Richtsnoeren inzake de implementatie en evaluatie van de beperkende maatregelen (sancties) in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 15-06-2012 |
---|---|
Publicatiedatum | 22-01-2013 |
Kenmerk | 11205/12 |
Van | General Secretariat of the Council |
Aan | Delegations |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN Brussel, 15 juni 2012 (21.06)
DE EUROPESE UNIE PUBLIC (OR. en)
11205/12
LIMITE
PESC 716 RELEX 531 CONUN 84 COARM 136 FIN 425
NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties nr. vorig doc.: 17464/09 PESC 1746 RELEX 1211 CONUN 145 COARM 78 FIN 576 Betreft: Richtsnoeren inzake de implementatie en evaluatie van de beperkende
maatregelen (sancties) in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU
Voor de delegaties gaan in de bijlage de geactualiseerde richtsnoeren inzake de implementatie en evaluatie van de beperkende maatregelen (sancties) in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, die op 8 februari, 28 februari, 24 april, 29 mei en 13 juni 2012 door de Groep raden buitenlandse betrekkingen/sanctiessamenstelling zijn overeengekomen. De groep heeft op 15 juni 2012 in een stilzwijgende procedure met de tekst ingestemd.
11205/12 ons/JEL/dp 1
RICHTSNOEREN INZAKE DE IMPLEMENTATIE EN EVALUATIE
VAN DE BEPERKENDE MAATREGELEN (SANCTIES) IN HET
KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN
VEILIGHEIDSBELEID VAN DE EU
I. Inleiding..................................................................................................................................... 4 II. Beginselen .................................................................................................................................. 5
A. Doelstellingen ................................................................................................................... 5 B. Juridische kwesties............................................................................................................ 6 C. Doelgerichte maatregelen.................................................................................................. 8 D. Lijsten van beoogde personen en entiteiten ...................................................................... 9 E. Vrijstellingen................................................................................................................... 12 F. Uitwisseling van informatie en rapportagevereisten....................................................... 13 G. Verstrijking of toetsing van beperkende maatregelen..................................................... 14 H. Implementatie van resoluties van de VN-Veiligheidsraad.............................................. 16 I. Bevoegdheid.................................................................................................................... 19 J. Jurisdictie ........................................................................................................................ 20 K. Naleving .......................................................................................................................... 20 L. Toenadering en communicatie ........................................................................................ 21
III. Standaardformuleringen voor rechtsinstrumenten ............................................................ 22 A. Definities ......................................................................................................................... 22 B. Wapenembargo’s............................................................................................................. 24 C. Restricties op uitrusting voor binnenlandse repressie en andere specifieke in- en
uitvoer ............................................................................................................................. 28 D. Inreisbeperkingen (visum- of reisverbod) ....................................................................... 30 E. Financiële restricties........................................................................................................ 33 F. Niet-aansprakelijkheidsclausule...................................................................................... 38 G. "Geen vorderingen"-clausule ......................................................................................... 39 H. Jurisdictie ........................................................................................................................ 40 I. Inbreuken......................................................................................................................... 40 J. Verstrijking/toetsing........................................................................................................ 41 IV. Monitoring en evaluatie van beperkende maatregelen ....................................................... 42 BIJLAGE I: Aanbevelingen voor werkmethodes voor autonome sancties van de EU............ 44 BIJLAGE II: Lijst van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt....... 55
I. Inleiding
-
1.Uit de uitgebreide ervaring van de Europese Unie bij het ontwerpen, implementeren, opleggen en controleren van de beperkende maatregelen (sancties) in het kader van het GBVB 1 is
gebleken dat het wenselijk is de implementatie te standaardiseren en de implementatiemethoden
te versterken. Deze richtsnoeren 2 zijn bedoeld voor een aantal algemene kwesties
en bieden een standaardformulering en gemeenschappelijke definities ten behoeve van de rechtsinstrumenten die worden gehanteerd om beperkende maatregelen toe te passen. De richtsnoeren bevatten evenwel geen uitleg over het politieke proces dat leidt tot het besluit om
die beperkende maatregelen op te leggen dan wel in te trekken 3 .
De belangrijkste stappen die leiden tot het vaststellen van autonome beperkende maatregelen van de Europese Unie en de respectieve rollen van de diverse actoren in dit proces staan in de
Aanbevelingen voor werkmethodes voor autonome sancties van de EU in bijlage I 4 .
De EU heeft voorts beste praktijken betreffende de doeltreffende implementatie van financiële
beperkende maatregelen 5 opgesteld, waarin aanbevelingen worden gedaan voor de
doeltreffende implementatie van beperkende maatregelen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving.
1 Zie website van de EDEO, lijst van geldende beperkende maatregelen
http://eeas.europa.eu/cfsp/sanctions/index_en.htm
2 De Raad heeft op 8 december 2003 een eerste versie van de richtsnoeren aangenomen
(doc. 15579/03); op 1 december 2005 werd een bijgewerkte versie overeengekomen (doc. 15114/05) en vervolgens op 22 december 2009 (doc. 17464/09).
3 Wat betreft de beleidsaspecten wordt gememoreerd dat de Raad op 14 juli 2004 fundamentele
beginselen voor het gebruik van beperkende maatregelen (sancties) heeft aangenomen (doc. 10198/1/04).
4 Doc. 18920/12.
5 Doc. 8666/1/2008 REV 1.
II. Beginselen
A. Doelstellingen
-
2.In het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid kan de Raad
beslissen beperkende maatregelen tegen derde landen, entiteiten of individuen op te leggen. Deze maatregelen moeten sporen met de GBVB-doelstellingen, zoals deze zijn beschreven in artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).
-
3.Bepaalde beperkende maatregelen worden door de Raad opgelegd ter uitvoering van
resoluties die door de VN-Veiligheidsraad krachtens hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties zijn aangenomen. Wanneer maatregelen resoluties van de VN-Veiligheidsraad uitvoeren, dienen de EU-rechtsinstrumenten strikt te sporen met deze resoluties. De EU kan evenwel besluiten maatregelen toe te passen die beperkender zijn. Wanneer het niet mogelijk is beperkende maatregelen te nemen in het kader van de VN, moet de Europese Unie de internationale gemeenschap aansporen meer steun te geven aan haar autonome maatregelen.
-
4.Algemeen gezien legt de EU beperkende maatregelen op om een verandering teweeg te
brengen in het beleid of de activiteit van het land van bestemming, een deel van het land, de regering, entiteiten of individuen, overeenkomstig de doelstellingen die in het GBVB-besluit van de Raad worden uiteengezet. Bijgevolg zal de EU de beperkende maatregelen aanpassen wanneer er zich met betrekking tot de doelstellingen van het GBVB-besluit van de Raad ontwikkelingen voordoen. Indien mogelijk kan in rechtsinstrumenten waarbij beperkende maatregelen worden opgelegd, melding worden gemaakt van stimulansen voor de nodige verandering in het beleid of de activiteit, voor zover deze sporen met de algehele strategie van de Europese Unie ten aanzien van het betrokken derde land. Van belang is ervoor te zorgen dat dergelijke stimulansen geen beloning inhouden voor niet-naleving. De EU en de lidstaten moeten actief en stelselmatig communiceren over EU-sancties, ook met het land waarop de sancties gericht zijn en de bevolking ervan.
