Het nieuwe Europese jaar is begonnen

Met dank overgenomen van J.C. (Jan Kees) de Jager i, gepubliceerd op dinsdag 24 januari 2012.

Gistermiddag ook weer gestart met de vergaderingen van de Eurogroep. In financieel-economisch opzicht blijven het moeilijke tijden. Onze pogingen om de Europese schuldencrisis aan te pakken gaan onvermijdelijk stap-voor-stap. Het is (helaas) niet zo dat we die op 1 top of in 1 nacht kunnen oplossen. Toch zetten we elke keer weer aantal kleine stapjes. Zo ook gisteren.

In de discussies rond de schuldencrisis letten wij als Nederlandse regering continu op 3 aspecten: 1) een oplossing voor de korte termijn om de acute crisis te bestrijden door vangnetten voor banken en landen; 2) strenge voorwaarden aan landen die gebruik maken van steun; en 3) afdwingbare afspraken met veel strengere toepassing van de Europese begrotingsregels om op lange termijn een vergelijkbare crisis te voorkomen.

Om bij het laatste punt te beginnen. Jullie kunnen mijn blogs er op nalezen. Ik heb me continu ingezet voor veel strengere handhaving van de regels. Dat is niet alleen voor de lange termijn belangrijk, maar ook om nu al investeerders (de markten) te overtuigen dat Europa ook serieus de oorzaken van de crisis aanpakt. Gisteren hebben we een grote stap gezet om het nieuwe Verdrag over begrotingsdiscipline af te ronden. Het is volledig in lijn met de afspraken van december, ondanks pogingen om het wat af te zwakken. Daarmee heeft Europa strengere begrotingsregels. Grootste winstpunt is voor mij dat in de toekomst vanaf het moment dat een land een te hoog tekort heeft, een vrijwel automatische procedure van maatregelen en sancties in werking treedt. Natuurlijk mag het van mij allemaal altijd nog wat strenger, maar we zijn sinds onze brief van september inmiddels dus een heel eind gekomen. De Europese Commissie neemt zijn nieuwe taken ook echt serieus, en gaat momenteel zeer voortvarend te werk.

Er wordt in de media altijd veel gesproken over de Europese noodfondsen. Wat Nederland betreft moet er voldoende vangnet zijn voor landen in problemen. Dat is in ons eigen belang. Ik heb me dan ook altijd constructief opgesteld in discussies over ophoging van deze fondsen, onder voorwaarde dat het gepaard gaat met strenge condities. Andere landen liggen echter om politieke of financiële redenen dwars. Gisteren hebben we de Verdragstekst van het permanente noodfonds ESM afgerond. Dat wordt versneld ingevoerd, zodat het in juli klaar staat. Dat fonds heeft minder garanties nodig om eenzelfde bedrag uit te kunnen lenen, efficiënter dus. We hebben afgesproken dat landen alleen aanspraak kunnen maken op middelen uit het ESM als ze ook de nieuwe afspraken rond begrotingsdiscipline invoeren.

Tot slot, landen in problemen moeten echt eerst zelf ingrijpen in hun begroting. Mijn nieuwe Spaanse en Italiaanse collega’ maakten duidelijk dat zij de koers in hun land hebben verlegd door nu serieus werk te gaan maken van economische hervormingen. Over Griekenland hebben we een stevige discussie gevoerd. Ik heb met een aantal collega’s heel duidelijk gemaakt dat we de Grieken alleen kunnen blijven steun als hun schuld volgens het IMF houdbaar wordt. Dat is voor mij leidend, maar zover is het nog niet. Daar moeten ze dus verder over onderhandelen met de banken. Maar daarvoor moet er ook perspectief zijn voor de Griekse economie. Dat kan niet zonder die structureel te hervormen. Dat is echt aan de Grieken, dat kunnen wij niet voor ze doen. Er moeten dus een paar tandjes bij.