan ACER beperkte aanvullende bevoegdheden toegekend op gebieden waarop versnipperde nationale besluitvorming inzake kwesties met grensoverschrijdende relevantie zou leiden tot problemen of inconsistenties wat betreft de interne markt. De oprichting van regionale operationele centra (ROC's) in het kader van de [herschikking van Verordening (EG) nr. 714/2009 i als voorgesteld bij COM(2016) 861 i/2] vereist bijvoorbeeld supranationaal toezicht dat door ACER moet worden uitgevoerd, aangezien meerdere lidstaten onder de ROC's vallen. Verder zijn bij de invoering van een EU-brede gecoördineerde beoordeling van de toereikendheid in het kader van de [herschikking van Verordening (EG) nr. 714/2009 i als voorgesteld bij COM(2016) 861 i/2] regelgevende goedkeuring van de bijbehorende methodologie en berekeningen nodig die alleen door ACER kunnen worden verricht, aangezien de beoordeling van de toereikendheid in alle lidstaten moet worden uitgevoerd.

Door de toewijzing van nieuwe taken heeft ACER weliswaar meer personeel nodig, maar door de coördinerende rol van ACER worden de lasten voor de nationale overheden verlaagd, zodat er op nationaal niveau administratieve middelen vrijkomen. De voorgestelde benadering zorgt ervoor dat de regelgevingsprocedures worden gestroomlijnd (bijvoorbeeld doordat ACER rechtstreeks goedkeuring verleent en dit niet 28 keer afzonderlijk hoeft plaats te vinden). Door de gecoördineerde ontwikkeling van methodologieën (bijvoorbeeld met betrekking tot de beoordeling van de toereikendheid) wordt de werklast voor de nationale autoriteiten verlaagd en hoeven er geen extra werkzaamheden te worden verricht als gevolg van potentiële problemen door nationale regelgevende acties die niet op elkaar aansluiten.

Evenredigheid

Met de in de elektriciteitsverordening, de elektriciteitsrichtlijn en de verordening betreffende het Agentschap opgenomen beleidskeuzen wordt gestreefd naar aanpassing van de opzet van de elektriciteitsmarkt aan het toenemende aandeel van gedecentraliseerde opwekking en aan voortschrijdende technologische ontwikkelingen.

De voorgestelde hervormingen zijn uitsluitend gericht op hetgeen noodzakelijk is om de nodige vooruitgang voor de interne markt tot stand te brengen, waarbij de lidstaten, de nationale regulators en de nationale actoren zo veel mogelijk bevoegdheden en verantwoordelijkheden hebben.

De opties waarbij een grotere mate van harmonisering plaatsvindt, bijvoorbeeld de invoering van een enkele onafhankelijke Europese energieregulator, een enkele geïntegreerde Europese transmissiesysteembeheerder of een eenvoudig verbod op overheidsmaatregelen zonder mogelijkheden tot vrijstelling, zijn in de effectbeoordeling stuk voor stuk terzijde geschoven. Met de voorstellen wordt in plaats daarvan gestreefd naar evenwichtige oplossingen waarmee de nationale werkingssfeer betreffende regelgevende maatregelen enkel wordt beperkt wanneer gecoördineerde maatregelen duidelijk meer voordelen voor de consumenten opleveren.

De aangenomen beleidsopties zijn erop gericht een gelijk speelveld te creëren voor alle opwekkingstechnologieën en verstoringen van de markt weg te werken, waardoor er onder meer voor wordt gezorgd dat hernieuwbare energiebronnen op gelijke voet de concurrentie op de energiemarkt kunnen aangaan. Bovendien zouden alle marktdeelnemers er in financieel opzicht verantwoordelijkheid voor dragen dat het net in evenwicht blijft. Belemmeringen voor diensten die het net van flexibiliteit voorzien, zoals vraagresponsdiensten, zullen worden verwijderd. Daarnaast zijn de maatregelen erop gericht de liquiditeit van de kortetermijnmarkt te verhogen, zodat schaarste naar behoren invloed heeft op prijsschommelingen en die schommelingen passende prikkels voor een flexibel net bieden.

Verder zullen de lidstaten op retailmarktniveau worden aangemoedigd om allesomvattende prijsregulering geleidelijk af te schaffen, te beginnen met beneden de kostprijs liggende tarieven. Kwetsbare afnemers kunnen worden beschermd door middel van een overgangsregeling met betrekking tot prijsregulering. Om de concurrentie aan te scherpen en overstappen aan te moedigen, zal het gebruik van opzegvergoedingen aan banden worden gelegd. Daarnaast zullen overkoepelende beginselen worden vastgesteld om te waarborgen dat energierekeningen duidelijk en gemakkelijk te begrijpen zijn, en zal op nietdiscriminerende basis toegang tot consumentengegevens worden verleend, waarbij algemene privacybepalingen worden nageleefd.

Overeenkomstig de ontwikkeling van de grensoverschrijdende handel in elektriciteit en de geleidelijke integratie van de markt, zal het institutionele kader zodanig worden aangepast dat het tegemoetkomt aan de behoefte aan aanvullende samenwerking op regelgevingsgebied en aan nieuwe taken voor ACER. ACER krijgt aanvullende taken, met name met betrekking tot regionale samenwerking inzake het energiesysteem, waarbij de nationale regulators hun centrale rol bij de regelgeving op energiegebied blijven spelen.

Alle opties zijn in het kader van de effectbeoordeling bij dit voorstel grondig onderzocht om vast te stellen of zij aan de evenredigheidseisen voldoen. Er moet op worden gewezen dat het voorgestelde beleid is gebaseerd op een compromis tussen bottom-up initiatieven en top-down sturing van de markt. In het kader van de evenredigheid zijn de maatregelen op geen enkele wijze een vervanging van de rol die de nationale overheden, de NRI's en de TSB's spelen bij de uitvoering van uiteenlopende kritieke functies. De nationale regulators worden zelfs aangemoedigd op een meer doeltreffende wijze op regionaal niveau zowel formeel als informeel bijeen te komen teneinde kwesties in verband met het beheer van het elektriciteitssysteem aan te pakken op een schaal die overeenkomt met de schaal van het desbetreffende probleem.

De maatregelen zijn geenszins gericht op een benadering met "volledige harmonisering", maar streven ernaar een gelijk speelveld voor alle marktspelers te creëren, met name wanneer de mogelijkheden van de markt verder reiken dan de nationale grenzen. Uiteindelijk is een bepaalde mate van standaardisering van voorschriften en producten essentieel voor doeltreffende elektriciteitshandel over de grenzen heen. Beslissingen betreffende het beheer van het net zouden daarentegen leiden tot suboptimale marktresultaten indien deze worden overgelaten aan de lidstaten afzonderlijk en aan geïsoleerd handelende regulators. Uit de ervaringen die zijn opgedaan met het opstellen en vaststellen van gemeenschappelijke net- en handelsvoorschriften (zogeheten "netcodes" en "richtsnoeren") sinds het derde energiepakket van 2009 is gebleken dat het samenbrengen van regulators en nationale autoriteiten teneinde tot overeenstemming te komen over gemeenschappelijke voorschriften en methodologieën, zowel op hoog niveau als betreffende technische beginselen, een duidelijke meerwaarde oplevert.

Wat betreft het concurrentievermogen is er een steeds diepere kloof tussen de retail- en wholesalemarkten: de retailmarkten schieten nog steeds te kort wat betreft het dienstenaanbod en tastbare voordelen voor de consumenten. De voorgestelde maatregelen zijn gericht op het toezicht op energiearmoede, de transparantie en duidelijkheid in verband met informatie voor consumenten en de toegang tot gegevens, en leiden derhalve niet tot een onnodige beperking van nationale bevoegdheden.

Keuze van het rechtsinstrument

Met het voorstel worden de belangrijkste rechtshandelingen van het derde energiepakket gewijzigd. Daartoe behoren de elektriciteitsverordening (Verordening (EG) nr. 714/2009 i), de elektriciteitsrichtlijn (Richtlijn 2009/72/EG i) en de verordening tot oprichting van ACER (Verordening (EG) nr. 713/2009 i). Door de keuze voor een herschikking van de genoemde rechtshandelingen zal de rechtszekerheid worden verbeterd. Een wijzigingshandeling was wellicht niet afdoende geweest met het oog op een brede reeks nieuwe bepalingen. De keuze van het instrument zorgt derhalve voor een herziening van reeds vastgestelde en ten uitvoer gelegde voorschriften als natuurlijke ontwikkeling van de huidige wetgeving.

  • 3. 
    RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

De diensten van de Commissie hebben de prestaties van het huidige wetgevingskader (het derde energiepakket) op vijf punten beoordeeld: relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie, coherentie en toegevoegde waarde voor de EU. Naast de effectbeoordeling is een op zichzelf staande evaluatie uitgevoerd en de resultaten daarvan zijn opgenomen in de probleemanalyse van de effectbeoordeling.

Uit de evaluatie is gebleken dat de doelstellingen van het derde energiepakket, versterken van de concurrentie en verwijden van belemmeringen voor grensoverschrijdende concurrentie op de elektriciteitsmarkten, al met al zijn verwezenlijkt. De actieve versterking van de wetgeving heeft positieve resultaten voor de elektriciteitsmarkten en de consumenten opgeleverd en in het algemeen zijn de markten minder geconcentreerd en meer geïntegreerd dan in 2009. Wat betreft de retailmarkten zijn in het kader van het derde energiepakket nieuwe consumentenrechten ingevoerd, waardoor de positie van de consument op de energiemarkten duidelijk is verbeterd.

Op een aantal gebieden, zowel op wholesale- als op retailniveau, hebben de voorschriften van het derde energiepakket echter slechts in beperkte mate bijgedragen tot de ontwikkeling van de interne elektriciteitsmarkt. In het algemeen is uit de evaluatie gebleken dat nog veel vorderingen kunnen worden gemaakt door het kader voor de opzet van de markt te verbeteren. Zo zijn de algemene welvaart en de uiteindelijke voordelen voor de consument voor verbetering vatbaar. Op het niveau van de wholesalemarkten zijn er nog steeds belemmeringen voor de grensoverschrijdende handel en worden de interconnectorcapaciteiten zelden ten volle benut. Dit is onder meer te wijten aan onvoldoende samenwerking tussen de nationale netbeheerders en de regulators wat betreft het gedeeld gebruik van interconnectoren. In veel gevallen worden doeltreffende grensoverschrijdende oplossingen nog steeds belemmerd door het nationale perspectief van de betrokken partijen, waardoor grensoverschrijdende stromen uiteindelijk worden beperkt. Dit beeld geldt niet voor alle markten en tijdsbestekken: de mate van integratie van de day-ahead-, intraday- en balanceringsmarkten varieert.

Wat betreft de retailmarkten kunnen de prestaties op het gebied van concurrentie aanzienlijk worden verbeterd. De elektriciteitsprijzen variëren nog sterk van lidstaat tot lidstaat om nietmarktgerelateerde redenen, en de prijzen voor huishoudens zijn gestaag gestegen als gevolg van significante stijgingen van de onbetwistbare tarieven (dat wil zeggen netwerkkosten, belastingen en heffingen) die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. Wat betreft de consumentenbescherming zijn de stijgende energiearmoede en de onduidelijkheid betreffende de manier waarop de kwetsbaarheid van consumenten en de energiearmoede het best kunnen worden aangepakt nadelig geweest voor het verdiepen van de interne energiemarkt. Overstapgerelateerde tarieven, waaronder opzegvergoedingen, vormen nog steeds een significante financiële belemmering voor de betrokkenheid van de consument. Daarnaast

blijkt uit het grote aantal klachten in verband met de facturering 16 dat de vergelijkbaarheid en

de duidelijkheid van factureringsinformatie nog aanzienlijk kunnen worden verbeterd.

Niet alleen zijn er tekortkomingen wat betreft de verwezenlijking van de oorspronkelijke doelstellingen van het derde energiepakket, er is ook een nieuwe reeks uitdagingen waarmee geen rekening is gehouden tijdens het opstellen van dat pakket. Zoals reed vermeld, behoren daartoe de zeer sterke toename van hernieuwbare bronnen voor de elektriciteitsopwekking, de toename van het aantal overheidsmaatregelen betreffende de elektriciteitsmarkten met het oog op de voorzieningszekerheid en de wijzigingen die op technologisch vlak plaatsvinden. Dit heeft geleid tot significante veranderingen wat betreft de manier waarop markten werken, met name de afgelopen vijf jaar, tot een vermindering van het positieve effect van de hervormingen voor de consument en tot een onvolledige benutting van het potentieel van modernisering. De bestaande wetgeving kan derhalve niet goed op deze ontwikkelingen reageren.

In overeenstemming met de resultaten van de evaluatie en de daarmee samenhangende effectbeoordeling streeft het onderhavige voorstel ernaar deze lacune weg te werken en een kader voor te stellen dat het mogelijk maakt rekening te houden met de technologische ontwikkelingen in de sector, terwijl in onze energiesystemen een transitie plaatsvindt in de richting van nieuwe productie- en verbruiksmodellen.

Raadpleging van belanghebbenden

Ter voorbereiding op het onderhavige initiatief heeft de Commissie meerdere openbare raadplegingen uitgevoerd. Deze stonden open voor EU-burgers, autoriteiten van de lidstaten, deelnemers aan de energiemarkt en organisaties die hun belangen behartigen alsmede andere relevante belanghebbenden, waaronder het mkb en energieverbruikers.

Hier komen met name drie raadplegingen en de resultaten daarvan aan bod:

  • 1) 
    Kwesties in verband met de toereikendheid van hulpbronnen waren het onderwerp van een

openbare raadpleging 17 die plaatsvond van 15 november 2012 tot 7 februari 2013

("Consultation on generation adequacy, capacity mechanisms, and the internal market in

16 Europese Commissie (2016), "Second Consumer Market Study on the functioning of retail electricity markets for consumers in the EU" ("Tweede consumentenmarktonderzoek naar de werking van retailelektriciteitsmarkten voor consumenten in de EU").

17 Europese Commissie (2012), "Consultation Paper on generation adequacy, capacity mechanisms and the internal market in electricity" ("Raadplegingsdocument over de toereikendheid van de opwekking, controlemechanismen en de interne markt voor elektriciteit")

https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/20130207_generation_adequacy_consultation_do cument.pdf .

electricity", "Raadpleging over de toereikendheid van de opwekking, controlemechanismen en de interne markt voor elektriciteit"). Deze raadpleging was gericht op het inwinnen van de meningen van belanghebbenden over het waarborgen van de toereikendheid van de hulpbronnen en de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening op de interne markt.

Er zijn 148 afzonderlijke antwoorden van overheidsinstanties, de industrie (zowel van de productie- als van de verbruikszijde) en de academische wereld ontvangen. Gedetailleerde

diagrammen over de reacties op de raadpleging zijn online beschikbaar 18 , evenals alle afzonderlijke bijdragen en een samenvatting van de resultaten van de raadpleging 19 .

  • 2) 
    Een openbare raadpleging over retailmarkten voor elektriciteit en eindverbruikers 20 vond

plaats van 22 januari 2014 tot 17 april 2014. De Commissie ontving 237 reacties op de raadpleging, waarbij 20 % van de antwoorden afkomstig was van energieleveranciers, 14 % van DSB's, 7 % van consumentenorganisaties en 4 % van NRI's. Bovendien nam een groot aantal afzonderlijke burgers deel aan de raadpleging. Een samenvatting van de reacties is

beschikbaar op de website van de Commissie 21 .

  • 3) 
    Een uitgebreide openbare raadpleging over een nieuwe opzet van de energiemarkt 22 vond

plaats van 15 juli 2015 tot 9 oktober 2015.

De Commissie heeft 320 antwoord op deze raadpleging ontvangen. Ongeveer 50 % van de reacties was afkomstig van nationale of EU-brede brancheorganisaties. 26 % van de antwoorden was afkomstig van bedrijven die actief zijn in de energiesector (leveranciers, tussenpersonen, verbruikers) en 9 % van netbeheerders. Verder reageerden 17 nationale overheden en meerdere NRI's op de raadpleging. Bovendien nam een groot aantal afzonderlijke burgers en academische instellingen deel aan de raadpleging. Een gedetailleerde beschrijving van de standpunten van de belanghebbenden over alle specifieke beleidsopties is opgenomen in de effectbeoordeling bij dit wetgevingsinitiatief.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Bij de voorbereiding van de voorgestelde verordening en de effectbeoordeling is gebruikgemaakt van een grote hoeveelheid materiaal waarnaar wordt verwezen in de voetnoten in de effectbeoordeling. Daartoe behoren bijna 30 studies en modelleringshulpmiddelen die voornamelijk door onafhankelijke externe partijen zijn gebruikt om de specifieke opties met betrekking tot het onderhavige voorstel te beoordelen. Bijlage V van de effectbeoordeling omvat een volledige opsomming hiervan. Bij de studies

18

https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/Charts_Public%20Consultation%20Reta il%20Energy%20Market.pdf

19 Europese Commissie (2012), "Consultation Paper on generation adequacy, capacity mechanisms and the internal market in electricity" ("Raadpleging over de toereikendheid van de opwekking, controlemechanismen en de interne markt voor elektriciteit").

https://ec.europa.eu/energy/en/consultations/consultation-generation-adequacy-capacity-mechanismsand-internal-market-electricity

20 Europese Commissie (2014), raadpleging over de retailmarkt voor energie

https://ec.europa.eu/energy/en/consultations/consultation-retail-energy-market

21

https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/Charts_Public%20Consultation%20Reta il%20Energy%20Market.pdf

22 Europese Commissie (2015), raadpleging over de nieuwe opzet van de energiemarkt COM(2015) 340 i

final https://ec.europa.eu/energy/en/consultations/public-consultation-new-energy-market-design .

zijn uiteenlopende methodologieën toegepast, waarbij het accent op kwantitatieve ramingen in het kader van economische en sociale kosten-batenanalyses lag.

Daarnaast heeft de Commissie een sectoronderzoek verricht naar nationale capaciteitsmechanismen. Van de tussentijdse resultaten daarvan is gebruikgemaakt tijdens de

voorbereidingsfase van het onderhavige voorstel 23 . De resultaten van deze studies vormden

een aanvulling op de hierboven vermelde uitgebreide reacties van de belanghebbenden. De Commissie beschikte dan ook over uitgebreide basisgegevens ter onderbouwing van de huidige voorstellen.

Effectbeoordeling

Alle voorgestelde maatregelen worden ondersteund door de effectbeoordeling. Op 7 november 2016 heeft de Raad voor regelgevingstoetsing een gunstig advies uitgebracht. In bijlage I van de effectbeoordeling is uiteengezet op welke manier rekening is gehouden met de standpunten van de Raad voor regelgevingstoetsing.

In de effectbeoordeling is een aantal beleidsopties voor elke geconstateerd reeks problemen onderzocht. Hieronder worden deze reeksen problemen en de alternatieve trajecten met betrekking tot maatregelen opgesomd:

De opzet van de markt aanpassen aan de toename van hernieuwbare energie en de technologische ontwikkeling

De effectbeoordeling ondersteunt de versterking van de huidige marktvoorschriften teneinde de bestaande verstoringen van de markt weg te werken en daardoor een gelijk speelveld voor alle opwekkingstechnologieën en hulpbronnen tot stand te brengen. Voorschriften die zorgen voor discriminatie van bepaalde hulpbronnen en die de toegang van bepaalde technologieën tot het elektriciteitsnet beperken of bevorderen, worden aangepakt. Daarnaast zouden alle marktdeelnemers financiële verantwoordelijkheid dragen voor op het net veroorzaakte onevenwichtigheden en zouden alle hulpbronnen op de markt op gelijke voorwaarden worden vergoed. Belemmeringen voor de vraagrespons zouden worden weggenomen. Met de gekozen optie zouden verder de kortetermijnmarkten worden versterkt door deze dichter bij realtime te brengen, waardoor optimale mogelijkheden worden geboden om aan flexibiliteitsbehoeften te voldoen, en door de balanceringsmarkten efficiënter te maken. De gekozen optie omvat maatregelen die zouden helpen om alle flexibele gedistribueerde hulpbronnen met betrekking tot opwekking, vraag en opslag bij de markt te betrekken door middel van passende stimulansen, een marktkader dat hierbij beter aansluit en maatregelen om de stimulansen voor de DSB's te versterken.

Een niet-regelgevende benadering werd van de hand gewezen, aangezien hierdoor weinig mogelijkheden worden geboden voor het verbeteren van de markt en het waarborgen van een gelijk speelveld voor alle hulpbronnen. Het huidige EU-regelgevingskader is op de betrokken gebieden beperkt en op andere gebieden ontbreekt het volledig. Daarnaast werd ervan uitgegaan dat door vrijwillige samenwerking niet kon worden voorzien in het passende niveau van harmonisering of zekerheid voor de markt. Ook de optie met volledige harmonisering van de marktvoorschriften werd van de hand gewezen, aangezien de desbetreffende veranderingen zouden kunnen indruisen tegen het evenredigheidsbeginsel en deze veranderingen al met al

23 Tussentijds verslag over het sectoronderzoek naar capaciteitsmechanismen, C(2016) 2107 final.

onnodig zouden zijn gezien de toestand waarin de Europese energiemarkten momenteel verkeren.

Toekomstige investeringen in opwekking bevorderen en ongecoördineerde capaciteitsmechanismen aanpakken

Er zijn meerdere beleidsopties beoordeeld die verder gaan dan het basisscenario, waarbij bij elke optie in een bepaalde mate afstemming en coördinatie op EU-niveau tussen de lidstaten werd voorgesteld alsmede een bepaalde mate waarin de marktdeelnemers afhankelijk zouden zijn van energiemarktbetalingen.

Bij een optie betreffende de zogeheten "energy-only-markt" zouden de Europese markten zodanig worden verbeterd en gekoppeld dat wordt voorzien in de nodige prijssignalen om investeringen in nieuwe hulpbronnen en op de juiste plekken te stimuleren. Bij een dergelijk scenario zouden capaciteitsmechanismen niet meer nodig zijn.

De gekozen optie bouwt voort op dit "energy-only-market"-scenario, maar wijst niet van de hand dat lidstaten capaciteitsmechanismen kunnen gebruiken mits deze zijn gebaseerd op een gezamenlijke methodologie voor de beoordeling van de langetermijntoereikendheid van hulpbronnen die op basis van volledige transparantie wordt uitgevoerd door ENTSB-E en ACER en mits deze beschikken over gemeenschappelijke ontwerpkenmerken met het oog op een hogere mate van verenigbaarheid tussen nationale capaciteitsmechanismen en geharmoniseerde grensoverschrijdende samenwerking. Deze optie bouwt voort op de richtsnoeren van de Europese Commissie inzake staatssteun voor milieubescherming en energie 2014-2020 en op het sectoronderzoek naar capaciteitsmechanismen.

Een niet-regelgevende aanpak werd afgewezen, aangezien de bestaande bepalingen krachtens de EU-wetgeving niet duidelijk en robuust genoeg zijn om het hoofd te bieden aan de uitdagingen waarmee het Europese elektriciteitssysteem wordt geconfronteerd. Bovendien kan door vrijwillige samenwerking wellicht niet worden voorzien in het passende niveau van harmonisering of zekerheid voor de markt. Er moet op dit gebied wetgeving worden vastgesteld teneinde de kwesties op samenhangende wijze aan te pakken. De optie waarbij op basis van regionale of EU-brede beoordelingen van de toereikendheid van de opwekking gehele regio's of uiteindelijk alle EU-lidstaten verplicht zouden worden om capaciteitsmechanismen uit te rollen, is van de hand gewezen als buitenproportioneel.

Onbevredigende prestaties van de retailmarkten: langzame uitvoering en laag niveau van dienstverlening

Bij de voorkeursoptie schaffen de lidstaten allesomvattende prijsregulering geleidelijk af, te beginnen met beneden de kostprijs liggende tarieven, waarbij een in EU-wetgeving vastgestelde termijn geldt. Bij deze optie is een tariefregulering voor kwetsbare afnemers in het kader van een overgangsregeling toegestaan. Om de participatie van de consumenten te versterken, wordt het gebruik van opzegvergoedingen aan banden gelegd. Het vertrouwen van de consument in vergelijkende websites moet worden bevorderd door middel van een certificeringsinstrument dat door de nationale autoriteiten wordt geïmplementeerd. Bovendien zal door middel van overkoepelende beginselen worden gewaarborgd dat energierekeningen duidelijk en gemakkelijk te begrijpen zijn, waarbij minimumeisen aan de inhoud worden gesteld. Verder moeten de lidstaten controleren hoeveel huishoudens onder energiearmoede lijden. Om de ontwikkeling van nieuwe diensten door nieuwe marktdeelnemers en energiedienstverleners mogelijk te maken, wordt tot slot niet-discriminerende toegang tot consumentengegevens gewaarborgd.

Tot de andere opties die in overweging zijn genomen, maar van de hand zijn gewezen, behoren volledige harmonisering van de consumentenwetgeving met uitgebreide waarborgen voor de consumenten, op EU-niveau vastgestelde uitzonderingen op de prijsregulering op basis van een verbruiksdrempel of een prijsdrempel, een standaard gegevensverwerkingsmodel dat wordt gehandhaafd door een neutrale marktspeler, zoals een TSB, die tevens de verantwoordelijkheid ervoor draagt, een verbod op alle overstapvergoedingen, inclusief opzegvergoedingen, alsmede gedeeltelijke harmonisering van de inhoud van energiefacturen, en tot slot een EU-kader voor het controleren van de energiearmoede op basis van een door de lidstaten uitgevoerd onderzoek naar de energieefficiëntie van de woningvoorraad alsmede invoering van preventieve maatregelen waarmee afsluitingen worden voorkomen. Al deze opties zijn afgewezen, omdat ze niet voldoen aan de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Handhaven van de status quo werd door nagenoeg alle geraadpleegde belanghebbenden evenmin als haalbare optie beschouwd.

Versterking van het institutionele kader en de rol van het Agentschap

Het institutionele kader van het derde pakket is erop gericht de samenwerking tussen de NRI's en tussen de TSB's te bevorderen. ACER en de ENTSB's hebben sinds hun oprichting een belangrijke rol gespeeld bij de vorderingen die zijn gemaakt in de richting van een werkende interne energiemarkt. Door de recente ontwikkelingen op de Europese energiemarkten die in de effectbeoordeling aan bod zijn gekomen en de daaropvolgende voorstellen betreffende het initiatief inzake de opzet van de markt, is een aanpassing van het institutionele kader echter noodzakelijk. Bovendien is uit de tenuitvoerlegging van het derde pakket gebleken dat sommige gebieden voor verbetering vatbaar zijn wat betreft het kader dat van toepassing is op ACER en de ENTSB's. Wat betreft de overwogen opties voor de hervorming van het institutionele kader is een scenario met ongewijzigd beleid afgewezen, aangezien hierdoor lacunes op het gebied van regelgeving en markttoezicht zouden ontstaan, in overeenstemming met zich ontwikkelende marktbepalingen die elders in dit voorstel aan bod komen en met de vooruitgang inzake secundaire wetgeving die op EU-niveau wordt geboekt.

Een niet-regelgevende aanpak betreffende "strengere handhaving" en vrijwillige samenwerking zonder nieuwe, aanvullende maatregelen ter aanpassing van het institutionele kader is in overweging genomen. Versterkte handhaving van bestaande wetgeving omvat voortzetting van de tenuitvoerlegging van het derde pakket en volledige tenuitvoerlegging van de netcodes en richtsnoeren – als beschreven bij de optie "ongewijzigd beleid" – in combinatie met strengere handhaving. Door strengere handhaving zou het huidige institutionele kader echter niet worden verbeterd.

Een wetgevende optie, waardoor ACER zou veranderen in een soort pan-Europese regulator, is eveneens in overweging genomen, maar uiteindelijk van de hand gewezen. Om ervoor te zorgen dat het Agentschap een dergelijke rol kan vervullen, zou het over een ruim aantal deskundigen moeten beschikken, waardoor het budget en het personeel van ACER aanzienlijk moeten worden opgeschroefd. Het lijkt verder passend om de betrokkenheid van de nationale regulators bij de besluitvorming van het Agentschap te handhaven en meerderheidsbesluiten door de nationale regulators niet stelselmatig te vervangen door besluiten door de directeur.

Dientengevolge zijn wetgevende opties om ACER op basis van het bestaande kader te versterken in overweging genomen. Met de in de effectbeoordeling ondersteunde optie wordt de aanpassing van het institutionele EU-kader aan de nieuwe werkelijkheid van het elektriciteitssysteem mogelijk gemaakt. Bovendien wordt tegemoetgekomen aan de daaruit voortvloeiende behoefte aan aanvullende regionale samenwerking en de bestaande en verwachte lacunes in de regelgeving inzake de energiemarkt, en wordt voorzien in flexibiliteit door middel van een combinatie van bottom-up en top-down benaderingen.

Teneinde de bestaande lacunes in de regelgeving wat betreft de regelgevende functies van de NRI's op regionaal niveau aan te pakken, wordt bij de beleidsinitiatieven in het kader van deze optie bovendien een flexibel regionaal regelgevingskader vastgesteld waarmee de regionale coördinatie en de besluitvorming door de NRI's worden versterkt. Bij deze optie wordt een stelsel van gecoördineerde regionale besluiten en toezicht op bepaalde kwesties door de NRI's van de regio ingevoerd (bijv. ROC's en anderen, uitgaande van de voorgestelde initiatieven inzake de opzet van de markt) en speelt ACER een rol bij het waarborgen van de belangen van de EU.

Grondrechten

Het onderhavige voorstel kan gevolgen hebben met betrekking tot een aantal grondrechten die zijn vastgesteld bij het EU-Handvest van de grondrechten, met name: het recht op eerbiediging van privéleven, familie-en gezinsleven (artikel 7), het recht op bescherming van persoonsgegevens (artikel 8), het verbod van discriminatie (artikel 21), het recht op sociale bijstand (artikel 34), toegang tot diensten van algemeen economisch belang (artikel 36), het recht op een hoog niveau van milieubescherming (artikel 37) en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte (artikel 47).

Hieraan komt het voorstel in het bijzonder tegemoet door middel van een aantal bepalingen inzake consumentenbescherming, energiearmoede, bescherming van kwetsbare afnemers, toegang tot diensten van algemeen economisch belang, gegevensbescherming en privacy.

Een samenvatting van de effectbeoordeling is beschikbaar op de website van de Commissie 24 ,

evenals het gunstige advies van de Raad voor regelgevingstoetsing.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Door het voorstel kunnen de administratieve vereisten in beperkte mate toenemen. Doordat een gelijk speelveld voor alle technologieën tot stand wordt gebracht, zodat deze optimaal aan de energiemarkten kunnen deelnemen, moeten deze technologieën bijvoorbeeld voldoen aan een aantal nalevingseisen inzake de markt, waardoor de administratieve werkbelasting enigszins kan toenemen.