-
5.Het doel van elke maatregel dient duidelijk te worden geformuleerd en consistent te zijn met
de algehele strategie van de Unie in het betrokken gebied. Zowel de totaalstrategie als het specifieke doel moeten worden gememoreerd in de inleidende alinea's van het rechtsinstrument van de Raad waarbij de maatregel wordt opgelegd. De beperkende maatregelen hebben geen economische motivering. De EU moet ervoor zorgen dat de doelstellingen stroken met het beleid en de maatregelen in ruimere zin van de EU/VN en de regio's.
-
6.De rechtsinstrumenten zullen op gezette tijden worden geëvalueerd teneinde de doeltreffendheid
van de aangenomen beperkende maatregelen in het licht van de genoemde doelstellingen te beoordelen. Deze beoordeling zal door de bevoegde werkgroepen en comités van de Raad worden uitgevoerd, eventueel op basis van verslagen van de EU-missiehoofden.
B. Juridische kwesties
-
7.Zoals hierboven reeds is aangegeven, legt de Raad beperkende maatregelen op in het kader
van het GBVB. De Raad stelt eerst een GBVB-besluit vast overeenkomstig artikel 29 van het VEU. De maatregelen waarin in dat besluit van de Raad is voorzien, worden op het niveau van de EU of op nationaal niveau toegepast. Maatregelen zoals wapenembargo's of inreisbeperkingen worden rechtstreeks toegepast door de lidstaten, die wettelijk verplicht zijn om in overeenstemming met de GBVB-besluiten van de Raad te handelen. Andere maatregelen die gericht zijn op verbreking of gehele of gedeeltelijke beperking van de economische betrekkingen met een derde land, onder meer maatregelen betreffende het bevriezen van tegoeden of economische middelen, worden toegepast aan de hand van een verordening die door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt vastgesteld op basis van een gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie op grond van artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het Europees Parlement moet hiervan in kennis worden gesteld. Die verordeningen zijn bindend en rechtstreeks toepasselijk in de gehele EU, en zijn onderworpen aan rechterlijke toetsing door het Hof van Justitie en het Gerecht in Luxemburg. GBVB-besluiten van de Raad die voorzien in beperkende maatregelen ten aanzien van natuurlijke en rechtspersonen zijn eveneens onderworpen aan rechterlijke toetsing.
-
8.Bij het opleggen van de beperkende maatregelen dient de juridische context te worden
beschreven. Naast de desbetreffende bepalingen in het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan dit bestaan uit verwijzingen naar ter zake doende resoluties van de VN-Veiligheidsraad of andere toepasselijke bepalingen van het internationaal recht. Met het oog op duidelijkheid en transparantie moet ernaar worden gestreefd deze verwijzingen zo volledig mogelijk weer te geven.
-
9.De invoering en implementatie van beperkende maatregelen moet altijd in overeenstemming
zijn met het internationaal recht. De maatregelen moeten de mensenrechten en de fundamentele vrijheden eerbiedigen, in het bijzonder de eerlijke rechtsbedeling en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte. De opgelegde maatregelen moeten altijd in verhouding staan tot het nagestreefde doel.
-
10.De beperkende maatregelen dienen, zoals hierboven reeds is aangegeven, met name te worden
opgesteld in het licht van de in artikel 6, lid 3, van het VEU vervatte verplichting voor de EU om de grondrechten te eerbiedigen zoals die worden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten voortvloeien, als algemene beginselen van het recht van de Unie.
-
11.De beperkende maatregelen dienen tevens te worden getroffen met oog voor de internationale
verplichtingen van de Unie en haar lidstaten, inzonderheid de WTO-overeenkomsten. De Algemene overeenkomst inzake tarieven en handel (GATT) en de Algemene overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) zijn van toepassing wanneer beperkende maatregelen gevolgen hebben voor de handel in goederen of diensten met derde landen. Artikel XXI van de GATT maakt invoer- en uitvoerrestricties mogelijk die ofwel van toepassing zijn op wapens en militaire uitrusting, ofwel worden opgelegd overeenkomstig verplichtingen uit het Handvest van Verenigde Naties tot handhaving van de internationale vrede en veiligheid. Artikel XIV bis van de GATS voorziet in een gelijkaardige uitzondering. Handelsbeperkende maatregelen die niet onder deze categorieën vallen, dienen te voldoen aan de voorwaarden van artikel XX van de GATT en artikel XIV van de GATS en kunnen in sommige gevallen onverenigbaar zijn met de WTO-voorschriften.
-
12.Indien EU-maatregelen strijdig zijn met de internationale verplichtingen van de EU of haar
lidstaten, kan het zijn dat er een gemeenschappelijke aanpak van dergelijke conflicten moet worden ontwikkeld.
C. Doelgerichte maatregelen
-
13.De genomen maatregelen dienen te zijn gericht tegen degenen van wie is vastgesteld dat zij
verantwoordelijk zijn voor de beleidsdaden of acties welke aanleiding hebben gegeven tot het besluit van de EU om beperkende maatregelen op te leggen en tegen degenen die voordeel hebben bij en steun verlenen aan die beleidsdaden en acties. Dergelijke doelgerichte maatregelen zijn doeltreffender dan algemene maatregelen en beperken de nadelige gevolgen voor degenen die niet voor de beleidsdaden of acties verantwoordelijk zijn tot een minimum.
-
14.De in een gegeven situatie gebruikte maatregelen variëren naargelang van de doelstellingen
van de beperkende maatregelen en de verwachte doeltreffendheid ervan voor het verwezenlijken van deze doelstellingen in de specifieke omstandigheden, en weerspiegelen aldus de gerichte en gedifferentieerde aanpak van de EU. Het betreft onder meer het bevriezen van tegoeden en economische middelen, inreisbeperkingen, wapenembargo's, embargo's op uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, andere uitvoerrestricties, invoerrestricties, en vliegverboden. Er wordt tevens gebruik gemaakt van het verbod op het verlenen van financiële diensten, ook in het kader van verbodsbepalingen voor de uitvoer van bepaalde producten, alsook van investeringsverboden. In deze context is ook gebruik gemaakt van voor een bepaalde sector geldende verbodsbepalingen of maatregelen teneinde te voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van uitrusting, technologie of software voor toezicht op en interceptie van internetcommunicatie of andere vormen van communicatie.
