Btw-pakket - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 22-11-2007 |
---|---|
Publicatiedatum | 22-01-2013 |
Kenmerk | 15550/07 |
Van | Presidency |
Aan | Coreper/Council |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN Brussel, 22 november 2007 (29.11)
DE EUROPESE UNIE (OR. en)
15550/07 PUBLIC
LIMITE
DOCUMENT GEDEELTELIJK FISC 158
TOEGANKELIJK
NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers / de Raad Betreft: Btw-pakket
-
1.Ten behoeve van de Raad gaat hierbij een compromistekst van het voorzitterschap betreffende het "btw-pakket".
-
2.In de compromistekst is het akkoord verwerkt dat in de Groep belastingvraagstukken van
21 november 2007 bereikt werd op de punten maritieme diensten en controle- en samenwerkingsmaatregelen, beide onderdeel van het mandaat dat de Raad Ecofin van 5 juni 2007 aan het Portugese voorzitterschap had verleend.
GESCHRAPT handhaaft een studievoorbehoud betreffende de plaats van voor particuliere afnemers verrichte diensten bestaande in langdurende verhuur van pleziervaartuigen.
-
3.Met betrekking tot de plaats van voor particuliere afnemers verrichte telecommunicatiediensten, radio- en televisieomroepdiensten en langs elektronische weg verrichte diensten behelst het compromisvoorstel van het voorzitterschap het verschuiven van de inwerkingtreding van de nieuwe regels en bijgevolg ook van de eenloketregeling naar een latere datum.
Bij die oplossing heeft GESCHRAPT een politiek voorbehoud gemaakt. GESCHRAPT heeft een voorbehoud gemaakt ten aanzien van een tot nu 2010 uitgestelde inwerkingtreding. ___________________
15550/07 las/LAS/mv 1
LIMITE NL
BIJLAGE 1
Gewijzigd voorstel voor RICHTLIJN 200X/XXX/EG VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG i wat betreft de plaats van een dienst
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93,
Gezien het voorstel van de Commissie 1 ,
Gezien het advies van het Europees Parlement 2 ,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 3 ,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De totstandbrenging van de interne markt heeft, in combinatie met de mondialisering, de deregulering en de technologische veranderingen, tot ingrijpende veranderingen in de omvang en het verloop van het dienstenverkeer geleid. Steeds vaker kunnen diensten op afstand worden verricht. In reactie hierop zijn de regels in de loop der jaren op een aantal punten gewijzigd en veel welomschreven diensten worden thans feitelijk volgens het bestemmingslandbeginsel belast.
1 PB C […] van […], blz. .
2 PB C […] van […], blz. […].
3 PB C […] van […], blz. […].
LIMITE NL
(2) Voor een goede werking van de interne markt moet Richtlijn 2006/112/EG i van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de
toegevoegde waarde 1 wat betreft de plaats van een dienst worden gewijzigd, in aansluiting op
de strategie van de Commissie ter verbetering van de werking van het gemeenschappelijke
btw–stelsel 2 .
(3) Alle diensten moeten in beginsel worden belast op de plaats waar zij werkelijk worden verbruikt. Ook als de algemene regel inzake de plaats van een dienst in die zin zou worden gewijzigd, zouden om administratieve en beleidsredenen toch nog altijd bepaalde uitzonderingen op deze algemene regel nodig zijn.
(4) Bij voor belastingplichtigen verrichte diensten moet de algemene regel inzake de plaats van een dienst worden gebaseerd op de plaats waar de afnemer en niet de dienstverrichter gevestigd is. Voor het bepalen van de plaats van een dienst en teneinde de lasten voor het bedrijfsleven te beperken, moeten belastingplichtigen die ook niet-belastbare activiteiten verrichten, voor alle voor hen verrichte diensten als belastingplichtige worden behandeld. Tevens moeten niet-belastingplichtige rechtspersonen die voor btw-doeleinden geïdentificeerd zijn, als belastingplichtigen worden aangemerkt. Volgens de gebruikelijke voorschriften moeten deze bepalingen niet gelden voor diensten die door een belastingplichtige worden afgenomen voor persoonlijk gebruik door hemzelf of door zijn personeel.
(5) Bij voor niet–belastingplichtigen verrichte diensten moet als algemene regel blijven gelden dat de plaats van een dienst de plaats is waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd.
(6) In bepaalde omstandigheden zijn de algemene regels inzake de plaats van een dienst voor zowel belastingplichtigen als niet–belastingplichtigen niet van toepassing en gelden er
welomschreven uitzonderingen. Deze uitzonderingen dienen grotendeels gebaseerd te zijn op bestaande criteria en aan te sluiten bij het beginsel van belastingheffing op de plaats van verbruik, zonder dat aan bepaalde handelaren onevenredig zware administratieve lasten worden opgelegd.
1 PB L 347 van 11.12.06, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2006/138/EG i (PB L 384 van
29.12.2006, blz. 92).
15550/07 las/LAS/mv 3
LIMITE NL
(7) Wanneer een belastingplichtige diensten afneemt van een persoon die niet in dezelfde lidstaat gevestigd is, moet de toepassing van de verleggingsregeling in bepaalde gevallen verplicht
zijn, hetgeen betekent dat de belastingplichtige zelf het passende bedrag aan btw over de afgenomen dienst moet aangeven.
(8) Ter vereenvoudiging van de verplichtingen van de bedrijven die werkzaamheden verrichten in lidstaten waar zij niet gevestigd zijn, dient een regeling te worden ingevoerd volgens welke zij zich tot één enkel elektronisch loket kunnen wenden om zich voor btw-doeleinden te identificeren en aangifte te doen. Totdat een dergelijke regeling een feit is, dient gebruik te worden gemaakt van de regeling die is ingevoerd om het voor niet-gevestigde belastingplichtigen gemakkelijker te maken hun fiscale verplichtingen te vervullen.
(9) Ter bevordering van de correcte toepassing van de bepalingen van deze richtlijn dient iedere voor btw-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige een lijst in te dienen van de belastingplichtigen en de voor btw-doeleinden geïdentificeerde, niet-belastingplichtige rechtspersonen voor wie hij een onder de verleggingsregeling vallende belastbare dienst heeft verricht.
(10) Richtlijn 2006/112/EG i dient derhalve te worden gewijzigd.
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
LIMITE NL
Artikel 1
Richtlijn 2006/112/EG i wordt met ingang van 1 januari 2009 als volgt gewijzigd:
(1) In artikel 56 wordt lid 3 vervangen door:
"Lid 1, punten j) en k), en lid 2 zijn van toepassing tot en met 31 december 2009."
(2) In artikel 57 wordt lid 2 vervangen door:
"Lid 1 is van toepassing tot en met 31 december 2009.".
(3) In artikel 59 wordt lid 2 vervangen door:
“2. Tot en met 31 december 2009 passen de lidstaten artikel 58, punt b), toe op de in artikel 56, lid 1, punt j), bedoelde radio- en televisieomroepdiensten welke worden verricht voor nietbelastingplichtigen die in een lidstaat gevestigd zijn of er hun woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats hebben, door een belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening buiten de Gemeenschap heeft gevestigd of daar over een vaste inrichting beschikt van waaruit de diensten worden verricht, of die, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats buiten de Gemeenschap heeft."
(4) Artikel 357 wordt vervangen door:
"Artikel 357
Dit hoofdstuk is van toepassing tot en met 31 december 20JJ─1."
LIMITE NL
Artikel 2
Richtlijn 2006/112/EG i wordt met ingang van 1 januari 2010 als volgt gewijzigd:
(1) in titel V wordt hoofdstuk 3 vervangen door:
"Hoofdstuk 3 Plaats van een dienst
Afdeling 1
Definities
Artikel 43
Voor de toepassing van de regels betreffende de plaats van een dienst:
(1) wordt een belastingplichtige die ook werkzaamheden of handelingen verricht welke niet als belastbare goederenleveringen of diensten in de zin van artikel 2, lid 1, worden beschouwd, met betrekking tot alle voor hem verrichte diensten als belastingplichtige aangemerkt;
(2) wordt een niet-belastingplichtige rechtspersoon die voor BTW-doeleinden is geïdentificeerd, als belastingplichtige aangemerkt.
LIMITE NL
Afdeling 2 Algemene bepalingen
Artikel 44
De plaats van een dienst, verricht voor een als zodanig handelende belastingplichtige, is de plaats waar de belastingplichtige de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd. Worden deze diensten evenwel verricht voor een vaste inrichting van de belastingplichtige op een andere plaats dan die waar hij de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, dan geldt als plaats van die diensten de plaats waar deze vaste inrichting zich bevindt. Bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, geldt als plaats van de diensten de woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats van de belastingplichtige die deze diensten afneemt.
Artikel 45
De plaats van een dienst, verricht voor een niet-belastingplichtige, is de plaats waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd. Worden deze diensten evenwel verricht vanuit een vaste inrichting van de dienstverrichter, op een andere plaats dan die waar hij de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, dan geldt als plaats van die diensten de plaats waar deze vaste inrichting zich bevindt. Bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, geldt als plaats van de diensten de woonplaats of de gebruikelijke verblijfplaats van de dienstverrichter.
LIMITE NL
Afdeling 3 Bijzondere bepalingen
Onderafdeling 1 Diensten van tussenpersonen
Artikel 46
De plaats van diensten die voor niet-belastingplichtigen worden verricht door een tussenpersoon die in naam en voor rekening van derden handelt, is de plaats waar de handeling overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn wordt verricht.
Onderafdeling 2 Diensten met betrekking tot onroerende goederen
Artikel 47
De plaats van diensten die betrekking hebben op onroerend goed, met inbegrip van diensten van experts en makelaars in onroerende goederen, het verstrekken van accommodatie in het hotelbedrijf of in sectoren met een soortgelijke functie, met inbegrip van de accommodatie in vakantiekampen of op locaties die zijn ontwikkeld voor gebruik als kampeerterreinen, het verlenen van gebruiksrechten op een onroerend goed, alsmede van diensten die erop gericht zijn de uitvoering van bouwwerken voor te bereiden of te coördineren, zoals bijvoorbeeld de diensten verricht door architecten en door bureaus die toezicht houden op de uitvoering van het werk, is de plaats waar het onroerend goed is gelegen.
LIMITE NL
Onderafdeling 3
Vervoerdiensten
Artikel 48
De plaats van personenvervoerdiensten is de plaats waar het vervoer plaatsvindt, zulks naar verhouding van de afgelegde afstanden.
Artikel 49
De plaats van andere goederenvervoerdiensten voor niet–belastingplichtigen dan het intracommunautaire vervoer van goederen is de plaats waar het vervoer plaatsvindt, zulks naar verhouding van de afgelegde afstanden.
Artikel 50
De plaats van intracommunautaire goederenvervoerdiensten voor niet–belastingplichtigen is de plaats van vertrek.
Artikel 51
Onder intracommunautair goederenvervoer wordt verstaan het vervoer van goederen waarvan de plaats van vertrek en de plaats van aankomst op het grondgebied van twee verschillende lidstaten gelegen zijn.
De plaats van vertrek is de plaats waar het goederenvervoer daadwerkelijk begint, zonder rekening te houden met de trajecten die worden afgelegd om zich naar de plaats te begeven waar de goederen zich bevinden, en de plaats van aankomst is de plaats waar het goederenvervoer daadwerkelijk eindigt.
LIMITE NL
Artikel 52
De lidstaten behoeven het gedeelte van het intracommunautaire goederenvervoer voor nietbelastingplichtigen dat overeenkomt met de trajecten die zijn afgelegd over wateren die niet tot het grondgebied van de Gemeenschap behoren, niet aan de BTW te onderwerpen.
Onderafdeling 4 Diensten in verband met culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, vermakelijkheids- en soortgelijke activiteiten, met vervoer samenhangende activiteiten, en
expertises en werkzaamheden met betrekking tot roerende zaken
Artikel 53
De plaats van een dienst en van daarmee samenhangende diensten, in verband met culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, vermakelijkheids- of soortgelijke activiteiten, zoals beurzen en tentoonstellingen, inclusief de diensten van de organisatoren van dergelijke activiteiten, is de plaats waar die activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.