De beoogde maatregelen ter verbetering van de liquiditeit en de integratie van de energiemarkten kunnen voor bedrijven ook enig effect op de korte termijn hebben, aangezien zij zich moeten aanpassen aan nieuwe regelingen inzake de energiehandel. Ten opzicht van het basisscenario (ongewijzigd beleid) blijkt dit effect echter minimaal te zijn, aangezien de economische voordelen van de hervorming ruimschoots opwegen tegen enige administratieve reorganisatie op de korte of lange termijn.

Bij de geleidelijke afschaffing van gereguleerde prijzen op lidstaatniveau moeten de NRI's verder meer inspanningen leveren wat betreft het toezien op de markten, het zorgen voor doeltreffende mededinging en het waarborgen van consumentenbescherming. Deze effecten kunnen worden opgevangen door een grotere mate van participatie van de consumenten, waardoor de mededinging op de markt op natuurlijke wijze wordt bevorderd.

24 [PB: verwijzing naar effectbeoordeling invoegen]

Door de reeks activiteiten die moeten worden uitgevoerd op grond van het bijgewerkte institutionele kader wordt er ook een nieuwe reeks eisen tot stand gebracht betreffende betrokkenheid op administratief niveau van de nationale regulators en transmissiesysteembeheerders. Hiertoe behoort participatie binnen ACER en via de besluitvormingsprocessen met het oog op het bereiken van overeenstemming over methodologieën en praktijken voor de soepele handel in energie aan de grens.

Een gedetailleerde beschrijving van de administratieve en economische impact van elke overwogen beleidsoptie op het bedrijfsleven en overheidsinstanties is opgenomen in hoofdstuk 6 van de effectbeoordeling.

  • 4. 
    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De gevolgen voor de begroting in verband met het voorstel in het kader van dit pakket hebben betrekking op de middelen van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) die zijn beschreven in het financieel memorandum bij het voorstel van de Commissie voor een herschikking van de verordening tot oprichting van ACER. In wezen moeten vanwege de door ACER uit te voeren nieuwe taken, met name wat betreft de beoordeling van de toereikendheid van het systeem en de oprichting van regionale operationele centra, in het Agentschap tot 2020 tot 18 aanvullende FTE's worden gecreëerd en moeten de daarvoor noodzakelijke financiële middelen ter beschikking worden gesteld. 5.

OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De Commissie zal toezicht houden op de omzetting en de naleving door de lidstaten en andere actoren van alle maatregelen die uiteindelijk worden aangenomen, en neemt handhavingsmaatregelen wanneer dat nodig is. De Commissie brengt richtsnoeren uit ter ondersteuning van de uitvoering van de goedgekeurde maatregelen, zoals zij eerder heeft gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van het derde energiepakket.

Wat het toezicht en de uitvoering betreft, zal de Commissie worden ondersteund door ACER.

De jaarlijkse rapportage door het Agentschap en de parallelle door de Commissie uitgevoerde evaluaties alsmede de rapportage door de Coördinatiegroep voor elektriciteit maken allemaal deel uit van de bepalingen van het huidige initiatief. Het agentschap wordt verzocht om de toezichtindicatoren verder te herzien om ervoor te zorgen dat ze relevant blijven voor de toetsing van de vooruitgang van de doelstellingen van de onderhavige voorstellen, zodat daarmee rekening kan worden gehouden, onder meer via het jaarlijkse markttoezichtverslag van ACER.

Parallel aan de voorgestelde initiatieven komt de Commissie met een initiatief betreffende de governance van de energie-unie, waarmee de planning, de rapportage en het toezicht worden vereenvoudigd. Op basis van dat initiatief betreffende de governance van de energie-unie worden de huidige bewakings- en rapportageverplichtingen van de Commissie en de lidstaten in het derde energiepakket geïntegreerd in horizontale voortgangs- en toezichtverslagen. Meer informatie over de stroomlijning van de toezicht- en rapportageverplichtingen is te vinden in de effectbeoordeling betreffende de governance van de Europese Unie.

Een uitgebreidere behandeling van toezichtmechanismen en benchmarkindicatoren is te vinden in hoofdstuk 8 van de effectbeoordeling.

  • 6. 
    T OELICHTING BIJ DE SPECIFIEKE BEPALINGEN VAN DE VOORSTELLEN

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (herschikking)

In hoofdstuk I van de voorgestelde richtlijn worden de werkingssfeer en het onderwerp van de richtlijn verduidelijkt, waarbij de nadruk wordt gelegd op de consumenten en het belang van de interne markt en de belangrijkste beginselen daarvan. Daarnaast worden de belangrijkste, in de richtlijn gebruikte definities bijgewerkt.

Hoofdstuk II van de voorgestelde richtlijn omvat het algemene beginsel dat de lidstaten moeten waarborgen dat de EU-elektriciteitsmarkt concurrerend, op de consument gericht, flexibel en niet-discriminerend is. Er wordt benadrukt dat nationale maatregelen geen ongerechtvaardigde belemmering voor grensoverschrijdende stromen, participatie van de consument of investeringen mogen vormen. Daarnaast wordt het beginsel vastgesteld dat energievoorzieningsprijzen marktgebaseerd zijn, waarbij naar behoren gerechtvaardigde uitzonderingen mogelijk zijn. In dit hoofdstuk worden tevens bepaalde beginselen betreffende de werking van de EU-elektriciteitsmarkten verduidelijkt, zoals het recht om een leverancier te kiezen. Bovendien omvat het bijgewerkte voorschriften inzake mogelijke openbaredienstverplichtingen die de lidstaten onder bepaalde omstandigheden aan energiebedrijven kunnen opleggen.

In hoofdstuk III van de voorgestelde richtlijn worden bestaande consumentenrechten versterkt en worden nieuwe rechten vastgesteld waarmee naar een centrale positie voor consumenten op de energiemarkten wordt gestreefd door hen daartoe in staat te stellen en hen betere bescherming te bieden. Er worden voorschriften vastgesteld inzake duidelijkere factureringsinformatie en gecertificeerde vergelijkingsinstrumenten. Het hoofdstuk omvat bepalingen waarmee wordt gewaarborgd dat de consumenten in staat zijn vrijelijk leveranciers of aankoopgroeperingen te kiezen en over te stappen, dat zij recht hebben op een dynamische-prijscontract en dat zij in staat zijn deel te nemen aan vraagrespons alsmede elektriciteitsproductie en -verbruik voor de eigen behoefte. Elke consument krijgt het recht om om een slimme meter te verzoeken die is uitgerust met een minimumreeks van functionaliteiten. Tevens vindt een verbetering plaats van bestaande voorschriften inzake de mogelijkheden van consumenten om hun gegevens te delen met leveranciers en dienstverleners, doordat de rol van de voor het gegevensbeheer verantwoordelijke partijen wordt verduidelijkt en doordat door middel van een uitvoeringshandeling een gemeenschappelijk Europees gegevensformaat wordt vastgesteld dat door de Commissie is ontwikkeld. Bovendien wordt ernaar gestreefd dat de energiearmoede door de lidstaten wordt aangepakt. Verder worden de lidstaten verplicht kaders vast te stellen voor onafhankelijke aankoopgroeperingen en voor vraagrespons alsmede beginselen waarmee zij volledig op de markt kunnen participeren. Er wordt een kader vastgesteld op basis waarvan lokale energiegemeenschappen kunnen deelnemen aan lokale diensten inzake energieopwekking, - distributie, -bundeling, -opslag, -voorziening of -efficiëntie. Daarnaast worden in het hoofdstuk bestaande bepalingen verduidelijkt die betrekking hebben op slimme meters en centrale contactpunten alsmede op rechten inzake buitengerechtelijke geschillenprocedures, universele dienstverlening en kwetsbare afnemers.

In hoofdstuk IV van de voorgestelde richtlijn worden de taken van de DSB's verduidelijkt, met name in verband met de activiteiten van de DSB's op het gebied van de aanbesteding van netwerkdiensten ter waarborging van flexibiliteit, de integratie van elektrische voertuigen en gegevensbeheer. Daarnaast wordt de rol van de DSB's verduidelijkt wat betreft opslag- en oplaadpunten voor elektrische voertuigen.

Hoofdstuk V van de voorgestelde richtlijn omvat een samenvatting van de algemene voorschriften die van toepassing zijn op TSB's, waarbij voornamelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande tekst en slechts het een en ander wordt verduidelijkt met betrekking tot ondersteunende diensten en de nieuwe regionale operationele centra.

Hoofdstuk VI van de voorgestelde richtlijn omvat de voorschriften inzake ontvlechting overeenkomstig het derde energiepakket en blijft ongewijzigd wat betreft de voornaamste materiële voorschriften inzake ontvlechting, met name met betrekking tot de drie regelingen voor TSB's (ontvlechting van eigendom, onafhankelijke systeembeheerder en onafhankelijke transmissiesysteembeheerder) en tot de bepalingen inzake de aanwijzing en certificering van TSB's. Het hoofdstuk omvat slecht een verduidelijking betreffende de mogelijkheden waarover de TSB's beschikken om eigenaar te zijn van opslagvoorzieningen of om ondersteunende diensten aan te bieden.

Hoofdstuk VII van de voorgestelde richtlijn omvat voorschriften inzake de vaststelling, het bereik van de bevoegdheden en taken alsmede de werking van de onafhankelijke nationale energieregulators. In het voorstel wordt met name nadruk gelegd op de verplichting van regulators om met aangrenzende regulators en ACER samen te werken bij kwesties van grensoverschrijdend belang, en wordt de lijst met taken van de regulators bijgewerkt, onder meer wat betreft het toezicht op de nieuw opgerichte regionale operationele centra.

Bij hoofdstuk VIII van de voorgestelde richtlijn worden sommige algemene bepalingen gewijzigd, onder meer wat betreft afwijkingen van de richtlijn, de uitoefening van gedelegeerde bevoegdheden door de Commissie en het krachtens Verordening (EU) nr. 182/2011 i overeenkomstig de comitologieregels opgerichte comité.

In de nieuwe bijlagen bij de voorgestelde richtlijn worden meer vereisten vastgesteld betreffende vergelijkingsinstrumenten alsmede facturering en factureringsinformatie en worden bestaande vereisten betreffende slimme meters en de uitrol daarvan gewijzigd.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interne elektriciteitsmarkt (herschikking)

Hoofdstuk I van de voorgestelde verordening omvat de werkingssfeer en het onderwerp alsmede de definitie van de termen die erin worden gebruikt. Er wordt gewezen op het belang van onvervalste marktsignalen waarmee meer flexibiliteit, CO2-reductie en innovatie tot stand worden gebracht. Daarnaast worden de voornaamste, in de verordening gebruikte definities bijgewerkt en aangevuld.

Hoofdstuk II van de voorgestelde verordening omvat een nieuw artikel waarin de voornaamste beginselen worden vastgesteld waaraan nationale energiewetgeving moet voldoen teneinde een goed werkende interne elektriciteitsmarkt mogelijk te maken. Bovendien worden de voornaamste juridische beginselen met betrekking tot de voorschriften voor de elektriciteitshandel in verschillende handelstijdsbestekken vastgesteld (balancering-, intraday-, day-ahead- en termijnmarkten), waaronder beginselen betreffende prijsvorming. Het beginsel van de balanceringstaken wordt verduidelijkt en er wordt voorzien in een kader voor meer marktcompatibele voorschriften voor de dispatching en beperking van opwekking en vraagrespons, met inbegrip van voorwaarden betreffende eventuele uitzonderingen daarop.

In hoofdstuk III van de voorgestelde verordening wordt het proces omschreven waarmee de biedzones op gecoördineerde wijze worden vastgesteld, in overeenstemming met het proces van herziening dat is vastgesteld bij Verordening 1222/2015 i tot vaststelling van richtsnoeren

betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer 25 . Teneinde het aanhoudende probleem

van significante nationale beperkingen van grensoverschrijdende elektriciteitsstromen aan te pakken, worden de voorwaarden voor dergelijke uitzonderlijke beperkingen verduidelijkt, met name door middel van voorschriften waarmee wordt gewaarborgd dat nationale actoren de invoer en uitvoer van elektriciteit niet om economische redenen beperken. Verder omvat dit hoofdstuk wijzigingen van bestaande beginselen betreffende transmissie- en distributienetwerktarieven en wordt een procedure vastgesteld voor de bevordering van de geleidelijke convergentie van methodologieën inzake transmissie- en distributietarieven. Bovendien worden gewijzigde voorschriften voor het gebruik van congestieheffingen vastgesteld.

In hoofdstuk IV van de voorgestelde verordening worden nieuwe beginselen vastgesteld waarmee op gecoördineerde wijze tegemoet wordt gekomen aan de bezorgdheid van de lidstaten met betrekking tot de toereikendheid van hulpbronnen. Er worden beginselen en een procedure vastgesteld voor de ontwikkeling van een Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen waarmee de behoefte aan controlemechanismen beter kan worden bepaald en indien nodig een betrouwbaarheidsnorm door de lidstaten kan worden vastgesteld. Tevens wordt verduidelijkt hoe en onder welke omstandigheden capaciteitsmechanismen op marktcompatibele wijze kunnen worden ingevoerd. Daarnaast worden marktcompatibele beginselen inzake de opzet van capaciteitsmechanismen verduidelijkt, met inbegrip van voorschriften betreffende de participatie van capaciteit die zich in andere lidstaat bevindt en betreffende het gebruik van interconnectie. Er wordt vastgesteld hoe de regionale operationele centra, de nationale TSB's, het ENTSB voor elektriciteit en de nationale regulators via ACER worden betrokken bij de ontwikkeling van technische parameters voor de participatie van capaciteit die zich in een andere lidstaat bevindt, en er worden operationele voorschriften voor de participatie ervan vastgesteld.

In hoofdstuk V van de voorgestelde verordening worden de taken en plichten van het ENTSB voor elektriciteit en de toezichttaken van ACER op dat gebied vastgesteld, waarbij wordt verduidelijkt dat ACER onafhankelijk en in het Europees belang te werk moet gaan. De taken van de regionale operationele centra worden vastgesteld en er worden criteria alsmede een procedure vastgesteld met betrekking tot het afbakenen van systeembeheersregio's die onder elk regionaal operationeel centrum vallen en tot de coördinerende functies die deze centra vervullen. Verder worden werkregelingen en organisatorische regelingen, eisen inzake raadpleging, eisen en procedures betreffende de vaststelling van besluiten en aanbevelingen alsmede de evaluatie daarvan vastgesteld. Tevens worden de samenstelling en de verantwoordelijkheden van de raad van beheer alsmede de aansprakelijkheidsregelingen van de regionale operationele centra vastgesteld. Daarnaast omvat het hoofdstuk voorschriften inzake de aansluiting van warmtekrachtkoppelingseenheden die voorheen deel uitmaakten van Richtlijn 2012/27 i/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie. De voorschriften betreffende een tienjarig

25 Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren

betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24).

netontwikkelingsplan, het vergoedingsmechanisme tussen transmissiesysteembeheerder, de uitwisseling van informatie en certificering blijven grotendeels ongewijzigd.

Bij hoofdstuk VI van de voorgestelde verordening wordt een Europese entiteit voor DSB's opgericht. wordt een procedure voor de oprichting ervan vastgesteld en worden de taken ervan vastgesteld, onder meer wat betreft de raadpleging van belanghebbenden. Bovendien wordt voorzien in gedetailleerde voorschriften betreffende de samenwerking tussen DSB's en TSB's ten aanzien van de planning en het beheer van hun netten.

Hoofdstuk VII van de voorgestelde verordening omvat de bestaande bevoegdheden en voorschriften op basis waarvan de Commissie gedelegeerde handelingen kan vaststellen in de vorm van netcodes of richtsnoeren. Het hoofdstuk omvat verduidelijkingen betreffende het juridische karakter en de vaststelling van netcodes en richtsnoeren en zorgt ervoor dat de mogelijke inhoud ervan wordt uitgebreid tot gebieden als distributietariefstructuren, voorschriften voor de voorziening van niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten, voorschriften inzake vraagrespons, energieopslag en beperking van de vraag, voorschriften inzake cyberbeveiliging, voorschriften inzake regionale operationele centra alsmede de beperking van opwekking en de redispatching van opwekking en vraag. De procedure voor de uitwerking van netcodes betreffende elektriciteit wordt vereenvoudigd en gestroomlijnd en de nationale regulators worden in staat gesteld om in het kader van ACER besluiten te nemen over kwesties met betrekking tot de tenuitvoerlegging van netcodes en richtsnoeren. Bovendien worden de Europese entiteit voor DSB's en andere belanghebbenden nauwer betrokken bij de procedure inzake de ontwikkeling van voorstellen voor netcodes betreffende elektriciteit.

Hoofdstuk VIII van de voorgestelde verordening omvat de slotbepalingen. Het omvat verder de bestaande voorschriften voor de vrijstelling van nieuwe gelijkstroominterconnectoren van bepaalde eisen van de elektriciteitsrichtlijn en de elektriciteitsverordening, waarbij de procedure voor daaropvolgende wijzigingen daarvan door de NRI's wordt verduidelijkt.

In de bijlage bij de voorgestelde verordening worden de functies van de krachtens de verordening opgerichte regionale operationele centra gedetailleerd omschreven.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (herschikking)

In het algemeen worden de regels betreffende ACER voorgesteld om te worden aangepast aan de “gezamenlijke aanpak” voor gedecentraliseerde agentschappen van de EU die is overeengekomen tussen het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese

Commissie (“gezamenlijke aanpak”) 26 . Het is in het geval van ACER op dit moment echter

gerechtvaardigd in beperkte mate af te wijken van de gezamenlijke aanpak.

Hoofdstuk I van de voorgestelde verordening beschrijft de rol, doelstellingen en taken van ACER en de aard van de handelingen die zij kan vaststellen, en voorziet in regels betreffende raadplegingen en toezicht. De lijst van taken is geactualiseerd en uitgebreid met de taken van ACER op het gebied van het toezicht op de groothandelsmarkt en de grensoverschrijdende infrastructuur die na de vaststelling van de verordening aan ACER werd toevertrouwd.

26 Zie: Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese

Commissie over de gedecentraliseerde agentschappen van 19.7.2012.

ACER krijgt meer verantwoordelijkheid voor de aanneming van netcodes voor elektriciteit bij het opstellen en indienen van het definitieve voorstel voor een netcode aan de Commissie onder handhaving van de rol van ENTSB-E als technisch deskundige. Het voorstel geeft de DSB’s ook een officiële vertegenwoordiging op EU-niveau, met name bij de ontwikkeling van voorstellen voor netcodes, in overeenstemming met een verruiming van hun verantwoordelijkheden. Het agentschap krijgt de bevoegdheid om te besluiten over de voorwaarden, methoden en algoritmen voor de uitvoering van de netcodes en richtsnoeren op het gebied van elektriciteit.

Voor de regionale taken die slechts een beperkt aantal nationale regulators betreffen, wordt een regionaal besluitvormingsproces geïntroduceerd. De directeur moet dan ook advies geven over de vraag of de betrokken kwestie in de eerste plaats van regionaal belang is. Als de raad van regulators het hiermee eens is, moet een regionaal subcomité van de raad van regulators het betrokken besluit opstellen, dat uiteindelijk door de raad van regulators zelf wordt genomen of verworpen. Anders zou de raad van regulators een besluit nemen zonder tussenkomst van een regionaal subcomité.

In dat hoofdstuk worden ook een aantal nieuwe taken van ACER vastgesteld met betrekking tot bepaalde functies in verband met de regionale operationele centra binnen het agentschap, betreffende het toezicht op de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders en in verband met de goedkeuring van de methoden en voorstellen op het gebied van de toereikendheid van de opwekking en de risicoparaatheid.

Hoofdstuk II van de voorgestelde verordening bevat regels over de raad van bestuur, de raad van regulators, de directeur, de raad van beroep en, als nieuwe bepaling, over de werkgroepen van het agentschap. Verschillende individuele bepalingen worden weliswaar aangepast aan de gemeenschappelijke aanpak voor gedecentraliseerde agentschappen van de EU of aan de nieuwe stemmingsvoorschriften van de Raad, maar de voornaamste eigenschappen van de bestaande governancestructuur, met name de raad van regulators, worden behouden.

De afwijking van ACER van de gemeenschappelijke aanpak wordt als volgt gerechtvaardigd:

De voornaamste doelstellingen van het Europese elektriciteitsbeleid, voorzieningszekerheid, betaalbaarheid van elektriciteit en CO 2 -reductie, kunnen het meest doeltreffend worden bereikt in een geïntegreerde Europese elektriciteitsmarkt. Dienovereenkomstig wordt de elektriciteitstransmissie-infrastructuur geleidelijk gekoppeld en nemen de over grenzen heen verhandelde hoeveelheden elektriciteit toe, worden opwekkingscapaciteiten op Europese schaal gedeeld en wordt bij het beheer van het transmissiesysteem rekening gehouden met regionale, grensoverschrijdende aspecten. Door de huidige wetgevingspakketten worden deze tendensen verder versterkt, waardoor de efficiëntie naar verwachting wordt verbeterd, ten bate van de Europese klanten.

Een voorwaarde voor de totstandbrenging van een interne elektriciteitsmarkt is dat de sector wordt opengesteld voor mededinging. Net als in andere sectoren was voor de openstelling van de elektriciteitsmarkt nieuwe regelgeving nodig, met name met betrekking tot het transmissieen distributiesysteem en het regelgevend toezicht. Daartoe zijn onafhankelijke regulerende instanties opgezet. Deze entiteiten dragen een bijzondere verantwoordelijkheid wat betreft het toezicht op de nationale en Europese voorschriften die van toepassing zijn op de elektriciteitssector.

Gezien de toename van de grensoverschrijdende handel en het grensoverschrijdende systeembeheer, waarbij rekening wordt gehouden met de regionale en Europese context, moesten de NRI's hun werkwijze echter in toenemende coördineren met de NRI's van andere lidstaten. ACER is bedoeld als platform voor deze interactie en vervult deze taak sinds de oprichting in 2011. Het orgaan binnen het Agentschap dat de meeste adviezen, aanbevelingen en besluiten van het Agentschap in samenwerking met het personeel van ACER voorbereidt, is dientengevolge de raad van regulators die bestaat uit hoge vertegenwoordigers van de NRI's en een vertegenwoordiger van de Commissie zonder stemrecht. Tijdens de eerste jaren waarin het Agentschap bestond, is gebleken dat de raad van regulators een doeltreffende bijdrage heeft geleverd aan de uitvoering van de taken van het Agentschap.

Aangezien de regulering van de energiemarkten nog steeds grotendeels op nationaal niveau plaatsvindt, zijn de nationale regulators actoren die een belangrijke rol met betrekking tot de energiemarkten spelen. De voornaamste rol van ACER is niet de uitvoering van gedelegeerde bevoegdheden van de Commissie wat betreft regelgeving, maar de coördinatie van de regelgevende besluiten van de onafhankelijke nationale regulators. In het kader van het onderhavige wetgevingsvoorstel blijft deze rolverdeling grotendeels intact. In de huidige structuur zijn de bevoegdheden van de verschillende actoren nauwkeurig uitgebalanceerd, waarbij rekening wordt gehouden met de bijzondere kenmerken van de zich ontwikkelende interne energiemarkt. Indien dit evenwicht in deze fase wordt gewijzigd, kan de tenuitvoerlegging van de beleidsinitiatieven van de wetgevingsvoorstellen in het gedrang komen, hetgeen zou leiden tot belemmeringen voor het belangrijkste doel van het onderhavige voorstel, namelijk de verdere integratie van de energiemarkt. Het lijkt daarom voorbarig om beslissingsbevoegdheden over te dragen aan een raad van beheer, als voorzien in de gemeenschappelijke aanpak. Het lijkt eerder passend om de huidige structuur in stand te houden, waardoor wordt gewaarborgd dat de nationale regulators te werk gaan zonder directe inmenging van EU-instellingen of lidstaten in specifieke kwesties. Tegelijkertijd moeten de werkzaamheden van de regulators door de EU-instellingen worden goedgekeurd door middel van programmerings-, begrotings- en strategiedocumenten. Bovendien zijn de EU-instellingen betrokken bij administratieve zaken. Daarom wordt niet voorgesteld om de opzet en de werking van de bestaande raad van regulators te wijzigen.

Evenmin wordt voorgesteld om het concept van de raad van bestuur aan te passen aan het model van de raad van beheer als voorzien in de gemeenschappelijke aanpak. De raad van bestuur van het Agentschap is in zijn huidige samenstelling de laatste jaren uiterst doeltreffend en efficiënt gebleken. De werking ervan wordt gewaarborgd door vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Hoewel de Commissie in dit stadium van mening is dat het niet passend is om de governancestructuur van het Agentschap volledig aan te passen aan de gemeenschappelijke aanpak, zal de Commissie blijven beoordelen of de genoemde afwijkingen van de gemeenschappelijke aanpak nog gerechtvaardigd zijn. De volgende evaluatie vindt plaats in 2021, waarbij niet alleen de doelstellingen, mandaten en taken van het Agentschap worden beoordeeld, maar met name wordt gekeken naar de governancestructuur van het Agentschap.

Hoofdstuk III van de voorgestelde verordening omvat financiële bepalingen. Er wordt voorgesteld om verschillende afzonderlijke bepalingen aan te passen aan de gemeenschappelijke aanpak voor gedecentraliseerde agentschappen.

In hoofdstuk IV van de voorgestelde verordening worden meerdere afzonderlijke bepalingen bijgewerkt overeenkomstig de gemeenschappelijke aanpak, waarbij de bepalingen inzake personeel en aansprakelijkheid grotendeels ongewijzigd blijven.

 714/2009 (aangepast) 2016/0379 (COD) i

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de interne markt voor elektriciteit

(herschikking)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,  Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,  en met name op artikel 95  artikel 194, lid 2 ,

Gezien het voorstel van de  Europese  Commissie,

 Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, 

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de  gewone wetgevingsprocedure, 

Overwegende hetgeen volgt:

 nieuw

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 714/2009 i van het Europees Parlement en de Raad 27 is

    herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze verordening te worden overgegaan.

27 Verordening (EG) nr. 714/2009 i van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de

voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003 i (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15).

 714/2009 overweging 1

(aangepast)

 nieuw

  • (2) 
     De energie-unie is erop gericht de consumenten – huishoudens en bedrijven – zekere, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te verschaffen. Historisch gezien werd het elektriciteitssysteem gedomineerd door verticaal geïntegreerde monopolies die vaak in overheidsbezit waren en die over grote, gecentraliseerde kerncentrales of met fossiele brandstoffen gestookte centrales beschikten. Met de interne markt voor elektriciteit, die sinds 1999 geleidelijk tot stand is gebracht, wordt beoogd alle consumenten in de  Unie  Gemeenschap — zowel particulieren als bedrijven — echte keuzevrijheid te bieden, nieuwe kansen voor het bedrijfsleven te scheppen en grensoverschrijdende handel te bevorderen, teneinde efficiëntieverbeteringen, concurrerende prijzen en een betere dienstverlening te bewerkstelligen en de voorzieningszekerheid en duurzaamheid in de hand te werken.  De interne markt voor elektriciteit heeft voor scherpere concurrentie gezorgd, met name op wholesaleniveau, en voor een toename van de grensoverschrijdende handel. Deze interne markt blijft de basis voor een efficiënte energiemarkt. 

     nieuw

  • (3) 
    Het energiesysteem van Europa maakt momenteel de grootste verandering in decennia door en de elektriciteitsmarkt staat centraal in dat proces. Het gemeenschappelijk doel is het koolstofarm maken van het energiesysteem en dat doel zorgt voor nieuwe mogelijkheden en uitdagingen voor de marktspelers. Tegelijkertijd maken technologische ontwikkelingen nieuwe vormen van consumentenparticipatie en grensoverschrijdende samenwerking mogelijk.
  • (4) 
    Overheidsmaatregelen, waarvan de opzet vaak ongecoördineerd is, hebben in toenemende mate geleid tot verstoringen van de wholesalemarkt voor elektriciteit, met negatieve gevolgen voor investeringen en de grensoverschrijdende handel.
  • (5) 
    In het verleden speelden elektriciteitsklanten een uitsluitend passieve rol: zij kochten vaak elektriciteit tegen gereguleerde prijzen die geen rechtstreeks verband met de markt hadden. In de toekomst moeten klanten in staat worden gesteld om volledig deel te nemen aan de markt, op gelijke voet met andere marktspelers. Teneinde het toenemende aandeel van hernieuwbare energie te integreren, moet het toekomstige elektriciteitssysteem gebruikmaken van alle beschikbare bronnen van flexibiliteit, en met name van vraagrespons en opslag. Om ervoor te zorgen dat de kosten van het koolstofarm maken van het systeem zo laag mogelijk zijn, moet bovendien de energieefficiëntie worden bevorderd.
  • (6) 
    Een sterkere marktintegratie en de verandering in de richting van vluchtigere elektriciteitsproductie vergen meer inspanningen betreffende de coördinatie van het nationale energiebeleid met de buurlanden en het gebruik van de mogelijkheden die grensoverschrijdende elektriciteitshandel biedt.

     714/2009 overwegingen 2 tot en met 5

gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit 28 en Verordening (EG) nr.

1228/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende de

voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit 29

hebben in belangrijke mate bijgedragen tot de totstandkoming van een dergelijke interne markt voor elektriciteit.

  • 3) 
    Momenteel zijn er echter nog obstakels om in de Gemeenschap op voet van gelijkheid, zonder discriminatie of benadeling, elektriciteit te verkopen. Er is met name nog steeds niet in elke lidstaat sprake van een niet-discriminerende netwerktoegang en van een gelijk niveau van toezicht door de regulerende instanties en er bestaan nog steeds geïsoleerde markten.
  • 4) 
    In de mededeling van de Commissie van 10 januari 2007 „Een energiebeleid voor Europa” is benadrukt hoe belangrijk het is de interne markt voor elektriciteit te voltooien en een gelijk speelveld voor alle elektriciteitsbedrijven uit de Gemeenschap tot stand te brengen. De mededelingen van de Commissie van 10 januari 2007 getiteld „De vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt” en „Onderzoek op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1/2003 i naar de Europese gas- en elektriciteitssectoren (Eindverslag)” hebben aangetoond dat de huidige voorschriften en maatregelen niet het nodige kader verschaffen noch ervoor zorgen dat de interconnectiecapaciteit wordt gecreëerd om de doelstelling van een goed functionerende, efficiënte en open interne markt te realiseren.
  • 5) 
    Bovendien moet het bestaande reguleringskader op strikte wijze worden uitgevoerd, en anderzijds moet het reguleringskader voor de interne markt voor elektriciteit van Verordening (EG) nr. 1228/2003 i in de zin van deze mededelingen worden aangepast.

     nieuw

  • (7) 
    Er zijn regelgevingskaders ontwikkeld die het mogelijk maken dat handel in elektriciteit in de hele Unie plaatsvindt. De vaststelling van verschillende netcodes en richtsnoeren betreffende de integratie van de elektriciteitsmarkten heeft bijgedragen tot deze ontwikkeling. Deze netcodes en richtsnoeren omvatten bepalingen inzake marktvoorschriften, systeembeheer en netaansluiting. Teneinde te zorgen voor volledige transparantie en de rechtszekerheid te verbeteren, moeten voorts de voornaamste beginselen van de werking van de markt en de capaciteitstoewijzing in de tijdsbestekken voor de balancerings-, intraday-, day-ahead- en termijnmarkt worden vastgesteld overeenkomstig de gewone wetgevingsprocedure en worden samengevoegd in één rechtshandeling.

