Preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen

1.

Kerngegevens

Document­datum 20-02-2001
Publicatie­datum 22-01-2013
Kenmerk 6389/01
Van Mr Bernhard ZEPTER, Deputy Secretary-General of the European Commission
Aan Mr Javier SOLANA, Secretary-General/High Representative
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

RAAD VAN Brussel, 20 februari 2001 (21.02) DE EUROPESE UNIE (OR. fr)

6389/01

LIMITE

DROIPEN 18 FIN 54

INGEKOMEN DOCUMENT

van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal van de Europese Commissie

ingekomen: 12 februari 2001

aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger

Betreft: Preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument - COM(2001) 11 def i.

________________________

Bijlage: COM(2001) 11 def i.

NL

NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 9.2.2001 COM(2001) 11 definitief i

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET ECONOMISCH EN

SOCIAAL COMITE EN EUROPOL

Preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT,

DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN

EUROPOL

Preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen

(Voor de EER relevante tekst)

1. INLEIDING

Deze mededeling bouwt voort op de mededeling van 1998 over fraude en vervalsing van girale

betaalmiddelen 1 . Zij is een prioritaire maatregel in het kader van het Actieplan voor financiële diensten 2 en beschrijft een aantal preventieve maatregelen ter bestrijding van fraude en vervalsing

in de betaalsystemen, die worden opgesomd in het aangehechte Actieplan voor fraudepreventie.

Deze mededeling is een aanvulling op het kaderbesluit dat op dit gebied is voorgesteld 3 en het initiatief voor de bescherming van de euro tegen namaak 4 . Er wordt ingegaan op de bezorgdheid die de Europese Raad van Tampere en die van Lissabon hebben uitgesproken 5 . Het Parlement heeft herhaaldelijk gewezen op het belang van een optimale beveiliging van de betalingsinstrumenten 6 en

de Commissie verzocht specifieke preventiemaatregelen voor te stellen. De inspanningen ter bestrijding van fraude en namaak zijn van bijzonder groot belang voor de ontwikkeling van de ehandel.

2. AARD EN OMVANG VAN DE FRAUDE

De grensoverschrijdende fraude is groter dan de binnenlandse fraude. In de eerste tien landen van de Europese Unie die betaalkaarten uitgeven is de grensoverschrijdende fraude met deze kaarten

verschillende malen groter dan het algemene fraudecijfer in de EU 7 en in sommige derde landen is

de grensoverschrijdende fraude nog omvangrijker. Initiatieven inzake preventie zijn evenwel in de eerste plaats op nationaal niveau genomen. De fraude neemt het meest uitbreiding bij betalingen op afstand, vooral via internet. Terwijl de verkopen via e-handel de jongste jaren alle verwachtingen hebben overtroffen, worden de mogelijkheden ervan verminderd door een gebrek aan vertrouwen in de privacy en veiligheid van de betalingsverrichtingen via internet. Naast de onderschepping van gegevens bij betalingstransacties geeft de mogelijkheid dat hackers informatie uit databanken lichten reden tot bezorgdheid.

De criminele activiteiten zijn snel toegenomen met het volume van de transacties: de opbrengsten

van betaalkaartenfraude worden geraamd op 600 million € in de Unie 8 en zijn in het laatste jaar met

bijna 50% toegenomen. Met deze winsten worden vaak andere criminele activiteiten gefinancierd en bendes versterkt. De fraude met gebruik van gestolen of nagemaakte girale betalingsinstrumenten wordt in de eerste plaats gepleegd door criminele organisaties. Deze zijn zeer veelzijdig (zij kunnen een fabriek voor de namaak van betaalkaarten opzetten in enkele uren). Zij zijn ook in staat hun modus operandi te veranderen om tegen hen gerichte maatregelen te omzeilen. Criminele groepen zijn vaak grensoverschrijdend actief. Zij maken gebruik van verfijnde technieken om betalingsfraude op internet te plegen.