Artikel 54
De plaats van de volgende voor niet–belastingplichtigen verrichte diensten is de plaats waar die diensten daadwerkelijk worden verricht:
-
a)activiteiten die met vervoer samenhangen, zoals laden, lossen, intern vervoer en soortgelijke activiteiten;
-
b)expertises en werkzaamheden met betrekking tot roerende lichamelijke zaken.
LIMITE NL
Onderafdeling 5 Restaurant- en cateringdiensten
Artikel 55
De plaats van restaurant- en cateringdiensten is de plaats waar die diensten materieel worden verricht.
Onderafdeling 6 Verhuur van vervoermiddelen
Artikel 56
-
1.De plaats van kortdurende verhuur van een vervoermiddel is de plaats waar dat vervoermiddel daadwerkelijk ter beschikking van de afnemer wordt gesteld.
-
2.Voor de toepassing van lid 1 wordt onder "kortdurende verhuur" verstaan, het ononderbroken bezit of gebruik van het vervoermiddel gedurende een periode van ten hoogste dertig dagen. Voor schepen wordt deze periode evenwel tot ten hoogste negentig dagen verlengd.
Onderafdeling 7 Restaurant- en cateringdiensten voor verbruik aan boord van een schip, vliegtuig of trein
Artikel 57
-
1.De plaats van restaurant– en cateringdiensten die materieel worden verricht aan boord van een schip, vliegtuig of trein tijdens het in de Gemeenschap verrichte gedeelte van een passagiersvervoer, is de plaats van vertrek van het passagiersvervoer.
LIMITE NL
-
2.Voor de toepassing van lid 1 wordt onder "in de Gemeenschap verricht gedeelte van een passagiersvervoer" verstaan, het gedeelte van een vervoer dat, zonder tussenstop buiten de Gemeenschap, plaatsvindt tussen de plaats van vertrek en de plaats van aankomst van het passagiersvervoer.
Als plaats van vertrek van een passagiersvervoer wordt beschouwd het eerste punt in de Gemeenschap waar passagiers aan boord kunnen komen, eventueel na een tussenstop buiten
de Gemeenschap.
Als plaats van aankomst van een passagiersvervoer wordt beschouwd het laatste punt in de Gemeenschap waar passagiers die binnen de Gemeenschap aan boord zijn gekomen, van
boord kunnen gaan, eventueel vóór een tussenstop buiten de Gemeenschap.
Ingeval het een heen– en terugreis betreft, wordt de terugreis als een afzonderlijk vervoer
beschouwd.
Onderafdeling 8 Langs elektronische weg voor niet–belastingplichtigen verrichte diensten
Artikel 58
De plaats van langs elektronische weg verrichte diensten, met name de in bijlage II bedoelde diensten, verricht voor een niet-belastingplichtige die in een lidstaat gevestigd is of daar zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft, door een belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening buiten de Gemeenschap heeft gevestigd of daar over een vaste inrichting beschikt van waaruit de dienst wordt verricht, of, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats buiten de Gemeenschap heeft, is de plaats waar de niet-belastingplichtige gevestigd is of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft.
Het feit dat de dienstverrichter en de afnemer langs elektronische weg berichten uitwisselen, betekent op zich niet dat de verrichte dienst een langs elektronische weg verrichte dienst is voor de toepassing van artikel 59, eerste alinea, punt k).
LIMITE NL
Onderafdeling 9 Diensten voor niet–belastingplichtigen buiten de Gemeenschap
Artikel 59
De plaats van de volgende diensten, verricht voor een niet-belastingplichtige die buiten de Gemeenschap gevestigd is of aldaar zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft, is de plaats waar deze persoon gevestigd is of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft:
-
a)de overdracht en het verlenen van auteursrechten, octrooien, licentierechten, handelsmerken en soortgelijke rechten;
-
b)diensten op het gebied van de reclame; c) diensten verricht door raadgevende personen, ingenieurs, adviesbureaus, advocaten,
accountants en andere soortgelijke diensten, alsmede gegevensverwerking en informatieverschaffing;
-
d)de verplichting om een beroepsactiviteit of een in dit artikel vermeld recht geheel of gedeeltelijk niet uit te oefenen;
-
e)bank-, financiële en verzekeringsverrichtingen met inbegrip van herverzekeringsverrichtingen en met uitzondering van de verhuur van safeloketten;
-
f)het beschikbaar stellen van personeel; g) de verhuur van roerende lichamelijke zaken, met uitzondering van alle vervoermiddelen; h) het bieden van toegang tot aardgas- en elektriciteitsdistributiesystemen alsmede het verrichten
van transport- en transmissiediensten via deze systemen en het verrichten van andere daarmee rechtstreeks verbonden diensten;
-
i)telecommunicatiediensten; j) radio- en televisieomroepdiensten; k) langs elektronische weg verrichte diensten, met name de in bijlage II bedoelde diensten.
Het feit dat de dienstverrichter en de afnemer langs elektronische weg berichten uitwisselen, betekent op zich niet dat de dienst langs elektronische weg wordt verricht in de zin van punt k) van de eerste alinea.
LIMITE NL
Onderafdeling 10 Voorkomen van dubbele heffing of niet-heffing van belasting
Artikel 59 bis
Teneinde dubbele heffing of niet-heffing van de belasting alsmede verstoring van de mededinging te voorkomen, kunnen de lidstaten met betrekking tot diensten waarvan de plaats van verrichting valt onder de artikelen 44, 45, 56 en 59:
-
a)de plaats van deze diensten, die krachtens die artikelen in het binnenland is gelegen, aanmerken als buiten de Gemeenschap te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik en de werkelijke exploitatie buiten de Gemeenschap geschieden;
-
b)de plaats van deze diensten, die buiten de Gemeenschap is gelegen, aanmerken als in het binnenland te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik en de werkelijke exploitatie op hun grondgebied geschieden.
Deze bepaling geldt echter niet voor de onder artikel 59, eerste alinea, punt k), vallende diensten.
Artikel 59 ter
Tot en met 31 december 2009 passen de lidstaten artikel 59 bis, punt b), toe op telecommunicatiediensten en op de in artikel 59, eerste alinea, punt j), bedoelde radio- en televisieomroepdiensten welke worden verricht voor niet-belastingplichtigen die in een lidstaat gevestigd zijn of er hun woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats hebben, door een belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening buiten de Gemeenschap heeft gevestigd of daar over een vaste inrichting beschikt van waaruit de diensten worden verricht, of die, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats buiten de Gemeenschap heeft."
LIMITE NL
(2) in artikel 98, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:
"De verlaagde tarieven zijn niet van toepassing op langs elektronische weg verrichte diensten."
(3) in artikel 170 wordt de inleidende zin vervangen door:
"Een belastingplichtige die in de zin van artikel 1 van Richtlijn 86/560/EEG i 1 , artikel 2, punt 1, en artikel 3 van Richtlijn 200Y/YYY/EG 2 , en artikel 171 van deze richtlijn, niet
gevestigd is in de lidstaat waar hij goederen en diensten aankoopt of aan BTW onderworpen goederen invoert, heeft recht op teruggaaf van de BTW indien de goederen en diensten
worden gebruikt voor de volgende handelingen:"
(4) artikel 171 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)lid 1 wordt vervangen door:
"1. De teruggaaf van de BTW aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat waar zij goederen en diensten aankopen of aan BTW onderworpen goederen invoeren,
maar in een andere lidstaat gevestigd zijn, geschiedt volgens de bij Richtlijn 200Y/YYY/EG vastgestelde uitvoeringsbepalingen."
1 Dertiende Richtlijn 86/560/EEG i van de Raad van 17 november 1986 betreffende de
harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen (PB L 326 van 21.11.1986, blz. 40).
2 Richtlijn 200Y/YYY/EG van de Raad tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in
Richtlijn 2006/112/EG i vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn.
LIMITE NL
-
b)lid 3 wordt vervangen door:
"3. Richtlijn 86/560/EEG i is niet van toepassing op:
-
a)volgens de wetgeving van de lidstaat van teruggaaf incorrect gefactureerde BTW-bedragen;
-
b)gefactureerde BTW-bedragen voor goederenleveringen die krachtens artikel 138 of artikel 146, lid 1, punt b), van BTW vrijgesteld zijn of kunnen worden."
-
(5) het volgende artikel 171 bis wordt ingevoegd:
"Artikel 171 bis
De lidstaten kunnen in plaats van overeenkomstig Richtlijn 86/560/EEG i of Richtlijn 200Y/YYY/EG teruggaaf te verlenen van de belasting op voor een belastingplichtige bestemde goederenleveringen of diensten ten aanzien waarvan de belastingplichtige overeenkomstig artikel 194 tot en met 197 of artikel 199 tot voldoening van de belasting is gehouden, toestaan dat deze belasting volgens de procedure van artikel 168 in mindering wordt gebracht. Bestaande beperkingen uit hoofde van artikel 2, lid 2, en artikel 4, lid 2, van Richtlijn 86/560/EEG i kunnen behouden blijven.
Te dien einde kunnen de lidstaten de tot voldoening van de belasting gehouden belastingplichtige ook uitsluiten van teruggaaf krachtens Richtlijn 86/560/EEG i of Richtlijn 200Y/YYY/EG."
(6) in titel XI, hoofdstuk 1, wordt in afdeling 1 het volgende artikel 192 bis toegevoegd:
LIMITE NL
"Artikel 192 bis
Voor de toepassing van deze afdeling wordt een belastingplichtige die een vaste inrichting heeft op het grondgebied van de lidstaat waar de belasting verschuldigd is, geacht een niet in die lidstaat gevestigde belastingplichtige te zijn wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-
a)hij verricht op het grondgebied van deze lidstaat een belastbare goederenlevering of een dienst,
-
b)bij het verrichten van die goederenlevering of die dienst is geen inrichting van de leverancier of dienstverrichter op het grondgebied van deze lidstaat betrokken."
(7) artikel 196 wordt vervangen door:
"Artikel 196
De BTW is verschuldigd door de belastingplichtige of door de voor BTW-doeleinden geïdentificeerde niet-belastingplichtige rechtspersoon die een dienst afneemt als bedoeld in artikel 44, wanneer de dienst door een niet in die lidstaat gevestigde belastingplichtige wordt verricht.";
(8) aan artikel 214 worden de volgende punten toegevoegd:
"d) iedere belastingplichtige die op hun respectieve grondgebied diensten afneemt waarvoor hij overeenkomstig artikel 196 de BTW verschuldigd is;
-
e)iedere belastingplichtige die op hun respectieve grondgebied gevestigd is en binnen het grondgebied van een andere lidstaat diensten verricht waarvoor uitsluitend de afnemer overeenkomstig artikel 196 de BTW verschuldigd is."
(9) Artikel 262 wordt vervangen door:
LIMITE NL
"Artikel 262
Iedere voor BTW-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige moet een lijst indienen met de volgende gegevens:
-
a)de voor BTW-doeleinden geïdentificeerde afnemers aan wie hij goederen heeft geleverd onder de in artikel 138, lid 1, en lid 2, onder c), gestelde voorwaarden;
-
b)de voor BTW-doeleinden geïdentificeerde personen voor wie de goederen waarop de in artikel 42 bedoelde intracommunautaire verwervingen betrekking hebben, bestemd zijn;
-
c)de belastingplichtigen en de voor BTW-doeleinden geïdentificeerde niet-belastingplichtige rechtspersonen voor wie hij andere diensten heeft verricht dan die welke in de lidstaat waar de handeling belastbaar is, van BTW zijn vrijgesteld, voor welke diensten de afnemer overeenkomstig artikel 196 de tot voldoening van de belasting gehouden persoon is."