D. Lijsten van beoogde personen en entiteiten
-
15.De lijst van beoogde personen en entiteiten moet de grondrechten als bepaald in het Verdrag
betreffende de Europese Unie eerbiedigen. Met name moet een eerlijke rechtsgang voor de op de lijst te plaatsen personen en entiteiten worden gewaarborgd in volledige overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, onder meer wat betreft de rechten van de verdediging en het beginsel van daadwerkelijke rechtsbescherming.
-
16.Om te kunnen besluiten dat personen of entiteiten aan doelgerichte beperkende maatregelen
onderworpen worden, zijn duidelijke, op elk specifiek geval toegesneden criteria nodig waarmee bepaald kan worden welke personen en entiteiten op de lijst komen en die criteria moeten ook gelden bij het verwijderen van personen en entiteiten uit die lijst. Deze duidelijke criteria zullen worden opgenomen in het GBVB-rechtsinstrument. Dit geldt met name voor maatregelen ter bevriezing van tegoeden en economische middelen, zowel wanneer personen op een lijst worden geplaatst in het kader van maatregelen tegen één of meer derde landen, als wanneer individuen en entiteiten rechtstreeks worden beoogd.
-
17.Voorstellen voor plaatsing op een lijst plaatsen moeten vergezeld gaan van nauwkeurige,
bijgewerkte en verdedigbare motiveringen. Er is een reeks aanbevelingen opgenomen in de werkmethodes voor autonome sancties van de EU in bijlage I bij dit document, die ook betrekking hebben op de kennisgeving en de voorlichting over het recht standpunten kenbaar te maken, alsook op praktische kwesties voor plaatsing op en verwijdering uit de lijst.
-
18.Wanneer een GBVB-besluit voorziet in beperkende maatregelen die niet alleen op de
verantwoordelijken voor bepaalde beleidsdaden of acties, maar ook op hun familieleden zijn gericht, mogen kinderen jonger dan 18 jaar in principe niet worden beoogd.
-
19.Personen, entiteiten of organisaties waartegen financiële sancties zijn gericht, moeten
duidelijk worden geïdentificeerd in de bijlage teneinde ervoor te zorgen dat de werkingssfeer van de sancties nauwkeurig wordt omschreven.
-
20.Identificatiegegevens zijn van cruciaal belang om te garanderen dat doelgerichte beperkende
maatregelen geen weerslag hebben op niet-beoogde personen en entiteiten, inzonderheid om de privé-sector bij te staan bij de uitvoering van die maatregelen. Er kan niet worden uitgesloten dat in sommige gevallen de tegoeden van een persoon worden bevroren of dat de inreis wordt geweigerd zonder dat dit eigenlijk de bedoeling was, omdat de identificatiegegevens overeenstemmen met die van een op de lijst geplaatste persoon. De lidstaten en de Commissie dienen procedures in te stellen die waarborgen dat hun bevindingen inzake claims betreffende vermeende identiteitsverwisselingen consistent zijn. De beste praktijken van de
EU voor de doeltreffende implementatie van financiële beperkende maatregelen 6 doen daartoe
een aantal aanbevelingen.
-
21.Om de doeltreffendheid van beperkende maatregelen te verbeteren, moeten zoveel mogelijk
specifieke identificatiegegevens beschikbaar zijn op het tijdstip van identificatie en bekendgemaakt worden op het tijdstip van aanneming van de beperkende maatregelen. Identificatiegegevens van individuen en entiteiten dienen zoveel mogelijk te worden gestandaardiseerd. Voor de natuurlijke personen die op een lijst staan, moet de informatie in het bijzonder de namen (waar mogelijk in de oorspronkelijke taal) omvatten, met een goede transliteratie overeenkomstig de in reisdocumenten gebruikte of overeenkomstig de norm van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO), aliassen, geslacht, geboortedatum en - plaats, nationaliteit en huidig adres, identificatienummer of paspoortnummer. Voor groepen, rechtspersonen of entiteiten is het de bedoeling dat de informatie in het bijzonder de volgende gegevens omvat: volledige naam, voornaamste plaats van bedrijvigheid, plaats van registratie van de zetel, datum en nummer van registratie. Een modelformulier gaat als bijlage bij deze richtsnoeren.
6 Doc. 8666/1/08 REV 1.
-
22.De EU dient er steeds naar te streven dat de identificatiegegevens die werden verstrekt toen
een persoon op een lijst werd opgenomen, voldoende precies zijn om een ondubbelzinnige identificatie van de beoogde persoon mogelijk te maken. Wanneer een persoon of entiteit eenmaal op de lijst staat, moeten de identificatiegegevens geregeld worden getoetst zodat ze verfijnd of verruimd kunnen worden; daartoe wordt een beroep gedaan op al wie hieraan kan bijdragen, in het bijzonder de hoofden van de EU-missies in de betrokken derde landen, de bevoegde autoriteiten en instanties van de lidstaten en financiële instellingen. Bijgewerkte lijsten met aanvullende identificatiegegevens worden aangenomen volgens de in het basisbesluit bepaalde procedure.
-
23.Wat betreft maatregelen waarbij reisbeperkingen worden opgelegd is de lidstaat die op het
moment dat het instrument met deze lijsten wordt vastgesteld, het voorzitterschap van de Raad van de EU bekleedt, verantwoordelijk voor het invoeren van de gegevens in het SIS. Als die lidstaat geen gegevens in het SIS kan invoeren omdat hij geen toegang tot het SIS heeft of niet deelneemt aan dit deel van het Schengenacquis, moet de lidstaat die in het daaropvolgende halfjaar het voorzitterschap bekleedt de gegevens invoeren. De lidstaat die de signalering invoert is er ook verantwoordelijk voor. De lidstaat is met name te allen tijde
verantwoordelijk voor noodzakelijke bijwerkingen, correcties en/of verwijderingen 7 .
-
24.Teneinde de particuliere sector bij te staan bij de toepassing van financiële beperkingen heeft
de Commissie in juni 2004 een website ingesteld die toegang biedt tot onder meer een geconsolideerde lijst van personen en entiteiten die onderworpen zijn aan financiële sancties,
en tot een overzicht van de geldende beperkende maatregelen 8 .
7 Zie document 8665/08.
8 http://eeas.europa.eu/cfsp/sanctions/index_en.htm
E. Vrijstellingen
-
25.Het is zaak dat de rechtsinstrumenten betreffende financiële restricties, inreisbeperkingen en
andere beperkende maatregelen voorzien in de nodige vrijstellingen, inzonderheid in verband met de basisbehoeften van de beoogde personen, juridische kosten, buitengewone uitgaven of, indien van toepassing, humanitaire behoeften of internationale verplichtingen, ook van de gastlanden van internationale organisaties of de OVSE, ten aanzien van de diverse beperkende maatregelen.