3. BLIJVEND BELANG VAN PREVENTIEMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN TECHNISCHE BEVEILIGING VAN BETALINGEN

Efficiënte betaalmiddelen - die gebruikersvriendelijk, overal aanvaard, betrouwbaar en relatief goedkoop zijn - zijn van essentieel belang voor een moderne economie. Daar hun goede werking afhankelijk is van veiligheid, is invoering van een optimale en economisch verantwoorde technische beveiliging een absolute voorwaarde; de verbetering van de beveiliging moet worden gemeten met fraudestatistieken of door onafhankelijke benchmarking.

In haar mededeling van 1998 verzocht de Commissie de marktdeelnemers de beveiliging van de betalingsproducten en -systemen te verhogen. In het voorgestelde Actieplan voor fraudepreventie wordt de behoefte aan nieuwe technische beveiligingsmaatregelen niet herhaald, maar worden algemene doelstellingen vastgesteld die moeten worden bereikt door de ontwikkeling van de technische beveiliging in het algemeen en de invoering van optimale praktijken te bevorderen.

De Commissie heeft een mededeling aangenomen over de totstandbrenging van een veiligere informatiemaatschappij door verbetering van de beveiliging van de informatie-infrastructuren en bestrijding van computercriminaliteit. Deze allesomvattende beleidsverklaring heeft betrekking op criminele activiteiten door gebruik van computernetwerken en -diensten. Zij handelt over de behoefte aan en de mogelijke vormen van initiatieven in het ruimere verband van de informatiemaatschappij, de e-handel en de beveiligingsdoelstellingen zoals beschreven in het

actieplan eEuropa 9 , hetgeen gerichte acties, ook met betrekking tot de girale betaalmiddelen, omvat

om de veiligheid van het internet te verhogen en het vertrouwen van het bedrijfsleven en de consument te verwerven.

4. ACTIEPLAN

Maatregelen ter voorkoming van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen zijn van fundamenteel belang. Dit is een van de actieterreinen die de Commissie heeft voorgesteld in haar

algemene aanpak van misdaadpreventie 10 . Kern van het Actieplan voor fraudepreventie is een

nauwe samenwerking tussen de overheid en de particuliere sector, met uitwisseling van ervaring en gegevens, opleiding en ontwikkeling en deling van onderwijsmateriaal. Preventie is in de eerste plaats een opdracht voor de sector van de betalingssystemen (betalingsregelingen, emittenten, verwervers en producenten van betaalinstrumenten). De belangrijkste verbeteringen zijn van technische aard, zoals de invoering van chipkaarten. Het Actieplan behelst echter ook preventieve maatregelen die het doeltreffendst zijn als zij in partnerschap met alle betrokken partijen worden uitgevoerd, zoals de houders van de betaalinstrumenten, de detailhandelaren en de netwerkproviders, de nationale en de internationale autoriteiten, met inbegrip van de politiediensten. Alle partijen moeten zich bewust zijn van hun functie, verantwoordelijkheden, rechten en plichten. Het is ook van primordiaal belang dat de consument de risico’s van het gebruik van girale betaalinstrumenten en het beste preventieve gedrag kent.

De Commissie zal de acties ter verscherping en bevordering van de preventiemaatregelen coördineren, met inbegrip van de initiatieven inzake verzameling van informatie en bewustmaking. Zij zal ook trachten een hoog peil van fraudepreventie te bereiken door initiatieven die op gelijke wijze ten uitvoer worden gelegd in alle lidstaten van de Europese Unie. Deze preventieve maatregelen moeten verenigbaar zijn met de initiatieven in het kader van de algemene aanpak van misdaadpreventie (zie hoger).

