Verordening 2025/202 - Vaststelling, voor 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2024/257 wat betreft vangstmogelijkheden voor 2025 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) 2025/202 van de Raad van 30 januari 2025 tot vaststelling, voor 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2024/257 wat betreft vangstmogelijkheden voor 2025officiële Engelstalige titel
Council Regulation (EU) 2025/202 of 30 January 2025 fixing for 2025 and 2026 the fishing opportunities for certain fish stocks, applicable in Union waters and, for Union fishing vessels, in certain non-Union waters, and amending Regulation (EU) 2024/257 as regards fishing opportunities for 2025Rechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2025/202 |
Regdoc-nummer | ST(2024)16926 |
Origineel voorstel | COM(2024)506 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32025R0202 |
Document | 30-01-2025; Datum goedkeuring |
---|---|
Inwerkingtreding | 01-12-2024; Toepassing Gedeeltelijke toepassing zie art 63(i) en 63(n) 01-01-2025; Toepassing Gedeeltelijke toepassing zie art 63(a) en 63(c) en 63(d) en 63(e) en 63(f) en 63(h) en 63(j) en 63(m) 01-01-2025; Toepassing zie art 63 31-01-2025; in werking datum publicatie zie art 63 01-02-2025; Toepassing Gedeeltelijke toepassing zie art 63(p) 01-04-2025; Toepassing Gedeeltelijke toepassing zie art 63(b) 01-06-2025; Toepassing Gedeeltelijke toepassing zie art 63(o) 01-07-2025; Toepassing Gedeeltelijke toepassing zie art 63(g) 01-01-2026; Toepassing Gedeeltelijke toepassing zie art 63(l) |
Einde geldigheid | 30-11-2025; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 63(i) en 63(n) 31-12-2025; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 63(a) en 63(d) en 63(h) en 63(ha) en 63(m) 31-12-2025; zie art. 63 19-01-2026; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 63(j) 31-01-2026; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 63(f) en 63(p) 31-03-2026; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 63(b) en 63(c) 31-05-2026; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 63(o) 30-06-2026; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 63(g) 31-12-2026; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 63(e) en 63(l) 31-12-2027; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 63(q) 31-12-9999; gedeeltelijk einde van de geldigheid zie art. 62 en 63(a) en 63(d) en 63(g) en 63(h) en 63(k) en 63(m) |
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/202 |
31.1.2025 |
VERORDENING (EU) 2025/202 VAN DE RAAD
van 30 januari 2025
tot vaststelling, voor 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2024/257 wat betreft vangstmogelijkheden voor 2025
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het is aan de Raad om maatregelen aan te nemen voor de vaststelling en de verdeling van de vangstmogelijkheden, inclusief, waar nodig, bepaalde functioneel daarmee verbonden voorwaarden. Uit hoofde van artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) moeten de vangstmogelijkheden worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 2, lid 2, van die verordening genoemde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Uit hoofde van artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 moeten de aan de lidstaten toegewezen vangstmogelijkheden de relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten van iedere lidstaat voor elk visbestand of elke visserij waarborgen. |
(2) |
De totale toegestane vangsten (total allowable catches — TAC’s) moeten derhalve overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, met inachtneming van zowel de biologische en sociaal-economische aspecten als de verplichting tot billijke behandeling van de visserijsectoren en rekening houdend met de standpunten die kenbaar zijn gemaakt tijdens de raadpleging van de belanghebbenden. |
(3) |
Uit hoofde van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 vallen alle bestanden waarvoor vangstbeperkingen gelden, sinds 1 januari 2019 onder de aanlandingsverplichting, hoewel er bepaalde vrijstellingen van toepassing kunnen zijn. Op basis van gezamenlijke aanbevelingen van de lidstaten en overeenkomstig artikel 15 van de Verordening (EU) nr. 1380/2013 heeft de Commissie gedelegeerde handelingen vastgesteld met nadere uitvoeringsbepalingen voor de uitvoering van de aanlandingsverplichting voor bepaalde visserijen. |
(4) |
Bij het vaststellen van de vangstmogelijkheden voor bestanden die onder de aanlandingsverplichting vallen, moet er rekening mee worden gehouden dat teruggooi in principe niet meer is toegestaan. De vangstmogelijkheden moeten derhalve worden gebaseerd op de adviescijfers voor de totale vangsten, zoals aangeleverd door de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (International Council for the Exploration of the Sea — ICES). De hoeveelheden die bij wijze van vrijstelling van de aanlandingsverplichting nog wel mogen worden teruggegooid, moeten in mindering worden gebracht op die adviescijfers voor de totale vangsten. Daarnaast moeten de vangstmogelijkheden voor bestanden waarvoor de ICES alleen aanlandingsadviezen verstrekt, worden vastgesteld op basis van die adviezen. |
(5) |
Bij Verordening (EU) 2018/973 van het Europees Parlement en de Raad (2) is een meerjarenplan voor de Noordzee vastgesteld, en bij Verordening (EU) 2019/472 van het Europees Parlement en de Raad (3) een meerjarenplan voor de westelijke wateren. In het meerjarenplan voor de Noordzee en in het meerjarenplan voor de westelijke wateren zijn streefdoelen en maatregelen vastgesteld voor het langetermijnbeheer van de bestanden die onder die meerjarenplannen vallen. De vangstmogelijkheden voor de in artikel 1, lid 1, van die verordeningen vermelde bestanden (doelbestanden) moeten worden vastgesteld overeenkomstig de bandbreedten van visserijsterftewaarden die... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.