(10) artikel 264, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
-
a)de punten a) en b) worden vervangen door:
"a) het nummer waaronder de belastingplichtige voor BTW-doeleinden is geïdentificeerd in de lidstaat waar de lijst moet worden ingediend, en waaronder hij goederenleveringen heeft verricht onder de in artikel 138, lid 1, gestelde voorwaarden en belastbare diensten heeft verricht onder de in artikel 44 gestelde voorwaarden;
-
b)het nummer waaronder elke afnemer voor BTW-doeleinden is geïdentificeerd in een andere lidstaat dan die waar de lijst moet worden ingediend, en waaronder de goederenleveringen of de diensten voor hem verricht zijn;"
LIMITE NL
-
-
b)punt d) wordt vervangen door:
"d) voor elke afnemer het totale bedrag van de door de belastingplichtige verrichte goederenleveringen en het totale bedrag van de door de belastingplichtige verrichte diensten;";
(11) artikel 358 wordt als volgt gewijzigd:
(a) punt 2) wordt vervangen door:
"2) "elektronische diensten" en "langs elektronische weg verrichte diensten": de diensten bedoeld in artikel 59, eerste alinea, punt k);"
(b) punt 4) wordt vervangen door:
"4) "lidstaat van verbruik": de lidstaat waar overeenkomstig artikel 58 de elektronische diensten geacht worden te worden verricht;"
Artikel 3
Richtlijn 2006/112/EG i wordt met ingang van 1 januari 2011 als volgt gewijzigd:
de artikelen 53 en 54 worden vervangen door:
"Artikel 53
De plaats van een voor een belastingplichtige verrichte dienst bestaande in het verlenen van toegang tot culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, vermakelijkheids- of soortgelijke evenementen, zoals beurzen en tentoonstellingen, en met de toegangverlening samenhangende diensten, is de plaats waar deze evenementen daadwerkelijk plaatsvinden.
LIMITE NL
Artikel 54
-
1.De plaats van voor een niet-belastingplichtige verrichte diensten en van daarmee samenhangende diensten, in verband met culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, vermakelijkheids- of soortgelijke activiteiten, zoals beurzen en tentoonstellingen, inclusief de dienstverrichtingen van de organisatoren van dergelijke activiteiten, is de plaats waar die activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.
-
2.De plaats van de volgende voor niet–belastingplichtigen verrichte diensten is de plaats waar die diensten daadwerkelijk worden verricht:
-
a)activiteiten die met vervoer samenhangen, zoals laden, lossen, intern vervoer en soortgelijke activiteiten;
-
-
b)expertises en werkzaamheden met betrekking tot roerende lichamelijke zaken.".
Artikel 4
Richtlijn 2006/112/EG i wordt met ingang van 1 januari 2013 als volgt gewijzigd:
In artikel 56 wordt lid 2 vervangen door:
"2. De plaats van andere dan kortdurende verhuur van een vervoermiddel aan een nietbelastingplichtige is de plaats waar de afnemer gevestigd is of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft.
-
3.In afwijking van lid 2 is de plaats van andere dan kortdurende verhuur van een pleziervaartuig aan een niet-belastingplichtige de plaats waar het pleziervaartuig effectief ter beschikking van de afnemer wordt gesteld, indien deze dienst daadwerkelijk door de dienstverrichter wordt verricht vanuit de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting aldaar.
LIMITE NL
-
4.Voor de toepassing van de leden 1 tot en met 3 wordt onder "kortdurende verhuur" verstaan het ononderbroken bezit of gebruik van het vervoermiddel gedurende een periode van ten hoogste dertig dagen. Voor schepen wordt deze periode evenwel tot ten hoogste negentig dagen verlengd."
Artikel 5
Richtlijn 2006/112/EG i wordt met ingang van 1 januari 20JJ als volgt gewijzigd:
(1) in titel V, hoofdstuk 3, afdeling 3 wordt onderafdeling 8 vervangen door:
"Onderafdeling 8 Telecommunicatiediensten, omroepdiensten en langs elektronische weg
verrichte diensten voor niet–belastingplichtigen
Artikel 58
De plaats van de volgende diensten, verricht voor een niet–belastingplichtige, is de plaats
waar deze persoon gevestigd is of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft:
-
a)telecommunicatiediensten;
-
b)radio- en televisieomroepdiensten;
-
c)langs elektronische weg verrichte diensten, met name de in bijlage II bedoelde diensten.
Het feit dat de dienstverrichter en de afnemer langs elektronische weg berichten uitwisselen, betekent op zich niet dat de verrichte dienst een langs elektronische weg verrichte dienst is
voor de toepassing van punt c) van de eerste alinea."
(2) In artikel 59, worden de punten i), j) en k) van de eerste alinea, alsmede de tweede alinea, geschrapt.
LIMITE NL
(3) Artikel 59 bis wordt vervangen door:
"Teneinde dubbele heffing of niet-heffing van de belasting alsmede verstoring van de mededinging te voorkomen, kunnen de lidstaten met betrekking tot diensten waarvan de
plaats van verrichting valt onder de artikelen 44, 45, 56, 58 en 59,
-
a)de plaats van deze diensten, die krachtens die artikelen in het binnenland is gelegen, aanmerken als buiten de Gemeenschap te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik en de werkelijke exploitatie buiten de Gemeenschap geschieden;
-
b)de plaats van deze diensten, die buiten de Gemeenschap is gelegen, aanmerken als in het binnenland te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik en de werkelijke exploitatie op hun grondgebied geschieden."
(4) Artikel 59 ter wordt geschrapt.
(5) in artikel 204, lid 1, wordt de derde alinea vervangen door:
"De lidstaten kunnen de in de tweede alinea bedoelde mogelijkheid echter niet toepassen op niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen in de zin van artikel 358 bis, punt 1), die voor de bijzondere regeling voor telecommunicatiediensten, omroepdiensten of langs
elektronische weg verrichte diensten hebben gekozen."
(6) in titel XII, wordt het opschrift van hoofdstuk 6 vervangen door:
"Bijzondere regelingen voor niet-gevestigde belastingplichtigen die telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten verrichten voor niet–belastingplichtigen";
(7) Artikel 357 wordt geschrapt.
LIMITE NL
(8) Artikel 358 wordt vervangen door:
"Artikel 358
Onverminderd andere communautaire bepalingen wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk
verstaan onder:
-
1)"telecommunicatiediensten" en "omroepdiensten": de diensten bedoeld in artikel 58, eerste alinea, punten a) en b);
-
2)"elektronische diensten" en "langs elektronische weg verrichte diensten": de diensten bedoeld in artikel 58, eerste alinea, punt c);"
-
3)"lidstaat van verbruik": de lidstaat waar overeenkomstig artikel 58 de telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten geacht worden te worden verricht;
-
4)"BTW–aangifte": de aangifte waarin alle gegevens staan die nodig zijn om het bedrag van de in elke lidstaat verschuldigde BTW vast te stellen."
(9) het opschrift van titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 2, wordt vervangen door:
"Bijzondere regeling voor telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische
diensten verricht door niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen"
LIMITE NL
(10) in titel XII, hoofdstuk 6, wordt aan afdeling 2 het volgende artikel 358 bis toegevoegd:
"Artikel 358 bis
Onverminderd andere communautaire bepalingen wordt voor de toepassing van deze afdeling verstaan onder:
(1) "niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige": een belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet op het grondgebied van de Gemeenschap heeft gevestigd noch daar over een vaste inrichting beschikt, en ook niet anderszins voor BTW-doeleinden geïdentificeerd moet zijn;
(2) "lidstaat van identificatie": de lidstaat die de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige verkiest te contacteren om opgave te doen van het begin van zijn activiteit als belastingplichtige op het grondgebied van de Gemeenschap overeenkomstig deze afdeling."
(11) Artikel 359 wordt vervangen door:
"De lidstaten staan toe dat een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die
telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten verricht voor een niet–
belastingplichtige die in een lidstaat gevestigd is of er zijn woonplaats of zijn gebruikelijke
verblijfplaats heeft, gebruik maakt van deze bijzondere regeling. Deze regeling is van
toepassing op alle aldus in de Gemeenschap verrichte diensten."
(12) Artikel 360 wordt vervangen door:
"De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige moet aan de lidstaat van identificatie opgave doen van het begin en de beëindiging van zijn activiteit als belastingplichtige, alsook van wijziging ervan in die mate dat hij niet langer aan de voorwaarden voldoet om van deze bijzondere regeling gebruik te mogen maken. Deze opgave
gebeurt langs elektronische weg. "
LIMITE NL
(13) Artikel 361 wordt vervangen door:
"1. De mededeling die de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige aan de lidstaat van identificatie doet wanneer zijn belastbare activiteiten beginnen, bevat de volgende bijzonderheden:
-
a)de naam;
-
b)het postadres;
-
c)de elektronische adressen, met inbegrip van websites;
-
d)in voorkomend geval, het nationale belastingnummer;
-
e)een verklaring dat de belastingplichtige niet voor BTW-doeleinden in de Gemeenschap geïdentificeerd is.
-
2.De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige doet de lidstaat van identificatie mededeling van alle wijzigingen in de verstrekte informatie."
(14) Artikel 362 wordt vervangen door:
"De lidstaat van identificatie kent de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige een individueel identificatienummer toe voor de BTW en deelt hem dit nummer langs elektronische weg mee. Uitgaande van de voor deze identificatie gebruikte gegevens mogen
de lidstaten van verbruik hun eigen identificatiesystemen gebruiken."
LIMITE NL
(15) Artikel 363 wordt vervangen door:
"De lidstaat van identificatie verwijdert de niet in de Gemeenschap gevestigde
belastingplichtige in de volgende gevallen uit het identificatieregister:
-
a)de belastingplichtige deelt die lidstaat mee dat hij niet langer telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten verricht;
-
b)er kan anderszins worden aangenomen dat zijn belastbare activiteiten beëindigd zijn;
-
c)hij vervult niet langer de voorwaarden om van de bijzondere regeling gebruik te mogen maken;
-
-
d)hij voldoet bij voortduring niet aan de voorschriften van de bijzondere regeling."
(16) Artikel 364 wordt vervangen door:
"De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige dient langs elektronische weg bij de lidstaat van identificatie een BTW-aangifte in voor elk kalenderkwartaal, ongeacht of al dan niet telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten zijn verricht. De aangifte wordt uiterlijk 20 dagen na het verstrijken van het belastingtijdvak waarop de
aangifte betrekking heeft, ingediend."
(17) Artikel 365 wordt vervangen door:
"De BTW-aangifte bevat het identificatienummer en, voor elke lidstaat van verbruik waar de BTW verschuldigd is, het totale bedrag, de BTW niet inbegrepen, van de gedurende het belastingtijdvak verrichte telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten en het totale bedrag van de belasting daarover, opgesplitst naar belastingtarieven. De
geldende BTW-tarieven en de totale verschuldigde belasting worden eveneens vermeld."
LIMITE NL
(18) in artikel 366 wordt lid 1 vervangen door:
"1. De BTW-aangifte wordt in euro's verricht.
De lidstaten die de euro niet hebben aangenomen, kunnen eisen dat de BTW-aangifte in hun nationale munteenheid luidt. Indien de diensten in een andere munteenheid luiden, hanteert de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige bij het invullen van de BTW-aangifte
de wisselkoers die gold op de laatste dag van het belastingtijdvak"
(19) de artikelen 367 en 368 worden vervangen door:
"Artikel 367
De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige voldoet de BTW onder verwijzing naar de betreffende BTW-aangifte, zulks op het moment dat de aangifte wordt ingediend, doch uiterlijk bij het verstrijken van de termijn waarbinnen de aangifte moet worden
ingediend.
De belasting moet worden overgemaakt naar een door de lidstaat van identificatie opgegeven bankrekening in euro's. De lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen,
kunnen eisen dat de betaling wordt overgemaakt naar een bankrekening in hun eigen valuta.
Artikel 368
De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruik maakt, past geen BTW-aftrek uit hoofde van artikel 168 van de onderhavige richtlijn toe. Niettegenstaande artikel 1, lid 1, van Richtlijn 86/560/EEG i, wordt deze belastingplichtige teruggaaf verleend overeenkomstig die richtlijn. Artikel 2, leden 2 en 3, en artikel 4, lid 2, van Richtlijn 86/560/EEG i zijn niet van toepassing op de teruggaaf die verband houdt met de onder deze bijzondere regeling vallende telecommunicatiediensten, omroepdiensten of
elektronische diensten."
