ONP-Richtlijn Universele dienst en gebruikersrechten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 04-10-2000 |
---|---|
Publicatiedatum | 07-04-2009 |
Kenmerk | 22112, 168, 6 |
Titel
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten
Datum Raadsdocument
30 augustus 2000
nr. Raadsdocument
10 963/00
nr. Commissiedocument
COM (2000) 392
Eerstverantwoordelijke ministerie
V&W i.o.m. OCW, EZ, FIN
Behandelingstraject in Brussel
Het document wordt behandeld in de raadswerkgroep telecommunicatie, naar verwachting tussen september 2000 en december 2001. Het onderwerp staat geagendeerd voor de Raad Telecommunicatie.
Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar)
n.v.t.
Korte inhoud en doelstelling van het voorstel
Het voorstel maakt deel uit van het zogenaamde ONP (Open Network Provisions) pakket, dat uit 6 Commissie-voorstellen bestaat. Dit pakket beoogt het huidige regelgevend kader voor telecommunicatie te vervangen. Het uitgangspunt van het pakket is dat mededingingsregels het belangrijkste instrument voor regulering van de markt voor elektronische communicatie zullen zijn zodra die markt daadwerkelijk concurrerend wordt. Tijdens de overgangsperiode zal een aantal sectorspecifieke ex-ante regels echter nog van nut zijn, met name wanneer voormalige monopolistische exploitanten voordeel blijven halen uit de vroeger verworven marktmacht. Doel is tevens om een regelgevend kader tot stand te brengen dat technologie neutraal is. D.w.z. dat gelijke diensten op gelijke wijze gereguleerd worden, onafhankelijk van de wijze waarop de dienst geleverd wordt.
De doelstellingen van dit voorstel zijn: bestaande maatregelen inzake de universele dienst aan te passen en te moderniseren; een proces op gang te brengen voor herziening van de omvang van universele dienstverplichtingen; waar nodig specifieke gebruikers- en consumentenrechten vast te leggen; de huidige maatregelen inzake huurlijnen te verlengen en de beschikbaarheid van huurlijnen in de EU te waarborgen totdat de concurrentie in deze diensten tot ontwikkeling komt; de nationale toezichthoudende instanties (NRA's) in staat te stellen namens gebruikers en consumenten maatregelen te nemen; het streven van de industrie naar interoperabiliteit van digitale televisieapparatuur voor consumenten te ondersteunen. De belangrijkste onderdelen van dit Richtlijnvoorstel zijn:
-
·handhaven van de huidige omvang van de universele dienst (UD);
-
·bepalingen voor het aanwijzen door de Lidstaten van exploitanten voor het leveren van de universele dienst alsmede bepalingen inzake kostenberekening en dekking van de eventuele kosten van de universele dienst;
-
·een voorstel voor een procedure en criteria voor periodieke herziening van de omvang van de universele dienstverplichtingen;
-
·regelgeving inzake prijzen voor de eindgebruiker;
-
·nieuwe bepalingen inzake interoperabiliteit voor digitale televisieapparatuur en evenredige vergoeding voor netwerkexploitanten die programma's van de openbare omroep moeten doorgeven (must-carry verplichtingen);
-
·geleidelijke opheffing van de bepalingen voor de verlening van huurlijnendiensten, in samenwerking met de Commissie, naarmate de markt voor deze diensten in elke Lidstaat wordt opengesteld voor concurrentie;
-
·mogelijkheid om in aanvulling op wettelijk neergelegde kwaliteitseisen per Lidstaat extra vereisten op te leggen (in overleg met gebruikers- en consumentengroepen).
Rechtsbasis van het voorstel
art. 95
Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering
alledrie positief
Nederlandse belangen
Het Nederlands belang is om voor de telecommunicatie markt op Europees niveau een «level playing field» (eerlijke marktverhoudingen) te realiseren en de markten verder te openen.
Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)
aanpassing Telecommunicatiewet
Rol EP in de besluitvormingsprocedure
Co-decisie