-
26.De bevoegde autoriteiten dienen de vrijstellingen per geval te verlenen, zodat zij alle
betrokken belangen zullen kunnen beoordelen en voorwaarden kunnen opleggen die garanderen dat de vrijstellingen het doel van de maatregel niet dwarsbomen of omzeilen. De vrijstellingen dienen te worden verleend op basis van de desbetreffende wetgevingsinstrumenten. Redenen tot vrijstelling van één beperkende maatregel (bijvoorbeeld financiële beperkingen) rechtvaardigen niet automatisch vrijstelling van een andere maatregel (bijvoorbeeld inreisbeperkingen) die de betrokken persoon of entiteit raakt (zie deel III: A, D en E).
-
27.Indien een verzoek om vrijstelling voor het vrijgeven of beschikbaar stellen van tegoeden of
economische middelen betrekking heeft op een activiteit die volgens het rechtsinstrument in kwestie verboden is (en die niet valt onder een eerdere contractbepaling of een soortgelijke vrijstellingsbepaling), moet de bevoegde instantie de vrijstelling weigeren. Dat geldt ook als de vrijstellingsbepaling in kwestie niet uitdrukkelijk de mogelijkheid biedt van een weigering in dergelijke situaties.
-
28.In gevallen waarin tegoeden of economische middelen bij wijze van uitzondering mogen
worden vrijgegeven om een beoogde persoon of entiteit of een beoogd lichaam in staat te stellen een uit een eerder contract voortvloeiende verplichting na te komen (zie de standaardformulering in punt 86), geldt de vrijstelling, in gevallen waarin een bevriezing van tegoeden geldt voor de tegoeden en economische middelen van een kredietinstelling of financiële instelling, voor de vrijmaking van tegoeden uit rekeningen van niet-beoogde personen of entiteiten bij de beoogde kredietinstelling of financiële instelling, mits de rekening is geopend voor de datum waarop de beoogde entiteit op de lijst is geplaatst. De bevoegde instanties moeten hun beslissingsbevoegdheid gebruiken om passende voorwaarden op te leggen die ervoor moeten zorgen dat de rekeningen niet in gebruik blijven alsof er niets aan de hand is.
F. Uitwisseling van informatie en rapportagevereisten
-
29.De bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie hebben elk specifieke taken wat
betreft de implementatie en toepassing van de beperkende maatregelen. Om ervoor te zorgen dat die maatregelen, inclusief de verleende vrijstellingen, op een coherente manier worden toegepast, is het van essentieel belang dat alle betrokkenen de relevante informatie uitwisselen, overeenkomstig de bepalingen van elk GBVB-besluit en elke verordening. De rechtsinstrumenten van de EU moeten in die uitwisseling voorzien. De lidstaten wordt verzocht de EDEO en de Commissie in kennis te stellen van gegevens die bij de toepassing van vrijstellingen worden vergaard, teneinde de kwaliteit van bovengenoemde identificatiegegevens te verbeteren.
-
30.Wanneer verordeningen tot uitvoering van beperkende maatregelen voorschrijven dat
specifieke taken door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten worden uitgevoerd, worden de door elke lidstaat als bevoegd aangewezen autoriteiten opgenomen in een bijlage bij de verordening of wordt hiernaar indirect verwezen door in een bijlage bij de verordening de internetpagina's van elke lidstaat te vermelden waar informatie over zijn betrokken bevoegde autoriteiten kan worden gevonden.
G. Verstrijking of toetsing van beperkende maatregelen 9
-
31.De Raad dient de situatie te blijven volgen met inachtneming van het specifieke doel van de
maatregel en alle verdere belangrijke punten van overweging, en telkens wanneer de politieke context verandert dient hij een specifieke evaluatie uit te voeren.
-
32.Met geregelde beoordelingen van sanctieregelingen door de daarvoor in aanmerking komende
voorbereidende instanties van de Raad, waar nodig bijgestaan door de EDEO, de Commissie en de hoofden van missies, moet het mogelijk zijn de maatregelen bij te stellen, zoals nodig, afhankelijk van de ontwikkelingen met betrekking tot de gestelde doelen en de
doeltreffendheid van de maatregelen in dat opzicht.
-
33.Wanneer het wenselijk wordt geacht, kunnen er in het rechtsinstrument specifieke criteria
voor de intrekking van de beperkende maatregelen worden opgenomen, maar normaliter zal
een goede definitie van het specifieke doel van de maatregel volstaan.
-
34.Wanneer er niet aan de criteria is voldaan of de specifieke doelstellingen niet zijn bereikt,
moeten de maatregelen gehandhaafd worden, tenzij de Raad anders besluit. Het GBVB- rechtsinstrument dient derhalve, naargelang het besluit van de Raad, hetzij een vervaldatum hetzij een toetsingsclausule te hebben, als garantie dat snel genoeg overleg wordt gepleegd over de noodzaak om de beperkende maatregelen te verlengen. Over de verstrijkings- of toetsingsdatum kan een besluit worden genomen met inachtneming van de ter zake doende feiten en overwegingen (bijvoorbeeld data van komende verkiezingen of vredesonderhandelingen die tot een andere politieke context kunnen leiden).
9 De punten in dit deel hebben hoofdzakelijk betrekking op autonome sancties van de EU. Voor
de uitvoering van sancties waartoe de VN hebben besloten, zie onder H, met name punt 42.
-
35.Indien er in het GBVB-rechtsinstrument een einddatum voor beperkende maatregelen is
vastgesteld, dient de Raad tot overeenstemming over de verlenging ervan te komen. Willen beperkende maatregelen doeltreffend zijn, dan moeten ze worden ingetrokken wanneer de doelstellingen ervan zijn verwezenlijkt. Het verstrijken van de termijn zal dus een gelegenheid zijn de beperkende maatregelen nogmaals te bezien en te beoordelen of de doelstellingen zijn
bereikt.
-
36.In de gevallen waarin het GBVB-rechtsinstrument een einddatum bevat, dient een einddatum
in de verordening die uitvoering geeft aan het GBVB-rechtsinstrument normaliter te worden
vermeden:
– aangezien de verordeningen uitvoering geven aan het GBVB-besluit, moeten zij worden
ingetrokken indien het GBVB-rechtsbesluit niet langer van toepassing is 10 .
Verordeningen moeten worden ingetrokken op het moment dat of onmiddellijk nadat het GBVB-rechtsinstrument niet langer van toepassing is. Indien in uitzonderlijke gevallen de verordeningen met terugwerkende kracht moeten worden ingetrokken, is het wenselijk deze periode zo kort mogelijk te houden;
– indien de maatregelen door een later GBVB-rechtsinstrument verlengd worden,
betekent wijziging van de einddatum van de verordening of vaststelling van een nieuwe verordening met dezelfde bepalingen alleen maar administratieve last, die men moet zien te vermijden. Vooral indien er op het laatste moment tot verlenging wordt beslist, kan het zijn dat de maatregelen in afwachting van wijziging of vaststelling van een verordening niet van toepassing zijn.