LIMITE NL
(20) in artikel 369 wordt lid 1 vervangen door:
"1. De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige voert van alle handelingen waarop deze bijzondere regeling van toepassing is, een boekhouding. Deze boekhouding moet voldoende gegevens bevatten om de belastingautoriteiten van de lidstaat van verbruik in staat te stellen de juistheid van de BTW-aangifte te bepalen."
(21) aan hoofdstuk 6 van titel XII wordt de volgende afdeling 3 toegevoegd:
"Afdeling 3 Bijzondere regeling voor telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten
verricht door in de Gemeenschap doch niet in de lidstaat van verbruik gevestigde
belastingplichtigen
Artikel 369 bis
Onverminderd andere communautaire bepalingen wordt voor de toepassing van deze afdeling verstaan onder:
(1) niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige: een belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting op het grondgebied van de Gemeenschap heeft gevestigd, maar in de lidstaat van verbruik noch de zetel van zijn bedrijfsuitoefening, noch een vaste inrichting heeft;
(2) lidstaat van identificatie: de lidstaat waar de belastingplichtige de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, of, indien hij de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet in de Gemeenschap heeft gevestigd, de lidstaat waar hij een vaste inrichting heeft. Heeft de belastingplichtige in het laatstgenoemde geval meer dan één vaste inrichting in de Gemeenschap, dan is de lidstaat van identificatie de lidstaat waar zich een vaste inrichting bevindt, waarin de belastingplichtige meldt dat hij van deze bijzondere regeling gebruik maakt. De belastingplichtige is gedurende het betreffende kalenderjaar en de twee daaropvolgende kalenderjaren aan deze keuze gebonden.
LIMITE NL
Artikel 369 ter
De lidstaten staan toe dat van deze bijzondere regeling gebruik wordt gemaakt door niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtigen die telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten verrichten voor niet–belastingplichtigen die in een lidstaat gevestigd zijn of er hun woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats hebben. Deze bijzondere regeling is van toepassing op alle aldus in de Gemeenschap verrichte diensten.
Artikel 369 quater
De niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige doet aan de lidstaat van identificatie opgave van het begin en de beëindiging van zijn onder deze bijzondere regeling vallende activiteit als belastingplichtige, alsook van wijziging ervan in die mate dat hij niet langer aan de voorwaarden voldoet om van deze bijzondere regeling gebruik te mogen maken. Deze opgave gebeurt langs elektronische weg.
Artikel 369 quinquies
Een belastingplichtige die van de bijzondere regeling gebruik maakt, wordt voor de belastbare handelingen onder die regeling alleen in de lidstaat van identificatie voor BTW-doeleinden geïdentificeerd. Daartoe maakt de lidstaat van identificatie gebruik van het individuele BTW- identificatienummer dat reeds aan de belastingplichtige is toegekend met betrekking tot diens verplichtingen in het binnenlands verkeer.
Uitgaande van de voor deze identificatie gebruikte gegevens kunnen de lidstaten van verbruik hun eigen identificatiesystemen uitwerken.
LIMITE NL
Artikel 369 sexies
De lidstaat van identificatie sluit de niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige van deze bijzondere regeling uit in elk van de volgende gevallen:
-
a)indien hij meldt dat hij niet langer telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten verricht;
-
b)indien anderszins kan worden aangenomen dat zijn aan deze bijzondere regeling onderworpen belastbare activiteiten beëindigd zijn;
-
c)hij vervult niet langer de voorwaarden om van de bijzondere regeling gebruik te mogen maken;
-
d)hij voldoet bij voortduring niet aan de voorschriften van de bijzondere regeling."
Artikel 369 septies
De niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige dient langs elektronische weg bij de lidstaat van identificatie een BTW-aangifte in voor elk kalenderkwartaal, ongeacht of al dan niet telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten zijn verricht. De aangifte wordt uiterlijk 20 dagen na het verstrijken van het tijdvak waarop de aangifte betrekking heeft, ingediend.
Artikel 369 octies
De BTW-aangifte bevat het in artikel 369 quinquies bedoelde identificatienummer en, voor elke lidstaat van verbruik waar de BTW verschuldigd is, het totale bedrag, de BTW niet inbegrepen, van de gedurende het belastingtijdvak verrichte telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten en het totale bedrag van de belasting daarover, uitgesplitst naar belastingtarieven. De geldende BTW-tarieven en de totale verschuldigde belasting worden eveneens op de aangifte vermeld.
LIMITE NL
Indien de belastingplichtige behalve in de lidstaat van identificatie in een andere lidstaat een of meer vaste inrichtingen heeft van waaruit de diensten worden verricht, bevat de BTW-aangifte, per lidstaat waar hij een vaste inrichting heeft gevestigd en uitgesplitst naar lidstaat van verbruik, naast de in de eerste alinea bedoelde gegevens, tevens het totale bedrag van de gedurende het belastingtijdvak verrichte telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten die onder de bijzondere regeling van deze afdeling vallen, alsmede het individueel BTW- identificatienummer of het fiscaal registratienummer van de inrichting.
Artikel 369 nonies
-
1.De BTW-aangifte wordt in euro's verricht.
De lidstaten die de euro niet hebben aangenomen, kunnen eisen dat de BTW-aangifte in hun nationale munteenheid luidt. Indien de diensten in een andere munteenheid luiden, hanteert de
niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige bij het invullen van de BTW- aangifte de wisselkoers die gold op de laatste dag van het belastingtijdvak.
-
2.De omwisseling geschiedt volgens de wisselkoersen die de Europese Centrale Bank voor die dag bekend heeft gemaakt of, wanneer die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, op de eerstvolgende dag van bekendmaking.
Artikel 369 decies
De niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige voldoet de BTW onder verwijzing naar de betreffende BTW-aangifte op het moment dat de aangifte wordt ingediend, doch uiterlijk bij het verstrijken van de termijn waarbinnen de aangifte moet worden ingediend.
De belasting moet worden overgemaakt naar een door de lidstaat van identificatie opgegeven bankrekening in euro's. De lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen, kunnen eisen dat de betaling wordt overgemaakt naar een bankrekening in hun eigen valuta.
LIMITE NL
Artikel 369 undecies
De niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruik maakt, past met betrekking tot voorbelasting die verband houdt met aan deze bijzondere regeling onderworpen activiteiten geen BTW-aftrek uit hoofde van artikel 168 van de onderhavige richtlijn toe. Niettegenstaande artikel 2, lid 1, en artikel 3 van Richtlijn 200Y/YYY/EG wordt deze belastingplichtige daarvoor teruggaaf verleend
overeenkomstig die richtlijn.
Indien de niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruik maakt, in de lidstaat van verbruik ook niet aan deze bijzondere regeling onderworpen activiteiten verricht waarvoor hij voor BTW-doeleinden geïdentificeerd moet zijn, moet hij de voorbelasting die verband houdt met de aan deze bijzondere regeling onderworpen activiteiten bij de indiening van de in artikel 250 bedoelde aangifte in aftrek
brengen.
Artikel 369 duodecies
-
1.De niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige voert van alle handelingen waarop deze bijzondere regeling van toepassing is, een boekhouding. Deze boekhouding moet voldoende gegevens bevatten om de belastingautoriteiten van de lidstaat van verbruik in staat te stellen de juistheid van de BTW-aangifte te bepalen.
-
2.Desgevraagd moet de in lid 1 bedoelde boekhouding langs elektronische weg aan de lidstaat van verbruik en aan de lidstaat van identificatie beschikbaar worden gesteld.
De boekhouding wordt bewaard gedurende tien jaar na afloop van het jaar waarin de
handeling is verricht."
(22) het opschrift van bijlage II wordt als volgt gelezen:
"INDICATIEVE LIJST VAN LANGS ELEKTRONISCHE WEG VERRICHTE DIENSTEN
BEDOELD IN ARTIKEL 58, EERSTE ALINEA, PUNT C)".
LIMITE NL
Artikel 6
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om met ingang van 1 januari 2009 aan artikel 1 van deze richtlijn te voldoen.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden
om met ingang van 1 januari 2010 aan artikel 2 van deze richtlijn te voldoen.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden
om met ingang van 1 januari 2011 aan artikel 3 van deze richtlijn te voldoen.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden
om met ingang van 1 januari 2013 aan artikel 4 van deze richtlijn te voldoen.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden
om met ingang van 1 januari 20JJ aan artikel 5 van deze richtlijn te voldoen.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel waarin wordt aangegeven in welke nationale bepalingen de bepalingen van deze richtlijn zijn verwerkt. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De
regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
LIMITE NL
Artikel 7
Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 8
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
LIMITE NL
Voorstel voor RICHTLIJN 200Y/YYY/EG VAN DE RAAD tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG i vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen
die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93,
Gezien het voorstel van de Commissie 1 ,
Gezien het advies van het Europees Parlement 2 ,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 3 ,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De uitvoeringsvoorschriften als vastgesteld in Richtlijn 79/1072/EEG i van de Raad van 6 december 1979 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde
aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen 4 - stellen zowel de bestuurlijke
autoriteiten van de lidstaten als het bedrijfsleven voor aanzienlijke moeilijkheden.
1 PB C […] van […], blz. ….
2 PB C […] van […], blz. ….
3 PB C […] van […], blz. ….
15550/07 las/LAS/mv 35
LIMITE NL
(2) De in die richtlijn vastgestelde regeling moet worden gewijzigd met betrekking tot de termijn waarbinnen beschikkingen aangaande verzoeken om teruggaaf ter kennis van bedrijven worden gebracht. Tegelijkertijd moet worden bepaald dat bedrijven eveneens binnen specifieke termijnen moeten antwoorden. Bovendien moet de procedure worden vereenvoudigd en gemoderniseerd door het gebruik van moderne technologieën toe te staan.
(3) De nieuwe procedure zal het bedrijfsleven in een betere positie plaatsen, aangezien de
lidstaten rente verschuldigd zullen zijn wanneer de teruggaaf te laat geschiedt; ook zullen
bedrijven over meer rechtsmiddelen beschikken.
(4) Ter wille van de duidelijkheid en de leesbaarheid dient de bepaling betreffende de
toepassing van Richtlijn 79/1072/EEG i, die al in Richtlijn 2006/112/EG i stond, thans in de
onderhavige richtlijn te worden opgenomen.
(5) Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde maatregel niet voldoende door de lidstaten
kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, vanwege de omvang van de maatregel, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze
richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
(6) Bijgevolg dient Richtlijn 79/1072/EEG i ter wille van de duidelijkheid te worden vervangen,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
LIMITE NL
Artikel 1
In deze richtlijn worden de nadere voorschriften vastgesteld voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde krachtens artikel 170 van Richtlijn 2006/112/EG i aan niet in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtigen die aan de vereisten van artikel 3 voldoen.
Artikel 2
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
-
1.niet in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige: iedere belastingplichtige in de zin van artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG i die niet in de lidstaat van teruggaaf, maar in een andere lidstaat gevestigd is.
-
2.lidstaat van teruggaaf: de lidstaat waar de belasting over de toegevoegde waarde aan de niet in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige in rekening werd gebracht ter zake van de voor genoemde belastingplichtige door andere belastingplichtigen in deze lidstaat verrichte diensten of goederenleveringen, dan wel ter zake van de invoer van goederen in deze lidstaat;
-
3.teruggaaftijdvak: het tijdvak als bepaald in artikel 16, waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft;
-
4.teruggaafverzoek: het verzoek om teruggaaf van de aan de niet in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige in rekening gebrachte belasting over de toegevoegde waarde ter zake van de voor genoemde belastingplichtige door andere belastingplichtigen in deze lidstaat verrichte diensten of goederenleveringen, of ter zake van de invoer van goederen in deze lidstaat;
-
5.aanvrager: de niet in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige die het teruggaafverzoek doet.
