Bescherming euro tegen valsemunterij

1.

Kerngegevens

Document­datum 18-10-2000
Publicatie­datum 07-04-2009
Kenmerk 22112, 170, 8

2.

Tekst

Titel

Verordening van de Raad betreffende de bescherming van de euro tegen valsemunterij

Datum Raadsdocument

4 augustus 2000

nr. Raadsdocument

10847/00

nr. Commissiedocument

COM(2000) 492

Eerstverantwoordelijke ministerie

FIN in nauw overleg met JUST

Behandelingstraject in Brussel

Het voorstel is op 7 september 2000 besproken in de Raadswerkgroep anti-fraude. Geagendeerd voor de Ecofin van 29 november 2000

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar)

geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel

De Verordening regelt de operationele samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij de bestrijding van valsemunterij van de euro, zoals de ECB, Europol, Nationale Centrale Banken, Munthuizen en nationale justitiële diensten. Op deelterreinen zijn reeds verschillende maatregelen getroffen, zoals uitbreiding van de strafbaarstelling, de opzet van een systeem van analyse en registratie van valse biljetten en munten door de ECB i.s.m. de Nationale Centrale Banken en Munthuizen en de uitbreiding van het mandaat van Europol. Met de Verordening wordt het verband tussen de deelterreinen geregeld.

Rechtsbasis van het voorstel

123, vierde lid, derde volzin, en 308. Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering: Subsidiariteit: positief. Samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de verschillende betrokken autoriteiten kan niet op nationaal niveau geregeld worden.

Proportionaliteit

Positief mits de Verordening op één aspect wordt aangepast:

De Verordening legt verplichtingen op aan kredietinstellingen en wisselinstanties inzake het uit de omloop halen en controleren van biljetten en munten. Daaraan wordt een sanctiebedreiging gekoppeld, hetgeen aanpassing van de nationale wetgeving lijkt te impliceren. Probleem is dat kredietsinstellingen helder gedefinieerd zijn maar de wisselinstellingen niet. Wanneer nationale wetgeving gemaakt moet worden die «nalatigheid» bij deze controle moet bestraffen geeft dit problemen. Door de brede definiëring zouden b.v. ook geldtransportinstanties er onder kunnen vallen. Afgezien van het probleem van het bestaan van wetgeving waarin de sanctie zou kunnen worden opgenomen, geeft dit een enorme belasting voor dergelijke bedrijven die daarop niet ingericht zijn. De lidstaten kennen momenteel reeds (weliswaar verschillend) werkende systemen dienaangaande, veelal administratiefrechtelijk, die ervoor zorgen dat de controle op valse biljetten plaatsvindt. Dit systeem werkt veelal doordat voor valse biljetten en munten door de centrale bank geen vergoeding wordt gegeven. De verordening zou zich op dit onderdeel moeten beperken tot de algemene plicht aan kredietinstellingen en wisselkantoren tot controle van bankbiljetten en munten op de hen kenbaar gemaakte veiligheidskenmerken en vervolgens om deze in te leveren bij de bevoegde autoriteiten terzake.

Nederlandse belangen

Doelstelling van de verordening wordt onderschreven. Zie verder hierboven ten aanzien van proportionaliteit.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Verplichtingen ten aanzien van kredietinstellingen en dergelijke dienen helder te zijn. Eventuele strafbedreiging is anders moeilijk te formuleren en te handhaven.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure

Raadpleging

3.

Onderdeel van

18 okt
'00
Brief staatssecretaris met negen fiches inzake nieuwe ontwerprichtlijnen Europese Commissie - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Buitenlandse Zaken (BUZA)
22112, nr. 170
 
 
 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.