28 PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37.

29 PB L 176 van 15.7.2003, blz. 1.

  • (8) 
    In de kernbeginselen betreffende de markt moet worden vastgesteld dat de elektriciteitsprijzen worden bepaald aan de hand van vraag en aanbod. De prijzen moeten duidelijk maken wanneer er behoefte aan elektriciteit is, waarbij marktgebaseerde prikkels worden gegeven voor investeringen in flexibiliteitsbronnen zoals flexibele opwekking, interconnectie, vraagrespons of opslag.
  • (9) 
    Het koolstofarm maken van de elektriciteitssector, waarbij hernieuwbare energie een belangrijk deel van de markt uitmaakt, is een kerndoelstelling van de energie-unie. In de Unie worden vorderingen gemaakt bij het koolstofarm maken van de elektriciteitssector en neemt de penetratie van hernieuwbare energiebronnen toe. Daarbij is het van essentieel belang dat belemmeringen voor de grensoverschrijdende handel van de markt worden verwijderd en dat investeringen in ondersteunende infrastructuur worden aangemoedigd, bijvoorbeeld op het gebied van flexibelere opwekking, interconnectie, vraagrespons en opslag. Teneinde deze verschuiving naar variabele en verspreide opwekking te ondersteunen en te waarborgen dat de beginselen van de energiemarkt in de toekomst de basis vormen voor de elektriciteitsmarkten van de Unie, is het van essentieel belang dat de focus opnieuw komt te liggen op kortetermijnmarkten en prijsbepaling op basis van schaarste.
  • (10) 
    Kortetermijnmarkten zorgen ervoor dat de liquiditeit en de concurrentie toenemen, doordat meer hulpbronnen in staat worden gesteld om volledig aan de markt deel te nemen, en met name de hulpbronnen die in hogere mate flexibel zijn. Door prijsbepaling op basis van schaarste worden de marktspelers aangemoedigd beschikbaar te zijn wanneer de markt daaraan het meeste behoefte heeft en wordt gewaarborgd dat zij de kosten op de wholesalemarkt kunnen terugwinnen. Het is daarom cruciaal dat, voor zover mogelijk, wordt gewaarborgd dat administratieve en impliciete prijsplafonds worden afgeschaft, zodat op schaarste gebaseerde prijzen kunnen stijgen tot de waarde van de verloren belasting. Indien kortetermijnmarkten en prijsbepaling op basis van schaarste volledig zijn geïntegreerd in de marktstructuur, zal dat ertoe bijdragen dat andere maatregelen, zoals capaciteitsmechanismen, worden ingetrokken, zodat de voorzieningszekerheid wordt gewaarborgd. Tegelijkertijd mogen betrouwbare en stabiele prijzen voor de eindafnemers, en met name voor huishoudens en het mkb, niet in het gedrang komen indien prijsbepaling op basis van schaarste zonder prijsplafonds op de wholesalemarkt wordt toegepast.
  • (11) 
    Afwijkingen van fundamentele marktbeginselen, zoals balanceringstaken, marktgebaseerde dispatching of beperking en redispatching, leiden ertoe dat flexibiliteitssignalen afnemen en vormen een belemmering voor de ontwikkeling van

    oplossing zoals opslag, vraagrespons of bundeling. Afwijkingen zijn nog steeds noodzakelijk om onnodige administratieve lasten voor bepaalde actoren, en met name voor huishoudens en het mkb, te voorkomen, maar uitgebreide afwijkingen die betrekking hebben op volledige technologieën zijn niet in overeenstemming met het doel om het systeem op marktgebaseerde en efficiënte wijze koolstofarm te maken. Dergelijke afwijkingen moeten daarom worden vervangen door meer doelgerichte maatregelen.

     714/2009 overweging 16

  • (12) 
    Voorwaarde voor een goed functionerende concurrentie in de interne markt voor elektriciteit zijn niet-discriminerende en transparante tarieven voor het gebruik van het systeem waaronder de interconnectoren in het transmissiesysteem. De beschikbare capaciteit van deze leidingen moet gesteld worden op het maximum dat met de veiligheidsnormen voor een bedrijfszeker beheer van het net in overeenstemming is.

     714/2009 overweging 17

  • (13) 
    Het is belangrijk te voorkomen dat verschillende normen voor veiligheid, bedrijfsvoering en planning die door transmissiesysteembeheerders in de lidstaten worden gehanteerd, leiden tot verstoring van de mededinging. Marktspelers moeten bovendien een duidelijk beeld krijgen van de beschikbare transmissiecapaciteit en de normen inzake veiligheid, planning en bedrijfsvoering die van invloed zijn op de beschikbare overdrachtcapaciteit.

     nieuw

  • (14) 
    Om ervoor te zorgen dat noodzakelijke investeringen doelgericht zijn, moeten de prijzen signalen teweegbrengen waar elektriciteit het meest nodig is. In een op zones gebaseerd elektriciteitssysteem is een coherente, objectieve en betrouwbare afbakening van de biedzones via een transparant proces nodig om tot correcte locatiespecifieke signalen te komen. Teneinde een efficiënt beheer en efficiënte planning van het EU- elektriciteitsnet te waarborgen en te zorgen voor doeltreffende prijssignalen betreffende nieuwe opwekkingscapaciteit, moeten de vraagrespons- of de transmissieinfrastructuur en de biedzones structurele congestie weerspiegelen. In het bijzonder mag zoneoverschrijdende capaciteit niet worden gereduceerd teneinde interne congestie aan te pakken.
  • (15) 
    Om het elektriciteitssysteem via marktintegratie op efficiënte wijze koolstofarm te maken, moeten belemmeringen voor de grensoverschrijdende handel stelselmatig worden verwijderd, zodat versnippering van de markt teniet wordt gedaan en de energieafnemers in de Unie ten volle kunnen profiteren van de voordelen van geïntegreerde elektriciteitsmarkten en van mededinging.

     714/2009 overweging 10

  • (16) 
    In deze verordening moeten de grondbeginselen voor tarifering en capaciteitstoewijzing worden vastgelegd en tegelijkertijd richtsnoeren worden gegeven

    waarin de relevante beginselen en methoden nader worden omschreven, zodat een snelle aanpassing aan de gewijzigde omstandigheden mogelijk wordt.

     714/2009 overweging 22

  • (17) 
    Het beheer van congestieproblemen moet aan transmissiesysteembeheerders en marktspelers de juiste economische signalen geven en op marktmechanismen gebaseerd zijn.

     714/2009 overweging 11

  • (18) 
    Op een door concurrentie gekenmerkte open markt moeten de transmissiesysteembeheerders een vergoeding ontvangen voor de kosten in verband

    met het via hun systemen lopen van grensoverschrijdende elektriciteitsstromen en wel van de beheerders van die transmissiesystemen waarvan de grensoverschrijdende stromen afkomstig zijn en van de systemen waar die stromen eindigen.

     714/2009 overweging 12

  • (19) 
    Bij de vaststelling van nationale nettarieven moet rekening worden gehouden met betalingen en ontvangsten in verband met verrekeningen tussen transmissiesysteembeheerders.

     714/2009 overweging 13

  • (20) 
    Het voor grensoverschrijdende toegang tot het net verschuldigde bedrag kan aanzienlijk variëren, afhankelijk van de betrokken transmissiesysteembeheerders en de verschillen in structuur tussen de tariferingstelsels in de lidstaten. Derhalve is een zekere mate van harmonisatie noodzakelijk, teneinde verstoring van de handel te voorkomen.

     714/2009 overweging 21

  • (21) 
    Er moeten regels gelden voor het gebruik van eventuele ontvangsten uit congestiebeheersprocedures, tenzij de specifieke aard van de interconnector een vrijstelling van deze regels rechtvaardigt.

     nieuw

  • (22) 
    Teneinde voor een gelijk speelveld voor alle marktspelers te zorgen, moeten nettarieven zodanig worden toegepast dat niet op positieve of negatieve wijze wordt gediscrimineerd tussen op distributieniveau aangesloten productie en op transmissieniveau aangesloten productie. Door middel van deze tarieven mag er geen discriminatie plaatsvinden ten opzichte van energieopslag, mogen geen negatieve prikkels tot stand worden gebracht met betrekking tot participatie in vraagrespons en mogen geen belemmeringen worden gecreëerd voor de verbetering van de energieefficiëntie.
  • (23) 
    Teneinde de transparantie en vergelijkbaarheid bij de vaststelling van tarieven te verbeteren wanneer bindende harmonisatie als niet adequaat wordt beschouwd, dient het bij [herschikking van Verordening (EG) nr. 713/2009 i als voorgesteld bij COM(2016) 863 i/2] opgerichte Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators ("het Agentschap") aanbevelingen inzake tariefmethodologieën te doen.
  • (24) 
    Teneinde optimale investeringen in het trans-Europese European net te waarborgen en het probleem aan te pakken dat haalbare interconnectieprojecten niet kunnen worden uitgevoerd omdat er op nationaal niveau te weinig prioriteit aan wordt toegekend, moet het gebruik van congestieheffingen opnieuw worden overwogen, waarbij deze uitsluitend moeten worden toegestaan om de beschikbaarheid te garanderen en de interconnectiecapaciteit te handhaven of te vergroten.

     714/2009 overweging 7

    (aangepast)

  • (25) 
    Teneinde in de  Unie  Gemeenschap een optimaal beheer van het elektriciteitstransmissienet te garanderen en grensoverschrijdende handel in elektriciteit en grensoverschrijdende levering van elektriciteit mogelijk te maken, moet

    een Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit („het ENTSB voor elektriciteit”) worden opgericht. De taken van het ENTSB voor elektriciteit moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de  mededingingsregels van de Unie  communautaire mededingingsregels, die op de beslissingen van het ENTSB voor elektriciteit van toepassing blijven. De taken van het ENTSB voor elektriciteit moeten nauwkeurig worden omschreven en zijn werkmethode moet een efficiëntie, transparantie en de representatieve natuur van het ENTSB voor elektriciteit garanderen. De door het ENTSB voor elektriciteit opgestelde netcodes zijn niet bedoeld om de noodzakelijke nationale netcodes voor nietgrensoverschrijdende kwesties te vervangen. Aangezien met een benadering op regionaal niveau effectievere vooruitgang kan worden geboekt, moeten de transmissiesysteembeheerders binnen de overkoepelende samenwerkingsstructuur regionale structuren opzetten en er tegelijkertijd voor zorgen dat de resultaten op regionaal niveau stroken met de netcodes en niet-bindende tienjarige netontwikkelingsplannen op  EU-niveau  Gemeenschapsniveau. De lidstaten moeten de samenwerking bevorderen en toezien op de effectieve werking van het netwerk op regionaal niveau. De samenwerking op regionaal niveau moet verenigbaar zijn met de vooruitgang naar een concurrerende en efficiënte interne markt voor elektriciteit.

     nieuw

  • (26) 
    Er moet een robuuste beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen op de middellange tot lange termijn op EU-niveau worden uitgevoerd door het ENTSB voor elektriciteit. Deze beoordeling biedt een objectieve basis voor de beoordeling van zorgpunten op het gebied van de toereikendheid. Het zorgpunt betreffende de toereikendheid van hulpbronnen dat door middel van capaciteitsmechanismen wordt aangepakt, moet op de EU-beoordeling worden gebaseerd.
  • (27) 
    De beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen op de middellange tot lange termijn (van 10 year-ahead tot year-ahead) die in deze verordening is opgenomen, heeft een ander doel dan de seizoensgebonden vooruitzichten (zes maanden ahead) als vastgesteld in artikel 9 van de [verordening betreffende risicoparaatheid als voorgesteld bij COM(2016) 862 i]. Beoordelingen van de toereikendheid van hulpbronnen op de middellange tot lange termijn worden voornamelijk gebruikt om de noodzaak van capaciteitsmechanismen te beoordelen, terwijl seizoensgebonden vooruitzichten worden gebruikt om de aandacht te vestigen op risico's die zich in de volgenden zes maanden kunnen voordoen en die waarschijnlijk een significante verslechtering van de elektriciteitsvoorziening tot gevolg hebben. Ook de regionale operationele centra voeren regionale beoordelingen van de toereikendheid uit overeenkomstig de Europese wetgeving inzake het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen. Dit zijn beoordelingen van de toereikendheid op de zeer korte termijn (van week-ahead tot day-ahead) die in de context van het systeembeheer worden gebruikt.
  • (28) 
    Voordat de lidstaten capaciteitsmechanismen invoeren, moeten zij de verstoringen op regelgevingsgebied onderzoeken die bijdragen tot het daarmee samenhangende zorgpunt op het gebied van de toereikendheid van hulpbronnen. Zij moeten worden verplicht maatregelen vast te stellen die de geconstateerde verstoringen tegengaan en die een tijdschema voor de uitvoering ervan omvatten. Capaciteitsmechanismen moeten alleen worden ingevoerd als er nog zorgpunten zijn die niet kunnen worden aangepakt door dergelijke verstoringen weg te nemen.
  • (29) 
    Lidstaten die van plan zijn capaciteitsmechanismen in te voeren, dienen doelstellingen inzake de toereikendheid van hulpbronnen vast te stellen aan de hand van een transparant en controleerbaar proces. Het moet aan de lidstaten worden overgelaten om hun eigen niveau voor de voorzieningszekerheid vast te stellen.
  • (30) 
    De belangrijkste beginselen inzake capaciteitsmechanismen moeten worden vastgesteld, waarbij wordt voortgebouwd op staatssteunbeginselen op het gebied van

    milieu en energie en op de resultaten van het door DG Concurrentie uitgevoerde sectoronderzoek naar capaciteitsmechanismen. Bestaande capaciteitsmechanismen moeten aan de hand van deze beginselen worden geëvalueerd. Indien uit de Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen blijkt dat er geen zorgpunten met betrekking tot de toereikendheid zijn, moeten er geen nieuwe capaciteitsmechanismen worden vastgesteld en geen nieuwe capaciteitsverplichtingen in het kader van bestaande mechanismen worden aangegaan. Te allen tijde moet worden voldaan aan de regels inzake staatssteuntoezicht krachtens de artikelen 107 tot en met 109 VWEU.

  • (31) 
    Er moeten gedetailleerde voorschriften voor het bevorderen van doeltreffende grensoverschrijdende participatie in capaciteitsmechanismen, afgezien van reserveregelingen, worden vastgesteld. Transmissiesysteembeheerders over de grenzen heen moeten belangstellende elektriciteitsproducenten ondersteunen die willen deelnemen aan capaciteitsmechanismen in andere lidstaten. Daarom moeten zij berekenen tot welke capaciteit grensoverschrijdende participatie mogelijk is, participatie mogelijk maken en de beschikbaarheid controleren. De nationale regulerende instanties moeten de grensoverschrijdende voorschriften in de lidstaten handhaven.
  • (32) 
    Gezien de verschillen in de nationale energiesystemen en de technische beperkingen van de bestaande elektriciteitsnetten, heeft de beste aanpak voor het verwezenlijken van vooruitgang bij de marktintegratie vaak betrekking op het regionale niveau. De regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders moet daarom worden versterkt. Teneinde efficiënte samenwerking te waarborgen, moet een nieuw regelgevingskader voorzien in sterkere regionale governance en sterker regelgevend toezicht, onder meer door uitbreiding van de beslissingsbevoegdheden van het Agentschap bij grensoverschrijdende aangelegenheden. Nauwere samenwerking tussen de lidstaten kan ook noodzakelijk zijn in crisissituaties waarin de voorzieningszekerheid moet worden verhoogd en marktverstoringen moeten worden beperkt.
  • (33) 
    De coördinatie tussen transmissiesysteembeheerders op regionaal niveau is geformaliseerd door middel van de verplichte betrokkenheid van de transmissiesysteembeheerders bij de regionale veiligheidscoördinatoren; dit moet worden aangevuld met een versterkt institutioneel kader door middel van de oprichting

    van regionale operationele centra. Bij de oprichting van de regionale operationele centra moet rekening worden gehouden met bestaande initiatieven betreffende regionale coördinatie en moet het in toenemende mate geïntegreerde beheer van de elektriciteitssystemen in de hele Unie worden bevorderd, waarbij moet worden gewaarborgd dat deze op efficiënte en veilige wijze werken.

  • (34) 
    De geografische reikwijdte van de regionale operationele centra moet zodanig zijn dat zij in staat zijn om een doeltreffende coördinerende rol te spelen bij het optimaliseren van de werkzaamheden van transmissiesysteembeheerders in grotere regio's.
  • (35) 
    De regionale operationele centra moeten functies uitvoeren waarbij het regionale aspect voor toegevoegde waarde zorgt in vergelijking met op nationaal niveau uitgevoerde functies. Tot de functies van de regionale operationele centra moeten de functies behoren die worden uitgevoerd door de regionale veiligheidscoördinatoren alsmede aanvullende functies op het gebied van systeembeheer, marktbeheer en risicoparaatheid. Realtime beheer van het elektriciteitssysteem mag niet tot de door de regionale operationele centra uitgevoerde functies behoren.
  • (36) 
    De regionale operationele centra moeten in eerste instantie in het belang van het systeem- en marktbeheer van de regio handelen en niet uitgaan van de belangen van een afzonderlijke entiteit. Aan de regionale operationele centra moeten daarom beslissingsbevoegdheden worden toevertrouwd op basis waarvan zij handelen en de door de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio met betrekking tot bepaalde functies ondernomen acties sturen, waarbij de centra een versterkte adviserende rol spelen met betrekking tot de resterende functies.
  • (37) 
    Het ENTSB voor elektriciteit moet ervoor zorgen dat wat betreft de acties van regionale operationele centra coördinatie over de grenzen van de regio heen plaatsvindt.
  • (38) 
    Teneinde de efficiëntie van de elektriciteitsdistributienetten in de Unie te verbeteren en te zorgen voor nauwe samenwerking tussen de transmissiesysteembeheerders en het ENTSB voor elektriciteit moet een Europese entiteit van distributiesysteembeheerders in de Unie Union ("DSB-entiteit van de EU") worden opgezet. De taken van de DSB- entiteit van de EU moeten nauwkeurig worden omschreven en de werkmethode ervan efficiëntie, transparantie en de representatieve aard van de distributiesysteembeheerders van de Unie garanderen. De DSB-entiteit van de EU moet nauw samenwerken met het ENTSB voor elektriciteit wat betreft de voorbereiding en tenuitvoerlegging van de netcodes, voor zover van toepassing, en eraan werken te voorzien in richtsnoeren betreffende de integratie van onder meer verspreide opwekking en opslag in distributienetten of andere gebieden die verband houden met het beheer van distributienetten.

     714/2009 overweging 6 (aangepast)

  • (39) 
    Er is meer in het bijzonder een grotere samenwerking en coördinatie tussen transmissiesysteembeheerders vereist om netcodes in te voeren voor de verlening en het beheer van daadwerkelijke en transparante toegang tot de transmissienetwerken over de grenzen heen te verwezenlijken, om, met inachtneming van het milieu, een gecoördineerde en voldoende toekomstgerichte planning en een deugdelijke technische ontwikkeling van het transmissiesysteem, inclusief het creëren van interconnectiecapaciteit, in de  Unie  Gemeenschap te waarborgen. Die netcodes moeten in overeenstemming zijn met de door het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators, opgericht bij Verordening (EG) nr. 713/2009 i van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van het Agentschap

    voor de samenwerking tussen energieregulators 30 („het Agentschap”) geformuleerde

    kaderrichtsnoeren die niet-bindend van aard zijn („kaderrichtsnoeren”). Het Agentschap moet betrokken worden bij de beoordeling, op feitelijke basis, van ontwerpnetcodes, waaronder de vraag of zij aan de kaderrichtsnoeren voldoen, en het kan de Commissie aanbevelen die netcodes goed te keuren. Het Agentschap dient ook de voorgestelde wijzigingen op de netcodes te beoordelen, en het kan de Commissie aanbevelen die wijzigingen goed te keuren. Transmissiesysteembeheerders moeten hun netwerken volgens deze netcodes beheren.

     714/2009 overweging 24

  • (40) 
    Om een vlotte werking van de interne markt voor elektriciteit te waarborgen, moeten er procedures komen waarmee de Commissie besluiten en richtsnoeren betreffende o.a. tarifering en capaciteitstoewijzing kan vaststellen, waarbij betrokkenheid van de regulerende instanties van de lidstaten verzekerd is, eventueel via hun Europese associatie. De regulerende instanties hebben samen met andere betrokken instanties in de lidstaten een belangrijke rol te spelen bij het goed functioneren van de interne markt voor elektriciteit.

30 Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

 714/2009 overweging 8

(aangepast)

  • (41) 
    Alle marktspelers hebben belang bij de werkzaamheden die van het ENTSB voor elektriciteit worden verwacht. Daarom is een doeltreffende raadplegingsprocedure van essentieel belang en moeten de bestaande structuren, die zijn opgezet om de raadplegingsprocedure te vergemakkelijken en te stroomlijnen, zoals de Unie voor de coördinatie van de transmissie van elektriciteit,  bijvoorbeeld via  de nationale regulerende instanties of het Agentschap, een belangrijke rol spelen.

     714/2009 overweging 9

    (aangepast)

  • (42) 
    Om voor meer transparantie te zorgen met betrekking tot het volledige elektriciteitstransmissienetwerk in  de Unie Europa, moet het ENTSB voor elektriciteit een niet-bindend tienjarig netwerkontwikkelingsplan dat de  Unie Gemeenschap dekt, opstellen, publiceren en regelmatig bijwerken. Rendabele elektriciteitstransmissienetwerken en de nodige regionale interconnecties, die relevant zijn vanuit commercieel oogpunt en vanuit het oogpunt van leveringszekerheid, moeten deel uitmaken van dat netwerkontwikkelingsplan.

     nieuw

  • (43) 
    Uit ervaring die is opgedaan bij de ontwikkeling en vaststelling van netcodes is gebleken dat het nuttig is de ontwikkelingsprocedure te stroomlijnen door duidelijk te maken dat het Agentschap het recht heeft om ontwerpversies van netcodes op het gebied van elektriciteit te herzien voordat deze bij de Commissie worden ingediend.

     714/2009 overweging 14

Er is behoefte aan een goed systeem voor locatiespecifieke signalen voor de lange termijn met als uitgangspunt dat de hoogte van de tarieven voor nettoegang in beginsel het evenwicht tussen productie en verbruik in de betrokken regio moet weerspiegelen, dat wordt verkregen door een differentiatie van de tarieven voor nettoegang voor producenten en/of consumenten.

 714/2009 overweging 15

Het zou niet juist zijn afstandgerelateerde tarieven te hanteren of, indien passende locatiespecifieke signalen zijn ingebouwd, specifieke tarieven voor exporteurs of importeurs vast te stellen, bovenop een algemeen tarief voor toegang tot het nationale net.

 714/2009 overweging 18

Uit de marktonderzoeken die de nationale regulerende instanties en de Commissie in de loop van de voorbije jaren hebben uitgevoerd, is gebleken dat de thans geldende transparantievereisten en voorschriften voor de toegang tot de infrastructuur ontoereikend zijn om een echte, goed werkende, open en doelmatige interne markt voor elektriciteit te waarborgen.

 714/2009 overweging 19

Gelijke toegang tot informatie over de fysieke toestand en de doelmatigheid van het systeem is noodzakelijk opdat alle marktdeelnemers zich een oordeel over de totale vraag-enaanbodsituatie kunnen vormen en de redenen voor bewegingen van de groothandelsprijs kunnen onderkennen. Dit betekent onder meer dat nauwkeurigere informatie moet worden verschaft over elektriciteitsproductie, vraag en aanbod, inclusief prognoses, netwerk- en interconnectiecapaciteit, stromen en onderhoud, balancering en reservecapaciteit.

 714/2009 overweging 23

  • (44) 
    Investeringen in belangrijke nieuwe infrastructuur moeten sterk worden aangemoedigd en tegelijkertijd moet de goede werking van de interne markt voor elektriciteit worden gewaarborgd. Teneinde het positieve effect van vrijgestelde gelijkstroominterconnectoren op de mededinging te versterken en de voorzieningszekerheid te verbeteren, moet tijdens de planningsfase van een project de marktbelangstelling worden gepeild en moeten voorschriften voor congestiebeheer worden vastgesteld. Ingeval gelijkstroominterconnectoren zich op het grondgebied van meer dan een lidstaat bevinden, moet het Agentschap als laatste instantie het verzoek om vrijstelling behandelen, zodat beter rekening wordt gehouden met de grensoverschrijdende gevolgen van het verzoek en de administratieve verwerking ervan vlotter verloopt. Gezien het uitzonderlijke risicoprofiel van de uitvoering van deze vrijgestelde belangrijke infrastructuurprojecten moet bedrijven met belangen op het gebied van levering en productie bovendien de mogelijkheid worden geboden van een tijdelijke ontheffing van de volledige ontvlechtingsvoorschriften te genieten voor de betrokken projecten. Ontheffingen die in het kader van Verordening (EG) nr.

    1228/2003 31 zijn gemaakt, dienen van toepassing te blijven tot de geplande einddatum

    die in het ontheffingsbesluit is vastgesteld.

31 Verordening (EG) nr. 1228/2003 i van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende

de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 1).

 714/2009 overweging 25

De nationale regulerende instanties moeten ervoor zorgen dat de in deze verordening neergelegde voorschriften en de op basis van deze verordening vastgestelde richtsnoeren in acht worden genomen.

 714/2009 overweging 20

  • (45) 
    Om het vertrouwen in de markt te versterken, moeten marktspelers de zekerheid hebben dat op misbruik doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties worden gesteld. De bevoegde autoriteiten moeten de bevoegdheid krijgen vermoedens van marktmisbruik daadwerkelijk te onderzoeken. Daartoe is het nodig dat de bevoegde autoriteiten toegang hebben tot gegevens die informatie verschaffen over operationele beslissingen van leveranciers. Op de elektriciteitsmarkt worden tal van relevante beslissingen genomen door de producenten, die informatie daarover gedurende een bepaalde termijn ter beschikking van en gemakkelijk toegankelijk voor de bevoegde autoriteiten moeten houden. De bevoegde autoriteiten moeten er verder regelmatig op toezien dat de transmissiesysteembeheerders de regels naleven. Kleine producenten die de markt niet echt kunnen verstoren, moeten van deze verplichting worden vrijgesteld.

     714/2009 overweging 26

  • (46) 
    Van de lidstaten en de bevoegde nationale autoriteiten moet worden verlangd dat zij de Commissie relevante informatie verschaffen. Deze informatie moet door de Commissie vertrouwelijk worden behandeld. Waar nodig moet de Commissie de mogelijkheid hebben de relevante informatie rechtstreeks bij de betrokken bedrijven op te vragen, op voorwaarde dat de bevoegde nationale autoriteiten op de hoogte worden gebracht.

     714/2009 overweging 27

  • (47) 
    De lidstaten moeten regels vaststellen inzake sancties wegens inbreuken op de bepalingen van deze verordening en erop toezien dat deze worden uitgevoerd. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

     714/2009 overweging 28

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG i van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende

uitvoeringsbevoegdheden 32 .

 714/2009 overweging 29

In het bijzonder moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gegeven de richtsnoeren vast te stellen of aan te nemen die nodig zijn voor de minimale harmonisatie die vereist is om de doelstelling van deze verordening te bereiken. Aangezien het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG i bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing.

 nieuw

  • (48) 
    De lidstaten en de partijen bij de Energiegemeenschap moeten nauw samenwerken wat betreft alle aangelegenheden in verband met de ontwikkeling van een geïntegreerde elektriciteitshandelsregio en zij mogen geen maatregelen treffen die verdere integratie van de elektriciteitsmarkten of de voorzieningszekerheid van de lidstaten en de verdragsluitende partijen in het gedrang brengen.
  • (49) 
    Teneinde de mate van harmonisatie te waarborgen die minimaal vereist is voor een doeltreffende marktwerking, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden gedelegeerd met betrekking tot gebieden die van essentieel belang zijn voor de marktintegratie. Die gebieden zijn onder meer het geografische gebied voor de regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders, het bedrag van vergoedingen die de transmissiesysteembeheerders aan elkaar betalen, de vaststelling en wijziging van netcodes en richtsnoeren en de toepassing van bepalingen inzake vrijstellingen voor nieuwe interconnectoren. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het

    interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 33 . Met name om te

    zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

32 PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

33 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

 714/2009 overweging 30 (aangepast)

  • (50) 
    Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk het verschaffen van een geharmoniseerd kader voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de  Unie Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de  Unie Gemeenschap maatregelen treffen, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel neergelegd in artikel 5 van het Verdrag  betreffende de Europese Unie  . Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel als neergelegd in genoemd artikel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te bereiken.

     714/2009 overweging 31

Gezien de omvang van de hierin gedane wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1228/2003 i is het ter wille van de duidelijkheid en de logica wenselijk de betrokken bepalingen te herschikken door hen samen te brengen in één tekst in een nieuwe verordening,

 714/2009 (aangepast)

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Hoofdstuk I

Onderwerp, werkingssfeer en definities

Artikel 1

Onderwerp en werkingssfeer

Deze verordening beoogt:

 nieuw

(a) de basis tot stand te brengen waarmee de doelstellingen van de Europese energieunie efficiënt worden verwezenlijkt, en met name het klimaat- en energiekader

2030 34 doordat marktsignalen mogelijk worden gemaakt ten bate van de flexibiliteit,

het koolstofarm maken van de economie en innovatie;

(b) fundamentele beginselen vast te stellen voor goed functionerende, geïntegreerde elektriciteitsmarkten, waarbij niet-discriminerende toegang voor alle aanbieders van hulpbronnen en elektriciteitsklanten mogelijk is, de consumenten mondig worden gemaakt, vraagrespons en energie-efficiëntie worden bevorderd, de bundeling van verspreide vraag en aanbod mogelijk is en wordt bijgedragen tot het koolstofarm maken van de economie door middel van marktintegratie en marktgebaseerde vergoeding van uit hernieuwbare bronnen opgewekte elektriciteit;

 714/2009 (aangepast)  nieuw

ca) eerlijke regels te stellen voor de grensoverschrijdende handel in elektriciteit, om aldus de mededinging op de interne markt voor elektriciteit te bevorderen, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de nationale en regionale markten; dit  omvat  houdt onder meer in de totstandbrenging van een vergoedingsmechanisme voor grensoverschrijdende elektriciteitsstromen en de vaststelling van geharmoniseerde beginselen inzake tarieven voor grensoverschrijdende transmissie en de toewijzing van beschikbare interconnectiecapaciteit tussen nationale transmissiesystemen;

db) het ontstaan te bevorderen van een goed functionerende en transparante groothandelsmarkt met een hoog niveau van zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en te voorzien in mechanismen om deze regels voor de grensoverschrijdende handel in elektriciteit te harmoniseren.