LIMITE NL
Artikel 3
Deze richtlijn is van toepassing op de niet in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige die aan de volgende voorwaarden voldoet:
-
a)tijdens het tijdvak van teruggaaf heeft hij in de lidstaat van teruggaaf noch de zetel van zijn bedrijfsuitoefening gehad, noch een vaste inrichting van waaruit zakelijke handelingen werden verricht, noch, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats;
-
b)tijdens het tijdvak van teruggaaf heeft hij geen goederenleveringen of diensten verricht waarvan de plaats geacht wordt in de lidstaat van teruggaaf te zijn gelegen, met uitzondering van de volgende handelingen:
-
i)vervoerdiensten en daarmee samenhangende diensten die vrijgesteld zijn krachtens de artikelen 144, 146, 148, 149, 151, 153, 159 en 160 van Richtlijn 2006/112/EG i;
-
ii)goederenleveringen of dienstverrichtingen waarvan de afnemer krachtens de artikelen 194 tot en met 197 en artikel 199 van Richtlijn 2006/112/EG i btw verschuldigd is.
-
Artikel 4
Deze richtlijn is niet van toepassing ten aanzien van:
-
a)volgens de wetgeving van de lidstaat van teruggaaf incorrect gefactureerde btw-bedragen;
-
b)gefactureerde btw-bedragen voor goederenleveringen die krachtens artikel 138 of artikel 146, lid 1, punt b) van Richtlijn 2006/112/EG i van btw vrijgesteld zijn of kunnen worden.
LIMITE NL
Artikel 5
Elke lidstaat verleent iedere niet in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde die werd geheven ter zake van de voor genoemde belastingplichtige door andere belastingplichtigen in deze lidstaat verrichte goederenleveringen of diensten, of ter zake van de invoer van goederen in deze lidstaat, voorzover deze goederen of diensten worden gebruikt voor de volgende handelingen:
-
a)de handelingen bedoeld in artikel 169, punten a) en b), van Richtlijn 2006/112/EEG i;
-
b)handelingen, waarvan de afnemer overeenkomstig de artikelen 194 tot en met 197 en artikel 199 van Richtlijn 2006/112/EG i, als toegepast in de lidstaat van teruggaaf, tot voldoening van de belasting is gehouden.
Niettegenstaande artikel 6 wordt voor de toepassing van deze richtlijn het recht op teruggaaf van voorbelasting bepaald overeenkomstig Richtlijn 2006/112/EEG i, als toegepast in de lidstaat van teruggaaf.
Artikel 6
Om in de lidstaat van teruggaaf recht te hebben op teruggaaf moet een niet in deze lidstaat gevestigde belastingplichtige handelingen verrichten die in de lidstaat van vestiging een recht op aftrek doen ontstaan.
Wanneer een niet in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige in de lidstaat waar hij gevestigd is, zowel handelingen verricht die in die lidstaat een recht op aftrek doen ontstaan, als handelingen die in die lidstaat geen recht op aftrek doen ontstaan, kan van het overeenkomstig artikel 5 voor teruggaaf in aanmerking komende bedrag slechts dat gedeelte van de belasting over de toegevoegde waarde door de lidstaat van teruggaaf worden teruggegeven dat overeenkomstig artikel 173 van Richtlijn 2006/112/EG i, zoals toegepast door de lidstaat van vestiging, aan eerstgenoemde handelingen kan worden toegerekend.
LIMITE NL
Artikel 7
Een niet in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige die in die lidstaat teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde wenst te verkrijgen, richt langs elektronische weg een teruggaafverzoek tot de lidstaat van teruggaaf, dat hij indient bij zijn lidstaat van vestiging, via de door deze lidstaat ingestelde portaalsite.
Artikel 8
-
1.Het teruggaafverzoek moet de volgende informatie bevatten:
-
a)de naam en het volledige adres van de aanvrager;
-
b)een elektronisch adres;
-
c)een omschrijving van de beroepsactiviteit van de aanvrager waarvoor de goederen of diensten worden afgenomen;
-
d)het teruggaaftijdvak waarop het verzoek betrekking heeft;
-
e)een verklaring van de aanvrager dat hij gedurende het teruggaaftijdvak geen goederenleveringen of diensten heeft verricht waarvan de plaats geacht wordt in de lidstaat van teruggaaf te zijn gelegen, met uitzondering van de handelingen bedoeld in artikel 3, punt b), onder i) en ii);
-
f)het btw-identificatienummer of het fiscaal registratienummer van de aanvrager;
-
g)zijn bankgegevens (inclusief IBAN en BIC).
LIMITE NL
-
-
2.Naast de in lid 1 bedoelde gegevens worden in het teruggaafverzoek voor iedere lidstaat van teruggaaf en voor iedere factuur en ieder invoerdocument de volgende gegevens vermeld:
-
a)de naam en het volledige adres van de leverancier of dienstverrichter;
-
b)behalve in het geval van invoer, het btw-identificatienummer van de leverancier of dienstverrichter of zijn fiscaal registratienummer, toegekend door de lidstaat van teruggaaf overeenkomstig artikel 239 en 240 van Richtlijn 2006/112/EG i;
-
c)behalve in het geval van invoer, het landencodenummer van de lidstaat van teruggaaf overeenkomstig artikel 215 van Richtlijn 2006/112/EG i;
-
d)de datum en het nummer van de factuur of het invoerdocument;
-
e)de maatstaf van heffing en het bedrag aan belasting over de toegevoegde waarde, uitgedrukt in de munteenheid van de lidstaat van teruggaaf;
-
f)het overeenkomstig artikel 5 en artikel 6, tweede alinea, berekende bedrag van de aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde, uitgedrukt in de munteenheid van de lidstaat van teruggaaf;
-
g)indien van toepassing, het krachtens artikel 6 berekende pro rata, uitgedrukt in procenten;
-
h)de aard van de afgenomen goederen en diensten, aangegeven door middel van de codes als bepaald in artikel 9.
LIMITE NL
-
Artikel 9
-
1.In het teruggaafverzoek moet de aard van de afgenomen goederen en diensten door middel van de volgende codes worden aangegeven:
-
1.= brandstof; 2. = verhuur van vervoermiddelen; 3. = andere uitgaven in verband met vervoermiddelen dan die voor de goederen en diensten waarnaar wordt verwezen met de codes 1 en 2; 4. = wegentol en andere heffingen met betrekking tot het gebruik van de weginfrastructuur; 5. = reiskosten, zoals taxikosten, kosten van het openbaar vervoer; 6. = logies; 7. = spijzen, drank en restauratie; 8. = toegang tot beurzen en tentoonstellingen; 9. = weelde-uitgaven, en uitgaven voor ontspanning en representatie; 10. = andere.
Indien code 10 wordt gebruikt, moet de aard van de afgenomen goederen en diensten worden aangegeven.
-
-
2.De lidstaat van teruggaaf kan verlangen dat de aanvrager langs elektronische weg aanvullende gegevens verstrekt met betrekking tot iedere in lid 1 vermelde code, voorzover die gegevens noodzakelijk zijn wegens beperkingen van het recht op aftrek krachtens Richtlijn 2006/112/EG i, als toegepast in de lidstaat van teruggaaf, of voor de toepassing van een krachtens artikel 395 en 396 van diezelfde richtlijn aan de lidstaat van teruggaaf verleende, voor dit geval relevante afwijking.
Artikel 10
De lidstaat van teruggaaf kan, onverminderd de krachtens artikel 20 verlangde gegevens, de aanvrager verzoeken samen met het teruggaafverzoek langs elektronische weg een afschrift van de factuur of het invoerdocument over te leggen, wanneer de maatstaf van heffing op de factuur of het invoerdocument 1000 euro of meer beloopt, of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid. Indien de factuur evenwel betrekking heeft op brandstof, is dit drempelbedrag 250 euro of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid.
LIMITE NL
Artikel 11
De lidstaat van teruggaaf kan verlangen dat de aanvrager zijn beroepsactiviteit omschrijft aan de hand van geharmoniseerde codes die worden bepaald volgens de in artikel 34 bis, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1798/2003 i bedoelde procedure.
Artikel 12
Met het oog op de toepassing van deze richtlijn kan de lidstaat van teruggaaf specificeren welke taal of talen moeten worden gebruikt voor het verstrekken van de gegevens in het teruggaafverzoek of van mogelijke andere aanvullende gegevens die door de aanvrager moeten worden verstrekt.
Artikel 13
Indien het vermelde pro rata voor de toepassing van de aftrek overeenkomstig artikel 175 van Richtlijn 2006/112/EG i na de indiening van het teruggaafverzoek wordt aangepast, moet de aanvrager het bedrag dat wordt teruggevraagd of dat reeds is teruggegeven, corrigeren
De correctie vindt plaats in een teruggaafverzoek dat gedaan wordt binnen het kalenderjaar volgend op het desbetreffende teruggaaftijdvak, dan wel, - mocht de aanvrager in dat kalenderjaar geen teruggaafverzoek indienen - door via de door de lidstaat van vestiging ingestelde portaalsite een afzonderlijke verklaring toe te zenden.
LIMITE NL
Artikel 14
-
1.Het teruggaafverzoek heeft betrekking op:
-
a)verwervingen van goederen of afnames van diensten die gedurende het teruggaaftijdvak gefactureerd zijn, mits de belasting vóór of op het tijdstip van facturatie verschuldigd geworden is, of ten aanzien waarvan de belasting gedurende het teruggaaftijdvak verschuldigd geworden is, mits de afnames gefactureerd zijn voordat de belasting verschuldigd is geworden;
-
-
b)de invoer van goederen die gedurende het teruggaaftijdvak heeft plaatsgevonden.
-
2.Het teruggaafverzoek kan ook betrekking hebben op facturen of invoerdocumenten die niet door eerdere teruggaafverzoeken werden bestreken en die betrekking hebben op handelingen die tijdens het kalenderjaar in kwestie werden verricht.
Artikel 15
-
1.Het teruggaafverzoek moet uiterlijk 30 september van het kalenderjaar volgend op het teruggaaftijdvak bij de lidstaat van vestiging worden ingediend. Het teruggaafverzoek geldt alleen als ingediend indien de aanvrager alle in de artikelen 8, 9 en 11 verlangde gegevens verstrekt heeft.
-
2.De lidstaat van vestiging stuurt de aanvrager onverwijld langs elektronische weg een bevestiging van ontvangst.
Artikel 16
Het teruggaaftijdvak bedraagt ten hoogste één kalenderjaar en ten minste drie kalendermaanden. Teruggaafverzoeken kunnen evenwel betrekking hebben op een tijdvak van minder dan drie maanden wanneer dit tijdvak het resterende gedeelte van een kalenderjaar betreft.
LIMITE NL
Artikel 17
Betreft het teruggaafverzoek een teruggaaftijdvak van minder dan één kalenderjaar, doch van ten minste drie maanden, dan moet het btw-bedrag waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft ten minste 400 euro of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid belopen.
Betreft het teruggaafverzoek een teruggaaftijdvak van een kalenderjaar of het resterende gedeelte van een kalenderjaar, dan moet het btw-bedrag ten minste 50 euro of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid belopen.
Artikel 18
-
1.De lidstaat van vestiging stuurt het verzoek niet door aan de lidstaat van teruggaaf wanneer de aanvrager in zijn lidstaat van vestiging gedurende het teruggaaftijdvak
-
a)niet aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen is;
-
b)slechts goederenleveringen of diensten verricht die uit hoofde van de artikelen 132, 135, 136 en 371, de artikelen 374 tot en met 377, artikel 378, lid 2, onder a), artikel 379, lid 2, of de artikelen 380 tot en met 390 van Richtlijn 2006/112/EG i of van inhoudelijk identieke bepalingen van de akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië van 2005 zonder recht op aftrek van voorbelasting vrijgesteld zijn;
-
c)in aanmerking komt voor de in de artikelen 284 tot en met 287 van Richtlijn 2006/112/EG i vervatte vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen;
-
d)in aanmerking komt voor de gemeenschappelijke forfaitaire regeling voor landbouwproducenten van de artikelen 296 tot en met 305 van Richtlijn 2006/112/EG i
-
-
2.De lidstaat van vestiging stelt de aanvrager langs elektronische weg in kennis van zijn beschikking uit hoofde van de eerste alinea.