5. CONCLUSIE

De Commissie verzoekt de Raad en het Europees Parlement hun goedkeuring te hechten aan het bijgevoegde Actieplan voor fraudepreventie. Dit plan vormt een flexibele aanpak. De Commissie meent dat geïsoleerde initiatieven geen optimale oplossingen kunnen bieden. Fraudepreventie kan alleen effectief zijn door een combinatie van gecoördineerde preventiemaatregelen en algemene regelgeving, met gepaste sancties. Het Actieplan is gebaseerd op partnerschap en samenwerking op alle niveaus. Het zal regelmatig worden herzien; de eerste herziening zal niet later dan in 2003 worden uitgevoerd. Daartoe zal de Commissie tegen het einde van 2003 een verslag uitbrengen over de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van het Actieplan voor fraudepreventie en indien nodig bijkomende of alternatieve maatregelen voorstellen.

BIJLAGE

ACTIEPLAN VOOR FRAUDEPREVENTIE

1. T ECHNISCHE ONTWIKKELINGEN

Doelstellingen:

Þ De betalingssector moet uiterlijk midden 2002 zorgen voor het hoogste economisch

verantwoorde peil van beveiliging van de elektronische betalingen op afstand.

Þ Alle betrokken partijen, vooral de nationale autoriteiten, moeten bijdragen aan een

gecoördineerde en gestructureerde aanpak van de beveiliging.

De betalingssector heeft allerhande technische preventiemaatregelen ontwikkeld en uitgevoerd. Er wordt gewerkt aan nieuwe technieken en een algemene beveiligingsstrategie voor plaatselijke

betalingen en betalingen op afstand (b.v. invoering van de chip op kredietkaarten 11 en nieuwe

oplossingen voor de e-handel).

Doelstelling op langere termijn is een gecoördineerde en gestructureerde beveiligingsaanpak door alle betrokken partijen (ook de nationale overheid). Het is van essentieel belang het gebruik en het bewustzijn van het nut van gestandaardiseerde beveiligingseisen te bevorderen, die een objectieve evaluatie van de veiligheid van elk product of systeem mogelijk maken. Een voorbeeld van een dergelijke aanpak zijn de gemeenschappelijke criteria/beschermingsprofielen (thans ISO-norm IS 15408) voor het bepalen van beveiligingsvereisten voor informatieproducten en -systemen, waaronder betalingsproducten. Door een dergelijke aanpak zal het vertrouwen van de consument en de handelaar in de betalingsproducten aanzienlijk worden verhoogd. De beoordeling van de beste, economisch haalbare technische beveiliging moet allesomvattend zijn en dus ook rekening houden met de totale kosten voor alle bij de betalingssystemen betrokken partijen.

Actiepunten:

Þ De Commissie zal bewustmakingsinitiatieven organiseren, zoals een forum over de beveiliging

van betalingsproducten en -systemen ter voorkoming van fraude.

Þ De Commissie zal een studie doen uitvoeren over de specifieke aspecten van de beveiliging van

betalingsproducten en -systemen en de invloed ervan op de fraude en in het licht van de resultaten daarvan specifieke initiatieven voorstellen.

2. U ITWISSELING VAN INFORMATIE

Doelstelling:

Þ De betalingssector en de detailhandel dienen, met inachtneming van de rechten en vrijheden van

het individu en de concurrentievoorschriften, de uitwisseling van informatie te bevorderen om een spoedige opsporing en kennisgeving van fraudepogingen mogelijk te maken.

Uitwisseling van informatie is van essentieel belang voor elke effectieve fraudepreventiestrategie; vervolging van betalingsfraude veronderstelt dat informatie wordt uitgewisseld tussen de banken en de wetshandhavingsinstanties, zowel in als tussen de lidstaten. De efficiënte uitwisseling van informatie tussen de betaalsector en de detailhandel die in sommige lidstaten voor preventieve

doeleinden is ingevoerd 12 , moet op ruimere schaal worden toegepast.

De tenuitvoerlegging van Richtlijn 95/46/EG i 13 over de bescherming van gegevens brengt

voorwaarden mee voor de verzameling en de uitwisseling van informatie tussen operatoren op de

betalingsmarkten en de betrokken autoriteiten. De ongelijke tenuitvoerlegging ervan 14 ??? in de

lidstaten kan problemen opleveren voor systemen die berusten op gegevens die in andere lidstaten moeten worden verzameld en met hen uitgewisseld.