10 Zie artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
-
37.Bijgevolg is het verkieslijk de verordening onverminderd rechtsgeldig te laten zijn tot zij
wordt ingetrokken. Ten behoeve van duidelijkheid en transparantie moet worden overwogen
om een geconsolideerde tekst 11 vast te stellen wanneer GBVB-besluiten of verordeningen ten minste driemaal gewijzigd zijn 12 .
H. Implementatie van resoluties van de VN-Veiligheidsraad
ieuwe maatregelen
-
38.Krachtens het Handvest van de VN is de Veiligheidsraad bevoegd op een voor alle leden van de VN bindende wijze 13 te besluiten welke beperkende maatregelen moeten worden genomen
om de internationale vrede en veiligheid in stand te houden of te herstellen. Het is zaak dat de EU die beperkende maatregelen van de VN zo snel mogelijk uitvoert. Indien het gaat om snel circulerende tegoeden, is snel bevriezen van groot belang. In dergelijke gevallen zou elke lidstaat de toepassing van voorlopige nationale maatregelen op financieel gebied in overweging kunnen nemen. De EU dient ernaar te streven zonder uitstel en uiterlijk 30 dagen na de aanneming van de resolutie van de VN-Veiligheidsraad de nodige omzettingswetgeving vast te stellen. Als lijsten moeten worden bijgewerkt omdat de VN heeft besloten nieuwe personen of entiteiten op de lijst te plaatsen, moeten de noodzakelijke wijzigingen op de
wetgevingshandelingen van de EU zo snel mogelijk worden vastgesteld.
11 De vaststelling van een geconsolideerde tekst zou tot gevolg hebben dat de termijn om een
rechtsbesluit aan te vechten, opnieuw begint te lopen.
12 Het Bureau voor Officiële Publicaties maakt regelmatig geconsolideerde versies van
basisinstrumenten van EU-wetgeving, inclusief besluiten inzake beperkende maatregelen, bekend in het Publicatieblad; deze versies zijn toegankelijk via EUR-Lex. Zij dienen als documentatie en hebben geen juridische waarde. Opgemerkt zij dat de overwegingen van de wijzigingsbesluiten normaliter niet in de geconsolideerde versie worden opgenomen.
13 Zie artikel 25 en hoofdstuk VII van het VN-Handvest.
-
39.De EU-leden van de VN-Veiligheidsraad zullen ervoor trachten te zorgen dat, wanneer in dit
verband onderhandeld wordt over de resolutie van de VN-Veiligheidsraad, in de ruimst mogelijke mate en onverminderd hun verantwoordelijkheden krachtens het VN-Handvest rekening gehouden wordt met de belangen en de concrete behoeften van de EU
overeenkomstig artikel 34 van het VEU.
-
40.De huidige wetgevingsprocedure vereist dat een GBVB-rechtsinstrument en, op basis van een
gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie, een op het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie gestoelde uitvoeringsverordening van de Raad worden vastgesteld.
-
41.Ontwerpen van GBVB-rechtsinstrumenten en van gezamenlijke voorstellen voor
Raadsverordeningen van de hoge vertegenwoordiger en de Commissie moeten worden ingediend onmiddellijk nadat er Resoluties van de VN-Veiligheidsraad zijn aangenomen, en daarom is het van belang dat er snel informatie over ontwerpresoluties van de Veiligheidsraad wordt uitgewisseld. Deze aanpak moet de Raad in staat stellen het GBVB-rechtsinstrument en de verordening onverwijld en bij voorkeur gelijktijdig, of met een zo kort mogelijke
tussenperiode, vast te stellen.
-
42.Een standaardformulering voor wetgevingsteksten zal leiden tot een snellere uitvoering van
beperkende maatregelen van de VN. Voor het geval dat de EU beperkende maatregelen van de VN uitvoert, moeten de standaardformulering en de gemeenschappelijke definities worden
aangepast aan de resolutie van de VN-Veiligheidsraad.
-
43.Om EU-missies in New York regelmatig informatie te kunnen verstrekken over de
aangelegenheden die moeten worden aangepakt bij de implementatie van beperkende maatregelen van de VN in de EU, worden nota's met feedback onder de aandacht gebracht van EU-missies die vergaderen in het kader van de coördinatie op grond van artikel 34. Een
regelmatige dialoog tussen EU-missies in Brussel en New York en tussen EU- en VN- instellingen moet worden aangemoedigd, onder meer via gezamenlijke seminars, teneinde het inzicht in de problematiek te vergroten. Het verstrekken aan de EU-missies in Brussel van verslagen over de in New York gehouden sanctievergaderingen in het kader van de coördinatie op grond van artikel 34, is in dit opzicht belangrijk.
-
44.Gelet op het bindende karakter van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad is voor de
effectieve uitvoering van VN-maatregelen een onmiddellijk wetgevend optreden vereist. Er doet zich een bijzondere situatie voor wanneer de Veiligheidsraad besluit tot maatregelen die
op een bepaalde datum verstrijken. In een dergelijke situatie is een einddatum in rechtshandelingen van de EU niet dienstig aangezien de Veiligheidsraad de maatregel normaal gezien net vóór de einddatum zal vernieuwen. Er dient echter wel te worden vermeld dat de maatregelen gewijzigd of ingetrokken zullen worden, naar gelang het geval, overeenkomstig de beslissing van de Veiligheidsraad.
Verstrijken of intrekking van maatregelen
-
45.Indien de EU beperkende maatregelen enkel toepast ter uitvoering van resoluties van de
Veiligheidsraad, zou het niet correct zijn indien de voor de omzetting bedoelde rechtsinstrumenten gehandhaafd bleven wanneer de Veiligheidsraad heeft besloten de maatregelen in te trekken en daarom moeten de beperkende maatregelen binnen de kortst mogelijke termijn worden ingetrokken.
Vrijstellingen
-
46.Resoluties van de VN-Veiligheidsraad op grond van hoofdstuk VII zijn dwingend krachtens
het internationaal recht. Indien de EU beperkende maatregelen omzet waartoe de Veiligheidsraad bij resolutie heeft besloten, zullen vrijstellingen bijgevolg enkel mogelijk zijn als deze met de resolutie sporen. Belangrijk in dit verband is punt 38, inclusief ten aanzien van humanitaire vrijstellingen waarmee moet worden voldaan aan de basisbehoeften van de
beoogde personen.