LIMITE NL
Artikel 19
-
1.De lidstaat van teruggaaf stelt de aanvrager onverwijld langs elektronische weg in kennis van de datum van ontvangst van het verzoek.
-
2.De lidstaat van teruggaaf deelt zijn beschikking om het teruggaafverzoek in te willigen of af te wijzen binnen vier maanden na ontvangst van het verzoek in de lidstaat van teruggaaf aan de aanvrager mee.
Artikel 20
-
1.Ingeval de lidstaat van teruggaaf meent niet alle dienstige informatie te hebben ontvangen om met betrekking tot het geheel of een deel van het teruggaafverzoek een beschikking te kunnen geven, kan hij binnen de in artikel 19, lid 2, genoemde termijn van vier maanden, langs elektronische weg in het bijzonder de aanvrager of de lidstaat van vestiging om aanvullende gegevens verzoeken. Indien de aanvullende gegevens worden opgevraagd bij een andere persoon dan de aanvrager of de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, wordt alleen langs elektronische weg om gegevens verzocht indien de bestemmeling van het verzoek over de desbetreffende apparatuur beschikt.
Zo nodig kan de lidstaat van teruggaaf om verdere aanvullende gegevens verzoeken.
De door de lidstaat van teruggaaf verlangde aanvullende gegevens kunnen, indien de belastingdienst op goede gronden het bestaan van een bepaalde vordering betwijfelt, ook het origineel of een afschrift van de factuur of het invoerdocument omvatten. De drempelwaarden van artikel 10 zijn niet van toepassing op verzoeken om aanvullende informatie.
-
2.De krachtens lid 1 gevraagde gegevens moeten binnen een maand na ontvangst van het verzoek om informatie door de bestemmeling van het verzoek aan de lidstaat van teruggaaf worden verstrekt.
LIMITE NL
Artikel 21
Indien een lidstaat van teruggaaf om aanvullende gegevens heeft verzocht, deelt hij zijn beschikking om het teruggaafverzoek in te willigen of af te wijzen aan de aanvrager mee binnen twee maanden na ontvangst van de gevraagde gegevens of, indien niet op zijn verzoek gereageerd is, binnen twee maanden na het verstrijken van de in artikel 20, lid 2 genoemde termijn. De termijn waarover de lidstaat van teruggaaf vanaf de ontvangst van het teruggaafverzoek beschikt om over een volledige of gedeeltelijke teruggaaf een beschikking te geven, beloopt evenwel in ieder geval ten minste zes maanden
Wanneer de lidstaat van teruggaaf verdere aanvullende gegevens verlangt, stelt hij binnen acht maanden nadat het teruggaafverzoek door de lidstaat van teruggaaf is ontvangen, de aanvrager in kennis van zijn beschikking over een gehele of gedeeltelijke teruggaaf.
Artikel 22
-
1.Indien het teruggaafverzoek wordt ingewilligd, betaalt de lidstaat van teruggaaf het goedgekeurde teruggaafbedrag uiterlijk binnen tien werkdagen na het verstrijken van de in artikel 19, lid 2, genoemde termijn, of, indien om aanvullende of verdere aanvullende gegevens is verzocht, na het verstrijken van de overeenkomstige termijnen in artikel 21.
-
2.De teruggaaf vindt plaats in de lidstaat van teruggaaf, of, indien de aanvrager daarom verzoekt, in een andere lidstaat. In het laatste geval worden de bankkosten voor het overmaken door de lidstaat van teruggaaf in mindering gebracht op het aan de aanvrager te betalen bedrag.
LIMITE NL
Artikel 23
-
1.Indien het teruggaafverzoek geheel of ten dele wordt afgewezen, worden de redenen hiervoor door de lidstaat van teruggaaf tegelijkertijd met de beschikking aan de aanvrager meegedeeld.
-
2.De aanvrager kan bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van teruggaaf rechtsmiddelen instellen tegen een beschikking tot afwijzing van een teruggaafverzoek, in de vorm en binnen de termijnen die gelden voor het instellen van rechtsmiddelen door in de lidstaat van teruggaaf gevestigde personen.
Indien het feit dat de lidstaat van teruggaaf nalaat om ten aanzien van het teruggaafverzoek een beschikking te geven in de vorm en binnen de termijnen als vastgesteld bij deze richtlijn, volgens het recht van deze lidstaat noch als inwilliging noch als afwijzing te beschouwen is, zijn de eventuele bestuursrechtelijke of strafrechtelijke procedures waartoe in deze lidstaat gevestigde belastingplichtigen toegang hebben, op dezelfde wijze voor de aanvrager toegankelijk. Indien dergelijke procedures niet voorhanden zijn, wordt het feit dat de lidstaat van teruggaaf nalaat om binnen de vastgestelde termijnen een beschikking ten aanzien van het
teruggaafverzoek te geven, opgevat als afwijzing van het verzoek.
Artikel 24
-
1.Wanneer teruggaaf op frauduleuze of anderszins onrechtmatige wijze is verkregen, gaat de lidstaat van teruggaaf over tot invordering van de ten onrechte betaalde bedragen en van eventuele boeten en interesten opgelegd volgens de in de lidstaat van teruggaaf geldende procedure, onverminderd de bepalingen inzake wederzijdse bijstand ter invordering van de belasting over de toegevoegde waarde.
-
2.Wanneer boeten of interesten opgelegd maar niet betaald zijn, kan de lidstaat van teruggaaf elke verdere teruggaaf aan de betrokken belastingplichtige ten belope van het onbetaalde bedrag opschorten.
LIMITE NL
Artikel 25
Aanpassingen betreffende een eerder teruggaafverzoek als bedoeld in artikel 13, worden door de lidstaat van teruggaaf met het teruggaafbedrag verrekend of, in geval van toezending van een afzonderlijke verklaring, afzonderlijk ingevorderd of terugbetaald.
Artikel 26
Indien de teruggaaf te laat plaatsvindt, wordt door de lidstaat van teruggaaf aan de aanvrager rente betaald over het aan de aanvrager terug te geven bedrag.
De eerste alinea is niet van toepassing indien de aanvrager de gevraagde aanvullende of verdere aanvullende gegevens niet binnen de voorgeschreven termijn aan de lidstaat van teruggaaf heeft verstrekt. De eerste alinea is evenmin van toepassing zolang de lidstaat van teruggaaf de krachtens artikel 10 langs elektronische weg toe te zenden documenten niet heeft ontvangen.
Artikel 27
-
1.De rente wordt berekend vanaf de dag volgende op de laatste dag waarop de teruggaaf had moeten plaatsvinden tot de dag waarop de teruggaaf daadwerkelijk plaatsvindt.
-
2.Als rentevoet geldt de krachtens het nationale recht van de lidstaat van teruggaaf met betrekking tot teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan in die lidstaat gevestigde belastingplichtigen geldende rentevoet.
Bij ontstentenis van een dergelijke rentevoet, is de toe te passen rente de rente of heffing van soortgelijke aard die door de lidstaat van teruggaaf wordt toegepast ten aanzien van laattijdige
betalingen van de belasting over de toegevoegde waarde door belastingplichtigen.
LIMITE NL
Artikel 28
Richtlijn 79/1072/EEG i wordt per 1 januari 2010 ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn.
Artikel 29
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2010 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden
vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 30
Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het
Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 31
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
LIMITE NL
Voorstel voor
VERORDENING (EG) Nr. ZZZ/200Z VAN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1798/2003 i met betrekking tot de invoering van een regeling voor administratieve samenwerking en informatie-uitwisseling in het kader van de bepalingen
betreffende de plaats van een dienst, het eenloketsysteem en de btw-teruggaafprocedure
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93,
Gezien het voorstel van de Commissie 1 ,
Gezien het advies van het Europees Parlement 2 ,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 3 ,
1 PB C […] van […], blz. ….
2 PB C […] van […], blz. ….
15550/07 las/LAS/mv 51
LIMITE NL
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De bij Richtlijn 200X/XXX/EG van de Raad van DD/MM/200J tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG i wat betreft de plaats van een dienst aangebrachte wijzigingen met betrekking tot de plaats van een dienst brengen met zich mee dat door een bedrijf voor een ander bedrijf verrichte diensten geacht worden verricht te zijn op de plaats waar de afnemer gevestigd is. Indien de verrichter en de afnemer van de dienst in verschillende lidstaten gevestigd zijn, is vaker dan voorheen de verleggingsregeling van toepassing.
(2) Teneinde te zorgen voor de correcte heffing van btw op diensten die onder de verleggingsregeling vallen, dienen de gegevens die door de lidstaat van de dienstverrichter zijn ingewonnen, te worden medegedeeld aan de lidstaat waar de afnemer gevestigd is. De mededeling van die gegevens moet worden geregeld in Verordening (EG) nr. 1798/2003 i van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr.
218/92 1 .
(3) Bij Richtlijn 200X/XXX/EG wordt ook het toepassingsgebied van het eenloketsysteem uitgebreid.
(4) Richtlijn 200Y/YYY/EG van de Raad tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG i vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat
gevestigd zijn 2 behelst een vereenvoudiging van de procedure tot teruggaaf van de belasting
over de toegevoegde waarde in een lidstaat waar de belastingplichtige in kwestie niet voor btw-doeleinden geïdentificeerd is.
1 PB L 264 van 15.10.03, blz. 1.
15550/07 las/LAS/mv 52
LIMITE NL
(5) De uitbreiding van het toepassingsgebied van het eenloketsysteem en de wijzigingen in de teruggaafprocedure voor in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtigen hebben tot gevolg dat de betrokken lidstaten aanzienlijk meer informatie uitwisselen. De vereiste informatie-uitwisseling mag geen onevenredig zware administratieve lasten op de betrokken lidstaten leggen. De informatie-uitwisseling moet derhalve langs elektronische weg gebeuren met behulp van de bestaande informatie-uitwisselingssystemen.
(6) Verordening (EG) nr. 1798/2003 i moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
LIMITE NL
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2010 wordt Verordening (EG) nr. 1798/2003 i als volgt gewijzigd:
(1) in artikel 1, lid 1, wordt de vierde alinea vervangen door:
"Voor de duur van de periode bepaald in artikel 357 van Richtlijn 2006/112/EG i worden bij deze verordening tevens regels en procedures vastgesteld voor de elektronische uitwisseling van inlichtingen over de BTW op diensten die overeenkomstig de bijzondere regeling van Richtlijn 2006/112/EG i, titel XII, hoofdstuk 6, langs elektronische weg worden verricht alsmede voor eventuele daarop aansluitende uitwisselingen van inlichtingen en, wat de onder die bijzondere regeling vallende diensten betreft, voor de overdracht van geldmiddelen tussen
de bevoegde autoriteiten van de lidstaten."
(2) in artikel 2 worden de punten 8 tot en met 11 vervangen door:
"8. intracommunautaire goederenlevering: een goederenlevering die moet worden vermeld op de lijst bedoeld in artikel 262 van Richtlijn 2006/112/EG i;
-
9.intracommunautaire verrichting van diensten: een verrichting van diensten die moet worden vermeld op de lijst bedoeld in artikel 262 van Richtlijn 2006/112/EG i;
-
10.intracommunautaire verwerving van goederen: het verwerven van het recht om als eigenaar te beschikken over roerende lichamelijke zaken, als bedoeld in artikel 20 van Richtlijn 2006/112/EG i;
-
11.BTW-identificatienummer: nummer waarin wordt voorzien bij de artikelen 214, 215 en 216 van Richtlijn 2006/112/EG i;
LIMITE NL
(3) in artikel 22, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:
"1. Elke lidstaat houdt een elektronische gegevensbank bij waarin hij de inlichtingen opslaat en verwerkt die hij overeenkomstig titel XI, hoofdstuk 6, van Richtlijn 2006/112/EG i
vergaart."