Artikel 2

Definities

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze verordening zijn de definities in artikel 2 van Richtlijn 2009/72/EG i [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2] van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit , in artikel 2 van

    Verordening (EU) nr. 1227/2011 i van het Europees Parlement en de Raad 35 , in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 543/2013 i van de Commissie 36 en in artikel 2 van

    [herschikking van de richtlijn hernieuwbare energie] van toepassing, uitgezonderd de definitie van „interconnector”, die als volgt komt te luiden:— „interconnector”:

34 COM/2014/015 final.

35 Verordening (EG) nr. 1227/2011 i van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011

betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

36 Verordening (EU) nr. 543/2013 i van de Commissie van 14 juni 2013 betreffende de toezending en publicatie van gegevens inzake de elektriciteitsmarkten en houdende wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 714/2009 i van het Europees Parlement en de Raad (PB L 163 van 15.6.2013, blz. 1).

transmissielijn die een grens tussen lidstaten overschrijdt of overspant, en de nationale transmissiesystemen van de lidstaten onderling koppelt.

  • 2. 
    Tevens zijn de volgende definities van toepassing:

(a) „regulerende instanties”: de regulerende instanties bedoeld in artikel 5735(1) van [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2] Directive 2009/72 i/EG;

(b) „grensoverschrijdende stroom”: een fysieke stroom van elektriciteit op een transmissienetwerk van een lidstaat die het gevolg is van de invloed van de activiteit van producenten en/of  klanten  verbruikers buiten die lidstaat op zijn transmissienetwerk;

(c) „congestie”: een situatie waarin  niet aan alle verzoeken van marktspelers betreffende handel tussen twee biedzones kan worden voldaan, aangezien de fysieke stromen op de netelementen die niet in deze stromen kunnen voorzien daardoor in aanzienlijke mate zouden worden getroffen  een interconnectie tussen nationale transmissienetwerken wegens onvoldoende capaciteit van de betrokken interconnectoren en/of nationale transmissiesystemen niet alle fysieke stromen die voortvloeien uit de internationale handel waar de marktpartijen om verzoeken, kan verwerken;

(d) „aangegeven export”: de verzending van elektriciteit vanuit een lidstaat, met de onderliggende contractuele verbintenis dat tegelijkertijd in een andere lidstaat of een derde land een corresponderende ontvangst („aangegeven import”) van elektriciteit plaatsvindt;

(e) „aangegeven doorvoer”: de situatie waarin sprake is van „aangegeven export” van elektriciteit en het genomineerde traject van de transactie door een land loopt waarin noch de verzending noch de gelijktijdige corresponderende ontvangst van de elektriciteit plaatsvindt;

(f) „aangegeven import”: de ontvangst van elektriciteit in een lidstaat of een derde land, die tegelijkertijd plaatsvindt met de verzending van elektriciteit („aangegeven export”) in een andere lidstaat;

g)d) „nieuwe interconnector”: een interconnector die op 4 augustus 2003 niet voltooid is;.

 nieuw

(e) "structurele congestie": congestie in het transmissiesysteem die voorspelbaar en in geografisch opzicht langdurig stabiel is alsmede herhaaldelijk onder normale elektriciteitssysteemomstandigheden voorkomt;

(f) "marktbeheerder": een entiteit die een dienst levert waarbij de aanbiedingen om elektriciteit te verkopen in evenwicht zijn met biedingen om elektriciteit te kopen;

(g) „benoemde elektriciteitsmarktbeheerder (NEMO)”: een marktbeheerder die door de bevoegde autoriteit is aangewezen om taken uit te voeren met betrekking tot eenvormige day-ahead- of eenvormige intradaykoppeling;

(h) "waarde van de verloren belasting": een raming in EUR/MWh van de maximale elektriciteitsprijs die klanten bereid zijn te betalen om niet-beschikbaarheid te voorkomen;

(i) "balancering": alle acties en processen in alle tijdsbestekken waarmee de transmissiesysteembeheerders op bestendige wijze waarborgen dat de systeemfrequentie binnen een vooraf gedefinieerd stabiliteitsbereik blijft en dat voldoende reserves beschikbaar zijn om de vereiste kwaliteit te garanderen;

(j) "balanceringsenergie": energie die door de transmissiesysteembeheerders wordt gebruikt om de balancering uit te voeren;

(k) 'balanceringsdienstverlener": een marktspeler die balanceringsenergie en/of balanceringscapaciteit aanbiedt aan transmissiesysteembeheerders;

(l) "balanceringscapaciteit": een hoeveelheid capaciteit waarvan de balanceringsdienstverlener is overeengekomen erover te beschikken en ten aanzien

waarvan de balanceringsdienstverlener is overeengekomen biedingen voor een dienovereenkomstige hoeveelheid balanceringsenergie bij de transmissiebeheerder te doen gedurende de looptijd van de overeenkomst;

(m) "balanceringsverantwoordelijke": een marktspeler of de door deze gekozen vertegenwoordiger die verantwoordelijk is voor diens onbalans op de elektriciteitsmarkt;

(n) "periode voor onbalansverrekening": de tijdseenheid waarvoor de onbalans van de balanceringsverantwoordelijken wordt berekend;

(o) "onbalansprijs": de prijs, die positief, nihil of negatief kan zijn, in elke periode voor onbalansverrekening voor een onbalans in elke richting;

(p) "onbalansprijszone": de zone waarin een onbalansprijs wordt berekend;

(q) "prekwalificatieproces": het proces waarmee wordt gecontroleerd of een aanbieder van balanceringscapaciteit voldoet aan de door de transmissiesysteembeheerders vastgestelde eisen;

(r) "reservecapaciteit": de omvang van de frequentiebegrenzingsreserves, frequentieherstelreserves of vervangingsreserves die voor de transmissiesysteembeheerder beschikbaar moeten zijn;

(s) "prioritaire dispatching": dispatching van elektriciteitscentrales op basis van andere criteria dan de economische volgorde van biedingen en, in centrale dispatchingsystemen, netbeperkingen, waarbij prioriteit wordt gegeven aan dispatching van bepaalde opwekkingstechnologieën;

(t) „capaciteitsberekeningsregio”: een geografisch gebied waarbinnen een gecoördineerde capaciteitsberekening wordt toegepast;

(u) "capaciteitsmechanisme": een administratieve maatregel waarmee wordt gewaarborgd dat het gewenste niveau van voorzieningszekerheid wordt bereikt door

middel van de vergoeding van hulpbronnen aan de hand van de beschikbaarheid ervan, met uitzondering van maatregelen in verband met ondersteunende diensten;

(v) "strategische reserve": een capaciteitsmechanisme waarbij uitsluitend dispatching van hulpbronnen plaatsvindt indien clearing op de day-ahead- en intradaymarkten niet is geslaagd, de transmissiesysteembeheerders al hun balanceringshulpbronnen hebben ingezet om een evenwicht tussen vraag en aanbod tot stand te brengen, en onbalans op de markt tijdens perioden waarin dispatching van de reserves heeft plaatsgevonden, is afgewikkeld aan de hand van de waarde van de verloren belasting;

(w) "hoogrenderende warmtekrachtkoppeling": warmtekrachtkoppeling die voldoet aan

de in bijlage II van Richtlijn 2012/27 i/EU van het Europees Parlement en de Raad 37

vastgestelde criteria;

(x) „demonstratieproject”: een project waarbij een technologie als eerste in haar soort in de Unie wordt gedemonstreerd en dat een aanzienlijke innovatie vertegenwoordigt die veel verder gaat dan de huidige stand van de techniek.

Hoofdstuk II

Algemene voorschriften voor de elektriciteitsmarkt

Artikel 3

Beginselen inzake het beheer van elektriciteitsmarkten

  • 1. 
    De lidstaten, de nationale regulerende instanties, de transmissiesysteembeheerders, de distributiesysteembeheerders en de marktbeheerders waarborgen dat de elektriciteitsmarkten in overeenstemming met de volgende beginselen worden beheerd:

(a) prijsvorming vindt plaats op basis van vraag en aanbod;

(b) acties waardoor prijsvorming op basis van vraag en aanbod wordt tegengegaan of die een negatieve prikkel vormen voor de ontwikkeling van meer flexibele opwekking, koolstofarme opwekking of meer flexibele vraag, worden voorkomen;

(c) klanten worden in staat gesteld te profiteren van de mogelijkheden die de markt biedt en van scherpere concurrentie op de retailmarkten;

37 Richtlijn 2012/27 i/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energieefficiëntie,

tot wijziging van de Richtlijnen 2009/125/EG i en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG i en 2006/32/EG i (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1).

(d) consumenten en kleine bedrijven worden in staat gesteld aan de markt deel te nemen door middel van de bundeling van opwekking door meerdere productie-installaties of belasting door meerdere verbruikersinstallaties, waardoor kan worden voorzien in gezamenlijke aanbiedingen op de elektriciteitsmarkt en gezamenlijk beheer in het elektriciteitssysteem kan plaatsvinden, waarbij de voorschriften inzake mededinging van het EU-Verdrag moeten worden nageleefd;

(e) de marktvoorschriften dragen bij tot het koolstofarm maken van de economie doordat de integratie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen mogelijk wordt gemaakt en prikkels voor energie-efficiëntie worden geboden;

(f) de marktvoorschriften zorgen voor passende investeringsprikkels voor opwekking, opslag, energie-efficiëntie en vraagrespons, waardoor aan de behoeften van de markt tegemoet wordt gekomen en de voorzieningszekerheid wordt gewaarborgd;

(g) belemmeringen voor grensoverschrijdende elektriciteitsstromen en grensoverschrijdende transacties op elektriciteitsmarkten en aanverwante

dienstenmarkten worden voorkomen;

(h) de marktvoorschriften voorzien in regionale samenwerking wanneer dat doeltreffend is;

(i) alle opwekkings-, opslag- en vraaghulpbronnen nemen op gelijke voet deel aan de markt;

(j) alle producenten zijn direct of indirect verantwoordelijk voor de verkoop van de elektriciteit die zij opwekken;

(k) de marktvoorschriften maken het mogelijk dat op het gebied van onderzoek en ontwikkeling vooruitgang wordt geboekt en dat hiervan gebruik wordt gemaakt ten bate van de maatschappij;

(l) de marktvoorschriften maken efficiënte dispatching van activa voor elektriciteitsproductie en vraagrespons mogelijk;

(m) de marktvoorschriften maken toegang en vertrek van elektriciteitsopwekkers en elektriciteitsleveranciers mogelijk naargelang van hun beoordeling van de economische en financiële levensvatbaarheid van hun activiteiten;

(n) indekkingsmogelijkheden op lange termijn, waarmee marktspelers op marktgebaseerde wijze risico's op prijsvolatiliteit en onzekerheid wat betreft

toekomstige investeringen kunnen wegnemen, zijn op transparante wijze verhandelbaar op beurzen, waarbij de voorschriften inzake mededinging van het EU- Verdrag moeten worden nageleefd.

Artikel 4

Verantwoordelijkheid voor balancering

  • 1. 
    Alle marktspelers streven naar systeemevenwicht en zijn financieel verantwoordelijk voor onbalans die zij in het systeem veroorzaken. Zij zijn balanceringsverantwoordelijken of zij delegeren hun verantwoordelijkheid aan de balanceringsverantwoordelijke van hun keuze.
  • 2. 
    De lidstaten kunnen voorzien in een afwijking van de verantwoordelijkheid voor balancering met betrekking tot:

    (a) demonstratieprojecten;

    (b) productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling gebruiken met een geïnstalleerd elektrisch vermogen van minder dan 500 kW;

    (c) installaties die door de Commissie goedgekeurde steun ontvangen die voldoet aan de staatssteunregels krachtens de artikelen 107 tot en met 109 VWEU en die vóór [PB: inwerkingtreding] zijn opgeleverd. De lidstaten kunnen overeenkomstig de staatssteunregels van de Unie geheel of gedeeltelijk van de verantwoordelijkheid voor balancering vrijgestelde marktspelers stimuleren om tegen een passende vergoeding de volledige verantwoordelijkheid voor balancering te aanvaarden.

  • 3. 
    Met ingang van 1 januari 2026 is lid 2, onder b), uitsluitend van toepassing op productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling gebruiken met een geïnstalleerd elektrisch vermogen van minder dan 250 kW.

    Artikel 5

    Balanceringsmarkt

  • 1. 
    Alle marktspelers hebben afzonderlijk of door middel van bundeling toegang tot de balanceringsmarkt. De voorschriften en producten betreffende de balanceringsmarkt zijn in overeenstemming met de noodzaak om rekening te houden met het toenemende aandeel van variabele opwekking, de toenemende vraagbeheersing en de opkomst van nieuwe technologieën.
  • 2. 
    Balanceringsmarkten moeten zodanig zijn georganiseerd dat doeltreffende nietdiscriminatie tussen marktspelers wordt gewaarborgd, waarbij rekening wordt gehouden met de afwijkende technische capaciteit van de opwekking uit variabele hernieuwbare bronnen, de respons aan de vraagzijde en opslag.
  • 3. 
    Balanceringsenergie wordt afzonderlijk van balancerinscapaciteit ingekocht. De inkoopprocessen zijn transparant, waarbij tegelijkertijd het vertrouwelijke karakter wordt gerespecteerd.
  • 4. 
    Balanceringsmarkten waarborgen de operationele veiligheid en voorzien tegelijkertijd in maximaal gebruik en efficiënte toewijzing van zoneoverschrijdende

    capaciteit in de verschillende tijdsbestekken overeenkomstig artikel 15.

  • 5. 
    Voor de vereffening van balanceringsenergie wordt marginale prijsstelling gebruikt. De marktspelers mogen binnen een tijdsspanne die realtime zo dicht mogelijk benadert biedingen uitbrengen, en ten minste na de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt die in overeenstemming met artikel 59 van

    Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie 38 is bepaald.

  • 6. 
    Onbalans wordt vereffend tegen een prijs die de realtimewaarde van energie weerspiegelt.
  • 7. 
    De omvangsbepaling van reservecapaciteit wordt op regionaal niveau verricht overeenkomstig punt 7 van bijlage I. De regionale operationele centra ondersteunen de transmissiesysteembeheerders bij het bepalen van de hoeveelheid balanceringscapaciteit die moet worden aangekocht overeenkomstig punt 8 van bijlage I.
  • 8. 
    De aankoop van balanceringscapaciteit wordt overeenkomstig punt 8 van bijlage I op regionaal niveau vergemakkelijkt. De aankoop is gebaseerd op een primaire markt en zodanig georganiseerd dat er in het prekwalificatieproces geen discriminatie plaatsvindt tussen afzonderlijke en gebundelde marktspelers.
  • 9. 
    Opwaartse balanceringscapaciteit en neerwaartse balanceringscapaciteit worden afzonderlijk ingekocht. De contractering vindt niet meer dan één dag vóór de levering van de balanceringscapaciteit plaats en de contracteringsperiode bestrijkt maximaal één dag.
  • 10. 
    De transmissiesysteembeheerders publiceren bijna-realtime informatie over de actuele balanceringstoestand van hun regelzones, de onbalansprijs en de balanceringsenergieprijs.

Artikel 6

Day-ahead- en intradaymarkten

  • 1. 
    De transmissiesysteembeheerders en de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders organiseren gezamenlijk het beheer van de geïntegreerde day-ahead- en intradaymarkten op basis van marktkoppeling als vastgesteld in Verordening (EU) 2015/1222. De transmissiesysteembeheerders en de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders werken samen op EU-niveau of, wanneer zulks geschikter is, op regionale basis, teneinde maximale efficiëntie en doeltreffendheid van de day-ahead- en intraday-elektriciteitshandel in de Unie tot stand te brengen. De verplichting tot samenwerking laat de toepassing van de bepalingen van de EU-

    mededingingswetgeving onverlet. In hun aan de elektriciteitshandel gerelateerde

38 Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren

betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24).

functies zijn de transmissiesysteembeheerders en de benoemde

elektriciteitsmarktbeheerders onderworpen aan regelgevend toezicht door de

regulators en het Agentschap overeenkomstig artikel 59 van [herschikking van

Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2] en de artikelen 4 en 9

van [herschikking van Verordening (EG) nr. 713/2009 i als voorgesteld bij

COM(2016) 863 i/2].

  • 2. 
    Day-ahead- en intradaymarkten:

    (a) zijn zodanig georganiseerd dat deze niet-discriminerend zijn;

    (b) zorgen ervoor dat de marktspelers zo goed mogelijk in staat zijn ertoe bij te dragen dat onbalans van het systeem wordt voorkomen;

    (c) zorgen ervoor dat de marktspelers over optimale mogelijkheden beschikken om binnen een tijdsspanne die realtime zo dicht mogelijk benadert in alle biedzones deel te nemen aan grensoverschrijdende handel;

    (d) bieden prijzen die de fundamentele kenmerken van de markten weerspiegelen en waarop de marktspelers kunnen vertrouwen wanneer zij overeenstemming bereiken over indekkingsproducten op lange termijn;

    (e) waarborgen de operationele veiligheid, waarbij tegelijkertijd een maximaal gebruik van de transmissiecapaciteit mogelijk wordt gemaakt;

    (f) zijn transparant, waarbij tegelijkertijd het vertrouwelijke karakter wordt gerespecteerd;

    (g) waarborgen dat handel anoniem plaatsvindt; en

    (h) maken geen onderscheid tussen handel binnen een biedzone en handel tussen biedzones.

  • 3. 
    De marktbeheerders kunnen vrijelijk producten en handelsmogelijkheden ontwikkelen die aansluiten bij de vraag en behoeften van de marktspelers, en zij

    waarborgen dat alle marktspelers afzonderlijk of door middel van bundeling toegang tot de markt kunnen krijgen. Zij respecteren de noodzaak om rekening te houden met het toenemende aandeel van variabele opwekking, de toenemende vraagbeheersing en de opkomst van nieuwe technologieën.

    Artikel 7

    Handel op day-ahead- en intradaymarkten

  • 1. 
    De marktbeheerders staan de marktspelers toe energie te verhandelen binnen een tijdsspanne die zo dicht mogelijk realtime benadert en ten minste tot de gatesluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt die in overeenstemming met artikel 59 van Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie is bepaald.
  • 2. 
    De marktbeheerders geven de marktspelers de mogelijkheid energie te verhandelen in tijdsintervallen die ten minste even kort zijn als de onbalansvereffeningsperiode op de day-ahead- en intradaymarkten.
  • 3. 
    De marktbeheerders voorzien in producten die kunnen worden verhandeld op de dayahead- en intradaymarkten en die zo klein van omvang zijn, met een minimale omvang van de bieding van ten hoogste 1 megawatt, dat doeltreffende deelname van respons aan de vraagzijde, energieopslag en kleinschalige hernieuwbare bronnen mogelijk is.
  • 4. 
    Uiterlijk op 1 januari 2025 bedraagt de onbalansvereffeningsperiode in alle regelzones 15 minuten.

    Artikel 8

    Termijnmarkten

  • 1. 
    Overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 geven de transmissiesysteembeheerders langetermijnrechten uit of treffen zij gelijkwaardige

    maatregelen teneinde de marktspelers, en met name de eigenaren van productieinstallaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, de mogelijkheid te bieden zich in te dekken tegen prijsrisico's over biedzonegrenzen heen.

  • 2. 
    Langetermijnrechten betreffende transmissie worden op transparante, marktgebaseerde en niet-discriminerende wijze toegewezen door middel van een

    centraal toewijzingsplatform. Langetermijnrechten betreffende transmissie zijn vast en overdraagbaar tussen de marktspelers.

  • 3. 
    Mits aan de voorschriften inzake mededinging van het EU-Verdrag wordt voldaan, kunnen de marktbeheerders vrijelijk termijngerichte indekkingsproducten, onder meer voor de lange termijn, ontwikkelen, teneinde de marktspelers, en met name de eigenaren van productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, passende mogelijkheden te bieden zich in te deken tegen financiële risico's als gevolg van prijsschommelingen. De lidstaten beperken dergelijke indekkingsactiviteiten niet tot handel binnen een lidstaat of biedzone.

    Artikel 9

    Prijsbeperkingen

  • 1. 
    Er mag geen maximale limiet voor de wholesale-elektriciteitsprijs worden vastgelegd, tenzij deze limiet overeenkomt met de in overeenstemming met artikel 10 bepaalde waarde van de verloren belasting. Er mag geen minimale limiet voor de wholesale-elektriciteitsprijs worden vastgelegd, tenzij deze limiet overeenkomt met een waarde van min 2 000 EUR of minder en, indien deze limiet wordt bereikt of naar verwachting zal worden bereikt, voor de volgende dag overeenkomt met een lagere waarde. Deze bepaling is onder meer van toepassing op het bieden en clearen in alle tijdsbestekken en omvat prijzen voor balanceringsenergie en onbalans.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 kunnen de marktbeheerders tot [PB: twee jaar na inwerkingtreding] limieten opleggen voor maximale clearingprijzen voor day-aheaden

    intradaytijdsbestekken overeenkomstig de artikelen 41 en 54 van Verordening (EU) 2015/1222. Indien deze limieten worden bereikt of naar verwachting zullen worden bereikt, worden deze voor de volgende dag verhoogd.

  • 3. 
    De transmissiesysteembeheerders treffen geen maatregelen die erop zijn gericht de wholesaleprijzen te wijzigen. De nationale regulerende instantie wordt binnen één dag in kennis gesteld van alle dispatchingopdrachten.
  • 4. 
    De lidstaten identificeren de op hun grondgebied toegepaste beleids- en andere maatregelen die er indirect toe kunnen bijdragen dat de prijsvorming wordt ingeperkt, met inbegrip van het beperken van biedingen die verband houden met de activering van balanceringsenergie, capaciteitsmechanismen, door de transmissiesysteembeheerders getroffen maatregelen alsmede maatregelen die zijn gericht op het tegengaan van marktresultaten of het voorkomen van misbruik van dominante posities of op inefficiënte wijze afgebakende biedzones.
  • 5. 
    Wanneer een lidstaat beleid of een maatregel heeft geïdentificeerd waardoor de prijsvorming kan worden ingeperkt, onderneemt hij alle passende acties om ervoor te zorgen dat er geen gevolgen voor het biedingsgedrag zijn of dat deze gevolgen beperkt blijven. De lidstaten brengen uiterlijk op [PB: zes maanden na de inwerkingtreding] verslag uit aan de Commissie, waarin zij de maatregelen en acties die zij hebben ondernemen of van plan zijn te ondernemen nauwkeurig omschrijven.

    Artikel 10

    Waarde van de verloren belasting

  • 1. 
    Uiterlijk op [PB: een jaar na de inwerkingtreding] stellen de lidstaten voor hun grondgebied een enkele raming van de waarde van de verloren belasting (Value of Lost Load, VoLL) vast die wordt uitgedrukt in EUR/MWh. Deze raming wordt meegedeeld aan de Commissie en publiekelijk bekendgemaakt. De lidstaten kunnen verschillende VoLL's per biedzone vaststellen indien er op hun grondgebied meerdere biedzones zijn. Bij het vaststellen van de VoLL passen de lidstaten de overeenkomstig artikel 19, lid 5, ontwikkelde methodologie toe.
  • 2. 
    De lidstaten werken hun raming ten minste om de vijf jaar bij.

    Artikel 11

    Dispatching van opwekking en vraagrespons

  • 1. 
    Dispatching van elektriciteitsproductie-installaties en vraagrespons vindt op nietdiscriminerende en marktgebaseerde wijze plaats, tenzij ander bepaald overeenkomstig de leden 2 tot en met 4.
  • 2. 
    Wanneer dispatching van elektriciteitsproductie-installaties plaatsvindt, geven de transmissiesysteembeheerders prioriteit aan productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, aan hoogrenderende warmtekrachtkoppeling uit kleine productie-installaties of aan productie-installaties die opkomende technologieën gebruiken, in de volgende gevallen:

(a) productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling gebruiken met een geïnstalleerd elektrisch vermogen van

minder dan 500 kW; of

(b) demonstratieprojecten op het gebied van innovatieve technologieën.

  • 3. 
    Wanneer de totale capaciteit van de overeenkomstig lid 2 aan prioritaire dispatching onderworpen productie-installaties groter is dan 15 % van de totale geïnstalleerde productiecapaciteit in een lidstaat, is lid 2, onder a), uitsluitend van toepassing op aanvullende productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling gebruiken met een geïnstalleerd elektrisch vermogen van minder dan 250 kW.

    Met ingang van 1 januari 2026 is lid 2, onder a), uitsluitend van toepassing op productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling gebruiken met een geïnstalleerd elektrisch vermogen van minder dan 250 kW of, indien de in de eerste zin van dit lid genoemde drempelwaarde is bereikt, minder dan 125 kW.

  • 4. 
    Productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling gebruiken die vóór [PB: inwerkingtreding] zijn opgeleverd

    en op het moment van oplevering onderworpen waren aan prioritaire dispatching overeenkomstig artikel 15, lid 5, van Richtlijn 2012/27 i/EU van het Europees Parlement en de Raad of artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG i van het Europees

    Parlement en de Raad 39 blijven onderworpen aan prioritaire dispatching. Prioritaire

    dispatching is niet meer van toepassing vanaf de datum waarop de productieinstallatie aan significante wijzigingen wordt onderworpen, hetgeen ten minste het geval is wanneer een nieuwe aansluitovereenkomst noodzakelijk is of de opwekkingscapaciteit wordt verhoogd.

  • 5. 
    Prioritaire dispatching mag de veilige exploitatie van het elektriciteitssysteem niet in het gedrang brengen, mag niet worden gebruikt als rechtvaardiging voor de beperking van grensoverschrijdende capaciteit buiten het bepaalde in artikel 14 en is gebaseerd op transparante en niet-discriminerende criteria.

39 Richtlijn 2009/28/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het

gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG i en Richtlijn 2003/30/EG i (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

Artikel 12

Redispatching en beperking

  • 1. 
    Beperking of redispatching van opwekking en redispatching van vraagrespons is gebaseerd op objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria.
  • 2. 
    De hulpbronnen waarop beperking of redispatching betrekking heeft, worden gekozen uit productie- of verbruikersinstallaties die aanbiedingen indienen voor beperking of redispatching door middel van marktgebaseerde mechanismen; hiervoor vindt een financiële vergoeding plaats. Niet-marktgebaseerde beperking of redispatching van vraagrespons wordt uitsluitend gebruikt wanneer er geen marktgebaseerd alternatief beschikbaar is, wanneer alle beschikbare marktgebaseerde hulpbronnen zijn gebruikt of wanneer het aantal productie- of verbruikersinstallaties dat beschikbaar is in het gebied waar geschikte productie- of verbruikersinstallaties voor de levering van de dienst zich bevinden, te klein is om daadwerkelijke mededinging te waarborgen. De levering van marktgebaseerde hulpbronnen staat open voor alle opwekkingstechnologieën, opslag en vraagrespons, met inbegrip van in andere lidstaten gevestigde beheerders, tenzij dit uit technisch oogpunt niet haalbaar is.
  • 3. 
    De verantwoordelijke systeembeheerders brengen ten minste één maal per jaar verslag uit aan de bevoegde regulerende instantie over de beperking of neerwaartse redispatching van productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en over maatregelen die zijn getroffen om de behoefte aan dergelijke beperking of neerwaartse redispatching in de toekomst terug te dringen. Beperking of redispatching van productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling wordt overeenkomstig lid 6 vergoed.
  • 4. 
    Overeenkomstig de eisen inzake de instandhouding van de betrouwbaarheid en veiligheid van het net en uitgaande van door de bevoegde nationale autoriteiten vastgestelde transparante en niet-discriminerende criteria, zorgen de transmissiesysteembeheerders en de distributiesysteembeheerders ervoor dat:

(a) de transmissie- en distributienetten in staat zijn tot transmissie van uit hernieuwbare energiebronnen of door middel van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling geproduceerde elektriciteit, waarbij zo min mogelijk beperking of redispatching plaatsvindt. Bij de netplanning kan evenwel rekening worden met een zekere mate van beperking of redispatching wanneer dit in economisch opzicht efficiënter is en overeenkomt met ten hoogste 5 % van de geïnstalleerde capaciteit met gebruikmaking van hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in hun zone;

(b) passende net- en marktgerelateerde operationele maatregelen worden getroffen teneinde beperking of neerwaartse redispatching van uit hernieuwbare energiebronnen of door middel van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling geproduceerde elektriciteit tot een minimum te beperken.

  • 5. 
    Wanneer niet-marktgebaseerde neerwaartse redispatching of beperking wordt gebruikt, zijn de volgende beginselen van toepassing:

    (a) productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, worden uitsluitend onderworpen aan neerwaartse redispatching of beperking indien er geen alternatieven zijn of indien andere oplossingen zouden leiden tot onevenredige kosten of risico's voor de veiligheid van het net;

    (b) productie-installaties die hoogrenderende warmtekrachtkoppeling gebruiken, worden uitsluitend onderworpen aan neerwaartse redispatching of beperking indien er, behalve beperking of neerwaartse redispatching van productieinstallaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, geen alternatieven zijn of indien andere oplossingen zouden leiden tot onevenredige kosten of risico's voor de veiligheid van het net;

    (c) zelfgeproduceerde elektriciteit van productie-installaties die hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling gebruiken die niet wordt teruggeleverd aan het transmissie- of distributienet wordt niet beperkt, tenzij er geen andere mogelijkheid bestaat om problemen inzake de netbeveiliging op te lossen;

    (d) neerwaartse redispatching of beperking overeenkomstig de punten a) tot en met c) wordt naar behoren en op transparante wijze gerechtvaardigd. De rechtvaardiging wordt opgenomen in het in lid 3 bedoelde verslag.

  • 6. 
    Wanneer niet-marktgebaseerde beperking of redispatching wordt gebruikt, wordt dit onderworpen aan financiële vergoeding door de systeembeheerder die om beperking of redispatching verzoekt aan de eigenaar van de productie- of verbruikersinstallatie waarvoor beperking of redispatching plaatsvindt. De financiële vergoeding is ten minste gelijk aan het hoogste van de volgende elementen:

(a) aanvullende exploitatiekosten als gevolg van beperking van redispatching, zoals aanvullende brandstofkosten in het geval van opwaartse redispatching, of backupwarmtevoorziening in het geval van neerwaartse redispatching of beperking van productie-installaties die hoogrenderende warmtekrachtkoppeling gebruiken;

(b) 90 % van de netto-inkomsten van de verkoop van elektriciteit op de day-aheadmarkt die de productie- of verbruikersinstallatie zou hebben geproduceerd zonder het verzoek om beperking of redispatching. Wanneer financiële ondersteuning wordt verleend aan productie- of verbruikersinstallaties op basis van het geproduceerde of verbruikte elektriciteitsvolume, wordt de niet-verleende financiële ondersteuning beschouwd als onderdeel van de netto-inkomsten.

