Verordening

Dit bindende besluit van de Europese Unie i geldt rechtstreeks in alle lidstaten i van de Europese Unie i. Hierdoor hebben verordeningen dezelfde werking als een nationale wet. In geval van strijdigheid gaat de verordening echter boven nationaal recht. Daarmee is een verordening het meest verstrekkende wetgevingsinstrument van de Europese Unie.

1.

Verordening in detail

Toepassingsgebied

Verordeningen zijn direct toepasbaar en hoeven niet te worden omgezet in nationale wetgeving. Omdat een verordening dus niet door de lidstaten hoeft te worden uitgewerkt, moet een verordening in alle lidstaten van de EU op een zelfde manier worden ingevoerd en overal tot een gelijk resultaat leiden. Lidstaten zijn verplicht om verordeningen uit te voeren.

Wanneer verordeningen in strijd zijn met nationale wetgeving zal de nationale wetgeving op dit punt buiten beschouwing worden gelaten.

Veel verordeningen betreffen heel specifieke onderwerpen. Ze zijn vaak technisch van aard, maar in bepaalde gevallen ook politiek belangrijk, bijvoorbeeld als het gaat om sancties tegen landen.

Het is onder andere de rechtstreekse werking van verordeningen, die de samenwerking in de EU uniek maakt in vergelijking tot traditionele vormen van internationale samenwerking.

Burgers en instanties kunnen in een rechtszaak een beroep doen op een verordening. In formele termen zegt men dan dat een verordening 'horizontale werking' heeft. Dat wil zeggen dat hij geldt tussen gelijkwaardige partijen. Ook in zaken tegen de staat kan verwezen worden naar een verordening.

Vaststellen verordening

Een verordening kan door meerdere besluitvormingsprocedures van de EU i worden vastgesteld. Mogelijk kan een verordening bepalen dat er nog nadere uitvoerende maatregelen nodig zijn waarin de details van de wetgeving worden uitgewerkt.

2.

Juridisch kader

De verordening vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie i (VwEU).

  • instrument: zesde deel VwEU titel I hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 288 i
  • vaststelling: zesde deel VwEU titel I hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 289 i

3.

Meer informatie