(4) in artikel 23 wordt punt 2 vervangen door:
"2. de totale waarde van alle intracommunautaire goederenleveringen en de totale waarde van alle intracommunautaire diensten die verricht zijn voor de personen aan wie de onder punt 1 bedoelde nummers zijn toegekend, door alle handelaren die in de lidstaat die de inlichtingen verschaft een BTW-identificatienummer hebben gekregen.";
(5) in artikel 24 wordt de eerste alinea vervangen door:
"Op basis van de overeenkomstig artikel 22 opgeslagen gegevens verkrijgt de bevoegde autoriteit van een lidstaat, wanneer zij zulks nodig acht teneinde op haar grondgebied belastbare intracommunautaire verwervingen van goederen of intracommunautaire verrichtingen van diensten te controleren, doch uitsluitend met het oog op het voorkomen van inbreuken op de BTW-wetgeving, rechtstreeks en onverwijld, of heeft zij rechtstreeks langs
elektronische weg toegang tot, alle volgende inlichtingen:
-
1.de BTW-identificatienummers van de personen die de in artikel 23, punt 2), bedoelde goederenleveringen of diensten hebben verricht; en
-
2.de totale waarde van deze goederenleveringen of diensten die door elk van deze personen zijn verricht voor elke persoon aan wie een BTW-identificatienummer als bedoeld in artikel 23, punt 1, is toegekend."
LIMITE NL
(6) in artikel 27 wordt lid 4 vervangen door:
"4. De bevoegde autoriteiten van elke lidstaat zorgen ervoor dat de personen die bij intracommunautaire goederenleveringen of diensten betrokken zijn, alsmede, voor de duur van de periode bepaald in artikel 357 van Richtlijn 2006/112/EG i, de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen die langs elektronische weg verrichte diensten verrichten, met name de in bijlage II van die richtlijn bedoelde diensten, bevestiging kunnen krijgen van de geldigheid van het aan een welbepaalde persoon toegekend BTW-identificatienummer.
Voor de duur van de periode bepaald in artikel 357 van Richtlijn 2006/112/EG i, verstrekken de lidstaten deze gegevens met name langs elektronische weg, overeenkomstig de in artikel
44, lid 2, bedoelde procedure."
(7) Het opschrift van hoofdstuk VI wordt vervangen door:
"BEPALINGEN INZAKE DE BIJZONDERE REGELING VAN TITEL XII, HOOFDSTUK 6, VAN RICHTLIJN 2006/112/EG"
(8) Artikel 28 wordt vervangen door:
"De volgende bepalingen zijn van toepassing op de bijzondere regeling van Titel XII, hoofdstuk 6, van Richtlijn 2006/112/EG i. De in artikel 358 van die richtlijn opgenomen
definities gelden ook voor de toepassing van dit hoofdstuk."
(9) in artikel 29 wordt lid 1 vervangen door:
"1. De in artikel 361 van Richtlijn 2006/112/EG i bedoelde mededeling die door de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige bij aanvang van zijn activiteiten aan de lidstaat van identificatie wordt gedaan, geschiedt langs elektronische weg. De technische details, inclusief een gemeenschappelijk elektronisch bericht, worden vastgesteld volgens de in artikel 44, lid 2, bedoelde procedure."
LIMITE NL
(10) in artikel 30 wordt de eerste alinea vervangen door:
"De aangifte met de in artikel 365 van Richtlijn 2006/112/EG i genoemde informatie wordt langs elektronische weg ingediend. De technische details, inclusief een gemeenschappelijk
elektronisch bericht, worden vastgesteld volgens de in artikel 44, lid 2, bedoelde procedure."
(11) Artikel 31 wordt vervangen door:
"Artikel 22 is eveneens van toepassing op informatie die door de lidstaat van identificatie is
verzameld uit hoofde van de artikelen 360, 361, 364 en 365 van Richtlijn 2006/112/EG i."
(12) Artikel 34 wordt vervangen door:
"Artikel 34
De artikelen 28 tot en met 33 gelden voor de duur van de periode bepaald in artikel 357 van
(13) Het volgende hoofdstuk VI bis wordt ingevoegd:
"HOOFDSTUK VI bis
Bepalingen inzake de uitwisseling en bewaring van gegevens in het kader van de in Richtlijn 200Y/YY/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan
belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn
LIMITE NL
Artikel 34 bis
-
1.De bevoegde autoriteit van de lidstaat van vestiging die een verzoek om teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde krachtens artikel 5 van Richtlijn 200Y/YY/EG ontvangt, terwijl artikel 18 van die richtlijn niet van toepassing is, stuurt het verzoek binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst van het verzoek langs elektronische weg door aan de bevoegde autoriteiten van iedere betrokken lidstaat van teruggaaf, waardoor zij tevens bevestigt dat de aanvrager in de zin van artikel 2, punt 5, van Richtlijn 200Y/YY/EG aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen is en dat het door de aanvrager verstrekte BTW-identificatienummer of fiscaal registratienummer geldig is voor het teruggaaftijdvak.
-
2.De bevoegde autoriteiten van iedere lidstaat van teruggaaf stellen de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten langs elektronische weg in kennis van alle gegevens die zij verlangen krachtens artikel 9, lid 2, van Richtlijn 200Y/YY/EG. De technische details, inclusief een gemeenschappelijk elektronisch bericht waarin deze gegevens worden verzonden, worden vastgesteld volgens de in artikel 44, lid 2, bedoelde procedure.
-
3.De bevoegde autoriteiten van iedere lidstaat van teruggaaf delen de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten eveneens langs elektronische weg mee of zij gebruik wensen te maken van de in artikel 11 van Richtlijn 200Y/YY/EG bedoelde mogelijkheid, te verlangen dat de aanvrager zijn beroepsactiviteit omschrijft aan de hand van de geharmoniseerde codes.
De in de eerste alinea bedoelde geharmoniseerde codes worden volgens de in artikel 44, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld op basis van de NACE-nomenclatuur van Verordening
(EEG) nr. 3037/90."
LIMITE NL
(14) in artikel 39 wordt de eerste alinea vervangen door:
"Voor de duur van de periode bepaald in artikel 357 van Richtlijn 2006/112/EG i zorgen de
Commissie en de lidstaten ervoor dat bestaande of nieuwe communicatie- en informatieuitwisselingssystemen
die nodig zijn voor de uitwisseling van inlichtingen als omschreven
in de artikelen 29 en 30 operationeel zijn. De Commissie is verantwoordelijk voor elke
ontwikkeling van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke
interface (CCN/CSI) die nodig is om de uitwisseling van die inlichtingen tussen de lidstaten
mogelijk te maken. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor elke ontwikkeling van hun
systemen die nodig is om de uitwisseling van de inlichtingen via het CCN/CSI mogelijk te
maken.".
Artikel 2
Met ingang van 1 januari 20JJ wordt Verordening (EG) nr. 1798/2003 i als volgt gewijzigd:
(1) in artikel 1, lid 1, wordt de vierde alinea vervangen door:
"Bij deze verordening worden tevens regels en procedures vastgesteld voor de elektronische uitwisseling van inlichtingen over de BTW op diensten overeenkomstig de bijzondere regelingen van Richtlijn 2006/112/EG i, titel XII, hoofdstuk 6, alsmede voor eventuele daarop aansluitende uitwisselingen van inlichtingen en, wat de onder die bijzondere regelingen vallende diensten betreft, voor de overdracht van geldmiddelen tussen de bevoegde
autoriteiten van de lidstaten."
(2) In artikel 5 wordt lid 3 vervangen door:
"3. Het in lid 1 bedoelde verzoek kan een met redenen omkleed verzoek om een specifiek administratief onderzoek omvatten. Indien de lidstaat van oordeel is dat geen administratief onderzoek nodig is, stelt hij de verzoekende autoriteit onverwijld in kennis van de redenen
waarop hij zijn oordeel baseert.
LIMITE NL
Niettegenstaande de eerste alinea en onverminderd artikel 40 mag de aangezochte autoriteit in geval van een verzoek dat betrekking heeft op inlichtingen over de bedragen die door een belastingplichtige zijn aangegeven in verband met diensten die belastbaar zijn in de lidstaat waar de verzoekende autoriteit gevestigd is en waarvoor de belastingplichtige gebruik maakt van of ervoor kiest geen gebruik te maken van de bijzondere regeling van titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 3, van Richtlijn 2006/112/EG i, uitsluitend weigeren een administratief onderzoek in te stellen indien over dezelfde belastingplichtige reeds inlichtingen zijn verstrekt die verkregen zijn in het kader van een administratief onderzoek dat minder dan twee jaar
voordien heeft plaatsgevonden."
Met betrekking tot de in de tweede alinea bedoelde verzoeken die gedaan zijn door de verzoekende autoriteit en door de aangezochte autoriteit zijn beoordeeld conform een volgens de in artikel 44, lid 2, bedoelde procedure op te stellen verklaring van beste praktijken met betrekking tot het verband tussen het onderhavige lid en artikel 40, lid 1, moet een lidstaat die op grond van artikel 40 weigert een administratief onderzoek uit te voeren, de verzoekende autoriteit evenwel de factuurdata en factuurbedragen meedelen van de diensten die de belastingplichtige de twee voorgaande jaren in de lidstaat van de verzoekende autoriteit heeft
verricht."
(3) Aan artikel 17 wordt de volgende nieuwe alinea toegevoegd:
"Voor de toepassing van de eerste alinea werken de lidstaten van vestiging samen met de lidstaten van verbruik om te kunnen controleren of de op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen de BTW die verschuldigd is op diensten waarvoor de belastingplichtige gebruik maakt van of ervoor kiest geen gebruik te maken van de bijzondere regeling van titel XII, afdeling 3, hoofdstuk 6 van Richtlijn 2006/112/EG i, correct aangeven en betalen. De lidstaat van vestiging dient de lidstaat van verbruik op de hoogte te brengen van de eventuele
onregelmatigheden die hem ter kennis komen."
LIMITE NL
(4) In artikel 18 wordt de tweede alinea vervangen door:
"Elke lidstaat bepaalt of hij deelneemt aan de uitwisseling van een bepaalde categorie inlichtingen en of dit automatisch of gestructureerd automatisch geschiedt. Iedere lidstaat moet evenwel deelnemen aan de uitwisseling van de inlichtingen waarover hij beschikt met betrekking tot de diensten waarvoor de belastingplichtige gebruik maakt van of ervoor kiest geen gebruik te maken van de bijzondere regeling van titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 3, van
(5) in artikel 27 wordt lid 4 vervangen door:
"4. De bevoegde autoriteiten van elke lidstaat zorgen ervoor dat de personen die bij intracommunautaire goederenleveringen of diensten betrokken zijn, alsmede de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen die langs elektronische weg verrichte diensten verrichten, met name de in bijlage II van Richtlijn 2006/112/EG i bedoelde diensten, bevestiging kunnen krijgen van de geldigheid van het aan een welbepaalde persoon toegekend BTW-identificatienummer.
De lidstaten verstrekken deze gegevens met name langs elektronische weg, overeenkomstig
de in artikel 44, lid 2, bedoelde procedure."
(6) Het opschrift van hoofdstuk VI wordt vervangen door:
"BEPALINGEN INZAKE DE BIJZONDERE REGELINGEN VAN TITEL XII, HOOFDSTUK 6, VAN RICHTLIJN 2006/112/EG"
(7) Artikel 28 wordt vervangen door:
"De volgende bepalingen zijn van toepassing op de bijzondere regelingen van Titel XII, hoofdstuk 6, van Richtlijn 2006/112/EG i. De in de artikelen 358, 358 bis en 369 bis van die
richtlijn opgenomen definities gelden ook voor de toepassing van dit hoofdstuk."
LIMITE NL
(8) Artikel 29 wordt vervangen door:
"1. De in artikel 361 van Richtlijn 2006/112/EG i bedoelde mededeling die door de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige bij aanvang van zijn activiteiten aan de lidstaat van identificatie wordt gedaan, geschiedt langs elektronische weg. De technische details, inclusief een gemeenschappelijk elektronisch bericht, worden vastgesteld volgens de in artikel 44, lid 2, bedoelde procedure.
