Handelsbetrekkingen EU N.Amerika, Verre Oosten en Australazië («Omnibus») - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 04-10-2000 |
---|---|
Publicatiedatum | 07-04-2009 |
Kenmerk | 22112, 168, 4 |
Titel
Voorstel voor een verordening van de raad betreffende de tenuitvoerlegging van projecten ter bevordering van de samenwerking en de handelsbetrekkingen tussen de EU en de geïndustrialiseerde landen van Noord-Amerika, het Verre Oosten en Australazië
Datum stuk
23 juni 2000
nr. Raadsdocument
2000/0165 (CNS)
nr. Commissie-document
COM(2000) 381 def.
Eerstverantwoordelijke Ministerie
BZ (EZ v.w.b. traject Comité 133),
i.o.m. OCW, FIN
Behandelingstraject in Brussel
Working Party of Foreign Relations Counsellors (RELEX-raden), COREPER, Raad; parallelle behandeling in C-133
Consequenties voor EG-begroting in EURO per jaar
15,6 miljoen EURO per jaar
Korte inhoud en doelstelling van het voorstel
Het algemene doel van de maatregel is het ondersteunen van de tenuitvoerlegging van het EU-beleid op het gebied van samenwerking in brede zin (cultureel/wetenschappelijk/onderwijs) en het bevorderen van de handelsbetrekkingen met de geïndustrialiseerde landen van NoordAmerika (VS en Canada), het Verre Oosten (Japan en Korea) en Australazië (Australië en Nieuw Zeeland). De belangrijkste uitgangspunten zijn:
-
·het creëren in brede zin van een gunstiger klimaat voor het onderhouden en verder ontwikkelen van de betrekkingen tussen de EU en de partnerlanden (voornamelijk «people to people» projecten op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschap, voorlichting, vergroting zichtbaarheid EU in de partnerlanden), en
-
·het ontwikkelen van nauwere economische betrekkingen tussen de EU en de partnerlanden, het vergroten van de wederzijdse kennis van de handelsvoorschriften en bedrijfspraktijken en het creëren van een gunstiger klimaat voor ondernemingen uit de Gemeenschap, m.n. het MKB op de markten van de partnerlanden.
De Verordening vloeit voort uit de verschillende bilaterale overeenkomsten die de EU de laatste 10 jaar heeft ondertekend met betrokken landen, en die er alle voor pleiten om door een versterkte samenwerking tot een verbreding en verdieping van de wederzijdse betrekkingen te komen.
Rechtsbasis van het voorstel
artikelen 133 en 308 EG
Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering
NL bekijkt het handelsbevorderende volet van het voorstel met terughoudendheid. Het is de mening toegedaan dat de lidstaten zelf bevoegd zijn om voor exportpromotionele activiteiten te kunnen zorgdragen en dat dit niet moet worden uitgevoerd door de Gemeenschap. Op dit punt scoort het voorstel derhalve niet positief.
Nederlandse belangen
Nederlands belang wordt niet rechtstreeks met deze verordening gediend. Nederland hecht wel aan vergroten van wederzijds begrip tussen de EU en de belangrijkste OESO-partners. Sommige samenwerkingsgebieden genoemd in deze verordening kunnen daartoe een bijdrage leveren, mits dat een toegevoegde waarde heeft op de bilaterale samenwerking met deze landen.
Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)
n.v.t.
Rol EP in de besluitvormingsprocedure
Raadplegingsprocedure