Verordening 2025/1153 - Schorsing van sommige bepalingen van Verordening (EU) 2015/478 wat betreft de invoer van Oekraïense producten in de Unie - Hoofdinhoud

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

2025/1153

5.6.2025

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (2) (de “associatieovereenkomst”), vormt de basis voor de betrekkingen tussen de Unie en Oekraïne. Overeenkomstig Besluit 2014/668/EU van de Raad (3) werd titel IV van de associatieovereenkomst, die betrekking heeft op handel en daarmee verband houdende aangelegenheden, sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast en is die titel na ratificatie door alle lidstaten in werking getreden op 1 september 2017.

De associatieovereenkomst versterkt en verruimt de betrekkingen tussen de partijen bij de associatieovereenkomst (de “partijen”) op ambitieuze en innoverende wijze, om geleidelijke economische integratie te vergemakkelijken en tot stand te brengen, en met inachtneming van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de partijen in de Wereldhandelsorganisatie.

Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad (4) voorziet in een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van producten van oorsprong uit de meeste derde landen, waaronder Oekraïne. Zij bevat ook bepalingen inzake toezicht en vrijwaringsmaatregelen.

Ruslands niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog tegen Oekraïne sinds 24 februari 2022 heeft ernstige negatieve gevolgen gehad voor het vermogen van Oekraïne om handel te drijven met de rest van de wereld. Dat was bijvoorbeeld het geval voor de ijzer- en staalsector, vanwege de bezetting of vernieling van installaties voor de productie van ijzer en staal. Dat was ook het geval voor andere sectoren van de Oekraïense economie.

In die omstandigheden en om de negatieve economische gevolgen van Ruslands aanvalsoorlog tegen Oekraïne te verzachten, is het passend om ten behoeve van Oekraïne de invoer van producten van oorsprong uit Oekraïne in de Unie vrij te stellen van toezicht- en vrijwaringsmaatregelen van de Unie. Daartoe moeten sommige bepalingen van Verordening (EU) 2015/478 met betrekking tot de invoer uit Oekraïne worden geschorst.

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend teneinde de toepassing van deze verordening ten aanzien van een specifiek product van oorsprong uit Oekraïne tijdelijk te schorsen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (5). Die schorsing moet lang genoeg duren om de Commissie in staat te stellen een verordening tot schorsing, wijziging of intrekking van deze verordening voor te stellen en om het Europees Parlement en de Raad in staat te stellen een dergelijke verordening vast te stellen.

Deze verordening moet gedurende drie jaar van toepassing zijn.

In het licht van het verstrijken, op 5 juni 2025, van Verordening (EU) 2024/1392 van het Europees Parlement en de Raad (6), die onder meer gevolgen heeft die gelijkwaardig zijn aan de gevolgen van deze verordening, moet deze verordening in werking...