Rapportage
-
47.Wanneer de resoluties van de VN-Veiligheidsraad in een rapportageverplichting voorzien,
kan een gezamenlijk EU-rapport betreffende de op EU-niveau genomen maatregelen bij de VN worden ingediend. In die gevallen vullen nationale en gezamenlijke rapportage elkaar
aan.
I. Bevoegdheid
-
48.Het GBVB-rechtsinstrument moet duidelijk maken welke beperkende maatregelen nodig
worden geacht om de doelstellingen ervan te realiseren en de basis te bieden voor een optreden van de Europese Unie waarbij de economische of financiële betrekkingen met het
betrokken derde land verbroken of beperkt worden.
De Unie kan wettelijke uitvoeringsmaatregelen aannemen via een verordening op basis van artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Indien de Unie niet bevoegd is, dient elk van de lidstaten de nodige wetgeving of uitvoeringsmaatregelen aan te nemen.
-
49.Wanneer beperkende maatregelen worden overwogen, dient de bevoegdheid van de Europese
Unie per geval te worden beoordeeld aan de hand van de toewijzing van bevoegdheden aan de Unie door de Verdragen. De praktijk is dat de Raad in het GBVB-instrument aangeeft dat "verder optreden door de Unie vereist is om bepaalde maatregelen uit te voeren", om aldus de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie de mogelijkheid te bieden een verordening voor te stellen waarbij de onder de bevoegdheid van de Unie vallende maatregelen worden uitgevoerd. Indien nauwkeurigheid
vereist is om te garanderen dat alle maatregelen tijdig worden uitgevoerd, dient het GBVB- instrument uitdrukkelijk aan te geven hoe dat per maatregel of deelmaatregel zal gebeuren.
-
50.Wanneer de Europese Unie over de nodige bevoegdheden beschikt om een verordening tot
uitvoering van de beperkende maatregelen aan te nemen, bepaalt zij dat de lidstaten regels moeten vastleggen inzake sancties wegens inbreuk op de verordening en alle maatregelen
dienen te treffen voor de uitvoering ervan.
J. Jurisdictie
-
51.Beperkende maatregelen van de EU moeten alleen gelden wanneer er banden zijn met de EU.
Hierbij moet worden gedacht aan situaties, uiteengezet in punt 88, op het grondgebied van de Europese Unie, aan boord van vliegtuigen of schepen van de lidstaten, met betrekking tot onderdanen van lidstaten, volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte bedrijven en andere entiteiten of iedere zakelijke transactie die geheel of gedeeltelijk binnen de
Europese Unie plaatsvindt.
-
52.Bijgevolg zal de EU geen wetgevingsinstrumenten vaststellen waarvan de extraterritoriale
toepassing in strijd is met het internationaal recht. De EU heeft de extraterritoriale toepassing van rechtsregels van een derde land waarbij beperkende maatregelen worden opgelegd en waarmee wordt beoogd het doen en laten vast te stellen van natuurlijke en rechtspersonen die onder de jurisdictie van de lidstaten van de Europese Unie vallen, veroordeeld als strijdig met
het internationale recht 14 .
K. Naleving
-
53.De lidstaten moeten maatregelen nemen die garanderen dat beperkende maatregelen worden
nageleefd.
-
54.Een in een lidstaat van de EU erkende entiteit mag onder meer een door haar gecontroleerd
bedrijf niet gebruiken als middel om een verbod te omzeilen, ook niet als dat bedrijf niet in de EU erkend is, en mag daar evenmin opdracht toe geven.
14 Verordening (EG) nr. 2271/96 i en Gemeenschappelijk Optreden 96/668/GBVB van
22 november 1996 inzake maatregelen tot bescherming tegen de gevolgen van de extraterritoriale toepassing van rechtsregels uitgevaardigd door een derde land en daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen (PB L 309 van 29.11.1996, blz. 1 en blz. 7).
-
55.Van een in de EU erkende entiteit wordt verwacht dat zij, indien passend, de door haar
gecontroleerde bedrijven ter kennis brengt dat er nieuwe beperkende maatregelen van de EU zijn zodat deze maatregelen volledig worden meegenomen bij het bepalen van het beleid van het bedrijf.
L. Toenadering en communicatie
-
56.De beperkende maatregelen van de EU worden doeltreffender als derde landen soortgelijke
maatregelen vaststellen. Daarom verdient het in beginsel de voorkeur dat sancties in het kader van de VN worden ingesteld. Als dat niet kan moet de EU in de internationale gemeenschap zoeken naar een zo breed mogelijk draagvlak voor het uitoefenen van druk op het bedoelde land.
-
57.Wanneer de EU autonome sancties instelt, moet zij toenadering zoeken en zodoende actief
trachten te bewerkstelligen dat relevante derde landen meewerken en indien mogelijk soortgelijke maatregelen nemen om zoveel mogelijk te voorkomen dat er naar alternatieven wordt gezocht, alsmede om het effect van de beperkende maatregelen te vergroten. Vooral kandidaat-lidstaten moet stelselmatig worden verzocht zich aan te sluiten bij de door de EU opgelegde maatregelen. Daarnaast moeten de uniforme en consequente interpretatie en de daadwerkelijke uitvoering van VN-sancties regelmatig aan de orde worden gesteld in het overleg met belangrijke partners. De EU-delegaties moeten ten volle bij dit proces worden betrokken.
-
58.De EU en de lidstaten moeten actief en stelselmatig communiceren over EU-sancties teneinde
deze sancties zichtbaar te maken en te voorkomen dat ze, in het bijzonder door de plaatselijke burgerbevolking, verkeerd worden opgevat. Deze communicatie zal er tevens voor zorgen dat
de maatregelen een maximaal politiek effect sorteren. Gezamenlijke boodschappen moeten samen met de Groep Relex in de betrokken geografische groep worden besproken wat betreft de juridische, technische en horizontale gevolgen van de maatregelen.
III. Standaardformuleringen voor rechtsinstrumenten
De standaardformuleringen van dit hoofdstuk moeten worden gebruikt voor alle relevante rechtsinstrumenten betreffende beperkende maatregelen van de EU, tenzij het nodig is een andere formulering te gebruiken om een resolutie van de VN-Veiligheidsraad correct uit te voeren.
De standaardbepalingen voor vrijstellingen moeten indien nodig worden aangepast.
A. Definities
Voor beperkende maatregelen van de EU gelden de onderstaande definities. Zo nodig worden bijkomende definities geformuleerd.
-
59.Onder technische bijstand wordt verstaan 15 :
"elke technische ondersteuning in verband met reparaties, ontwikkeling, productie, assemblage, beproeving, onderhoud, of enige andere technische dienst; deze kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, training, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten; "technische bijstand" omvat mondelinge vormen van bijstand."