Hoofdstuk III

Toegang tot het net en congestiebeheer

D EEL 1

C APACITEITSTOEWIJZING

Artikel 13

Vaststelling van biedzones

  • 1. 
    Biedzonegrenzen zijn gebaseerd op structurele congestie op lange termijn in het transmissienet en biedzones omvatten dergelijke congestie niet. De configuratie van biedzones in de Unie wordt zodanig vastgesteld dat de economische efficiëntie en de grensoverschrijdende handelsmogelijkheden worden gemaximaliseerd, terwijl de voorzieningszekerheid in stand wordt gehouden.
  • 2. 
    Elke biedzone is gelijk aan een onbalansprijszone.
  • 3. 
    Teneinde te waarborgen dat biedzones in een gebied met een hoge mate van interconnectie optimaal worden vastgesteld, wordt een herziening van de biedzones uitgevoerd. Tot deze herziening behoort een gecoördineerde analyse van de configuratie van biedzones, waarbij de belanghebbenden uit alle betrokken lidstaten participeren en het in de artikelen 32 tot en met 34 van Verordening (EU) 2015/1222 vastgestelde proces wordt toegepast. Het Agentschap keurt de methode en de aannames goed die zullen worden gebruikt in het proces van herziening van de biedzone en ten aanzien van de in overweging genomen alternatieve biedzoneconfiguraties, en het kan om wijziging daarvan vragen.
  • 4. 
    De transmissiesysteembeheerders die deelnemen aan de herziening van de biedzones dienen bij de Commissie een voorstel in waarin ervoor wordt gepleit om de biedzoneconfiguratie te wijzigen dan wel te handhaven. Op basis van dat voorstel stelt de Commissie door middel van een besluit [uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, specifieke datum door PB in te voegen] of uiterlijk zes maanden na de voltooiing van de overeenkomstig artikel 32, lid 1, onder a), b) of c), van Verordening EU) 2015/1222 gestarte biedzoneconfiguratie, naargelang welk van beide het laatst valt, vast of de biedzoneconfiguratie wordt gewijzigd of gehandhaafd.
  • 5. 
    Het in lid 4 bedoelde besluit is gebaseerd op het resultaat van de herziening van de biedzone en het voorstel van de transmissiesysteembeheerders betreffende de handhaving of wijziging ervan. Het besluit wordt gerechtvaardigd, met name ten aanzien van mogelijke afwijkingen van het resultaat van de herziening van de biedzone.
  • 6. 
    Wanneer overeenkomstig artikel 32, lid 1, onder a), b) of c), van Verordening EU) 2015/1222 verdere herzieningen van biedzones worden gestart, kan de Commissie binnen zes maanden na de voltooiing van de herziening van de biedzone een besluit vaststellen.
  • 7. 
    De Commissie raadpleegt de relevante belanghebbenden met betrekking tot haar besluiten in het kader van dit artikel, voordat deze worden vastgesteld.
  • 8. 
    In het besluit van de Commissie wordt de datum vastgesteld waarop een wijziging wordt uitgevoerd. Bij deze uitvoeringsdatum wordt zowel rekening gehouden met de noodzaak van vlotte uitvoering als met praktische overwegingen, onder meer met betrekking tot de langetermijnhandel in elektriciteit. De Commissie kan passende overgangsregelingen in haar besluit opnemen.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

Artikel 1416

Algemene beginselen inzakecapaciteitstoewijzing encongestiebeheer

  • 1. 
    Congestieproblemen van het netwerk worden aangepakt met niet-discriminerende, aan de markt gerelateerde oplossingen waarvan voor de marktspelers en de betrokken transmissiesysteembeheerders efficiënte economische signalen uitgaan. Bij voorkeur dienen nNetcongestieproblemen dienen te worden opgelost met van transacties losstaande methoden, d.w.z. methoden waarbij geen keuze tussen de contracten van afzonderlijke marktspelers behoeft te worden gemaakt.  Wanneer de transmissiesysteembeheerder operationele maatregelen treft om te waarborgen dat zijn transmissiesysteem in de normale toestand blijft, houdt hij rekening met het effect van deze maatregelen op aangrenzende regelzones en coördineert hij deze maatregelen met andere betrokken transmissiesysteembeheerders overeenkomstig Verordening (EU) 1222/2015 i. 
  • 2. 
    Procedures om transacties te beperken worden slechts toegepast in noodsituaties, wanneer de transmissiesysteembeheerder snel moet optreden en redispatching of compensatiehandel niet mogelijk is. Dergelijke procedures worden op nietdiscriminerende wijze toegepast. Behoudens in geval van overmacht worden marktspelers met een capaciteitstoewijzing voor een eventuele beperking vergoed.
  • 3. 
    Marktspelers krijgen de beschikking over de maximale capaciteit van de interconnecties en/of de maximale capaciteit van de transmissienetwerken waarmee

    grensoverschrijdende stromen worden verzorgd, zulks in overeenstemming met de voor een bedrijfszekere exploitatie van het netwerk geldende veiligheidsnormen.  Compensatiehandel en redispatching, met inbegrip van grensoverschrijdende redispatching, worden gebruikt om de beschikbare capaciteit te maximaliseren, tenzij is aangetoond dat dit op EU-niveau geen gunstig effect op de economische efficiëntie heeft.   nieuw

  • 4. 
    Capaciteit wordt alleen toegewezen door middel van expliciete capaciteitsveilingen of impliciete veilingen, waartoe zowel capaciteit als energie behoren. Beide methoden mogen worden gebruikt voor een en dezelfde interconnectie. Voor intradayhandel wordt continuhandel gebruikt en kunnen veilingen als aanvulling wordt gebruikt.
  • 5. 
    De capaciteit wordt toegewezen aan het hoogste bod, ongeacht of het een impliciet of expliciet bod binnen een gegeven tijdsbestek is. Het is niet toegestaan reserveringsprijzen vast te stellen in het kader van methoden voor capaciteitstoewijzing; bij artikel 7 van Verordening (EG) nr.1228/2003 i, artikel 17 van Verordening (EG) nr. 714/2009 i of artikel 59 van de onderhavige verordening wordt hierop een uitzondering gemaakt voor nieuwe interconnectoren.
  • 6. 
    Capaciteit mag vrij worden verhandeld op secundaire basis mits de transmissiesysteembeheerder hiervan lang genoeg van tevoren in kennis wordt gesteld. Wanneer een transmissiesysteembeheerder een secundaire handel (transactie) weigert, deelt hij dit op duidelijke en transparante wijze mee en legt hij

    dit uit aan alle marktspelers, en stelt hij de regulerende instantie daarvan in kennis.

  • 7. 
    Transmissiesysteembeheerders leggen geen beperking op aan het volume van de interconnectiecapaciteit die aan andere marktspelers ter beschikking wordt gesteld om congestie binnen hun eigen regelzone aan te pakken of om als middel te dienen voor het beheren van stromen op een grens tussen twee geobserveerde regelzones, zelfs als er geen transactie plaatsvindt, dat wil zeggen stromen via regelzones waarvan de oorsprong en de bestemming zich binnen één regelzone bevinden.

    Indien een transmissiesysteembeheerder daarom verzoekt, kan de relevante regulerende instantie een afwijking van lid 1 toestaan wanneer dat nodig is om de operationele doelmatigheid in stand te houden of wanneer dat op EU-niveau gunstig is voor de economische efficiëntie. Een dergelijke afwijking die geen betrekking mag hebben op beperking of reeds toegewezen capaciteit overeenkomstig lid 5, is beperkt in de tijd, is strikt beperkt tot wat noodzakelijk is en leidt niet tot discriminatie tussen interne en zoneoverschrijdende uitwisseling. Voordat de relevante regulerende instantie een afwijking toestaat, raadpleegt zij de regulerende instanties van de andere lidstaten die deel uitmaken van de betrokken capaciteitsberekeningsregio. Indien een regulerende instantie niet akkoord gaat met de voorgestelde afwijking, neemt het Agentschap overeenkomstig artikel 6, lid 8, onder a), [herschikking van Verordening (EG) nr. 713/2009 i als voorgesteld bij COM(2016) 863 i/2] een besluit over de afwijking. De rechtvaardiging en de motivering betreffende de afwijking worden gepubliceerd. Wanneer een afwijking wordt toegestaan, ontwikkelen en publiceren de relevante transmissiesysteembeheerders een methodologie en projecten die voorzien in een langetermijnoplossing voor de aangelegenheid waarop de afwijking betrekking heeft. De afwijking is van toepassing totdat de termijn ervan verstrijkt of de oplossing wordt toegepast, naargelang hetgeen het eerst gebeurt.

     714/2009

4.8. Marktspelers stellen de betrokken transmissiesysteembeheerders er voldoende lang vóór de aanvang van de betrokken exploitatieperiode van in kennis of zij voornemens zijn de toegewezen capaciteit te gebruiken. Eventueel toegewezen capaciteit die niet gaat worden benut, wordt op een open, transparante en niet-discriminerende wijze weer op de markt gebracht.

5.9. De transmissiesysteembeheerders vereffenen, voor zover dit technisch mogelijk is, de behoeften aan capaciteit voor elektriciteitsstromen in tegengestelde richting over de overbelaste koppellijn, teneinde de capaciteit van deze lijn maximaal te benutten. Transacties waarmee de congestie wordt verlicht mogen, met volledige inachtneming van de bedrijfszekerheid van het netwerk, nooit worden geweigerd.

 nieuw

  • 10. 
    De financiële gevolgen van het niet naleven van verplichtingen in verband met de toewijzing van capaciteit komen ten laste van degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn. Wanneer marktspelers niet gebruikmaken van de capaciteit waartoe ze zich verbonden hebben of, in het geval van expliciet geveilde capaciteit, deze niet verhandelen op secundaire basis of tijdig teruggeven, verliezen ze de rechten op die capaciteit en zijn ze een op de kosten gebaseerde vergoeding verschuldigd. Deze op de kosten gebaseerde vergoedingen voor het niet gebruiken van capaciteit dienen gerechtvaardigd en proportioneel te zijn. Indien een transmissiesysteembeheerder zijn verplichting niet nakomt, vergoedt hij de marktspeler voor het verlies van de capaciteitsrechten. Met andere verliezen die het gevolg zijn van het verlies van capaciteitsrechten wordt geen rekening gehouden. De belangrijkste concepten en methoden voor het vaststellen van de aansprakelijkheid voor het niet naleven van de verplichtingen worden van tevoren uiteengezet wat de financiële gevolgen betreft, en dienen te worden beoordeeld door de betrokken nationale regulerende instantie(s).

Artikel 15

Toewijzing van zoneoverschrijdende capaciteit in de verschillende tijdsbestekken

  • 1. 
    De transmissiesysteembeheerders voeren ten minste na de gate-sluitingstijden van de zoneoverschrijdende day-ahead- en de intradaymarkt een herberekening van de beschikbare zoneoverschrijdende capaciteit uit. De transmissiesysteembeheerders wijzen de beschikbare zoneoverschrijdende capaciteit plus eventueel resterende zoneoverschrijdende capaciteit die voorheen niet is toegewezen alsmede eventuele zoneoverschrijdende capaciteit die is vrijgegeven door houders van rechten betreffende fysieke transmissie uit voorafgaande toewijzingen toe in het volgende toewijzingsproces voor zoneoverschrijdende capaciteit.
  • 2. 
    Wanneer zoneoverschrijdende capaciteit beschikbaar is na de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt, gebruiken de transmissiesysteembeheerders de zoneoverschrijdende capaciteit voor de uitwisseling van balanceringsenergie of voor het beheer van het onbalansvereffeningsproces.
  • 3. 
    De transmissiesysteembeheerders gebruiken de in de netcodes en richtsnoeren inzake balancering vastgestelde methodologieën, voor zover van toepassing, om zoneoverschrijdende capaciteit toe te wijzen voor de uitwisseling van balanceringscapaciteit of het delen van reserves overeenkomstig artikel 5, leden 4 en 7.
  • 4. 
    De transmissiesysteembeheerders verhogen de overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1222 berekende betrouwbaarheidsmarge niet als gevolg van de uitwisseling van balanceringscapaciteit of het delen van reserves.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

D EEL 2

N ETWERKTARIEVEN EN CONGESTIE - ONTVANGSTEN

Artikel 1614

Tarieven voor de toegang tot netwerken

  • 1. 
    De door de netwerkbeheerders gehanteerde tarieven voor nettoegang  , met inbegrip van tarieven voor de aansluiting op de netten, tarieven voor het gebruik van netten en, indien van toepassing, tarieven voor gerelateerde versterkingen van netten,  moeten transparant zijn, rekening houden met de noodzakelijke zekerheid van het netwerk  en flexibiliteit  en een afspiegeling vormen van de werkelijk gemaakte kosten, voor zover deze overeenkomen met die van een efficiënte en structureel vergelijkbare netbeheerder en op niet-discriminerende wijze worden toegepast.  In het bijzonder worden deze zodanig toegepast dat niet op positieve of negatieve wijze wordt gediscrimineerd tussen op distributieniveau aangesloten productie en op transmissieniveau aangesloten productie. Door middel van deze tarieven vindt geen discriminatie plaats ten opzichte van energieopslag en worden geen negatieve prikkels tot stand gebracht met betrekking tot participatie in vraagrespons. Zonder afbreuk te doen aan lid 3  zijn deze tarieven niet afstandsgebondenDeze tarieven mogen niet afstandgebonden zijn.

     nieuw

  • 2. 
    De tarieven zorgen ervoor dat de transmissie- en distributiesysteembeheerders passende stimulansen krijgen, zowel op korte als op lange termijn, om de efficiëntie, waaronder de energie-efficiëntie, te verbeteren, de marktintegratie en de voorzieningszekerheid te versterken en investeringen in verwante onderzoeksactiviteiten te ondersteunen.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

2.3. Wanneer passend, worden in het op producenten en/of consumenten van toepassing zijnde tarief locatiespecifieke signalen op  EU-niveau  communautair niveau ingebouwd en wordt rekening gehouden met de omvang van de veroorzaakte netverliezen en congestie en met de investeringskosten voor infrastructuur.

3.4. Bij de vaststelling van de tarieven voor nettoegang wordt rekening gehouden met:

(a) de uit het vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders voortvloeiende betalingen en ontvangsten;

(b) de werkelijk verrichte en ontvangen betalingen, alsmede de over toekomstige tijdvakken verwachte betalingen, een en ander aan de hand van ramingen over tijdvakken in het verleden.

4.5. Het krachtens dit artikel vaststellen van de tarieven laat de tarieven die in het kader van het in artikel 1416 bedoelde congestiebeheer op aangegeven export en aangegeven import worden geheven, onverlet.

5.6. Er worden geen specifieke nettarieven in rekening gebracht voor individuele transacties inzake  grensoverschrijdende handel in elektriciteit aangegeven doorvoerstromen.

 nieuw

  • 7. 
    De distributietarieven weerspiegelen de kosten van het gebruik van het distributienet door systeemgebruikers, met inbegrip van actieve klanten, en kunnen worden gedifferentieerd naargelang van de verbruiks- op productieprofielen van de systeemgebruikers. Wanneer de lidstaten de uitrol van slimme metersystemen hebben geïmplementeerd, kunnen de regulerende instanties aan bepaalde tijdsbestekken gekoppelde nettarieven vaststellen, waarbij rekening wordt gehouden met het gebruik van het net en zodanig te werk wordt gegaan dat het voor de consumenten transparant en voorzienbaar is.
  • 8. 
    De regulerende instanties stimuleren de distributiesysteembeheerders om diensten aan te kopen betreffende de exploitatie en ontwikkeling van hun netten alsmede innovatieve oplossingen in de distributiesystemen te integreren. Daartoe nemen de regulerende instanties alle relevante kosten in aanmerking en nemen zij deze op in de distributietarieven, en stellen zij prestatiedoelstellingen vast teneinde de distributiesysteembeheerders te stimuleren om de efficiëntie, met inbegrip van energie-efficiëntie, in hun netten te verbeteren.
  • 9. 
    Uiterlijk op [PB: specifieke datum invoegen – drie maanden na de inwerkingtreding] verstrekt het Agentschap een aanbeveling aan de regulerende instanties in verband met de geleidelijke convergentie van de methodologieën inzake transmissie- en distributietarieven Deze aanbeveling heeft ten minste betrekking op:

(a) het aandeel van de tarieven dat wordt aangerekend aan de producenten en aan de consumenten;

(b) de kosten die door middel van tarieven worden terugverdiend;

(c) aan bepaalde tijdsbestekken gekoppelde nettarieven;

(d) locatiespecifieke signalen;

(e) de verhouding tussen transmissie- en distributietarieven, met inbegrip van beginselen inzake niet-discriminatie;

(f) methoden waarmee transparantie bij de vaststelling en de structuur van tarieven wordt gewaarborgd;

(g) groepen netgebruikers waarop tarieven alsmede vrijstellingen van tarieven van toepassing zijn.

  • 10. 
    Onverminderd verdere harmonisering door middel van gedelegeerde besluiten overeenkomstig artikel 55, lid 1, onder k), houden de regulerende instanties naar behoren rekening met de aanbeveling van het Agentschap wanneer zij transmissietarieven dan wel hun methodologieën goedkeuren of vastleggen in overeenstemming met artikel 59, lid 6, onder a), van [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2].
  • 11. 
    Het Agentschap houdt toezicht op de uitvoering van zijn aanbeveling en brengt uiterlijk op 31 januari van elk jaar verslag uit aan de Commissie. Het Agentschap werkt de aanbeveling ten minste om de twee jaar bij.

Artikel 17

Congestie-ontvangsten

  • 1. 
    Aan een vooraf gespecificeerd tijdsbestek gekoppelde congestiebeheerprocedures leveren alleen ontvangsten op wanneer er voor dat tijdsbestek congestie ontstaat, behalve in het geval van nieuwe interconnectoren, die een vrijstelling krachtens artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1228/2003 i, artikel 17 van Verordening (EG) nr. 714/2009 i of artikel 59 van deze verordening genieten. De procedure voor de verdeling van deze ontvangsten wordt ter beoordeling aan de regulerende instanties voorgelegd; deze procedure mag het toewijzingsproces niet beïnvloeden ten gunste van een partij die capaciteit of energie aanvraagt en mag stimulansen voor de beperking van congestie niet ontmoedigen.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

2.6. Eventuele ontvangsten uit de toewijzing van  interconnectiecapaciteit  koppelingscapaciteit worden gebruikt voor de volgende doelen:

(a) het garanderen dat de toegewezen capaciteit daadwerkelijk beschikbaar is; en/of

(b) de  interconnectiecapaciteit  koppelingscapaciteit handhaven of vergroten door investeringen in het net, met name in nieuwe interconnectoren.

Indien ontvangsten niet efficiënt voor de in de eerste alinea, onder punten a) en/of b), genoemde doelen kunnen worden aangewend,  worden zij op een aparte interne rekening gezet met het oog op toekomstig gebruik voor deze doelen.  kunnen zij onder voorbehoud van goedkeuring door de regulerende instanties van de betrokken lidstaten tot een door die instanties vast te stellen maximumbedrag worden aangewend als inkomsten die door de regulerende instanties in aanmerking moeten worden genomen bij de goedkeuring van de methode voor de berekening van de nettarieven, en/of de vaststelling van de nettarieven.

De rest van de ontvangsten wordt op een aparte interne rekening gezet totdat hij voor de in de eerste alinea, onder punten a) en/of b), genoemde doelen kan worden besteed. Het Agentschap wordt op de hoogte gesteld van het in de tweede alinea bedoelde goedkeuringsbesluit.

 nieuw

  • 3. 
    Het gebruik van ontvangsten overeenkomstig lid 2, onder a) en b), is onderworpen aan een door het Agentschap voorgestelde en door de Commissie goedgekeurde methodologie. Het voorstel van het Agentschap wordt uiterlijk op [PB: 12 maanden na de inwerkingtreding] bij de Commissie ingediend en vervolgens binnen zes maanden goedgekeurd.

    Het Agentschap kan de methodologie op eigen initiatief of op verzoek van de Commissie bijwerken en de Commissie keurt de bijgewerkte methodologie uiterlijk zes maanden nadat deze is ingediend goed.

    Het Agentschap voert overeenkomstig artikel 15 [herschikking van Verordening (EG) nr. 713/2009 i als voorgesteld bij COM(2016) 863 i/2] met betrekking tot de methodologie een raadpleging uit voordat deze bij de Commissie wordt ingediend.

    In de methodologie zijn ten minste de voorwaarden gedetailleerd vastgesteld waarop de ontvangsten kunnen worden gebruikt ten behoeve van het bepaalde in lid 2, onder a) en b), en de voorwaarden waarop en de termijn waarbinnen deze op een aparte rekening kunnen worden gezet met het oog op toekomstig gebruik voor deze doelen.

  • 4. 
    De transmissiesysteembeheerders stellen van tevoren duidelijk vast hoe eventuele congestie-ontvangsten zullen worden gebruikt en zij brengen verslag uit over het daadwerkelijke gebruik van dergelijke ontvangsten. Jaarlijks en uiterlijk op 31 juli van elk jaar publiceren de nationale regulerende instanties een verslag waarin wordt uiteengezet hoeveel ontvangsten in de periode van twaalf maanden tot aan 30 juni van datzelfde jaar zijn binnengekomen en hoe deze ontvangsten zijn gebruikt, met inbegrip van de specifieke projecten waarvoor de ontvangsten zijn gebruikt of het bedrag dat op een aparte rekening is gezet, waarbij wordt gecontroleerd dat een dergelijk gebruik voldoet aan deze verordening en aan de overeenkomstig lid 3 ontwikkelde methodologie.

    Hoofdstuk IV

    Toereikendheid van hulpbronnen

    Artikel 18

    Toereikendheid van hulpbronnen

  • 1. 
    De lidstaten houden toezicht op de toereikendheid van hulpbronnen op hun grondgebied op basis van de Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen overeenkomstig artikel 19.
  • 2. 
    Wanneer bij de Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen een zorgpunt in verband met de toereikendheid van hulpbronnen wordt geconstateerd, stellen de lidstaten vast welke verstorende effecten van regelgeving hebben geleid of bijgedragen tot het ontstaan van dat zorgpunt.
  • 3. 
    De lidstaten publiceren een tijdschema voor het vaststellen van maatregelen die zijn gericht op het wegnemen van eventuele vastgestelde verstorende effecten van regelgeving. Wanneer de lidstaten zorgpunten in verband met de toereikendheid van hulpbronnen aanpakken, streven zij er met name naar verstorende effecten van regelgeving weg te nemen, prijsbepaling op basis van schaarste mogelijk te maken alsmede interconnectie, energieopslag, maatregelen aan de vraagzijde en energieefficiëntie tot stand te brengen.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

    Artikel 19

    Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen

    4.1. De in lid 3, onder b), bedoelde Europese  beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen  vooruitzichten inzake toereikendheid van de elektriciteitsopwekking bestrijken bestrijkt de algemene toereikendheid van het elektriciteitssysteem om stroom te leveren, ter dekking van de huidige en de verwachte vraag naar elektriciteit  voor een periode van tien jaar die ingaat op de datum van die beoordeling, onderverdeeld in tijdvakken van een jaar.  in de eerstvolgende periode van vijf jaar en in de periode tussen vijf en vijftien jaar na de datum van die vooruitzichten. Deze Europese vooruitzichten inzake toereikendheid van de elektriciteitsopwekking stoelen op de nationale toereikendheidsvooruitzichten die door iedere individuele transmissiesysteembeheerder worden opgesteld.

     nieuw

  • 2. 
    Uiterlijk op [PB: zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] dient het ENTSB voor elektriciteit bij het Agentschap een ontwerpmethodologie in voor de Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen op basis van de in lid 4 vastgestelde beginselen.
  • 3. 
    De transmissiesysteembeheerders verstrekken aan het ENTSB voor elektriciteit de gegevens die het nodig heeft om elk jaar de Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen uit te voeren. Het ENTSB voor elektriciteit voert de beoordeling elk jaar uit.
  • 4. 
    De Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen is gebaseerd op een methodologie die waarborgt dat de beoordeling:

(a) wordt uitgevoerd op biedzoneniveau en ten minste alle lidstaten bestrijkt;

(b) is gebaseerd op passende scenario's van geprojecteerde vraag en aanbod, met inbegrip van een economische beoordeling van de waarschijnlijkheid dat activa voor elektriciteitsproductie permanent buiten bedrijf worden gesteld of dat nieuwe activa voor elektriciteitsproductie worden gebouwd, alsmede met inbegrip van maatregelen ter verwezenlijking van doelstellingen inzake energie-efficiëntie, waarbij op passende wijze rekening wordt gehouden met gevoeligheden betreffende wholesaleprijzen en de ontwikkeling van de koolstofprijs;

(c) op passende wijze rekening houdt met de bijdrage van alle hulpbronnen, met inbegrip van bestaande en toekomstige opwekking, energieopslag, vraagrespons en invoer- en uitvoermogelijkheden, alsmede met de bijdrage daarvan aan een flexibel systeembeheer;

(d) rekening houdt met de waarschijnlijke gevolgen van de in artikel 18, lid 3, bedoelde maatregelen;

(e) scenario's zonder bestaande of geplande capaciteitsmechanismen omvat;

(f) is gebaseerd op een marktmodel met gebruikmaking van, indien van toepassing, de stroomgebaseerde aanpak;

(g) gebruikmaakt van probabilistische berekeningen;

(h) ten minste gebruikmaakt van de volgende indicatoren:

– "verwachte niet-geleverde energie"; en

– "de probabiliteit dat niet aan de vraag kan worden voldaan"; (i) de bronnen van mogelijke zorgpunten in verband met de toereikendheid van

hulpbronnen vaststelt, in het bijzonder of er sprake is van een beperking op het gebied van het net en/of een hulpbron.

  • 5. 
    Uiterlijk op [PB: zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] dient het ENTSB voor elektriciteit bij het Agentschap een ontwerpmethodologie in voor de berekening van:

(a) de waarde van de verloren belasting;

(b) de "kosten voor nieuwe toegang" voor opwekking of vraagrespons; en

(c) de betrouwbaarheidsnorm, uitgedrukt als "verwachte niet-geleverde energie" en "de probabiliteit dat niet aan de vraag kan worden voldaan".

  • 6. 
    Met betrekking tot de voorstellen overeenkomstig de leden 2 en 5 en de resultaten van de Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen overeenkomstig lid 3 vindt voorafgaande raadpleging en goedkeuring door het Agentschap plaats in overeenstemming met de in artikel 22 vastgestelde procedure.

Artikel 20

Betrouwbaarheidsnorm

  • 1. 
    Wanneer de lidstaten capaciteitsmechanismen toepassen, maken zij gebruik van een betrouwbaarheidsnorm die op transparante wijze hun gewenste niveau van voorzieningszekerheid aangeeft.
  • 2. 
    De betrouwbaarheidsnorm wordt vastgesteld door de nationale regulerende instantie op basis van de in artikel 19, lid 5, genoemde methode.
  • 3. 
    De betrouwbaarheidsnorm wordt berekend met gebruikmaking van de waarde van de verloren belasting en de kosten voor nieuwe toegang gedurende een gegeven tijdsbestek.
  • 4. 
    De parameters waarmee de hoeveelheid in het kader van het capaciteitsmechanisme aangekochte capaciteit wordt bepaald, worden goedgekeurd door de nationale regulerende instantie.

Artikel 21

Grensoverschrijdende deelname aan capaciteitsmechanismen

  • 1. 
    De mechanismen, afgezien van strategische reserves, staan open voor rechtstreekse deelname door aanbieders van capaciteit in een andere lidstaat, op voorwaarde dat er een netaansluiting is tussen die lidstaat en de biedzone die het mechanisme toepast.
  • 2. 
    De lidstaten waarborgen dat buitenlandse capaciteit die in staat is technische prestaties te leveren die gelijkwaardig zijn aan binnenlandse capaciteit, de mogelijkheid heeft om deel te nemen aan dezelfde concurrerende procedure als binnenlandse capaciteit.
  • 3. 
    De lidstaten weerhouden capaciteit die zich op hun grondgebied bevindt er niet van deel te nemen aan capaciteitsmechanismen van andere lidstaten.
  • 4. 
    Grensoverschrijdende deelname aan marktbrede capaciteitsmechanismen leidt niet tot wijziging of verandering van dan wel andere effecten op zoneoverschrijdende schema's en fysieke stromen tussen de lidstaten, die uitsluitend worden bepaald door de resultaten van capaciteitstoewijzing overeenkomstig artikel 14.
  • 5. 
    Aanbieders van capaciteit kunnen aan meer dan één mechanisme voor dezelfde leveringsperiode deelnemen. Zij zijn in het geval van niet-beschikbaarheid onderworpen aan niet-beschikbaarheidsbetalingen en zijn onderworpen aan twee of meer niet-beschikbaarheidsbetalingen wanneer zich tegelijkertijd schaarste voordoet in twee of meer biedzones waarin de aanbieder van capaciteit is gecontracteerd.
  • 6. 
    De overeenkomstig artikel 23 opgerichte regionale operationele centra berekenen jaarlijks de maximale toegangscapaciteit die beschikbaar is voor de deelname van buitenlandse capaciteit, rekening houdend met de verwachte beschikbaarheid van interconnectie en het waarschijnlijke tegelijkertijd optreden van systeemstress in het systeem waarin het mechanisme wordt toegepast en in het systeem waarin de buitenlandse capaciteit zich bevindt. Voor elke biedzonegrens is een berekening vereist.
  • 7. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 6 bedoelde toegangscapaciteit op transparante, niet-discriminerende en marktgebaseerde wijze wordt toegewezen aan aanbieders van capaciteit die in aanmerking komen.
  • 8. 
    Elk verschil tussen de kosten van buitenlandse capaciteit en binnenlandse capaciteit dat ontstaat als gevolg van de in lid 7 bedoelde toewijzing komt ten goede van de transmissiesysteembeheerders en wordt door hen gedeeld overeenkomstig de in lid 10, onder b), bedoelde methodologie. De transmissiesysteembeheerders gebruiken dergelijke ontvangsten voor de in artikel 17, lid 2, genoemde doeleinden.
  • 9. 
    De transmissiesysteembeheerder binnen wiens systeem de buitenlandse capaciteit zich bevindt:

    (a) stelt vast of de belangstellende aanbieders van capaciteit de technische prestaties kunnen leveren die noodzakelijk zijn voor het capaciteitsmechanisme waaraan de aanbieders van capaciteit willen deelnemen, en neemt de aanbieders van capaciteit op in het register als in aanmerking komende aanbieders;

    (b) voert indien passend controles inzake beschikbaarheid uit.

  • 10. 
    Uiterlijk op [PB: twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] dient het ENTSB voor elektriciteit bij het Agentschap het volgende in:

    (a) een methodologie inzake de berekening van de maximale toegangscapaciteit voor de in lid 6 bedoelde grensoverschrijdende deelname;

(b) een methodologie voor het delen van de in lid 8 bedoelde ontvangsten;

(c) gemeenschappelijke voorschriften inzake de uitvoering van de in lid 9, onder b), bedoelde controles inzake beschikbaarheid;

(d) gemeenschappelijke voorschriften waarmee wordt bepaald wanneer een nietbeschikbaarheidsbetaling is verschuldigd;

(e) voorwaarden inzake het beheer van het in lid 9, onder a, bedoelde register;

(f) gemeenschappelijke voorschriften inzake de vaststelling van capaciteit die

overeenkomstig lid 9, onder a), in aanmerking komt voor deelname.

