Koester het beste pensioen ter wereld

Met dank overgenomen van P. (Paul) Ulenbelt i, gepubliceerd op vrijdag 8 april 2011.

Nu blijkt dat ons pensioenstelsel uitstekend uit de crisis is gekomen, is het pensioenakkoord niet meer nodig. Help wel meer mensen onder de 65 aan het werk.

Emile Roemer is fractievoorzitter en Paul Ulenbelt woordvoerder sociale zaken van de SP in de Tweede Kamer

Nederland heeft het beste pensioenstelsel ter wereld. Dat stelde de universiteit van Melbourne samen met pensioenadviseur Mercer vorig jaar vast. De participatie is hoog, de reserves op orde en tussen werkgevers, werknemers en gepensioneerden worden goede afspraken gemaakt over het spreiden van risico’s. Eerder deed de London School of Economics precies dezelfde vaststelling.

In de topsport wordt vaak gezegd: never change a winning team. Dat geldt wat mij betreft ook voor de pensioenen. Het unieke stelsel van gespreide verantwoordelijkheid en gedeeld risico tussen werkgevers, werknemers en gepensioneerde is goud waard. Het is inderdaad het beste systeem ter wereld.

Op de hoogtepunt van de financiële crisis werd gesteld dat het Nederlandse pensioenstelsel niet ‘toekomstbestendig’ zou zijn. Dat blijkt nu erg mee te vallen. Voor de crisis hadden de pensioenfondsen een gezamenlijke reserve van 720 miljard euro. Tijdens de crisis is 120 miljard verloren gegaan maar inmiddels loopt het vermogen alweer op tot 820 miljard euro. In korte tijd is het verlies ruimschoots goed gemaakt. De paniek is voorbij en het draagvlak om ‘het beste pensioenstelsel ter wereld’ te verzwakken lijkt daarmee gelukkig te verdwijnen.

Er is veel voor te zeggen dat een aantal vakbondsbestuurders en de voorzitters van Bondgenoten en AbvaKabo in de FNV hun steun aan het pensioenakkoord intrekken. Met het neerdalen van de stofwolken kunnen wij vaststellen dat rondom de pensioenen onnodig veel paniek is gezaaid. Sommige bewindslieden in het kabinet kunnen er zelfs van verdacht worden de crisis te hebben aangegrepen voor hun eigen politieke agenda, zoals een hogere pensioenleeftijd, lagere werkgeverslasten en meer risico’s voor werknemers.

Ons pensioenstelsel is robuuster dan menigeen dacht. Zelfs in tijden van crisis en tekorten kent het systeem goede mechanismen om de klappen op te vangen. In goede tijden, met een hoge rente en goede beleggingsresultaten, krijgen werkgevers en werknemers lagere premies en gepensioneerden betere pensioenen. In slechte tijden gaan de premies omhoog en de prijscompensatie voor gepensioneerden omlaag. Een prima regeling. Samen uit, samen thuis: we doen het samen in plaats van ieder voor zich.

Het in juni vorig jaar gesloten akkoord tussen werkgevers en vakbonden haalde de gedeelde verantwoordelijkheid voor de pensioenen onderuit. De beleggingsrisico’s zouden niet langer gespreid worden over gepensioneerden, werkgevers en werknemers maar volledig bij werknemers en gepensioneerden komen te liggen. Werkgevers zouden in het vervolg niet langer risico’s lopen voor het pensioen van hun medewerkers. Daarmee zou onnodig veel onzekerheid worden ingevoerd in een internationaal geroemd pensioenstelsel stelsel dat juist door risicospreiding succesvol is.

De onderhandelaars kwamen ook overeen dat de verhoging van de AOW-uitkering betaald zou worden uit afschaffen van de fiscale ouderenkorting en het afschaffen van de AOW-tegemoetkoming. Die tegemoetkoming is juist ingevoerd om de koopkracht van de AOW op peil te houden. Dit resultaat heeft alles weg van een vestzak-broekzak-operatie, oftewel: geen verbetering, maar een sigaar uit eigen doos.

Alles bij elkaar lijkt het erop dat het gesloten pensioenakkoord tussen werkgevers en vakbonden teveel onder druk heeft gestaan van onnodige paniek over de toekomstbestendigheid van onze pensioenvoorziening. Die paniek blijkt ongegrond: het is volstrekt onnodig om de positie van werknemers en gepensioneerden te verzwakken en die van werkgevers te verstevigen.

We moeten het beste pensioensysteem ter wereld niet verzwakken maar juist koesteren en versterken. Toekomstig paniekoptreden kan voorkomen worden door de dagrente op basis waarvan de pensioenfondsen het vermogen moeten waarderen te vervangen voor een gemiddelde rente over een langere periode. Door de stijgende levensverwachting zal er wellicht iets langer of meer gespaard moeten worden. Want voor een langere vakantie is meer geld nodig.

Maar bovenal moet het winnende team van werkgevers, werknemers en gepensioneerden gezamenlijk aan de slag gaan om te zorgen dat meer mensen onder de 65 jaar aan het werk worden geholpen. Het aannamebeleid van werkgevers zal moeten veranderen. Discriminatie op de arbeidsmarkt moet veel harder worden aangepakt. Daar ligt de grootste uitdaging op dit moment. Mijn oproep zou dus zijn: laat het pensioenakkoord varen, koester en versterk het beste pensioenstelsel ter wereld en zorg dat iedereen die kan werken ook aan de slag komt.

Een ingekorte versie van dit artikel stond op 8 april 2011 in De Volkskrant