Het is van essentieel belang dat duidelijke, gemeenschappelijke regels worden vastgesteld voor de uitwisseling van informatie in elk land en tussen de lidstaten. Dit probleem doet zich ook voor in internationaal verband. De Commissie zal onderzoeken in welke mate de ongelijke tenuitvoerlegging van de richtlijn gevolgen heeft voor de bestrijding van fraude en namaak.

Actiepunten:

Þ De Commissie zal in samenwerking met de nationale instanties voor gegevensbescherming

richtsnoeren geven wat betreft de beperkingen en voorwaarden voor de uitwisseling van informatie in het kader van de fraudepreventie.

Þ De Commissie zal een “web-page fraudepreventie” creëren met informatie over initiatieven

inzake fraudepreventie en verbindingen met andere relevante organisaties.

3. O PLEIDINGSPROGRAMMA S , ONDERWIJSMATERIAAL EN SAMENWERKING

Doelstellingen:

Þ De sector van de betalingssystemen moet in alle lidstaten een algemeen opleidingsprogramma

over de preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen uitvoeren.

Þ De betrokken spelers (waaronder Europol en Interpol) moeten toegang krijgen tot de informatie

over de opleidingsprogramma’s en het onderwijsmateriaal voor wetshandhaving.

De opleiding in wetshandhaving moet worden uitgebreid. Zij moet ook betrekking hebben op de grensoverschrijdende aspecten van fraude en fraude bij elektronische betaling op afstand, en mogelijk op de beperkingen op de uitwisseling van informatie i.v.m. gegevensbescherming, worden aangevuld met algemeen onderwijsmateriaal en opleidingsinstrumenten die speciaal bestemd zijn voor de politie (met inbegrip van instrumenten voor zelfstudie, zoals interactieve CD ROM’s) en moet regelmatig worden aangepast aan de jongste technologische ontwikkelingen en de tendensen in de internationale betalingsfraude. De nationale autoriteiten moeten deze opleiding beschouwen als een essentieel instrument voor de effectieve opsporing van betalingsfraude en moeten er de nodige menselijke en financiële middelen voor inzetten.

Onderzoek en vervolging van betalingsfraude moet een prioriteit worden voor de wetshandhavers, want de opbrengst ervan kan worden gebruikt voor de financiering van andere criminele activiteiten. Bewustmakingsinitiatieven ten behoeve van hooggeplaatste instanties zijn nodig. Een effectieve vervolging van betalingsfraude vereist ook dat de beste praktijken worden toegepast bij de opsporing, dat de openbare aanklagers en de magistraten worden opgeleid en dat een kader voor justitiële samenwerking tussen de lidstaten tot stand wordt gebracht. De betrokken overheidsinstanties moeten dergelijke initiatieven aanmoedigen. Initiatieven ter verbetering van de kwaliteit en de presentatie van bewijzen aan de wetshandhavende instanties zullen ook de grensoverschrijdende samenwerking tussen de betalingssector en politie en justitie bevorderen.

Bovendien zou een mechanisme nuttig zijn om een permanente dialoog tot stand te brengen tussen alle betrokken partijen (betaalkaartenregelingen, banken, nationale betalingsregelingen, bankverenigingen, producenten van machines en betaalkaarten, Europol, Interpol, overheid, waaronder politie en justitie, de detailhandel, de consumenten, de netwerkoperators), teneinde de voorgestelde partnerschapsaanpak concrete vorm te geven en de betalingsfraude en namaak optimaal te bestrijden. Dit mechanisme zou ook een nuttige bijdrage zijn tot de activiteiten in het kader van het EU-forum voor misdaadpreventie.

Actiepunten:

Þ De Commissie zal een conferentie op hoog niveau voor hooggeplaatste politieofficieren,

magistraten en aanklagers organiseren om hen meer bewust te maken van de betalingsfraude en de invloed ervan op de financiële systemen.