Met betrekking tot het voorstel vindt overeenkomstig de in artikel 22 vastgestelde procedure voorafgaande raadpleging en goedkeuring door het Agentschap plaats.

  • 11. 
    Het Agentschap controleert of de capaciteit is berekend overeenkomstig de in lid 10, onder a), bedoelde methodologie.
  • 12. 
    De nationale regulerende instanties waarborgen dat de grensoverschrijdende deelname aan capaciteitsmechanismen op doeltreffende en niet-discriminerende wijze wordt georganiseerd. Zij stellen met name adequate administratieve regelingen vast voor het afdwingen van niet-beschikbaarheidsbetalingen over grenzen heen.
  • 13. 
    De in lid 7 bedoelde toegewezen capaciteit kan worden overgedragen tussen in aanmerking komende aanbieders van capaciteit. In aanmerking komende aanbieders van capaciteit stellen het in lid 9, onder a), bedoelde register in kennis van elke overdracht.
  • 14. 
    Het ENTSB voor elektriciteit zorgt ervoor dat het in lid 9, onder a), bedoelde register uiterlijk op [PB: twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] is opgezet en operationeel is. Het register staat open voor alle in aanmerking komende aanbieders van capaciteit, de systemen die de mechanismen toepassen en hun transmissiesysteembeheerders.

Artikel 22

Goedkeuringsprocedure

  • 1. 
    Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, is de in de leden 2 tot en met 4 vastgestelde procedure van toepassing op de goedkeuring van een door het ENTSB voor elektriciteit ingediend voorstel.
  • 2. 
    Voordat het ENTSB voor elektriciteit het voorstel indient, voert het een raadplegingsproces uit waarbij alle relevante belanghebbenden, de nationale regulerende instanties en andere nationale autoriteiten worden betrokken.
  • 3. 
    Uiterlijk drie maanden na de datum van ontvangst wordt het voorstel door het Agentschap goedgekeurd of gewijzigd. In dat laatste geval raadpleegt het Agentschap het ENTSB voor elektriciteit voordat het gewijzigde voorstel wordt aangenomen. Het aangenomen voorstel wordt uiterlijk drie maanden na de datum van ontvangst van de voorgestelde documenten gepubliceerd op de website van het Agentschap.
  • 4. 
    Het Agentschap kan te allen tijde om wijziging van het goedgekeurde voorstel verzoeken. Uiterlijk zes maanden na het verzoek verstrekt het ENTSB voor elektriciteit een ontwerpversie van de voorgestelde wijzigingen aan het Agentschap. Uiterlijk drie maanden na de datum van ontvangst van de ontwerpversie worden de verandering door het Agentschap gewijzigd of goedgekeurd en op de website van het Agentschap gepubliceerd.

Artikel 23

Beginselen inzake de opzet van capaciteitsmechanismen

  • 1. 
    Teneinde resterende zorgpunten aan te pakken die niet met de maatregelen overeenkomstig artikel 18, lid 3, kunnen worden weggenomen, kunnen de lidstaten capaciteitsmechanismen invoeren, waarbij moet worden voldaan aan de bepalingen van dit artikel en aan de staatssteunregels van de Unie.
  • 2. 
    Wanneer een lidstaat een capaciteitsmechanisme wil toepassen, raadpleegt de lidstaat ten minste de in elektrisch opzicht aangesloten aangrenzende lidstaten over het voorgestelde mechanisme.
  • 3. 
    Capaciteitsmechanismen mogen niet leiden tot onnodige verstoringen van de markt en de grensoverschrijdende handel niet inperken. De hoeveelheid in het mechanisme vastgelegde capaciteit is niet groter dan hetgeen nodig is om het zorgpunt aan te pakken.
  • 4. 
    Opwekkingscapaciteit waarvoor na [PB: inwerkingtreding] een definitief investeringsbesluit is genomen, komt uitsluitend in aanmerking voor deelname aan

    een capaciteitsmechanisme indien de emissies ervan minder zijn dan 550 gr CO2/kWh. Opwekkingscapaciteit met emissies van 550 gr CO2/kWh of meer wordt gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening niet vastgelegd in capaciteitsmechanismen.

  • 5. 
    Wanneer bij de Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen geen zorgpunt in verband met de toereikendheid van hulpbronnen wordt geconstateerd, passen de lidstaten geen capaciteitsmechanismen toe.

Artikel 24

Bestaande mechanismen

Lidstaten die op [PB: inwerkingtreding van deze verordening] capaciteitsmechanismen toepassen, passen deze mechanismen zodanig aan dat deze in overeenstemming zijn met de artikelen 18, 21 en 23 van deze verordening.

 714/2009 (aangepast)

Hoofdstuk V

Beheer van transmissiesystemen

Artikel 254

Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit

  • 1. 
    DeAlle transmissiesysteembeheerders werken samen op  EU- niveau Gemeenschapsniveau middels het ENTSB voor elektriciteit met de bedoeling de voltooiing en het functioneren van de interne markt voor elektriciteit en de grensoverschrijdende handel te bevorderen en een optimaal beheer, gecoördineerde werking en deugdelijke technische ontwikkeling van het Europees elektriciteitstransmissienet te garanderen.

     nieuw

  • 2. 
    Het ENTSB voor elektriciteit handelt bij de uitvoering van zijn functies in het Europees belang en is daarbij onafhankelijk van afzonderlijke nationale belangen of de nationale belangen van transmissiesysteembeheerders; tevens draagt het bij tot de efficiënte en duurzame verwezenlijking van de in het beleidskader voor klimaat en energie vastgestelde doelstellingen voor de periode 2020-2030, in het bijzonder tot de efficiënte integratie van uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte elektriciteit en tot verbetering van de energie-efficiëntie.

     714/2009  nieuw

Artikel 265

Oprichting van het ENTSB voor elektriciteit

  • 1. 
    Uiterlijk op 3 maart 2011 Dedienen de transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit dienen bij de Commissie en het Agentschap de ontwerpstatuten, een lijst van leden en het ontwerpreglement van orde, met onder meer de procedurevoorschriften voor de raadpleging van andere belanghebbenden, van het op te richten ENTSB voor elektriciteit in.
  • 2. 
    Binnen twee maanden na de ontvangst brengt het Agentschap, na formele raadpleging van de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen, en in het bijzonder de systeemgebruikers, inclusief afnemers, aan de Commissie advies uit over de ontwerpstatuten, de ledenlijst en het ontwerpreglement van orde.
  • 3. 
    Rekening houdend met het in lid 2 bepaalde advies van het Agentschap en binnen drie maanden na de ontvangst van het advies van het Agentschap brengt de Commissie advies uit over de ontwerpstatuten, de ledenlijst en het ontwerpreglement van orde.
  • 4. 
    Binnen drie maanden na ontvangst van het  positieve  advies van de Commissie gaan de transmissiesysteembeheerders over tot de oprichting van het ENTSB voor elektriciteit en tot de aanneming en publicatie van zijn statuten en reglement van orde.

     nieuw

  • 5. 
    De in lid 1 genoemde documenten worden aan de Commissie en het Agentschap verstrekt wanneer veranderingen aan deze documenten hebben plaatsgevonden of op gemotiveerd verzoek van de Commissie of het Agentschap. Het Agentschap en de Commissie brengen overeenkomstig de leden 2 tot en met 4 een advies uit.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

Artikel 278

Taken van het ENTSB voor elektriciteit

  • 1. 
    Het ENTSB voor elektriciteit stelt op een door de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 6, aan hem gericht verzoek netcodes op de in lid 6 van dit artikel genoemde terreinen op.

2.1. Het ENTSB voor elektriciteit kan:

  • a) 
    stelt op de in lid 6 artikel 55, lid 1, genoemde terreinen netcodes opstellen om de in artikel 254 genoemde doelstellingen te verwezenlijken als deze netcodes geen betrekking hebben op terreinen in verband waarmee de Commissie een verzoek aan het ENTSB voor elektriciteit heeft gericht. Deze netcodes worden voor advies aan het Agentschap voorgelegd. Het ENTSB voor elektriciteit houdt naar behoren rekening met dit advies.
  • 3. 
    Het ENTSB voor elektriciteit stelt het volgende vast:
  • b) 
     stelt  om de twee jaar een niet-bindend netontwikkelingsplan  vast en publiceert het  dat de gehele  Unie  Gemeenschap dekt, waarin onder meer Europese vooruitzichten inzake de toereikendheid van de elektriciteitsopwekking zijn opgenomen;

     nieuw

  • c) 
    stelt voorstellen op en neemt deze aan die verband houden met de Europese beoordeling van de toereikendheid van hulpbronnen overeenkomstig artikel 19, leden 2, 3 en 5, en met de technische specificaties inzake grensoverschrijdende deelname aan capaciteitsmechanismen overeenkomstig artikel 21, lid 10;

     714/2009 (aangepast)

  • c) 
    d)  stelt  aanbevelingen  vast  inzake coördinatie van technische samenwerking tussen communautaire  EU- transmissiesysteembeheerders en transmissiesysteembeheerders van derde landen;

     nieuw

(e) stelt een kader vast voor de samenwerking en coördinatie tussen de regionale operationele centra;

(f) stelt een voorstel vast met betrekking tot het afbakenen van de systeembeheersregio die onder elk regionaal operationeel centrum valt;

 347/2013 (aangepast)  nieuw

  • a) 
    g)  stelt  gemeenschappelijke netwerkbeheersinstrumenten  vast  om te zorgen voor de coördinatie van de netwerkuitbating onder normale omstandigheden en in noodsituaties, waaronder een gemeenschappelijk indelingsschema voor incidenten, en onderzoeksplannen , met inbegrip van de uitvoering van die plannen door middel van een efficiënt onderzoeksprogramma . In deze instrumenten wordt onder andere het volgende gespecificeerd:
    • i) 
      de informatie — met inbegrip van de desbetreffende day-ahead, intra-day en

    realtime informatie — die moet dienen ter verbetering van de operationele

    coördinatie, alsmede de optimale frequentie voor het verzamelen en uitwisselen

    van dergelijke informatie;

    • ii) 
      het technologisch platform voor de uitwisseling van informatie in realtime en, in

    voorkomend geval, de technologische platforms voor de verzameling,

    verwerking en overdracht van de overige informatie als bedoeld onder i),

    alsmede voor de toepassing van de procedures ter verbetering van de

    operationele coördinatie tussentransmissiesysteembeheerders tussen

    transmissiesysteembeheerders, zodat deze coördinatie de gehele Unie kan

    bestrijken;

    • iii) 
      de wijze waarop transmissiesysteembeheerders operationele informatie

    beschikbaar stellen aan andere transmissiesysteembeheerders of entiteiten die

    gemachtigd zijn om hen ten behoeve van de operationele coördinatie te

    ondersteunen, alsmede aan het Agentschap; en

    • iv) 
      dat de transmissiesysteembeheerders een contactpunt aanwijzen dat is belast met het beantwoorden van vragen betreffende die informatie van andere transmissiesysteembeheerders of van gemachtigde entiteiten als bedoeld onder iii), dan wel van het Agentschap.

    Het ENTSB voor elektriciteit legt de met betrekking tot de bovenstaande punten i) tot en met iv), vastgestelde specificaties uiterlijk op 16 mei 2015 voor aan het Agentschap en de Commissie.

    Binnen 12 maanden na de vaststelling van de specificaties brengt het Agentschap een advies uit waarin het aangeeft in hoeverre deze naar zijn opvatting voldoende bijdragen aan de bevordering van de grensoverschrijdende handel en aan het waarborgen van het optimale beheer, de gecoördineerde werking, het efficiënte gebruik en de evenwichtige technische ontwikkeling van het Europese elektriciteitstransmissienetwerk.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

 d) h)  stelt  een jaarlijks werkprogramma  vast ;

  • e) 
    i)  stelt  een jaarverslag  vast ;

j)f) jaarlijkse zomer- en wintervooruitzichten inzake de toereikendheid van de elektriciteitsopwekking  stelt   seizoensgebonden vooruitzichten inzake de toereikendheid   vast en voert deze uit   overeenkomstig artikel 9, lid 2, [verordening betreffende risicoparaatheid als voorgesteld bij COM(2016) 862 i]  .;

  • 4. 
    De in lid 3, onder b), bedoelde Europese vooruitzichten inzake toereikendheid van de elektriciteitsopwekking bestrijken de algemene toereikendheid van het elektriciteitssysteem om stroom te leveren, ter dekking van de huidige en de verwachte vraag naar elektriciteit in de eerstvolgende periode van vijf jaar en in de periode tussen vijf en vijftien jaar na de datum van die vooruitzichten. Deze Europese vooruitzichten inzake toereikendheid van de elektriciteitsopwekking stoelen op de nationale toereikendheidsvooruitzichten die door iedere individuele transmissiesysteembeheerder worden opgesteld.

     nieuw

  • 2. 
    Het ENTSB voor elektriciteit brengt verslag uit aan het Agentschap over geconstateerde tekortkomingen wat betreft de oprichting en prestaties van de regionale operationele centra.
  • 3. 
    Het ENTSB voor elektriciteit publiceert de notulen van de bijeenkomsten van zijn algemene vergadering, bestuur en comités en voorziet het publiek regelmatig van informatie over zijn besluitvorming en activiteiten.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

  • 5. 
    4. Het in lid 3, lid 1, onder d), onder h), bedoelde jaarlijkse werkprogramma bevat een lijst en een beschrijving van de op te stellen netcodes, een plan voor de coördinatie van het beheer van het netwerk en de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in de loop van dat jaar, alsook een indicatief tijdschema.

9.5. Het ENTSB voor elektriciteit stelt alle informatie ter beschikking die het Agentschap nodig heeft om zijn taken overeenkomstig artikel 299, lid 1, te vervullen.  De transmissiesysteembeheerders stellen alle informatie beschikbaar die het ENTSB voor elektriciteit nodig heeft om zijn taken overeenkomstig de eerste zin van dit lid te vervullen. 

  • 612. 
    Op verzoek van de Commissie geeft het ENTSB voor elektriciteit zijn zienswijze op de vaststelling van richtsnoeren als bepaald in artikel 5718.
  • 7. 
    De netcodes worden ontwikkeld voor grensoverschrijdende aangelegenheden en aangelegenheden betreffende de marktintegratie en doen geen afbreuk aan de rechten van de lidstaten om nationale netcodes vast te stellen die niet van invloed zijn op de grensoverschrijdende handel.
  • 8. 
    Het ENTSB voor elektriciteit houdt toezicht op en verricht onderzoek naar de toepassing van de codes en de richtsnoeren die door de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 11, zijn vastgesteld, en naar het effect daarvan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften ter bevordering van de marktintegratie. Het ENTSB voor elektriciteit brengt bij het Agentschap verslag uit over zijn bevindingen en vermeldt de resultaten van het onderzoek in het in lid 3, onder e), bedoelde jaarverslag.

Artikel 2810

Raadplegingen

  • 1. 
    Bij de voorbereiding van de  voorstellen in verband met de in artikel 27, lid 1, genoemde taken  netcodes, het ontwerp van het netontwikkelingsplan, dat de gehele Gemeenschap dekt en zijn jaarlijkse werkprogramma bedoeld in artikel 8, leden 1, 2 en 3, raadpleegt het ENTSB voor gas uitvoerig, in een vroeg stadium en op een open en transparante wijze, overeenkomstig het in artikel 26 5, lid 1,, bedoelde reglement van orde, alle relevante  belanghebbenden  marktspelers, en in het bijzonder de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen. Bij de raadpleging worden ook de nationale regulerende instanties en andere nationale instanties, producenten, leveranciers, systeemgebruikers, met inbegrip van afnemers, distributiesysteembeheerders, met inbegrip van relevante bedrijfstakverenigingen, technische instanties en platforms van belanghebbenden betrokken. Beoogd wordt de zienswijze en voorstellen van alle betrokken partijen in het besluitvormingsproces te vernemen.
  • 2. 
    Alle documenten en notulen van vergaderingen die met de in lid 1 bedoelde raadplegingen verband houden, worden openbaar gemaakt.
  • 3. 
    Alvorens  voorstellen overeenkomstig artikel 27, lid 1,  het jaarlijkse werkprogramma en de netcodes bedoeld in artikel 8, leden 1, 2 en 3, vast te stellen, geeft het ENTSB voor elektriciteit aan hoe met de tijdens de raadpleging ontvangen opmerkingen rekening is gehouden. Waar geen rekening is gehouden met een opmerking, wordt dit gemotiveerd.

Artikel 299

Toezicht door het Agentschap

  • 1. 
    Het Agentschap houdt toezicht op de uitvoering van de in artikel 278, leden 1, 2 en 3, bedoelde taken van het ENTSB voor elektriciteit, en brengt verslag uit aan de Commissie.

    Het Agentschap houdt toezicht op de toepassing van de overeenkomstig artikel 55, lid 14, 8, lid 2, opgestelde netcodes door het ENTSB voor elektriciteit en van de netcodes die overeenkomstig artikel 6, leden 1 tot en met 10, zijn ontwikkeld, maar niet overeenkomstig artikel 6, lid 11, door de Commissie zijn goedgekeurd. Indien het ENTSB voor elektriciteit er niet in is geslaagd dergelijke netcodes toe te passen, verzoekt het Agentschap het ENTSB voor elektriciteit een naar behoren gemotiveerde uitleg te verschaffen over de redenen waarom het er niet in is geslaagd. Het Agentschap stelt de Commissie op de hoogte van deze uitleg en brengt hierover advies uit.

    Het Agentschap houdt toezicht op en verricht onderzoek naar de toepassing van de netcodes en de richtsnoeren die door de Commissie overeenkomstig artikel 54, lid 1, 6, lid 11, zijn aangenomen, en het effect daarvan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften ter bevordering van marktintegratie, non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en efficiënte marktwerking, en brengt verslag uit aan de Commissie.

  • 2. 
    Het ENTSB voor elektriciteit dient de ontwerpversies van het netontwikkelingsplan dat de gehele  Unie  Gemeenschap dekt, het jaarlijkse werkprogramma, met inbegrip van de informatie betreffende het raadplegingsproces en de overige in artikel 27, lid 1, 8, lid 3, bedoelde documenten, voor advies in bij het Agentschap.

    Binnen twee maanden na de ontvangst daarvan verstrekt het Agentschap een naar behoren met redenen omkleed advies, alsmede aanbevelingen aan het ENTSB voor elektriciteit en de Commissie, als het van oordeel is dat de door het ENTSB voor elektriciteit ingediende ontwerpversie van het jaarlijkse werkprogramma of van het netontwikkelingsplan dat de gehele  Unie  Gemeenschap dekt, niet bijdraagt tot non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging, een efficiënte werking van de markt of een voldoende niveau van voor derde partijen toegankelijke grensoverschrijdende interconnectie.

     347/2013

Artikel 3011

Kosten

De kosten die met de in de artikelen 25 tot en met 29 en 54 tot en met 57 4 tot en met 12 van deze verordening en artikel 11 van Verordening (EU) nr. 347/2013 i genoemde werkzaamheden van het ENTSB voor elektriciteit verbonden zijn, worden gedragen door de transmissiesysteembeheerders en worden in aanmerking genomen bij de berekening van tarieven. De regulerende instanties keuren deze kosten alleen goed indien deze redelijk en passend zijn.

 714/2009  nieuw

Artikel 3112

Regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders

  • 1. 
    Binnen het ENTSB voor elektriciteit brengen transmissiesysteembeheerders regionale samenwerking tot stand om bij te dragen tot de uitvoering van de in artikel

    278, leden 1, 2 en 3 genoemde werkzaamheden. Zij publiceren met name om de twee jaar een regionaal investeringsplan en mogen investeringsbeslissingen nemen op basis van het regionale investeringsplan.  Het ENTSB voor elektriciteit bevordert de samenwerking tussen de transmissiesysteembeheerders op regionaal niveau, waardoor op gebieden die nog niet op EU-niveau zijn geharmoniseerd interoperabiliteit, communicatie en toezicht op regionale prestaties wordt gewaarborgd. 

  • 2. 
    De transmissiesysteembeheerders bevorderen het treffen van operationele regelingen om een optimaal beheer van het netwerk te garanderen en bevorderen tevens de ontwikkeling van energiebeurzen, de gecoördineerde toewijzing van grensoverschrijdende capaciteit via non-discriminerende marktgeoriënteerde oplossingen met voldoende aandacht voor de specifieke verdiensten van impliciete veilingen voor kortetermijntoewijzingen en de integratie van balancerings- en reservevermogensmechanismen.
  • 3. 
    Ter verwezenlijking van de in de leden 1 en 2 van onderhavig artikel vastgestelde doelen, kan de Commissie het geografische gebied dat door elke regionale samenwerkingsstructuur wordt bestreken, afbakenen, rekening houdend met de bestaande regionale samenwerkingsstructuren. Iedere lidstaat mag de samenwerking in meer dan één geografisch gebied bevorderen.  De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot het geografische gebied dat door elke regionale samenwerkingsstructuur wordt gedekt.  De in de eerste zin bedoelde maatregel, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beoogt te wijzigen door haar aan te vullen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Daartoe raadpleegt de Commissie het Agentschap en het ENTSB voor elektriciteit.

     nieuw

Artikel 32

Oprichting en missie van de regionale operationele centra

  • 1. 
    Uiterlijk op [PB: twaalf maanden na de inwerkingtreding] richten alle transmissiesysteembeheerders regionale operationele centra op in overeenstemming

    met de in dit hoofdstuk vastgestelde criteria. De regionale operationele centra zijn gevestigd op het grondgebied van een van de lidstaten van de regio waarin de centra actief zijn.

  • 2. 
    De regionale operationele centra krijgen een rechtsvorm als vermeld in artikel 1 van

    Richtlijn 2009/101/EG i van het Europees Parlement en de Raad 40 .

  • 3. 
    De regionale operationele centra vullen de rol van de transmissiesysteembeheerders aan door functies van regionaal belang uit te voeren. Zij stellen operationele regelingen vast teneinde de efficiënte, veilige en betrouwbare werking van het geïnterconnecteerde transmissiesysteem te waarborgen.

Artikel 33

Geografische reikwijdte van de regionale operationele centra

  • 1. 
    Uiterlijk op [PB: zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] dient het ENTSB voor elektriciteit bij het Agentschap een voorstel in waarin de systeembeheersregio's die onder de regionale operationele centra vallen op basis van de volgende criteria worden afgebakend, waarbij rekening wordt gehouden met de bestaande regionale veiligheidscoördinatoren:

    (a) de netwerktopologie, inclusief de mate van interconnectie en onderlinge

    afhankelijkheid van de elektriciteitssystemen wat betreft stromen;

    (b) de synchrone aansluiting van de systemen;

    (c) de omvang van de regio, die ten minste één capaciteitsberekeningsregio omvat;

40 Richtlijn 2009/101/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 48 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB L 258 van 1.10.2009, blz. 11).

(d) de geografische optimalisering van balanceringsreserves.

  • 2. 
    Uiterlijk drie maanden na ontvangst keurt het Agentschap het voorstel betreffende de afbakening van de systeembeheersregio's goed of stelt het Agentschap wijzigingen voor. In dat laatste geval raadpleegt het Agentschap het ENTSB voor elektriciteit voordat de wijzigingen worden aangenomen. Het aangenomen voorstel wordt gepubliceerd op de website van het Agentschap.

    Artikel 34

    Taken van de regionale operationele centra

  • 1. 
    Elk regionaal operationeel centrum voert alle onderstaande functies uit in de systeembeheersregio waarin het is gevestigd, en de regionale operationele centra voeren ten minste de onderstaande functies uit die in bijlage I gedetailleerd zijn omschreven:

    (a) gecoördineerde capaciteitsberekening;

    (b) gecoördineerde veiligheidsanalyses;

    (c) opstellen van gemeenschappelijke systeemmodellen;

    (d) beoordeling van de samenhang van de beschermingsplannen en de

    herstelplannen van de transmissiesysteembeheerders;

    (e) coördinatie en optimalisering van regionaal herstel;

    (f) analyse en rapportage achteraf betreffende beheer en verstoringen;

    (g) regionale bepaling van de omvang van reservecapaciteit;

    (h) vergemakkelijken van de regionale inkoop van balanceringscapaciteit;

    (i) regionale prognoses betreffende de week-ahead tot intraday

    systeemtoereikendheid en voorbereiding van risicoverminderende maatregelen;

    (j) coördinatie van de planning van niet-beschikbaarheid;

    (k) optimalisering van vergoedingsmechanismen tussen transmissiesysteembeheerders;

    (l) training en certificering;

    (m) identificeren van regionale crisisscenario's overeenkomstig artikel 6, lid 1, van

    [verordening betreffende risicoparaatheid als voorgesteld bij COM(2016) 862 i]

    als deze taak door het ENTSB voor elektriciteit is gedelegeerd;

    (n) voorbereiding en uitvoering van jaarlijkse crisissimulaties in samenwerking

    met de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 12, lid 3, van

    [verordening betreffende risicoparaatheid als voorgesteld bij COM(2016) 862 i];

    (o) taken in verband met het identificeren van regionale crisisscenario's indien en

    voor zover deze overeenkomstig artikel 6, lid 1, van [verordening betreffende

    risicoparaatheid als voorgesteld bij COM(2016) 862 i] aan de regionale

    operationele centra zijn gedelegeerd;

    (p) taken in verband met seizoensgebonden vooruitzichten inzake de toereikendheid indien en voor zover deze overeenkomstig artikel 9, lid 2, van

    [verordening betreffende risicoparaatheid als voorgesteld bij COM(2016) 862 i] aan de regionale operationele centra zijn gedelegeerd;

    (q) berekenen van de maximale toegangscapaciteit die beschikbaar is voor de deelname van buitenlandse capaciteit aan capaciteitsmechanismen overeenkomstig artikel 21, lid 6.

  • 2. 
    De Commissie kan overeenkomstig hoofdstuk VII van deze verordening andere functies aan de regionale operationele centra toewijzen voor zover deze geen besluitvormingsbevoegdheid omvatten.
  • 3. 
    De transmissiesysteembeheerders voorzien hun regionale operationele centrum van de informatie die het nodig heeft om zijn functies uit te voeren.
  • 4. 
    De regionale operationele centra voorzien de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio van alle informatie die deze nodig hebben om de door de regionale operationele centra voorgestelde besluiten en aanbevelingen uit te voeren.

Artikel 35

Samenwerking binnen de regionale operationele centra

  • 1. 
    De dagelijkse werking van de regionale operationele centra wordt beheerd door middel van coöperatieve besluitvorming. Het proces voor de coöperatieve besluitvorming is gebaseerd op:

(a) werkovereenkomsten met betrekking tot de plannings- en operationele aspecten van de functies, in overeenstemming met artikel 36;

(b) een procedure voor het raadplegen van de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio wat betreft de uitvoering van zijn operationele taken, in overeenstemming met artikel 37;

(c) een procedure voor de vaststelling van besluiten en aanbevelingen in overeenstemming met artikel 38;

(d) een procedure voor de herziening van door de regionale operationele centra vastgestelde besluiten en aanbevelingen in overeenstemming met artikel 39.

Artikel 36

Werkovereenkomsten

  • 1. 
    De regionale operationele centra ontwikkelen werkovereenkomsten in verband met de planning- en operationele aspecten van de uit te voeren functies, waarbij met name rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken en vereisten van deze functies als gespecificeerd in bijlage I.
  • 2. 
    De regionale operationele centra waarborgen dat de werkovereenkomsten voorschriften inzake de kennisgeving aan betrokken partijen omvatten.

Artikel 37

Raadplegingsprocedure

De regionale operationele centra ontwikkelen in het kader van hun dagelijkse operationele taken een procedure op basis waarvan passende en regelmatige raadpleging van de transmissiesysteembeheerders en de relevante belanghebbenden plaatsvindt. Om kwesties van regelgevende aard te kunnen behandelen, worden waar nodig de regulerende instanties geraadpleegd.

Artikel 38

Vaststelling van besluiten en aanbevelingen

  • 1. 
    De regionale operationele centra ontwikkelen een procedure voor de vaststelling van besluiten en aanbevelingen.
  • 2. 
    De regionale operationele centra stellen bindende besluiten vast die zijn gericht aan de transmissiesysteembeheerders met betrekking tot de in artikel 34, lid 1, onder a), b), g) en q), genoemde functies. De transmissiesysteembeheerders voeren de door de regionale operationele centra vastgestelde bindende besluiten uit, behalve als de veiligheid van het systeem hierdoor in het gedrang komt.
  • 3. 
    De regionale operationele centra stellen aanbevelingen vast die zijn gericht aan de transmissiesysteembeheerders met betrekking tot de in artikel 34, lid 1, onder c) tot en f) alsmede onder h) tot en met p), genoemde functies.
  • 4. 
    De regulerende instanties van een systeembeheersregio kunnen gezamenlijk besluiten besluitvormingsbevoegdheden aan het regionale operationele centrum te verlenen met betrekking tot een of meer van de in artikel 34, lid 1, onder c) tot en met f) alsmede onder h) tot en met l), genoemde functies.

Artikel 39

Herziening van besluiten en aanbevelingen

  • 1. 
    De regionale operationele centra ontwikkelen een procedure voor de herziening van besluiten en aanbevelingen.
  • 2. 
    De procedure wordt in werking gesteld op verzoek van een of meer van de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio. Naar aanleiding van de herziening van het besluit of de aanbeveling bevestigen of wijzigen de regionale operationele centra de maatregel.
  • 3. 
    Wanneer de maatregel waarop de herziening betrekking heeft een bindend besluit overeenkomstig 38, lid 2, is, wordt dat besluit door het verzoek om herziening niet geschorst, behalve wanneer de veiligheid van het systeem in het gedrang komt.
  • 4. 
    Wanneer de maatregel waarop de herziening betrekking heeft een aanbeveling overeenkomstig artikel 38, lid 3, is, herziening hiervan plaatsvindt en een transmissiesysteembeheerder besluit om van de aanbeveling af te wijken, verstrekt de transmissiesysteembeheerder een gedetailleerde rechtvaardiging aan het regionale operationele centrum en aan de andere transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio.

Artikel 40

Raad van beheer van de regionale operationele centra

  • 1. 
    De regionale operationele centra stellen een raad van beheer in die maatregelen in verband met hun governance vaststelt en toezicht houdt op hun verrichtingen.
  • 2. 
    De raad van beheer is samengesteld uit leden die de transmissiesysteembeheerders vertegenwoordigen en uit waarnemers die de regulerende instanties van de systeembeheersregio vertegenwoordigen. De vertegenwoordigers van de regulerende instanties hebben geen stemrecht.
  • 3. 
    De raad van beheer is verantwoordelijk voor:

(a) het opstellen en goedkeuren van de statuten en het reglement van orde van het regionale operationele centrum;

(b) het nemen van een besluit over de organisatiestructuur en de uitvoering daarvan;

(c) het opstellen en goedkeuren van de jaarlijkse begroting;

(d) het opstellen en goedkeuren van de coöperatieve besluitvormingsprocessen overeenkomstig artikel 35.

  • 4. 
    De bevoegdheden van de raad van beheer hebben geen betrekking op de dagelijkse activiteiten van de regionale operationele centra en de uitvoering van hun taken.

