Minister van staat

Minister van staat is een eretitel die op voordracht van het kabinet i door de Koning i wordt verleend*) aan personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt op bestuurlijk gebied. Het gaat daarbij vaak om politici en bestuurders met een lange staat van dienst, zoals oud-premiers, oud-ministers, oud-Kamervoorzitters en oud-vicevoorzitters van de Raad van State i. Een minister van staat wordt soms om advies gevraagd over politieke zaken. Bij een moeizame formatie of bij een staatsrechtelijke kwestie, kan bijvoorbeeld zijn ervaring van pas komen.

Ministers van staat kunnen door de regering worden ingeschakeld als adviseur of worden belast met speciale opdrachten, zoals het bijwonen van plechtigheden in het buitenland. Een bekend voorbeeld van een bijzondere opdracht was die voor minister van staat Van der Stoel i, die meehielp de moeilijkheden rond het voorgenomen huwelijk van Máxima en prins Willem-Alexander op te lossen.

Aanvankelijk (onder Willem I en Willem II) waren ministers van staat te beschouwen als minister zonder portefeuille i, die ook konden deelnemen aan de kabinetsraad (de vergadering van de ministers onder leiding van de koning). Toen er in 1842 een ministerraad i kwam, verviel die functie en werd 'minister van staat' alleen een eretitel.

Tweemaal is de titel aan een persoon ontnomen. In 1819 werd Gijsbert Karel van Hogendorp 'gestraft' vanwege zijn oppositie tegen de koning. Na de Tweede Wereldoorlog werd de titel aan jhr. De Geer i - op achteraf gezien discutabele gronden - ontnomen vanwege zijn houding tijdens de Bezetting.

De eerste (en lange tijd enige) vrouwelijke minister van staat was dr. Marga Klompé i (1971-1986). De tweede was Els Borst i (2012-2014).

*) uiteraard onder ministeriële verantwoordelijkheid i

1.

Huidige ministers van staat

 

Meer over