Resultaten Europese Raad

donderdag 18 december 2003

Gezamenlijke ontwerpresolutie naar aanleiding van de verklaringen van Raad en Commissie over de resultaten van de Europese Raad van Brussel op 12 en 13 december 2003

Doc.: R5-0570/2003

Procedure : Ontwerpresoluti e

Debat : 16 december 2003

Stemming : 18 december 2003

Ontwerpresolutie aangenomen

Het Europees Parlement betreurt dat het snelstartprogramma voor de economie zonder overleg met het EP en zonder duidelijke financiering tot stand is gekomen. Het EP merkt op dat de Europese actie voor groei dient te worden uitgevoerd binnen het kader van het Groei- en Stabiliteitspact en de financiële vooruitzichten. Het EP benadrukt dat het belangrijk is innovatie beter te verspreiden, O&O te versterken, ervoor te zorgen dat werken rendeert, een positief werkgelegenheidsbeleid te ontwikkelen voor actieve ouderen, preventieve werkloosheidsmaatregelen in te voeren, in opleiding en permanente educatie te investeren, gezinsvriendelijke werkgelegenheidsmaatregelen te nemen en te zorgen voor betaalbare en toegankelijke kinderopvang. Het Parlement verzoekt de Commissie terdege rekening te houden met het verslag en de aanbevelingen van de task force werkgelegenheid onder leiding van Wim Kok bij de opstelling van het gemeenschappelijke verslag over de werkgelegenheid voor presentatie aan de Europese Raad van het voorjaar van 2004.

Ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid betreuren de leden het dat slechts drie lidstaten (Denemarken, Spanje en Portugal) het Europees arrestatiebevel hebben omgezet, en dat de Europese Raad er niet op heeft aangedrongen dat de overige lidstaten zich aan de uiterste datum van 31 december 2003 houden. De leden roepen de Raad nogmaals op tot vaststelling van een kaderbesluit inzake gemeenschappelijke normen voor procedurerecht. De leden betreuren ook dat de EU-leiders en het voorzitterschap van de Raad niet hebben gesproken over de rechten van de gedetineerden van Guantanamo op een eerlijk proces. Het EP dringt erop aan dat de Europese Raad en het nieuwe Ierse voorzitterschap deze zaak opnemen met de Amerikaanse regering.

Het Parlement doet voorlopig nog geen uitspraak over het opnemen van biometrische gegevens in visa en verblijfsvergunningen, aangezien er nog geen oplossing is gevonden voor een groot aantal punten van zorg in verband met de bescherming van gegevens, waaronder centrale opslag en secundair gebruik. Verder steunt het Parlement het besluit voort te bouwen op het bestaande Europese Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, het mandaat ervan uit te breiden en er een Europees Agentschap voor mensenrechten van te maken.

Wat de uitbreiding van de Unie betreft, stemt het Parlement er volledig mee in dat de Europese Raad er bij Turkije op heeft aangedrongen om verdere inspanningen tot hervorming te doen, met name met betrekking tot macro-economische onevenwichtigheden, de uitoefening van de fundamentele vrijheden en de afstemming van de civiel-militaire betrekkingen op de Europese praktijk. Het Parlement is het eens met Europese Raad dat een oplossing van de kwestie Cyprus de aspiraties van Turkije ten aanzien van het lidmaatschap in hoge mate ten goede zou komen.

Met betrekking tot Irak verzoekt het EP de Raad en de lidstaten er bij de Veiligheidsraad van de VN op aan te dringen ervoor te zorgen dat Saddam Hoessein overeenkomstig het internationale recht en de Verdragen van Genève wordt berecht. Ten aanzien van het Midden-Oosten verwelkomt de Volksvertegenwoordiging het Genève-initiatief, dat, afkomstig uit de Israëlische en Palestijnse samenlevingen, gericht is op het bevorderen van een klimaat van vertrouwen en duurzame vrede. Het EP noemt het initiatief een bevestiging van het streven om te komen tot vreedzame coëxistentie. Het Parlement ziet het initiatief als een waardevolle bijdrage van het maatschappelijk middenveld aan de 'routekaart'.

Tenslotte verwelkomt het EP het besluit om de Raad en de Commissie te verzoeken een evaluatieverslag op te stellen over alle aspecten van de betrekkingen van de Unie met Rusland. Volgens het Parlement dragen de tekortkomingen in de Russische democratie bij tot de verzwakking van een mogelijk strategisch partnerschap. Wat deze tekortkomingen betreft, refereert het EP met name aan de algemene verkiezingen van 7 december, het aanslepende bloedige conflict in Tsjetsjenië en het uitstel inzake de ratificatie van het Protocol van Kyoto.