15 Gemeenschappelijk Optreden 2000/401/GBVB (PB L 159 van 30.6.2000, blz. 216).
-
60.De voorbije jaren is er op basis van de onderstaande definities opdracht gegeven tot
bevriezing van tegoeden en verbod opgelegd om tegoeden ter beschikking te stellen van op een lijst geplaatste personen en entiteiten:
"tegoeden": financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot a) contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen; b) deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen; c) in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen, derivatencontracten; d) interesten, dividenden of andere inkomsten over of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa; e) krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen; f) kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; g) bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen.
"bevriezing van tegoeden: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming, of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, met inbegrip van het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt."
-
61.De Raad heeft met betrekking tot de bevriezing van economische middelen de volgende
definities gehanteerd, welke zo nodig in EU-rechtsinstrumenten verder kunnen worden gebruikt:
"Economische middelen": activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verwerven.
"Bevriezing van economische middelen": het voorkomen van het gebruik ervan om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verwerven, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of hypothekeren ervan."
-
62.Onder "producten voor tweeërlei gebruik" wordt verstaan:
"producten, met inbegrip van programmatuur en technologie, die zowel een civiele als een militaire bestemming kunnen hebben, met inbegrip van alle goederen die voor niet-explosieve doeleinden gebruikt kunnen worden en op enige manier bijdragen in de vervaardiging van
nucleaire wapens of andere nucleaire explosiemiddelen" 16 .
B. Wapenembargo’s
Onder het embargo vallende uitrusting
-
63.Er is behoefte aan een eenvormige EU-regeling voor het opleggen van een wapenembargo. In het op 8 december 2008 vastgestelde Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB 17 staan
de criteria die de lidstaten hanteren voor hun wapenexportcontrolebeleid. Te dien einde is in
2000 een gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vastgesteld 18 . Tenzij anders
aangegeven moeten wapenembargo’s worden geacht ten minste betrekking te hebben op alle goederen en technologie op de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen.
-
64.De gemeenschappelijke lijst van militaire goederen bevat geen goederen die zowel een civiele
als een militaire bestemming kunnen hebben. De uitvoer van dergelijke producten voor tweeërlei gebruik wordt gecontroleerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 428/2009 i van de
Raad 19 . Bij het nemen van een beslissing om al dan niet een uitvoervergunning af te geven,
moeten de lidstaten krachtens deze verordening onder andere rekening houden met hun verbintenissen krachtens sancties uit hoofde van een door de Raad vastgesteld rechtsinstrument, een besluit van de OVSE of een bindende resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
16 Artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 428/2009 i van de Raad van 5 mei 2009 (PB L 134
van 29.5.2009, blz. 1).
17 PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99.
18 Lijst gehecht aan de Verklaring van de Raad van 13 juni 2000 ter gelegenheid van de
vaststelling van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen waarop de EU- Gedragscode inzake de uitvoer van wapens van toepassing is (PB C 191 van 8.7.2000). Een bijgewerkte versie van de lijst is op 27.2.2012 door de Raad aangenomen en is bekendgemaakt in PB C 85 van 22.3.2012, blz. 1.
19 PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.
Door de aard van de producten zelf (voor tweeërlei gebruik) staan er een aantal producten op de lijst met volkomen legitieme toepassingen, bv. cryptografische producten voor de bankwereld, uitrusting die kan worden gebruikt in ziekenhuizen, fabrieken, universiteiten en offshore-olievelden. Een absoluut verbod zou dus gevolgen kunnen hebben die veel verder reiken dan oorspronkelijk bedoeld is en volledig misplaatst zijn. In de meeste gevallen is een verbod op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik, ook wanneer deze voor een civiele bestemming worden gebruikt, wellicht buiten proporties, tenzij het deskundig en met ruimte voor passende vrijstellingen wordt toegepast (bewijs van legitieme doeleinden).
Wordt een embargo op dergelijke producten toch wenselijk geacht, dan moet in het rechtsinstrument worden verwezen naar de aan Verordening (EG) nr. 428/2009 i gehechte lijst van producten voor tweeërlei gebruik.
-
65.Een standaardclausule om een wapenembargo op te leggen, zou als volgt kunnen luiden:
"De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, aan (naam van het land) door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten - ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen - of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of tot hun nationale luchtvaartmaatschappij behorende vliegtuigen, is verboden."
Technische bijstand en andere aan militaire activiteiten gerelateerde diensten
-
66.Bij het opleggen van een autonoom EU-embargo op wapens, waaronder vuurwapens en
munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, zou normaliter ook moeten worden voorzien in een verbod op het verlenen van technische bijstand met betrekking tot dergelijke materieel. Voorts zou een verbod op financiering van of het verlenen van financiële bijstand voor wapenuitvoer het wapenembargo kunnen aanscherpen.
-
67.Een standaardartikel zou als volgt kunnen luiden:
RB + Verord.
"Er wordt een verbod ingesteld op:
a) het verlenen van technische bijstand, diensten als tussenhandelaar 20 en andere diensten
gerelateerd aan militaire activiteiten of aan levering, fabricage, onderhoud of gebruik van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting, en onderdelen daarvoor, direct of indirect, aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in ( land);
b) het verstrekken van financieringsmiddelen of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, evenals verzekering en herverzekering, voor de verkoop, de levering, het overbrengen of de uitvoer van wapens en aanverwant materieel, of voor het verlenen van daaraan gerelateerde technische bijstand, diensten als tussenhandelaar en andere diensten, direct of indirect, aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in ( land).
c) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg
hebben dat de in a) of b) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.".
Vrijstellingen
-
68.Om humanitaire redenen kan het aangewezen zijn om vrijstellingen toe te staan op het
uitvoerverbod van wapens en aanverwante uitrusting omdat in postconflictgebieden bepaalde types gecontroleerd materieel in belangrijke mate kunnen bijdragen aan de veiligheid van de burgerbevolking en de economische heropbouw. Deze vrijstellingen zouden in de regel beperkt moeten blijven tot niet-dodelijke militaire uitrusting en de uitvoer van beschermende kleding voor persoonlijk gebruik. In voorkomend geval kunnen zij ook betrekking hebben op ontmijningsapparatuur en materieel voor institutionele opbouw.
20 Gemeenschappelijk Standpunt 2003/468/GBVB van de Raad van 23 juni 2003 over het
toezicht op de tussenhandel in wapens (PB L 156 van 25.6.2003, blz. 79).
-
69.Het is wenselijk dat vrijstellingen voor de uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting, zoals
alle andere vrijstellingen per geval worden bekeken en dat daarbij ten volle rekening wordt gehouden met de criteria van de Gedragscode en andere teksten en rechtsinstrumenten van de EU. De lidstaten dienen afdoende waarborgen tegen misbruik van dergelijke uitvoer te eisen alsmede bepalingen betreffende repatriëring van de uitrusting.