Artikel 41

Organisatiestructuur

  • 1. 
    De regionale operationele centra zetten hun organisatie op en beheren deze aan de hand van een structuur waarmee de veiligheid van hun functies wordt gewaarborgd. In de organisatiestructuur is het volgende vastgesteld:

(a) de autoriteit, taken en verantwoordelijkheden van het leidinggevend personeel;

(b) de relatie en rapportagelijnen tussen de verschillende delen en processen van de organisatie.

  • 2. 
    De regionale operationele centra kunnen regionale desks opzetten met het oog op specifieke lokale aangelegenheden; tevens kunnen zij operationele backupcentra opzetten met het oog op de efficiënte en betrouwbare uitvoering van hun functies.

Artikel 42

Uitrusting en personeel

De regionale operationele centra beschikken over alle menselijke, technische, fysieke en financiële middelen die nodig zijn om hun uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen na te komen en hun functies uit te voeren.

Artikel 43

Toezicht en rapportage

  • 1. 
    De regionale operationele centra stellen een proces vast voor permanent toezicht op ten minste:

(a) hun operationele verrichtingen;

(b) de verstrekte besluiten en aanbevelingen en de daarmee behaalde resultaten;

(c) de doeltreffendheid en efficiëntie van elk van de functies waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

  • 2. 
    De regionale operationele centra verstrekken de gegevens die uit het permanente toezicht voortvloeien ten minste een maal per jaar aan het Agentschap en de regulerende instanties van de systeembeheersregio.
  • 3. 
    De regionale operationele centra stellen hun kosten op transparante wijze vast en rapporteren hierover aan het Agentschap en de regulerende instanties van de systeembeheersregio.
  • 4. 
    De regionale operationele centra dienen jaarlijks een jaarlijks verslag over hun verrichtingen in bij het ENTSB voor elektriciteit, het Agentschap, de regulerende instanties van de systeembeheersregio en de overeenkomstig artikel 1 van Besluit

    2012/C 353/02 van de Commissie 41 opgerichte Coördinatiegroep voor elektriciteit.

  • 5. 
    De regionale operationele centra brengen verslag uit over geconstateerde tekortkomingen in het in lid 1 genoemde toezichtproces aan het ENTSB voor elektriciteit, de regulerende instanties van de systeembeheersregio, het Agentschap en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de preventie en de beheersing van crisissituaties.

Artikel 44

Aansprakelijkheid

De regionale operationele centra treffen de nodige maatregelen om de aansprakelijkheid in verband met de uitvoering van hun taken te dekken, met name wanneer zij voor de transmissiesysteembeheerders bindende besluiten vaststellen. Bij de voor de dekking toegepaste methode wordt rekening gehouden met de juridische status van het regionale operationele centrum en met het via commerciële verzekeringen beschikbare dekkingsniveau.

 714/2009 (aangepast)

Artikel 458

Tienjarig netontwikkelingsplan

  • 1. 
    10. Om de twee jaar gaat het ENTSB voor elektriciteit over tot de opstelling en publicatie van een netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt. Het  in artikel 27, lid 1, onder b), bedoelde  netontwikkelingsplan dat de gehele  Unie  Gemeenschap dekt, bevat een modellering van het geïntegreerde netwerk, een scenario-ontwikkeling, de Europese vooruitzichten inzake toereikendheid van de elektriciteitsopwekking en een beoordeling van de veerkracht van het systeem.

    Voor hetHet netontwikkelingsplan dat de gehele  Unie  Gemeenschap dekt, geldt met name het volgende:

41 Besluit van de Commissie van 15 november 2012 betreffende de oprichting van een Coördinatiegroep

voor elektriciteit (PB C 353 van 17.11.2012, blz. 2).

 347/2013

(a) het berust op de nationale investeringsplannen, rekening houdend met de regionale investeringsplannen bedoeld in artikel 12, lid 1, en, in voorkomend geval, de EU- aspecten communautaire aspecten van netwerkplanning als omschreven in Verordening (EU) nr. 347/2013 i van het Europees Parlement en de Raad van 17 april

2013 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese energie-infrastructuur 42 ; het

wordt onderworpen aan een kosten-batenanalyse onder gebruikmaking van de in artikel 11 van die verordening gedefinieerde methodologie;

 714/2009 (aangepast)

(b) het berust, wat grensoverschrijdende interconnecties betreft, ook op de redelijke behoeften van verschillende systeemgebruikers, en bevat langetermijnverbintenissen van de in artikel 8, en in de artikelen 4413 en 5122 van [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2] Richtlijn 2009/72/EG i bedoelde investeerders; en

(c) het geeft aan waar er sprake is van een tekort aan investeringen, met name met betrekking tot de grensoverschrijdende capaciteit.

In verband met punt c) van de tweede alinea, kan bij het netontwikkelingsplan dat de gehele  Unie  Gemeenschap dekt een onderzoek worden gevoegd naar de belemmeringen voor de toename van grensoverschrijdende capaciteit van het netwerk als gevolg van verschillende goedkeuringsprocedures of -praktijken.

  • 112. 
    Het Agentschap stelt een advies op over de nationale tienjarige netontwikkelingsplannen om na te gaan of zij consistent zijn met het tienjarige netontwikkelingsplan dat de gehele  Unie  Gemeenschap dekt. Indien het Agentschap inconsistenties constateert tussen een nationaal tienjarig netontwikkelingsplan en het netontwikkelingsplan dat de gehele  Unie  Gemeenschap dekt, beveelt het een wijziging aan van het nationale netontwikkelingsplan of van het netontwikkelingsplan dat de gehele  Unie  Gemeenschap dekt, indien nodig. Indien een dergelijk nationaal netontwikkelingsplan is opgesteld overeenkomstig artikel 5122 van [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2]Richtlijn 2009/72/EG i, beveelt het Agentschap de bevoegde nationale regulerende instantie aan het nationale tienjarige netontwikkelingsplan te wijzigen overeenkomstig artikel 5122, lid 7, van die Richtlijn en stelt het de Commissie hiervan op de hoogte.

42 Verordening (EU) nr. 347/2013 i van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende

richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).

 714/2009 (aangepast)  nieuw

Artikel 4613

Vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders

  • 1. 
    Transmissiesysteembeheerders ontvangen een vergoeding voor kosten die veroorzaakt worden door op hun net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde vergoeding is verschuldigd door de beheerders van nationale transmissiesystemen waar de grensoverschrijdende stromen hun oorsprong vinden en waar die stromen eindigen.
  • 3. 
    De vergoedingen worden op gezette tijden betaald over een bepaald tijdvak in het verleden. De betaalde vergoedingen worden achteraf waar nodig aangepast aan de werkelijk veroorzaakte kosten.

Het eerste tijdvak waarover de vergoedingen moeten worden betaald, wordt in de in artikel 5718 bedoelde richtsnoeren bepaald.

  • 4. 
    De Commissie neemt een besluit  stelt overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast  ten aanzien van de verschuldigde vergoedingsbedragen. Die maatregel, die beoogt niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, door haar aan te vullen, wordt genomen volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
  • 5. 
    De omvang van de optredende grensoverschrijdende stromen en de omvang van de grensoverschrijdende stromen die worden aangemerkt als afkomstig van en/of eindigend in nationale transmissienetwerken, worden vastgesteld op basis van de daadwerkelijk over een bepaald tijdvak gemeten fysieke elektriciteitsstromen.
  • 6. 
    De kosten veroorzaakt door grensoverschrijdende stromen worden berekend op basis van de verwachte gemiddelde incrementele kosten op lange termijn, rekening houdend met verliezen, investeringen in nieuwe infrastructuur, en een passend aandeel in de kosten van bestaande infrastructuur, voor zover de infrastructuur gebruikt wordt voor transmissie van grensoverschrijdende stromen, waarbij in het bijzonder de noodzaak om de voorzieningszekerheid te waarborgen in aanmerking wordt genomen. Voor het bepalen van de veroorzaakte kosten wordt gebruikgemaakt van erkende gestandaardiseerde kostenberekeningsmethoden. De aan een netwerk toevloeiende baten als gevolg van het optreden van grensoverschrijdende stromen worden in aanmerking genomen, zodat de ontvangen vergoeding wordt verminderd.
  • 7. 
    Alleen voor de toepassing van het in artikel 13 bedoelde vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders, wordt het volledige regelblok aangemerkt als onderdeel van het transmissienetwerk van een van de betrokken lidstaten, zulks om te voorkomen dat stromen binnen regelblokken als grensoverschrijdende stroom in de zin van punt b) artikel 2, lid 2, onder b), van de eerste alinea van dit lid worden beschouwd en aanleiding geven tot compensatiebetalingen uit hoofde van lid 1 van dit artikel 13. De regulerende instanties van de betrokken lidstaten kunnen besluiten van welke van de betrokken lidstaten het volledige regelblok wordt aangemerkt als onderdeel van het transmissienetwerk.

     714/2009  nieuw

    Artikel 4715

Informatieverschaffing

  • 1. 
    De transmissiesysteembeheerders voorzien in mechanismen voor coördinatie en uitwisseling van informatie teneinde in het kader van congestiebeheer in te staan voor de zekerheid van de netwerken.
  • 2. 
    De door de transmissiesysteembeheerders gehanteerde veiligheids-, operationele en planningsnormen worden openbaar gemaakt. Dit omvat tevens een algemeen model voor de berekening van de totale overdrachtcapaciteit en de transmissiebetrouwbaarheidsmarge, een en ander gebaseerd op de elektrische en fysieke eigenschappen van het netwerk. Dergelijke modellen moeten door de regulerende instanties worden goedgekeurd.
  • 3. 
    De transmissiesysteembeheerders publiceren ramingen van de voor iedere dag beschikbare overdrachtcapaciteit, met vermelding van eventuele reeds gereserveerde overdrachtcapaciteit. Deze publicaties vinden plaats op bepaalde tijdstippen vóór de dag van het transport en omvatten in elk geval ramingen voor de komende week en de komende maand, alsook een kwantitatieve aanduiding van de verwachte betrouwbaarheid van de beschikbare capaciteit.
  • 4. 
    De transmissiesysteembeheerders publiceren relevante gegevens over de geaggregeerde voorziene vraag en de feitelijke vraag, over de beschikbaarheid en het

    feitelijke gebruik van activa voor elektriciteitsproductie en basislast („load”), over de beschikbaarheid en het gebruik van de netwerken en interconnecties, en over balanceringsvermogen en reservecapaciteit. Voor de beschikbaarheid en het feitelijke gebruik van kleine installaties voor elektriciteitsproductie en basislast mogen geaggregeerde ramingsgegevens worden gebruikt.

  • 5. 
    De betrokken marktspelers verstrekken de benodigde gegevens aan de transmissiesysteembeheerders.
  • 6. 
    Productiebedrijven die eigenaar of beheerder zijn van activa voor elektriciteitsproductie waarvan er één een geïnstalleerde capaciteit van ten minste

    250 MW heeft  of die een portfolio hebben dat activa voor elektriciteitsproductie met een capaciteit van ten minste 400 MW omvat , houden alle uurgegevens per installatie die noodzakelijk zijn om alle operationele transmissiebeslissingen en het biedingsgedrag op elektriciteitsbeurzen, veilingen van koppelingscapaciteit, reservemarkten en onderhandse (OTC-) markten te verifiëren, gedurende vijf jaar ter beschikking van de nationale regulerende instantie, de nationale mededingingsautoriteit en de Commissie. De bij te houden informatie per installatie en per uur omvat, maar is niet beperkt tot, gegevens over de beschikbare opwekkingscapaciteit en gecontracteerde reserves, met inbegrip van de toewijzing van deze gecontracteerde reserves op installatieniveau, op het tijdstip waarop de biedingen worden verricht en wanneer de productie plaatsvindt.

     nieuw

  • 7. 
    De transmissiesysteembeheerders wisselen regelmatig een reeks voldoende accurate gegevens over het netwerk en de „load-flow” uit teneinde elke transmissiesysteembeheerder in staat te stellen in zijn gebied „load-flow”- berekeningen uit te voeren. Op verzoek wordt dezelfde reeks gegevens ook ter beschikking van de regulerende instanties en van de Commissie gesteld. De regulerende instanties en de Commissie behandelen deze reeks gegevens vertrouwelijk en zorgen ervoor dat alle consultants die op basis van deze gegevens analytisch werk voor hen uitvoeren, ze op hun verzoek eveneens vertrouwelijk behandelen.

     714/2009

    Artikel 483

Certificering van transmissiesysteembeheerders

  • 1. 
    De Commissie onderzoekt kennisgevingen van besluiten betreffende de certificering van een transmissiesysteembeheerder als bepaald in artikel 5210, lid 6, van [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2] Richtlijn 2009/72/EG i onmiddellijk na ontvangst. Binnen twee maanden na ontvangst van een kennisgeving deelt de Commissie zijn advies aan de desbetreffende nationale regulerende instantie mee of zij het besluit verenigbaar acht met artikel 5210, lid 2, of artikel 5311, en artikel 439 van [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2] Richtlijn 2009/72/EG i.

    Bij de opstelling van het in de eerste alinea bedoelde advies kan de Commissie om het advies van het Agentschap over het besluit van de nationale regulerende instantie verzoeken. In dat geval wordt de in de eerste alinea genoemde termijn met twee verdere maanden verlengd.

    Als de Commissie niet tijdens de in de eerste en tweede alinea bedoelde termijnen advies uitbrengt, wordt zij geacht geen bezwaar te hebben tegen het besluit van de regulerende instantie.

  • 2. 
    Binnen twee maanden na ontvangst van het advies van de Commissie stelt de nationale regulerende instantie het definitieve besluit betreffende de certificering van de transmissiesysteembeheerder vast, waarbij zij zo veel mogelijk rekening houdt met het advies van de Commissie. Het besluit van de regulerende instantie en het advies van de Commissie worden samen bekendgemaakt.
  • 3. 
    De regulerende instanties en/of de Commissie kunnen in de loop van de procedure te allen tijde bij een transmissiesysteembeheerder en/of een bedrijf dat één van de functies van productie of levering verricht, alle informatie opvragen die relevant is voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig dit artikel.
  • 4. 
    De regulerende instanties en de Commissie bewaren de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige gegevens.
  • 5. 
    De Commissie kan richtsnoeren vaststellen waarin de voor de toepassing van de leden 1 en 2 van dit artikel te volgen procedure nader wordt omschreven. Deze maatregelen, die nietessentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

5.6.Wanneer de Commissie een kennisgeving betreffende de certificering van een transmissiesysteembeheerder bedoeld in artikel 439, lid 9,10, van [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2] Richtlijn 2009/72/EG i ontvangt, neemt zij een beslissing over de certificering. De regulerende instantie voert de beslissing van de Commissie uit.

 nieuw

Hoofdstuk VI

Beheer van distributiesystemen

Artikel 49

Europese entiteit van distributiesysteembeheerders

 Distributiesysteembeheerders die geen deel uitmaken van een verticaal geïntegreerde onderneming of die zijn ontvlochten overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2] werken op EU-niveau samen via een Europese entiteit van distributiesysteembeheerders ("DSB-entiteit van de EU") teneinde de voltooiing en het functioneren van de interne markt voor elektriciteit te bevorderen alsmede een optimaal beheer en een gecoördineerde werking van distributie- en transmissiesystemen te waarborgen. De distributiesysteembeheerders die aan de DSB-entiteit van de EU willen deelnemen, worden geregistreerde leden van de entiteit.

Artikel 50

Oprichting van de DSB-entiteit van de EU voor elektriciteit

  • 1. 
    Uiterlijk op [PB: twaalf maanden na de inwerkingtreding] dienen de distributiesysteembeheerders met administratieve ondersteuning van het Agentschap

    bij de Commissie en het Agentschap de ontwerpstatuten, een lijst van geregistreerde leden en het ontwerpreglement van orde in, met onder meer de procedurevoorschriften voor de raadpleging van het ENTSB voor elektriciteit en andere belanghebbenden alsmede de financieringsvoorschriften voor de op te richten DSB-entiteit van de EU.

  • 2. 
    Binnen twee maanden na ontvangst brengt het Agentschap, na formele raadpleging van de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen en in het bijzonder van de distributiesysteemgebruikers, aan de Commissie advies uit over de ontwerpstatuten, de ledenlijst en het ontwerpreglement van orde.
  • 3. 
    Rekening houdend met het in lid 2 bedoelde advies van het Agentschap brengt de Commissie binnen drie maanden na ontvangst van het advies van het Agentschap advies uit over de ontwerpstatuten, de ledenlijst en het ontwerpreglement van orde.
  • 4. 
    Binnen drie maanden na de datum van ontvangst van het gunstige advies van de Commissie gaan de distributiesysteembeheerders over tot oprichting van de DSB- entiteit van de EU en tot de aanneming en publicatie van haar statuten en reglement van orde.
  • 5. 
    De in lid 1 genoemde documenten worden aan de Commissie en het Agentschap verstrekt wanneer veranderingen aan deze documenten hebben plaatsgevonden of indien zij een gemotiveerd verzoek indienen. Het Agentschap en de Commissie brengen overeenkomstig het in de leden 2 tot en met 4 vastgestelde proces een advies uit.
  • 6. 
    De kosten die verband houden met de activiteiten van de DSB-entiteit van de EU worden gedragen door de distributiesysteembeheerders die geregistreerd lid zijn en worden in aanmerking genomen bij de berekening van tarieven. De regulerende instanties keuren deze kosten alleen goed indien deze redelijk en evenredig zijn .

Artikel 51

Taken van de DSB-entiteit van de EU

  • 1. 
    De DSB-entiteit van de EU heeft de volgende taken:

(a) gecoördineerde exploitatie en planning van transmissie- en distributienetten;

(b) integratie van hernieuwbare energiebronnen, verspreide opwekking en andere in het distributienet geïntegreerde hulpbronnen, zoals energieopslag;

(c) ontwikkeling van vraagrespons;

(d) digitalisering van distributienetten, inclusief de uitrol van slimme netten en intelligente metersystemen;

(e) gegevensbeheer, cyberbeveiliging en gegevensbescherming;

(f) deelname aan het uitwerken van netcodes overeenkomstig artikel 55.

  • 2. 
    Daarnaast is de DSB-entiteit van de EU belast met de volgende werkzaamheden:

(a) samenwerken met het ENTSB voor elektriciteit wat betreft het toezicht op en de tenuitvoerlegging van de overeenkomstig deze verordening vastgestelde netcodes en richtsnoeren die relevant zijn voor het beheer en de planning van distributienetten en het gecoördineerde beheer van de transmissie- en distributienetten;

(b) samenwerken met het ENTSB voor elektriciteit en vaststellen van beste praktijken betreffende het gecoördineerde beheer en de gecoördineerde planning van transmissie- en distributiesystemen, inclusief aangelegenheden als de uitwisseling van gegevens tussen beheerders en de coördinatie van verspreide energiehulpbronnen;

(c) verrichten van werkzaamheden inzake het identificeren van beste praktijken op de in lid 1 genoemde gebieden en inzake de invoering van verbeteringen van de energieefficiëntie in het distributienet;

(d) aannemen van een jaarlijks werkprogramma en een jaarlijks verslag;

(e) bij het beheer de mededingingsvoorschriften volledig naleven.

Artikel 52

Raadplegingen tijdens het proces van ontwikkeling van netcodes

  • 1. 
    Bij de voorbereiding van mogelijke netcodes overeenkomstig artikel 55 raadpleegt de DSB-entiteit van de EU overeenkomstig het in artikel 50 bedoelde reglement van orde uitvoerig, in een vroeg stadium en op een open en transparante wijze alle relevante belanghebbenden, en in het bijzonder de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen. Bij de raadpleging worden ook de nationale regulerende instanties en andere nationale instanties, producenten, leveranciers, systeemgebruikers, met inbegrip van afnemers, distributiesysteembeheerders, met inbegrip van relevante bedrijfstakverenigingen, technische instanties en platforms van belanghebbenden betrokken. Beoogd wordt de zienswijze en voorstellen van alle betrokken partijen in het besluitvormingsproces te vernemen.
  • 2. 
    Alle documenten en notulen van vergaderingen die met de in lid 1 bedoelde raadplegingen verband houden, worden openbaar gemaakt.
  • 3. 
    De DSB-entiteit van de EU houdt rekening met de zienswijzen die tijdens de raadpleging naar voren zijn gebracht. Voordat de DSB-entiteit van de EU de in artikel 55 bedoelde netcodes vaststelt, geeft zij aan hoe met de tijdens de raadpleging ontvangen opmerkingen rekening is gehouden. Waar geen rekening is gehouden met een opmerking, wordt dit gemotiveerd.

    Artikel 53

    Samenwerking tussen distributiesysteembeheerders en transmissiesysteembeheerders

  • 1. 
    De distributiesysteembeheerders werken samen met de transmissiesysteembeheerders bij de planning en de exploitanten van hun netten. In het bijzonder wisselen de transmissie- en distributiesysteembeheerders alle noodzakelijke informatie en gegevens uit met betrekking tot de prestaties van activa voor elektriciteitsproductie en respons aan de vraagzijde, de dagelijkse exploitatie van hun netten en de langetermijnplanning van investeringen in netten, teneinde de kostenefficiënte, veilige en betrouwbare ontwikkeling en exploitatie van hun netten te waarborgen.
  • 2. 
    De transmissie- en distributiesysteembeheerders werken samen teneinde gecoördineerde toegang tot hulpbronnen zoals verspreide opwekking, energieopslag of vraagrespons tot stand te brengen waarmee aan specifieke behoeften van zowel het distributiesysteem aks het transmissiesysteem tegemoet kan worden gekomen.

    Hoofdstuk VII

    Netcodes en richtsnoeren

    Artikel 54

    Vaststelling van netcodes en richtsnoeren

  • 1. 
    De Commissie kan in overeenstemming met de in de artikelen 55 en 57 genoemde bevoegdheden gedelegeerde handelingen vaststellen. Dergelijke gedelegeerde handelingen kunnen worden vastgesteld als netcodes op basis van door het ENTSB voor elektriciteit opgestelde ontwerpteksten of, wanneer krachtens artikel 55 lid 2, zodanig in de prioriteitenlijst is besloten, door de DSB-entiteit van de EU en het Agentschap krachtens de in artikel 55 vastgestelde procedure, of als richtsnoeren krachtens de in artikel 57 vastgestelde procedure.
  • 2. 
    De netcodes en richtsnoeren:

(a) waarborgen dat wordt voorzien in de minimale harmonisering die vereist is om de met deze verordening beoogde doelen te verwezenlijken;

(b) houden, in voorkomend geval, rekening met specifieke regionale kenmerken;

(c) gaan niet verder dan voor dat doeleinde noodzakelijk is; en

(d) doen geen afbreuk aan de rechten van de lidstaten om nationale netcodes vast te stellen die niet van invloed zijn op de grensoverschrijdende handel.

 714/2009 (aangepast)  nieuw

Artikel 556

Vaststelling van netcodes

  • 61. 
     De Commissie is bevoegd om in overeenstemming met artikel 63 betreffende de vaststelling van netcodes gedelegeerde handelingen vast te stellen  De in de leden 1 en 2 bedoelde netcodes hebben betrekking op de volgende terreinen, rekening houdend, in voorkomend geval, met specifieke regionale kenmerken:

(a) voorschriften inzake zekerheid en betrouwbaarheid van het netwerk, met inbegrip van voorschriften betreffende een technische transmissiereservecapaciteit voor de bedrijfszekerheid van het netwerk;

(b) voorschriften voor netaansluiting;

(c) voorschriften voor toegang door derden;

(d) voorschriften voor gegevensuitwisseling en geschillenbeslechting;

(e) voorschriften inzake interoperabiliteit;

(f) operationele procedures in noodgevallen;

(g) voorschriften voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer , met inbegrip van de beperking van opwekking en redispatching van opwekking en vraag ;

(h) voorschriften voor de handel in elektriciteit in verband met de technische en operationele verstrekking van diensten voor nettoegang en systeembalancering;

(i) transparantievoorschriften;

(j) voorschriften inzake balancering en reservevermogen in verband met het netwerk;

(k) voorschriften inzake geharmoniseerde transmissie - en distributie  tariefstructuren  en tarieven voor aansluiting  op basis van locatiespecifieke signalen en voorschriften inzake de vergoedingen tussen transmissiesysteembeheerders; en

(l) energie-efficiëntie met betrekking tot elektriciteitsnetten;.

 nieuw

(m) voorschriften voor de niet-discriminerende, transparante levering van nietfrequentiegerelateerde ondersteunende diensten, met inbegrip van spanningsregeling in stationaire toestand, inertie, snelle blindstroominjectie en blackstartmogelijkheden;

(n) voorschriften inzake vraagrespons, energieopslag en beperking van de vraag;

(o) voorschriften inzake cyberbeveiliging; en

(p) voorschriften inzake regionale operationele centra.

 714/2009  nieuw

1.2. Na raadpleging van het Agentschap, het ENTSB voor elektriciteit en de andere betrokken belanghebbende partijen stelt de Commissie jaarlijks  om de drie jaar  een prioriteitenlijst op met de in lid 1 artikel 8, lid 6, vermelde terreinen waarmee bij de ontwikkeling van netcodes rekening moet worden gehouden.  Indien het onderwerp van de netcode rechtstreeks verband houdt met het beheer van het distributiesysteem en minder relevant is voor het transmissiesysteem, kan de Commissie de DSB-entiteit van de EU voor elektriciteit in plaats van het ENTSB voor elektriciteit verplichten om een redactiecomité bijeen te roepen en een voorstel voor een netcode bij het Agentschap in te dienen. 

2.3. De Commissie verzoekt het Agentschap haar binnen een redelijke termijn van ten hoogste zes maanden een niet-bindend kaderrichtsnoer („kaderrichtsnoer”) voor te leggen waarin duidelijke en objectieve beginselen zijn vervat met inachtneming van artikel 8, lid 7, voor de ontwikkeling van specifieke netcodes met betrekking tot de terreinen die op de prioriteitenlijst zijn vermeld.  Het verzoek van de Commissie kan voorwaarden omvatten waaraan het kaderrichtsnoer moet voldoen.  Elk kaderrichtsnoer draagt bij tot  marktintegratie,  nondiscriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt. Op een met redenen omkleed verzoek van het Agentschap kan de Commissie deze termijn verlengen.

3.4. Gedurende een termijn van ten minste twee maanden raadpleegt het Agentschap het ENTSB voor elektriciteit  , de DSB-entiteit van de EU  en de andere betrokken belanghebbende partijen formeel op een open en transparante manier over het kaderrichtsnoer.

 nieuw

  • 5. 
    Op verzoek van de Commissie overeenkomstig lid 3 legt het Agentschap een nietbindend kaderrichtsnoer voor. Op verzoek van de Commissie overeenkomstig lid 6 herziet het Agentschap het niet-bindende richtsnoer en legt het het richtsnoer opnieuw aan de Commissie voor.

     714/2009  nieuw

4.6. Indien de Commissie van oordeel is dat het kaderrichtsnoer niet bijdraagt tot  marktintegratie , non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt, kan zij het Agentschap verzoeken het kaderrichtsnoer binnen een redelijke termijn te herzien en dit opnieuw aan de Commissie voor te leggen.

5.7. Indien het Agentschap binnen de door de Commissie conform lid 32 of lid 64 gestelde termijn geen kaderrichtsnoer voorlegt dan wel opnieuw voorlegt, stelt de Commissie het bewuste kaderrichtsnoer op.

6.8. De Commissie verzoekt het ENTSB voor elektriciteit  of, wanneer overeenkomstig lid 2 zodanig is besloten in de prioriteitenlijst, de DSB-entiteit van de EU voor elektriciteit,  om binnen een redelijke termijn die ten hoogste 12 maanden beloopt, een  voorstel voor een  netcode aan het Agentschap voor te leggen datdie in overeenstemming is met het desbetreffende kaderrichtsnoer.

  • 7. 
    Binnen drie maanden na de ontvangst van een netcode, gedurende welke periode het Agentschap de betrokken belanghebbende partijen formeel kan raadplegen, brengt het Agentschap een met redenen omkleed advies inzake de netcode uit aan het ENTSB voor elektriciteit.
  • 8. 
    Het ENTSB voor elektriciteit kan in het licht van het advies van het Agentschap de netcode wijzigen en deze opnieuw aan het Agentschap voorleggen.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

1.9. Het ENTSB voor elektriciteit, of, wanneer overeenkomstig lid 2 zodanig is besloten in de prioriteitenlijst, de DSB-entiteit van de EU, roept een redactiecomité bijeen dat ondersteuning verleent tijdens het proces van de ontwikkeling van netcodes. Het redactiecomité bestaat uit vertegenwoordigers van het ENTSB voor elektriciteit, het Agentschap, de DSB-entiteit van de EU, indien passend uit benoemde elektriciteitsmarktbeheerders en een beperkt aantal van de belangrijkste betrokken belanghebbenden. Het ENTSB voor elektriciteit of, wanneer overeenkomstig lid 2 zodanig is besloten in de prioriteitenlijst, de DSB-entiteit van de EU, stelt op een door de Commissie overeenkomstig lid 8artikel 6, lid 6, aan hem gericht verzoek  voorstellen voor  netcodes op de in lid 6 artikel lid 1 genoemde terreinen op.

9.10. Als hetHet Agentschap  herziet de netcode en waarborgt  vaststelt dat de netcode in overeenstemming is met het desbetreffende kaderrichtsnoer  en bijdraagt tot marktintegratie, niet-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en het efficiënt functioneren van de markt, en legt  , legt het Agentschap de  herziene  netcode voor aan de Commissie eventueel vergezeld van de aanbeveling om de netcode binnen  zes maanden na de dag van ontvangst van het voorstel  een redelijke termijn goed te keuren. Als de Commissie de code niet goedkeurt, geeft zij de redenen hiervoor aan.  In het aan de Commissie voorgelegde voorstel houdt het Agentschap rekening met de door alle betrokken partijen tijdens het opstellen van het voorstel onder leiding van het ENTSB voor elektriciteit of de DSB-entiteit van de EU verstrekte zienswijzen; het Agentschap raadpleegt de relevante belanghebbenden officieel over de aan de Commissie voor te leggen versie. 

10.11. Als het ENTSB voor elektriciteit  of de DSB-entiteit van de EU  niet binnen de door de Commissie vastgestelde redelijke termijn van lid 86 een netcode heeft ontwikkeld, kan de Commissie het Agentschap verzoeken om op basis van het desbetreffende kaderrichtsnoer een ontwerpnetcode op te stellen. Het Agentschap kan tijdens het opstellen van een ontwerpnetcode overeenkomstig dit lid verder overleg voeren. Het Agentschap legt een overeenkomstig dit lid opgestelde ontwerpnetcode voor aan de Commissie, eventueel vergezeld van de aanbeveling om de netcode goed te keuren.

11.12. De Commissie kan, op eigen initiatief indien het ENTSB voor elektriciteit  of de DSB-entiteit van de EU  geen netcode heeft ontwikkeld of het Agentschap geen ontwerpnetcode heeft ontwikkeld als bedoeld in lid 1110 van dit artikel, of op aanbeveling van het Agentschap uit hoofde van lid 109 van dit artikel, een of meer netcodes goedkeuren op de in lid 1artikel 8, lid 6, genoemde terreinen.