Þ De Commissie zal een vergadering organiseren om de vertegenwoordigers van de

betalingssector en politie en justitie aan te moedigen de voornaamste bewijselementen te identificeren die nodig zijn om betalingsfraude doeltreffend op te sporen en te vervolgen en de informatie in een overeengekomen vorm te verschaffen met het oog op de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie.

Þ De Commissie zal vergaderingen van deskundigen van alle partijen organiseren om

vraagstukken in verband met fraudepreventie te bespreken, de actiepunten van de mededeling te herzien en eventueel nieuwe preventieve maatregelen vast te stellen.

4. A NDERE FRAUDEPREVENTIEMAATREGELEN

Doelstelling:

Þ De betrokken partijen moeten hun rol spelen in de preventie van fraude en namaak van girale

betaalmiddelen en moeten met elkaar samenwerken.

De betalingssector moet in het bijzonder de methoden wijzigen waarmee de betalingsinstrumenten en de toegangsmiddelen (PIN-code of andere) aan de klanten worden geleverd, teneinde misbruik van mogelijke zwakke punten in het betalingssysteem zoveel mogelijk te voorkomen.

Ervaringen met fraudebestrijding moet worden gedeeld tussen de handelaren en de consumenten in de lidstaten. Het onderwijsmateriaal dat als “beste praktijk” wordt bestempeld moet van hoge kwaliteit zijn, in alle lidstaten worden verdeeld en regelmatig worden bijgewerkt. Omdat dit materiaal aan de plaatselijke behoeften aangepast moet zijn, zijn de bijdragen van de organisaties van detailhandelaren en consumenten van het hoogste belang.

De consumenten en hun organisaties moeten actief worden betrokken bij de preventie van fraude. De consumentenverenigingen moeten het bewustzijn van de mogelijke risico’s van fraude bij het gebruik van de betaalinstrumenten verhogen en suggesties voor praktische maatregelen doen.

Om grote verliezen ten gevolge van betalingsfraude 15 te voorkomen, moet de meest moderne

technologie ter beschikking worden gesteld van de handelaren. Deze moeten hun website beschermen tegen onrechtmatige toegang en gebruik van gegevens. De detailhandel moet de beschikking hebben over bijgewerkte informatie over de status van de aangeboden betaalmiddelen en duidelijke richtsnoeren krijgen voor de behandeling van verdachte transacties, vooral door het verkooppersoneel.

Voorzien moet worden in mechanismen voor onmiddellijke melding van verlies of diefstal van betaalinstrumenten, hetgeen mogelijk kan leiden tot de invoering van een gemakkelijk te onthouden kosteloos nummer op EU-niveau. De consument moet niet de gevolgen van betalingsfraude dragen en worden gedebiteerd voor transacties die hij niet heeft verricht. Een billijke verdeling van de aansprakelijkheid tussen de banken en de consumenten op basis van de bepalingen van Aanbeveling

97/489/EG 16 van de Commissie dient te worden ingevoerd.

De operatoren in de elektronische communicatiesector die actief bij e-betalingen betrokken zijn zullen een steeds belangrijkere rol krijgen in het elektronische betalingsverkeer en de GSM- betalingen. Hen wordt verzocht het gebruik van de gepaste technieken te bevorderen en de andere partijen bij te staan.

De nationale autoriteiten en de regeringen moeten betalingsfraude als een ernstig misdrijf beschouwen en prioriteit geven aan de preventie van fraude en namaak. De fraudepreventiemaatregelen moeten worden geëvalueerd en worden meegenomen in nieuwe wetgeving voor de financiële sector. De overheid moet toezicht houden op de evaluatie van de betalingsinstrumenten door de certificeringsinstanties, want deze moeten door de gebruikers worden vertrouwd. Voor een doeltreffende wettelijke bescherming van de girale betaalmiddelen in de Europese Unie tegen 1.1.2002, dag waarop de chartale euro in omloop wordt gebracht, is een spoedige tenuitvoerlegging nodig van het kaderbesluit over de bestrijding van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen, zodra dit is goedgekeurd.