-
2.De lidstaat van identificatie zendt de meegedeelde inlichtingen langs elektronische weg toe aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten, binnen tien dagen te rekenen vanaf het einde van de maand waarin de mededeling van de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige is ontvangen. Overeenkomstige details voor de identificatie van de belastingplichtige die van de bijzondere regeling van artikel 369 ter van Richtlijn 2006/112/EG i gebruik maakt, worden aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten toegezonden binnen tien dagen te rekenen vanaf het einde van de maand waarin de belastingplichtige opgave heeft gedaan van het begin van zijn onder artikel 369 ter van deze richtlijn vallende belastbare activiteiten. Op dezelfde wijze worden de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis gesteld van het toegekende identificatienummer.
De technische details, inclusief een gemeenschappelijk elektronisch bericht waarin deze informatie wordt verzonden, worden vastgesteld volgens de in artikel 44, lid 2, bedoelde
procedure.
-
3.Indien een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige of een niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtige van de bijzondere regeling wordt uitgesloten, stelt de lidstaat van identificatie de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten daarvan onverwijld langs elektronische weg in kennis."
LIMITE NL
(9) in artikel 30 worden de eerste en de tweede alinea van artikel 30 vervangen door:
"De aangifte met de in de artikelen 365 en 369 octies van Richtlijn 2006/112/EG i genoemde informatie wordt langs elektronische weg ingediend. De technische details, inclusief een gemeenschappelijk elektronisch bericht, worden vastgesteld volgens de in artikel 44, lid 2,
bedoelde procedure.
De lidstaat van identificatie zendt deze gegevens uiterlijk tien dagen na het einde van de maand waarin de aangifte is ontvangen langs elektronische weg toe aan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaten van verbruik. De gegevens bedoeld in de tweede alinea van artikel 369 octies van Richtlijn 2006/112/EG i worden ook toegezonden aan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van vestiging. De lidstaten die hebben voorgeschreven dat de belastingaangifte dient te luiden in een andere valuta dan de euro, zetten de bedragen om in euro tegen de op de laatste dag van de referentieperiode geldende wisselkoers. De omwisseling vindt plaats volgens de wisselkoersen die de Europese Centrale Bank voor die dag bekend heeft gemaakt of, wanneer die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, op de eerstvolgende dag van bekendmaking. De technische details over de wijze waarop deze informatie wordt verzonden, worden volgens de in artikel 44, lid 2, bedoelde procedure
vastgesteld."
(10) Artikel 31 wordt vervangen door:
"Artikel 22 is eveneens van toepassing op informatie die door de lidstaat van identificatie is verzameld uit hoofde van de artikelen 360, 361, 364, 365, 369 quater, 369 septies en
369 octies van Richtlijn 2006/112/EG i."
(11) Artikel 34 wordt geschrapt.
LIMITE NL
(12) in artikel 39 wordt de eerste alinea vervangen door:
"De Commissie en de lidstaten zorgen ervoor dat bestaande of nieuwe communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen die nodig zijn voor de uitwisseling van inlichtingen als omschreven in de artikelen 29 en 30 operationeel zijn. De Commissie is verantwoordelijk voor elke ontwikkeling van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke interface (CCN/CSI) die nodig is om de uitwisseling van die inlichtingen tussen de lidstaten mogelijk te maken. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor elke ontwikkeling van hun systemen die nodig is om de uitwisseling van de inlichtingen via
het CCN/CSI mogelijk te maken.".
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1 van de verordening is van toepassing tot 1 januari 2010.
Artikel 2 van de verordening is van toepassing tot 1 januari 20JJ.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
_______________
LIMITE NL
BIJLAGE 2
VERKLARINGEN VOOR DE NOTULEN:
I. ad het gewijzigd voorstel voor Richtlijn 200X/XXX/EG van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG i wat betreft de plaats van een dienst
Ad de gehele richtlijn:
De Raad komt overeen om, op basis van passende voorstellen van de Commissie, voort te werken aan een algehele vereenvoudiging voor niet gevestigde belastingplichtigen (eenloketsysteem), alsmede om gemeenschappelijke regels op te stellen betreffende de uitsluiting van het recht op btwaftrek en betreffende de vereenvoudiging van de btw-verplichtingen voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Ad de gehele richtlijn:
De Commissie verklaart dat de gekozen bijzondere regeling verder verbeterd moet worden zodat de betrokken bedrijven optimaal profiteren van de vereenvoudiging. Zij zal alles in het werk stellen om een algehele vereenvoudiging (éénloketsysteem) uit te werken welke het belastingplichtigen die activiteiten ontplooien in lidstaten waar zij niet gevestigd zijn, gemakkelijk maakt hun fiscale verplichtingen te vervullen.
Ad artikel 2:
Artikel 55
De Raad verzoekt de Commissie de praktische toepassing van de bepalingen betreffende restaurant– en cateringdiensten te onderzoeken en in voorkomend geval passende voorstellen aan de Raad voor te leggen.
LIMITE NL
Artikel 57
De Raad en de Commissie zijn het erover eens dat met dit voorstel niet vooruitgelopen wordt op de toetsing van de plaats van belastingheffing op voor verbruik aan boord bestemde goederenleveringen en op diensten, met inbegrip van restaurantdiensten, verricht voor passagiers aan boord van schepen, vliegtuigen of treinen, als bedoeld in artikel 37 van Richtlijn 2006/112/EG i. Deze toetsing omvat uitdrukkelijk ook diensten verricht aan boord van schepen (waaronder cruiseschepen) en bestrijkt tevens de nieuwe regeling inzake de plaats van een dienst in artikel 57 van Richtlijn 2006/112/EG i.
Artikel 262
De Raad roept alle delegaties op ervoor te zorgen dat de lidstaten al het nodige doen opdat de krachtens artikel 262 vereiste aanvullende informatie vanaf 1 januari 2010 onder de lidstaten kan worden uitgewisseld.
De Raad verzoekt de Commissie om op basis van de door de lidstaten verstrekte gegevens in het oog te houden welke maatregelen door de lidstaten worden genomen, teneinde ervoor te zorgen dat alle nodige maatregelen voor informatie-uitwisseling door alle lidstaten effectief worden toegepast vóór de datum van inwerkingtreding van de richtlijn.
Ad artikel 4:
Artikel 56
Teneinde belastingheffing op de plaats van verbruik te garanderen, verzoekt de Raad de Commissie de verschillende aspecten van het huren van pleziervaartuigen te bestuderen, en, zo nodig, de Raad passende voorstellen voor te leggen.
LIMITE NL
Ad artikel 5:
Artikel 58
De Raad verzoekt de Commissie de praktische toepassing van de in artikel 58 bedoelde diensten te onderzoeken en in voorkomend geval passende voorstellen aan de Raad voor te leggen.
Artikel 58
De Raad en de Commissie achten het consequent dat een lidstaat een voor btw-doeleinden in een lidstaat geïdentificeerde belastingplichtige die krachtens artikel 58 vanuit een andere lidstaat diensten verricht zonder gebruik te maken van de bijzondere regeling waarin bij de artikelen 369 bis tot en met 369 undecies wordt voorzien, ertoe verplicht bij zijn aangifte dezelfde gegevens te vermelden als die welke voorgeschreven zijn bij artikel 369 octies. Zij zijn het erover eens dat een dergelijke verplichting overeenkomstig artikel 273 kan worden opgelegd, mits er niet louter voor de niet in die lidstaat gevestigde personen administratieve lasten uit voortvloeien.
II. Ad het voorstel voor een richtlijn 200Y/YYY/EG van de Raad tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG i vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn
Ad artikel 2, punten 2) en 4), en artikel 5
De Raad en de Commissie verklaren dat met "in rekening gebrachte belasting" of "geheven belasting" wordt gedoeld op de belasting die door de belastingplichtige met betrekking tot voor hem verrichte goederenleveringen of diensten verschuldigd of betaald is.
Ad artikel 27, lid 1
De Raad verklaart dat het begrip "daadwerkelijke teruggaaf" ook andere vormen van voldoening aan het teruggaafverzoek van de aanvrager bestrijkt, zoals saldering, verrekening, beslag en verpanding.
LIMITE NL
III. Ad Verordening (EG) nr. ZZZ/200Z van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1798/2003 i met betrekking tot de invoering van een regeling voor administratieve samenwerking in het kader van de bepalingen betreffende de plaats van een dienst, het eenloketsysteem en de btw-teruggaafprocedure.
Ad artikel 2:
Artikel 5, lid 3
De lidstaten zijn van mening dat de nodige voorrang moet worden gegeven aan verzoeken om inlichtingen uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 i van de Raad met betrekking tot diensten waarvoor de belastingplichtige gebruikt maakt of verkiest geen gebruik te maken van de bijzondere regeling bedoeld in titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 3, van Richtlijn 2006/112/EG i. In de operationele verklaring van beste praktijken zou worden gepreciseerd dat die verzoeken om inlichtingen per definitie niet systematisch mogen zijn, en alleen mogen worden ingediend door een lidstaat die niet tevreden is over het antwoord op een eerder verzoek dat rechtstreeks aan de belastingplichtige gericht was; tevens zou die verklaring een afspiegeling moeten zijn van de algemene beginselen aangaande het verband tussen artikel 5 en artikel 40 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 i, vooral voor de gevallen waarin:
-
-een verzoek van een lidstaat overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder a), als "administratief
onevenredig zwaar belastend" wordt beschouwd. Het leidend beginsel is dat dit niet het geval is bij een verzoek van een verzoekende autoriteit aan de aangezochte autoriteit van een lidstaat van vestiging aangaande een belastingplichtige over wie de verzoekende autoriteit gedurende twee jaar geen verzoek heeft toegezonden of over wie de aangezochte autoriteit voor hetzelfde belastingtijdvak niet reeds de relevante inlichtingen heeft gezonden, hetzij als resultaat van een op eigen initiatief uitgevoerd onderzoek, hetzij in reactie op een verzoek van de verzoekende autoriteit van een andere lidstaat van verbruik. In deze context moet de verklaring van beste praktijken ook ingaan op andere elementen die de aangezochte autoriteit administratief onevenredig zwaar kunnen belasten, zoals in
geval van meervoudige verzoeken van lidstaten;
LIMITE NL
-
-van een verzoekende lidstaat overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b) is vastgesteld dat
hij "voor het verkrijgen van de inlichtingen eerst een beroep heeft gedaan op alle gebruikelijke bronnen die hij in de gegeven omstandigheden had kunnen benutten". Het leidend beginsel is dat dit het geval is wanneer de verzoekende autoriteit een belastingplichtige voordien verzocht heeft de in artikel 369 duodecies bedoelde boekhouding met voldoende gegevens beschikbaar te stellen in verband met diensten waarvoor de belastingplichtige gebruik maakt van de bijzondere regeling van titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 3, van Richtlijn 2006/112/EG i, of voordien een belastingplichtige die ervoor gekozen heeft geen gebruik te maken van die bijzondere regeling om inlichtingen
heeft verzocht.
Ad de artikelen 17 en 18
De Commissie bevestigt dat zij voornemens is Verordening (EG) nr. 1925/2004 i van de Commissie van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 1798/2003 i van de Raad aan te passen aan het feit dat de lidstaten informatie moeten uitwisselen zodat zij een behoorlijke controle kunnen uitoefenen over elektronische diensten, telecommunicatiediensten en radio- en televisieomroepdiensten verricht door belastingplichtigen die in de Gemeenschap gevestigd zijn. Bij deze aanpassing zal de Commissie passende aandacht besteden aan de behoeften van zowel de lidstaten van identificatie als de lidstaten van verbruik, zodat de inlichtingen die moeten worden uitgewisseld in verhouding staan tot de controlebehoeften en geen onnodige lasten met zich meebrengt voor de lidstaat die de inlichtingen toezendt of de lidstaat die de inlichtingen ontvangt.
LIMITE NL