  • 13. 
    Als de Commissie op eigen initiatief voorstelt een netcode goed te keuren, raadpleegt de Commissie gedurende een termijn van ten minste twee maanden het Agentschap, het ENTSB voor elektriciteit en alle betrokken belanghebbende partijen over de ontwerpnetcode. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

12.14. Dit artikel laat het in artikel 5718 neergelegde recht van de Commissie om de richtsnoeren vast te stellen enof te wijzigen onverlet.  Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van het ENTSB voor elektriciteit om niet-bindende richtsnoeren te ontwikkelen op de in lid 1 genoemde terreinen voor zover deze richtsnoeren geen betrekking hebben op de terreinen die deel uitmaken van een door het ENTSB voor elektriciteit aan de Commissie gericht verzoek. Deze richtsnoeren worden voor advies aan het Agentschap voorgelegd. Het ENTSB voor elektriciteit houdt naar behoren rekening met dit advies. 

Artikel 567

Wijzigingen van netcodes

 nieuw

  • 1. 
    De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 63 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van netcodes in overeenstemming met de in artikel 55 vastgestelde procedure. Ook het Agentschap kan overeenkomstig de in de leden 2 tot en met 4 van dit artikel vastgestelde procedure wijzigingen voorstellen.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

1.2. Personen die belang hebben bij een netcode, waaronder het ENTSB voor elektriciteit,  de DSB-entiteit van de EU,  transmissiesysteembeheerders, systeemgebruikers en consumenten, kunnen het Agentschap ontwerpwijzigingen voorleggen voor een overeenkomstig artikel 556 goedgekeurde netcode. Het Agentschap kan ook op eigen initiatief wijzigingen voorstellen.

  • 23. 
    Het Agentschap raadpleegt alle belanghebbenden overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 713/2009 i. In het kader van die procedure kan het Agentschap tHet Agentschap kan de Commissie met redenen omklede wijzigingsvoorstellen doen en daarbij aantonen hoe deze stroken met de doelstellingen van de in artikel 6 55, lid 2, bedoelde netcodes.  Wanneer het een wijziging als toelaatbaar beschouwt en met betrekking tot wijzigingen op eigen initiatief, raadpleegt het Agentschap   alle belanghebbenden overeenkomstig artikel 15 van [herschikking van Verordening (EG) No 713/2009 i als voorgesteld bij COM(2016) 863 i/2]. 

3.4. De Commissie is bevoegd om kan, rekening houdend met het adviesde voorstellen van het Agentschap, wijzigingen goedkeurenvast te stellen op elke overeenkomstig artikel 55 6 aangenomen netcode. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld  als gedelegeerde handelingen overeenkomstig  artikel 63. volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing

4.5. Van de in het kader van de in artikel 63 23, lid 2, bedoelde procedure voorgestelde wijzigingen worden alleen de aspecten in verband met de voorgestelde wijziging beoordeeld. Deze voorgestelde wijzigingen laten andere wijzigingen die de Commissie eventueel voorstelt, onverlet.

Artikel 5718

Richtsnoeren

 nieuw

  • 1. 
    De Commissie kan op de hierna genoemde terreinen bindende richtsnoeren vaststellen.
  • 2. 
    De Commissie kan een gedelegeerde handeling in de vorm van een richtsnoer vaststellen op de terreinen waarop dergelijke handelingen ook overeenkomstig de in artikel 55, lid 1, vastgestelde netcodeprocedure kunnen worden ontwikkeld.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

1.3.In voorkomend geval wordt, met inachtneming van de in de artikelen 13 en 14 vastgestelde beginselen, in de richtsnoeren met betrekking tot het vergoedingsmechanisme tussen transmissiesysteembeheerders  Er kunnen richtsnoeren met betrekking tot het vergoedingsmechanisme tussen transmissiesysteembeheerders worden vastgesteld. In deze richtsnoeren wordt, met inachtneming van de in de artikelen 46 en 16 vastgestelde beginselen,  het volgende gespecificeerd:

(a) bijzonderheden omtrent de procedure tot vaststelling van de transmissiesysteembeheerders die gehouden zijn tot het betalen van vergoedingen

voor grensoverschrijdende stromen, inclusief bijzonderheden omtrent de scheiding tussen beheerders van nationale transmissiesystemen waarvan de grensoverschrijdende stromen afkomstig zijn en die van de systemen waar die stromen eindigen, zulks in overeenstemming met artikel 4613, lid 2;

(b) bijzonderheden omtrent de te volgen betalingsprocedure, met inbegrip van de vaststelling van het eerste tijdvak waarover een vergoeding verschuldigd is, zulks in overeenstemming met artikel 4613, lid 3, tweede alinea;

(c) bijzonderheden omtrent de methoden ter bepaling van zowel de omvang als de soort van de opgetreden grensoverschrijdende stromen waarvoor krachtens artikel 4613 een vergoeding moet worden betaald en de wijze waarop bepaalde hoeveelheden van die stromen als afkomstig van en/of eindigend in transmissiesystemen van individuele lidstaten worden aangemerkt, zulks in overeenstemming met artikel 4613, lid 5;

(d) bijzonderheden omtrent de methode tot vaststelling van de kosten en de baten die gemoeid zijn met het optreden van grensoverschrijdende stromen, zulks in overeenstemming met artikel 4613, lid 6;

(e) bijzonderheden omtrent de behandeling die binnen de context van het tussen transmissiesysteembeheerders toegepaste vergoedingsmechanisme is weggelegd voor elektriciteitsstromen die afkomstig zijn uit of eindigen in landen buiten de Europese Economische Ruimte; en

(f) de deelname aan het vergoedingsmechanisme van nationale systemen die via gelijkstroomlijnen met elkaar verbonden zijn, zulks in overeenstemming met artikel 4613.

2.4. In de richtsnoeren kunnen tevens passende regels worden vastgesteld die leiden tot een geleidelijke harmonisatie van de beginselen waarop de uit hoofde van de nationale  distributie- en transmissie tariefstelsels  en aansluitregelingen  op producenten  , energieopslag  en  klanten  verbruikers („load”) toegepaste tarieven  betrekking hebben  gebaseerd zijn, inclusief de doorwerking van het vergoedingsmechanisme tussen transmissiesysteembeheerders in nationale netwerktarieven en het inbouwen van passende en efficiënte, locatiespecifieke signalen, zulks in overeenstemming met de in artikel 1614 vastgestelde beginselen.

De richtsnoeren  kunnen  bepalen dat er passende en efficiënte op  EU-niveau  communautair niveau geharmoniseerde locatiespecifieke signalen moeten worden ingebouwd.

Zulke harmonisatie mag de lidstaten niet beletten mechanismen toe te passen om ervoor te zorgen dat de tarieven voor toegang tot de netten voor de  klanten  verbruikers („load”) op hun gehele grondgebied vergelijkbaar zijn.

3.5. In voorkomend geval wordt  kan  in de richtsnoeren die voorzien in de minimale harmonisatie die vereist is om het met deze verordening beoogde doel te verwezenlijken, ook het volgende worden gespecificeerd:

(g) bijzonderheden omtrent de informatieverschaffing, in overeenstemming met de beginselen van artikel 15;

ab) bijzonderheden omtrent de voorschriften voor de handel in elektriciteit;

b)c) bijzonderheden omtrent de voorschriften ter aanmoediging van investeringen in koppelingscapaciteit op basis van locatiespecifieke signalen;

(h) bijzonderheden omtrent de in artikel 8, lid 6, vermelde onderwerpen.

Daartoe raadpleegt de Commissie het Agentschap en het ENTSB voor elektriciteit.

  • 4. 
    De richtsnoeren voor het beheer en de toewijzing van beschikbare transmissiecapaciteit van koppelingen tussen nationale systemen zijn opgenomen in bijlage I. 4 bis.

     347/2013 (aangepast)

4 bis.6. De Commissie kan richtsnoeren vaststellen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de operationele coördinatie tussen de transmissiesysteembeheerders op niveau van de Unie. Deze richtsnoeren moeten verenigbaar zijn met en voortbouwen op de in artikel 556 van deze verordening bedoelde netcodes en voorts op de vastgestelde specificaties en op het in artikel 27, lid 1, onder g)8, lid 3, onder a), van deze verordening bedoelde advies van het Agentschap. Bij de vaststelling van deze richtsnoeren houdt de Commissie rekening met de uiteenlopende regionale en nationale operationele vereisten.

Deze richtsnoeren worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 23, lid 3 62, lid 2.

 714/2009 (aangepast)  nieuw

  • 75. 
    De Commissie kan richtsnoeren vaststellen met betrekking tot de in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel genoemde aangelegenheden. Met in achtneming van de in de artikelen 15 en 16 vastgestelde beginselen kan zij de in lid 4 van dit artikel bedoelde richtsnoeren wijzigen, in het bijzonder om gedetailleerde richtsnoeren over alle in de praktijk toegepaste methoden voor capaciteitstoewijzing op te nemen en om ervoor te zorgen dat de congestiebeheersmechanismen evolueren op een manier die verenigbaar is met de doelstellingen van de interne markt. Waar passend, worden bij deze wijzigingen gemeenschappelijke voorschriften vastgesteld inzake de minimale veiligheids- en operationele normen voor het gebruik en de werking van het netwerk, bedoeld in artikel 15, lid 2. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Wanneer de Commissie richtsnoeren vaststelt of wijzigt:  , raadpleegt zij het Agentschap, het ENTSB voor elektriciteit en andere belanghebbenden wanneer zulks relevant is. 

  • a) 
    zorgt zij ervoor dat wordt voorzien in de minimale harmonisatie van de richtsnoeren, die vereist is om de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken, zonder dat verder wordt gegaan dan daartoe nodig is, en
  • b) 
    geeft zij aan welke maatregelen zij heeft genomen in verband met de overeenstemming tussen de desbetreffende richtsnoeren en de regels van derde landen die deel uitmaken van het communautaire elektriciteitssysteem.

Wanneer de Commissie richtsnoeren voor de eerste maal krachtens dit artikel vaststelt, zorgt zij ervoor dat deze in een ontwerpmaatregel ten minste de in lid 1, punten a) en d), en lid 2 genoemde aangelegenheden bestrijken.

Artikel 5821

Recht van de lidstaten om meer gedetailleerde maatregelen te treffen

Deze verordening doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om maatregelen te handhaven of in te voeren die meer gedetailleerde voorschriften bevatten dan die welke in deze verordening , inen de in artikel 5718 bedoelde richtsnoeren  of in de in artikel 55 bedoelde netcodes  zijn vervat  , mits dergelijke maatregelen de doeltreffendheid van het recht van de Unie niet in het gedrang brengen .

Hoofdstuk VIII

Slotbepalingen

Artikel 5917

Nieuwe interconnectoren

  • 1. 
    Nieuwe gelijkstroominterconnectoren tussen lidstaten kunnen op verzoek gedurende een beperkte periode van het bepaalde in artikel 17, lid 216, lid 6, van de onderhavige verordening en in de artikel 69, artikel 4332, en artikel 5937, leden 6 en 10, , en artikel 60, lid 1, van [herschikking van Richtlijn 2009/72/EG i als voorgesteld bij COM(2016) 864 i/2]Richtlijn 2009/72/EG i worden vrijgesteld, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

(a) de investering moet de mededinging in de elektriciteitsvoorziening bevorderen;

(b) de risico’s die aan de investering zijn verbonden, zijn van dien aard dat de investering niet zou plaatsvinden tenzij er een vrijstelling wordt verleend;

(c) de interconnector moet eigendom zijn van een natuurlijke of rechtspersoon die op zijn minst qua rechtsvorm gescheiden is van de systeembeheerders in wier systemen die interconnector wordt ingebouwd;

(d) er worden tarieven in rekening gebracht bij de gebruikers van die interconnector;

(e) sedert de gedeeltelijke marktopening, bedoeld in artikel 19 van Richtlijn 96/92/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende

gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit 43 , is geen enkel

deel van de kapitaal- of exploitatiekosten van de interconnector gerecupereerd uit enig bestanddeel van de tarieven die voor het gebruik van door de interconnector verbonden transmissie- of distributiesystemen in rekening zijn gebracht, en

(f) de vrijstelling gaat niet ten koste van de mededinging of de efficiënte werking van de interne markt voor elektriciteit, dan wel de efficiënte werking van het gereguleerde systeem waarmee de interconnector verbonden is.

  • 2. 
    Lid 1 is in uitzonderlijke gevallen tevens van toepassing op wisselstroominterconnectoren, mits de investeringskosten en -risico’s bijzonder hoog

    zijn in vergelijking met de investeringskosten en -risico’s die normaliter gepaard gaan met de koppeling van transmissiesystemen van twee naburige lidstaten door middel van een wisselstroominterconnector.

  • 3. 
    Het bepaalde in lid 1 is ook van toepassing op aanzienlijke verhogingen van de capaciteit van bestaande interconnectoren.
  • 4. 
    Het besluit over de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde vrijstellingen wordt per geval genomen door de regulerende instanties van de betrokken lidstaten. Een vrijstelling kan gelden voor het geheel of een deel van de capaciteit van de nieuwe interconnector of de aanzienlijk uitgebreide bestaande interconnector.

    Binnen twee maanden na de datum waarop het verzoek om vrijstelling van de laatste van de betrokken regulerende instanties is ontvangen, kan het Agentschap aan deze regulerende instanties een advies doen toekomen, op basis waarvan zij een besluit kunnen nemen.

    Bij het beslissen over een vrijstelling zal per geval worden gelet op de noodzaak om voorwaarden te stellen aangaande de duur van de vrijstelling en de nietdiscriminerende toegang tot de interconnector. Bij het bepalen van die voorwaarden zal met name rekening worden gehouden met de extra capaciteit die gebouwd zal gaan worden of de wijziging van de bestaande capaciteit, de verwachte looptijd van het project en de nationale omstandigheden.

43 Richtlijn 96/92/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende

gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20).

Voordat een vrijstelling wordt verleend, nemen de regulerende instanties van de betrokken lidstaten een besluit over de voorschriften en de mechanismen voor het beheer en de toewijzing van capaciteit. De voorschriften voor congestiebeheer voorzien in de verplichting om onbenutte capaciteit op de markt aan te bieden, en gebruikers van de faciliteit zijn gerechtigd om hun gecontracteerde capaciteit op de secundaire markt te verhandelen. Bij de toetsing van de voorwaarden van lid 1, punten a), b) en f), wordt rekening gehouden met de resultaten van de procedure voor de toewijzing van capaciteit.

Indien alle betrokken regulerende instanties binnen zes maanden een akkoord hebben bereikt over het besluit tot verlening van vrijstelling, stellen zij het Agentschap op de hoogte van dit besluit.

Het besluit tot verlening van vrijstelling, met inbegrip van eventuele voorwaarden als bedoeld in de tweede alinea van dit lid, wordt naar behoren met redenen omkleed en wordt gepubliceerd.

  • 5. 
    Het in lid 4 bedoelde besluit wordt door het Agentschap genomen:

(a) indien alle betrokken regulerende instanties niet in staat zijn gebleken overeenstemming te bereiken binnen zes maanden na de datum waarop de laatste van

deze regulerende instanties om vrijstelling is verzocht, of

(b) naar aanleiding van een gezamenlijk verzoek van de betrokken regulerende instanties.

Alvorens zulk een besluit te nemen, overlegt het Agentschap met de betrokken regulerende instanties en de aanvragers.

  • 6. 
    Niettegenstaande de leden 4 en 5 kunnen de lidstaten bepalen dat de regulerende instantie of het Agentschap, naargelang van het geval, haar of zijn advies over het verzoek om vrijstelling aan het bevoegde orgaan in de lidstaat voorlegt met het oog op een formeel besluit. Dit advies wordt samen met het besluit bekendgemaakt.
  • 7. 
    Bij ontvangst van ieder verzoek om vrijstelling wordt onverwijld een afschrift daarvan door de regulerende instanties aan het Agentschap en de Commissie gezonden. Het besluit tot verlening van vrijstelling wordt door de betrokken regulerende instanties of door het Agentschap („de kennisgevende instanties”) onverwijld ter kennis van de Commissie gebracht, samen met alle relevante informatie met betrekking tot het besluit. De informatie kan in geaggregeerde vorm aan de Commissie worden voorgelegd om haar in staat te stellen een gefundeerd besluit te nemen. Deze informatie omvat in het bijzonder:

(a) de gedetailleerde redenen op grond waarvan de vrijstelling werd verleend of geweigerd, met inbegrip van de financiële informatie ter staving van de noodzaak van een vrijstelling;

(b) de analyse van de gevolgen voor de mededinging en de effectieve werking van de interne markt voor elektriciteit die het verlenen van de vrijstelling met zich meebrengt;

(c) de motivering voor het tijdvak en het gedeelte van de totale capaciteit van de betrokken interconnector waarvoor de vrijstelling is verleend, en

(d) het resultaat van het overleg met de betrokken regulerende instanties.

  • 8. 
    Binnen  50 werkdagen  twee maanden na ontvangst van een kennisgeving uit hoofde van lid 7 kan de Commissie een besluit nemen waarbij zij de kennisgevende instanties verzoekt het besluit tot vrijstelling te wijzigen of te herroepen. Die termijn van twee maanden  50 werkdagen  kan met  50 werkdagen  twee extra maanden worden verlengd indien de Commissie om aanvullende informatie verzoekt. Deze extra termijn vangt aan op de dag volgende op die van de ontvangst van de volledige informatie. Ook deze termijn van twee maanden kan met instemming van zowel de Commissie als de kennisgevende instanties worden verlengd.

    Indien de gevraagde informatie niet binnen de in het verzoek gestelde termijn is verstrekt, wordt de kennisgeving als ingetrokken beschouwd, tenzij ofwel de termijn vóór het verstrijken ervan met instemming van zowel de Commissie als de kennisgevende instanties is verlengd, ofwel de kennisgevende instanties vóór het verstrijken van de termijn de Commissie in een naar behoren met redenen omklede verklaring hebben medegedeeld dat zij de kennisgeving als volledig beschouwen.

    De kennisgevende instanties geven binnen een termijn van één maand gevolg aan een besluit van de Commissie om het besluit tot verlening van de vrijstelling te wijzigen of te herroepen en stellen de Commissie daarvan in kennis.

    De Commissie eerbiedigt het vertrouwelijke karakter van commercieel gevoelige informatie.

    De goedkeuring door de Commissie van een besluit tot vrijstelling vervalt twee jaar na de aanneming ervan indien de bouw van de interconnector uiterlijk op die datum nog niet is aangevangen, en vijf jaar na de aanneming ervan indien de interconnector uiterlijk op die datum nog niet operationeel is, tenzij de Commissie  op basis van een met redenen omkleed verzoek van de kennisgevende instanties  besluit dat een vertraging het gevolg is van grote hindernissen die buiten de macht liggen van de persoon, aan wie de vrijstelling is toegekend.

     nieuw

  • 9. 
    Wanneer de regulerende instanties van de betrokken lidstaten besluiten om een besluit krachtens lid 1 te wijzigen, wordt dit besluit onverwijld ter kennis van de Commissie gebracht, samen met alle relevante informatie in verband met dit besluit. Op dit ter kennis gegeven besluit zijn de leden 1 tot en met 8 van toepassing ,waarbij rekening wordt gehouden met de bijzondere kenmerken van de bestaande vrijstelling.
  • 10. 
    De Commissie kan, op verzoek of op eigen initiatief, de procedure heropenen:

    (a) wanneer, naar behoren rekening houdend met de legitieme verwachtingen van de partijen en met het door middel van het oorspronkelijke besluit betreffende de vrijstelling tot stand gebrachte economische evenwicht, zich een wezenlijke verandering heeft voorgedaan in een of meerdere feiten waarop het besluit was gebaseerd;

    (b) wanneer de betrokken ondernemingen in strijd met de door hen gedane toezeggingen handelen; of

    (c) wanneer het besluit op door de partijen verstrekte onvolledige, onjuiste of misleidende informatie berust.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

11.9. De Commissie  is bevoegd om  kan richtsnoeren  gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 63 betreffende de vaststelling van richtsnoeren  voor de toepassing van de in de lid 1 van dit artikel genoemde voorwaarden vast te stellenuitvaardigen en de bij de toepassing van de leden 4, 7 en 8 lid 4 en de leden 7 tot en met 10  van dit artikel te volgen procedure vast te stellenvaststellen. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

[Artikel 19

Regulerende instanties

Bij de uitoefening van hun bevoegdheden zorgen de regulerende instanties ervoor dat deze verordening en de krachtens artikel 18 vastgestelde richtsnoeren in acht worden genomen. Waar nodig om te voldoen aan de doelstellingen van deze verordening, werken de regulerende instanties overeenkomstig hoofdstuk IX van Richtlijn 2009/72/EG i samen met elkaar, met de Commissie en met het Agentschap.]

Artikel 6020

Informatieverschaffing en vertrouwelijkheid

  • 1. 
    De lidstaten en de regulerende instanties verstrekken de Commissie desgevraagd alle voor de  handhaving van de bepalingen van deze verordening  uitvoering van artikel 13, lid 4, en artikel 18 benodigde informatie.

In het bijzonder verstrekken de regulerende instanties voor de toepassing van artikel 13, leden 4 en 6, de Commissie op gezette tijden informatie over de door de nationale transmissiesysteembeheerders geleden werkelijke kosten, alsmede gegevens en alle relevante informatie met betrekking tot de fysieke stromen in door transmissiesysteembeheerders geëxploiteerde netten en de kosten van het net.

De Commissie stelt een redelijke termijn vast voor de informatieverstrekking, rekening houdend met de complexiteit van de gevraagde informatie en de urgentie.

  • 2. 
    Indien de betrokken lidstaten of de betrokken regulerende instanties de in lid 1 bedoelde informatie niet binnen de overeenkomstig lid 1 van dit artikel vastgestelde termijn verstrekken, kan de Commissie alle voor de  handhaving van de bepalingen van deze verordening  toepassing van artikel 13, lid 4, en artikel 18 benodigde informatie rechtstreeks van de betrokken bedrijven verlangen.

    Wanneer de Commissie een verzoek om informatie tot een onderneming richt, zendt zij tegelijkertijd een afschrift van het verzoek aan de regulerende instanties van de lidstaat op het grondgebied waarvan het hoofdkantoor van de onderneming gevestigd is.

  • 3. 
    In haar verzoek om informatie krachtens lid 1 noemt de Commissie de rechtsgrond van het verzoek, de voor de informatieverstrekking vastgestelde termijn, het doel van het verzoek, alsmede de sancties waarin artikel 6122, lid 2, voorziet voor het verstrekken van onjuiste, onvolledige en misleidende informatie. De Commissie stelt een redelijke termijn vast voor de informatieverstrekking, rekening houdend met de complexiteit van de gevraagde informatie en de urgentie.
  • 4. 
    Tot het verstrekken van de gevraagde informatie zijn verplicht de eigenaren van een onderneming of degenen die hen vertegenwoordigen, en, in het geval van rechtspersonen, degenen die volgens het recht of de statuten bevoegd zijn hen te vertegenwoordigen. Indien naar behoren tot handelen gemachtigde advocaten de informatie namens hun cliënten verstrekken, blijft de cliënt volledig verantwoordelijk indien de verstrekte informatie onvolledig, onjuist of misleidend is.
  • 5. 
    Indien een onderneming de gevraagde informatie binnen de door de Commissie vastgestelde termijn niet dan wel onvolledig verstrekt, kan de Commissie de informatie bij besluitbeschikking verlangen. Dat besluitDie beschikking specificeert welke informatie gevraagd wordt en stelt een passende termijn vast waarbinnen deze informatie moet worden verstrekt. Het besluitDe beschikking vermeldt de in artikel 6122, lid 2, bedoelde geldboetes. Het besluitZij wijst ook op het recht bij het Hof van Justitie van de Europese  Unie  Gemeenschap beroep tegen het besluit de beschikking in te stellen.

    De Commissie doet tegelijkertijd een afschrift van haar besluitbeschikking toekomen aan de regulerende instantie van de lidstaat op het grondgebied waarvan zich de verblijfplaats van de betrokken persoon bevindt, dan wel de zetel van de onderneming gevestigd is.

  • 6. 
    De in de leden 1 en 2 bedoelde informatie mag slechts ter uitvoering van artikel 13, lid 4, en artikel 18  handhaving van de bepalingen van deze verordening  worden aangewend.

    De Commissie mag uit hoofde van deze verordening verkregen informatie die uit hoofde van deze verordening is verkregen en die onder het beroepsgeheim valt niet openbaar maken.

Artikel 6122

Sancties

  • 1. 
    De lidstaten stellen onverminderd het bepaalde in lid 2 de regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening  , de overeenkomstig artikel 55 vastgestelde netcodes en de overeenkomstig artikel 57 vastgestelde richtsnoeren, en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat deze bepalingen worden uitgevoerd. De vastgestelde sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 1 juli 2004 van deze regels die overeenkomen met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1228/2003 i, in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee. Zij stellen de Commissie uiterlijk op 3 maart 2011 in kennis van de regels die niet overeenstemmen met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1228/2003 i en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee.
  • 2. 
    De Commissie kan bij besluitbeschikking aan bedrijven boetes opleggen van ten hoogste 1 % van de totale omzet over het voorgaande boekjaar, indien zij opzettelijk of uit onachtzaamheid onjuiste, onvolledige of misleidende informatie verschaffen in antwoord op een ingevolge artikel 6020, lid 3, tot hen gericht verzoek, dan wel verzuimen informatie te verschaffen binnen de termijn vastgesteld bij een op basis van artikel 6020, lid 5, eerste alinea, uitgevaardigd besluituitgevaardigde beschikking. Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete houdt de Commissie rekening met de ernst van de niet-naleving van het bepaalde in de eerste alinea.
  • 3. 
    Op basis van lid 1 opgelegde sancties en krachtens lid 2 vastgestelde besluitenbeschikkingen zijn niet van strafrechtelijke aard.

     714/2009

Artikel 6223

Comité

  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG i van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

     347/2013

het Europees Parlement en de Raad 44 van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene

voorschriften en beginselen betreffende de mechanismen voor controle door de lidstaten op de uitoefening door de Commissie van haar uitvoeringsbevoegdheden van toepassing.

 714/2009

Artikel 24

Verslag van de Commissie

De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van deze verordening. In haar verslag op grond van artikel 46, lid 7, van Richtlijn 2009/72/EG i rapporteert de Commissie ook over de bij de uitvoering van deze verordening opgedane ervaring. Met name wordt in het verslag onderzocht in hoeverre deze verordening heeft bewerkstelligd dat voor de grensoverschrijdende handel in elektriciteit niet-discriminerende en op de kosten afgestemde voorwaarden voor toegang tot het netwerk gelden, teneinde een bijdrage te leveren aan keuzemogelijkheden voor de afnemer in een goed functionerende interne markt voor elektriciteit en aan voorzieningszekerheid op lange termijn, en in hoeverre effectieve locatiespecifieke signalen ingebouwd zijn. Indien nodig gaat het verslag vergezeld van passende voorstellen en/of aanbevelingen.

 nieuw

Artikel 63

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 31, lid 3, artikel 46, lid 4, artikel 55, lid 1, artikel 56, leden 1 en 4, en artikel 59, lid 11, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt met ingang van [PB: datum van de inwerkingtreding invoegen] voor onbepaalde tijd aan de Commissie toegekend.

44 Verordening (EU) nr. 182/2011 i van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 31, lid 3, artikel 46, lid 4, artikel 55, lid 1, artikel 56, leden 1 en 4, en artikel 59, lid 11, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn vastgesteld in het interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.
  • 5. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 6. 
    Een overeenkomstig artikel 31, lid 3, artikel 46, lid 4, artikel 55, lid 1, artikel 56, leden 1 en 4, en artikel 59, lid 11, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

     714/2009 (aangepast)  nieuw

Artikel 6425

Intrekking

Verordening (EG) nr.  714/2009  1228/2003 wordt ingetrokken vanaf 3 maart 2011. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en moeten worden gelezen volgens de in bijlage II opgenomen concordantietabel.

 714/2009 (aangepast)

Artikel 6526

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 3 maart 2011  met ingang van 1 januari 2020 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter


3.

Herziene versies, correcties en addenda

24 feb
'17
ANNEX to the PROPOSAL FOR A REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the internal market for electricity
PROPOSAL

15135/16 ADD 2 REV 1
24 feb
'17
ANNEX to the Proposal for a Regulation of the European Parliament and the Council on the internal market for electricity
PROPOSAL

15135/16 ADD 1 REV 1
24 feb
'17
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the internal market for electricity (recast)
PROPOSAL

15135/1/16 REV 1
5 dec
'16
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT IMPACT ASSESSMENT Accompanying the document Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on common rules for the internal market in electricity (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on the electricity market (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council establishing a European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on risk preparedness in the electricity sector
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 7
5 dec
'16
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT IMPACT ASSESSMENT Accompanying the document Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on common rules for the internal market in electricity (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on the electricity market (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council establishing a European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on risk preparedness in the electricity sector
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 6
5 dec
'16
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT IMPACT ASSESSMENT Accompanying the document Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on common rules for the internal market in electricity (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on the electricity market (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council establishing a European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on risk preparedness in the electricity sector
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 5
2 dec
'16
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT Evaluation Report covering the Evaluation of the EU's regulatory framework for electricity market design and consumer protection in the fields of electricity and gas Evaluation of the EU rules on measures to safeguard security of electricity supply and infrastructure investment (Directive 2005/89) Accompanying the document Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on common rules for the internal market in electricity (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on the electricity market (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council establishing a European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on risk preparedness in the electricity sector
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 9
2 dec
'16
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE - SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (herschikking) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interne elektriciteitsmarkt (herschikking) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (herschikking) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 8
2 dec
'16
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT IMPACT ASSESSMENT Accompanying the document Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on common rules for the internal market in electricity (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on the electricity market (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council establishing a European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on risk preparedness in the electricity sector
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 4
2 dec
'16
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT IMPACT ASSESSMENT Accompanying the document Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on common rules for the internal market in electricity (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on the electricity market (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council establishing a European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on risk preparedness in the electricity sector
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 3
2 dec
'16
BIJLAGE bij het VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de interne markt voor elektriciteit
PROPOSAL
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 2
2 dec
'16
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT EXECUTIVE SUMMARY OF THE EVALUATION Accompanying the document Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on common rules for the internal market in electricity (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on the electricity market (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council establishing a European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on risk preparedness in the electricity sector
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 11
2 dec
'16
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT Evaluation Report covering the Evaluation of the EU's regulatory framework for electricity market design and consumer protection in the fields of electricity and gas Evaluation of the EU rules on measures to safeguard security of electricity supply and infrastructure investment (Directive 2005/89) Accompanying the document Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on common rules for the internal market in electricity (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on the electricity market (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council establishing a European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (recast) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on risk preparedness in the electricity sector
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 10
2 dec
'16
BIJLAGE bij het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interne markt voor elektriciteit
PROPOSAL
Secretary-General of the European Commission
15135/16 ADD 1
 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.