Actiepunten:

Þ De sector van de betalingssystemen moet zijn praktijken en procedures voortdurend herzien en ze wijzigen of afschaffen wanneer zij frauduleuze handelingen kunnen bevorderen 17 .

Þ De sector moet de beste leermiddelen verschaffen aan detailhandelaren en consumenten en

indien nodig nieuw materiaal produceren.

Þ De organisaties van detailhandelaren en consumenten moeten informatie uitwisselen over deze

leermiddelen en de behoeften vaststellen aan nieuw of beter materiaal. De consumentenverenigingen moeten richtsnoeren geven met betrekking tot nieuwe risicogebieden (b.v. on-line betalingen) en frauduleuze gedragingen, en zij moeten de consumenten aanmoedigen alle redelijke maatregelen ter voorkoming van fraude te nemen.

Þ De detailhandel moet de meest geavanceerde technologie die economisch haalbaar is toepassen.

De detailhandelaren moeten beter worden geïnformeerd over de status van de hen aangeboden betaalmiddelen en worden geadviseerd over de behandeling van verdachte transacties.

Þ Aan de consumenten moet een Europees telefoonnummer worden gegeven voor het melden van

verlies of diefstal van betalingsinstrumenten, of althans één nummer in elke lidstaat.

Þ De Commissie zal met de consumentenorganisaties en andere belanghebbende partijen een

bijeenkomst organiseren om te zoeken naar middelen voor de ontwikkeling en bevordering van de bewustmaking van de consument wat betreft de risico’s die verbonden zijn aan de verschillende betaalmechanismen en hoe deze het best kunnen worden vermeden.

Þ De Commissie zal met een deskundigengroep voor fraudepreventie die alle belanghebbende

partijen vertegenwoordigt een vergadering organiseren om de wettelijke en economische zekerheden en de verplichtingen van de verschillende partijen te onderzoeken waar het gaat om fraude en vervalsing van girale betalingen.

Þ De regeringen en de nationale autoriteiten moeten inspanningen leveren om het vertrouwen in de

betalingsproducten te verbeteren. Zij moeten in overweging nemen het voorgestelde kaderbesluit over fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen onverwijld ten uitvoer te leggen.

Þ De Commissie zal in 2003 een verslag uitbrengen over de vorderingen bij de tenuitvoerlegging

van het Actieplan voor fraudepreventie en dan bijkomende of alternatieve maatregelen voorstellen.

5. B ETREKKINGEN MET DERDE LANDEN

Doelstelling:

Þ De derde landen moeten preventiemaatregelen tegen fraude en vervalsing van girale

betaalmiddelen nemen en ze effectief toepassen.

Samenwerking met de autoriteiten van derde landen is ook essentieel om fraude te voorkomen. Terwijl in de Europese Unie doeltreffende mechanismen worden ingevoerd, moeten maatregelen worden genomen om de misdaad te beletten de belangen van de Europese Unie te schaden door hun activiteiten naar andere landen te verplaatsen.

De Commissie zal dit nastreven via multilaterale groepen zoals de OESO en via bilaterale contacten. Meer deling van informatie en politiesamenwerking kan bijdragen tot het ontdekken van zwendel en andere risico’s voor handelstransacties.

Actiepunten:

Þ De Europese Commissie zal samen met de sector van de betalingssystemen studiedagen voor de

autoriteiten van de aspirant-lidstaten organiseren om hen meer bewust te maken van de betalingsfraude.

Þ De Commissie zal samenwerken met andere landen, bilateraal en via multilaterale fora zoals de

OESO, om fraude te bestrijden en te voorkomen.

NOTEN

1 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank en het

Economisch en Sociaal Comité: “Een actiekader voor de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met

andere betaalmiddelen dan contanten”, COM(1998) 395 def i.

2 “Financiële diensten: Tenuitvoerlegging van het kader voor de financiële markten: een Actieplan”,

COM(1999)232 i van 11.5.1999.

3 Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met

andere betaalmiddelen dan contanten, COM(1999) 438 def i. van 14.9.1999.

4 Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bescherming van de euro tegen valsemunterij,

COM(2000) 492 def i. van 26.7.2000.

5 De Europese Raad van Tampere (oktober 1999) bevestigde het streven van de lidstaten de bestrijding van de

georganiseerde financiële misdaad te versterken en legde vooral de klemtoon op het belang van preventieve actie, samenwerking en uitwisseling van deugdelijke praktijken. De Europese Raad van Lissabon (maart 2000) verzocht de Commissie te onderzoeken hoe het vertrouwen van de consument in de elektronische handel kan worden

verhoogd.

6 Het Europees Parlement nam in november 1998 een verslag en een resolutie over fraudepreventie aan (A4-

0396/98). Het verslag van het Parlement bevatte een politieke boodschap waarin een krachtig engagement van de

Commissie en de lidstaten voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad werd gevraagd.

7 Voor deze landen bedraagt de grensoverschrijdende fraude 0,40% van de internationale netto-omzet, tegen 0,07%

van de totale (binnenlandse en grensoverschrijdende) netto-omzet (Bron: VISA).

8 Dit komt overeen met 0,07% van de betaalkaartenomzet in de Europese Unie.

9 http://europa.eu.int/comm/information_society/eeurope/actionplan/index_en.htm

10 Mededeling van de Commissie: Preventie van criminaliteit in de Europese Unie : Beraad over gemeenschappelijke

richtsnoeren en voorstellen voor communautaire financiering, COM(2000)786 def i. van 29.11.2000.

11 Te voltooien tegen 2005 volgens de huidige plannen (bron: VISA en Europay/Mastercard).

12 On-line signaalsystemen (zoals CIFAS, dat sinds 1988 in het VK wordt gebruikt) maken de uitwisseling van

informatie over fraude(pogingen) tussen financiële instellingen mogelijk en hebben tot een vermindering van de fraude geleid. De betalingssector heeft verschillende databanken over fraudeanalyse en risicobeoordeling ontwikkeld. Gelijksoortige initiatieven worden ondernomen in de detailhandel, waar ook databanken zijn

gecreeërd.

13 Richtlijn 95/46/EG i bepaalt dat persoonsgegevens moeten worden verzameld op geoorloofde en wettelijke wijze,

voor specifieke doeleinden en met kennisgeving aan de betrokkene. De gegevens moeten juist zijn, mogen alleen voor de aangegeven doeleinden worden gebruikt en mogen niet langer worden bewaard dan nodig is. De richtlijn geeft de betrokkene onder meer het recht toegang te vragen tot de gegevens, ze te corrigeren en tegen de

verzameling ervan onder bepaalde omstandigheden bezwaar aan te tekenen.

14 De lidstaten mogen van de eisen van de richtlijn afwijken om misdrijven te voorkomen, te onderzoeken, op te

sporen en te vervolgen. Daar echter niet alle lidstaten van deze afwijking gebruik maken (of hebben gemaakt) of ze met hetzelfde doel hebben toegepast, kunnen verzameling en verdere verwerking van sommige gegevens in de

ene lidstaat toegestaan zijn en in de andere niet.

15 Betreft vooral telefoon/postorderbedrijven en e-handel.

16 Aanbeveling 97/489/EG van de Commissie van 30 juli 1997 betreffende transacties die met een elektronisch

betaalinstrument worden verricht, in het bijzonder inzake de betrekking tussen uitgever en houder, PB L 208, blz.

52.

17 Zo moeten gegevens die misdadigers in staat stellen frauduleuze afstandsbetalingen te verrichten met een

kredietkaart die zij niet bezitten, uit de verkoopdocumenten worden weggelaten (of onleesbaar worden gemaakt).

 
 
 
 

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.