-
70.Een standaardformulering voor vrijstellingen van het verbod op de uitvoer van wapens en
aanverwant materieel zou als volgend kunnen luiden:
"1. Artikel ... is niet van toepassing op:
a) de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting
die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma’s voor institutionele opbouw van de V en de EU of voor crisisbeheersingsoperaties van de EU en de V ;
b) de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van mijnopruimingsuitrusting en
materieel voor gebruik bij mijnopruimingsoperaties;
c) het verstrekken van financieringsmiddelen of financiële bijstand in verband met
dergelijke uitrusting of met dergelijke programma's en operaties;
d) het verstrekken van technische bijstand in verband met dergelijke uitrusting of met
dergelijke programma's en operaties,
mits deze uitvoer van tevoren door (de bevoegde autoriteit) is goedgekeurd."
-
71.Indien een programma voor institutionele opbouw van de VN of de EU of een crisisbeheersingsoperatie
van de EU of de VN de uitvoer van dodelijke uitrusting vereist, moet punt a) van de bovenstaande formulering worden aangevuld met de woorden "en materieel bedoeld voor...".
Indien nodig kunnen programma’s voor institutionele opbouw en crisisbeheersingsoperaties van regionale of subregionale organisaties worden toegevoegd aan de vrijstellingsbepaling van punt a).
In het geval van programma’s voor institutionele opbouw van de VN kan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van dergelijk materieel afhankelijk worden gesteld van goedkeuring door het desbetreffende VN-sanctiecomité.
-
72.Een standaardclausule betreffende beschermende kleding zou als volgt kunnen luiden:
"Artikel ... is niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van kogelvrije vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde aties, personeel van de EU of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee geassocieerd personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar (land) worden uitgevoerd."
C. Restricties op uitrusting voor binnenlandse repressie en andere specifieke in- en uitvoer
-
73.Indien het opleggen van beperkende maatregelen gestoeld is op een beleid van binnenlandse
repressie, is een verbod op de uitvoer van bepaalde uitrusting en van gerelateerde diensten zoals onderhoud en reparatie, aangewezen. Bij het besluiten tot een embargo op de uitvoer van goederen die voor binnenlandse repressie zouden kunnen worden gebruikt, zou in EU- rechtsinstrumenten kunnen worden verwezen naar of gebruik worden gemaakt van een overeengekomen lijst. Er wordt een lijst bijgevoegd waarin, indien de Raad daartoe besluit, de reikwijdte wordt aangegeven van de specifieke exportbeperking voor uitrusting die voor
binnenlandse repressie kan worden gebruikt 21 .
21 De lijst is bedoeld voor goederen die voor binnenlandse repressie kunnen worden gebruikt en
die zeer nauw verwant zijn aan de goederen van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU; de lijst bevat geen goederen die voorkomen op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU; zij bevat geen goederen die vallen onder Verordening (EG) nr. 1236/05 i ("de verordening tegen foltering"). Aangezien het moeilijk is een duidelijke scheidslijn te trekken tussen gecontroleerd materieel en uitrusting die kenmerkend is voor consumentenactiviteiten of vrijetijdsbesteding, worden er in de lijst geen goederen vermeld die kunnen worden gebruikt voor standaard-consumentenactiviteiten of -vrijetijdsbesteding.
-
74.Een standaardformulering voor restricties op uitrusting die voor binnenlandse repressie wordt
gebruikt, zou als volgt kunnen luiden:
"Er wordt een verbod ingesteld op: a) de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in [naam van het land] van de in bijlage I genoemde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Unie; b) het direct of indirect verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in [naam van het land] van technische bijstand die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting; c) het direct of indirect verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in [naam van het land] van financiering of financiële bijstand die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting; d) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen van punt a), b) of c) worden omzeild.".
-
75.Het kan ook gepast zijn beperkende maatregelen op te leggen om te voorkomen dat er
misbruik wordt gemaakt van uitrusting, technologie of software voor toezicht op of interceptie
van internetcommunicatie of andere vormen van communicatie.
-
76.In het kader van de EU zijn andere lijsten ontwikkeld, zoals een lijst van aardolieproducten 22 .
Toekomstige lijsten waarin de reikwijdte van specifieke uitvoer- en invoercontroleregelingen wordt aangegeven, kunnen een nuttige referentie zijn voor specifieke invoer- of uitvoerverboden indien het noodzakelijk wordt geacht alle handel in de specifieke, gecontroleerde categorie met betrekking tot een specifiek land te verbieden om de doeleinden van het GBVB te bereiken. De lijsten van goederen waarvoor een specifiek uitvoer/invoerverbod geldt, kunnen in voorkomend geval worden opgesteld met inachtneming van de beschrijvingen die worden gebruikt in Verordening (EEG) nr. 2658/87 i. Indien dat niet mogelijk is, kunnen de goederen in voorkomend geval zo worden beschreven dat een correlatie met de in Verordening (EEG) nr. 2658/87 i van de Raad gebruikte beschrijvingen mogelijk is.
-
77.Vrijstellingen van dergelijke maatregelen moeten waar nodig humanitair optreden mogelijk
maken en ten volle rekening houden met de doelstelling van de beperkende maatregelen.
D. Inreisbeperkingen (visum- of reisverbod)
-
78.Verscheidene rechtshandelingen van het GBVB voorzien in een inreisverbod voor specifieke
onderdanen van derde landen die vermeld worden op een lijst in een bijlage bij het rechtsinstrument.
-
79.Bij Verordening (EG) nr. 539/2001 i is een lijst opgesteld van derde landen waarvan de
onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en
een lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld 23 .
Onderdanen van derde landen die krachtens besluiten in het kader van het GBVB onderworpen zijn aan een reisverbod en die een visum nodig hebben om de EU binnen te komen, wordt een visum geweigerd indien zij een visumaanvraag indienen. De toegang tot het grondgebied moet hun in ieder geval worden geweigerd wanneer zij zich bij een buitengrens aanbieden. Wanneer er geen visumvereisten zijn of wanneer een visum voor de lange termijn of een verblijfsvergunning is afgegeven, is het mogelijk dat voor de inreisbeperkingen
nationale maatregelen moeten worden genomen 24 .
22 Zie bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1705/1998 i (PB L 215 van 1.8.1998, blz. 1).
23 PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1. De lijst is bij verscheidene gelegenheden gewijzigd.
24 Er zijn momenteel besprekingen aan de gang over de opstelling van een geconsolideerde
elektronische lijst van personen voor wie een EU-reisverbod geldt.
-
80.Een standaardformulering voor een artikel betreffende een visum-/reisverbod en vrijstellingen
daarvan zou als volgt kunnen luiden:
1. "De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst of de doorreis via
hun grondgebied te beletten van de in de bijlage vermelde personen (vermelding van criteria/categorieën indien nog niet aangegeven in de tekst).
2. Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun
grondgebied van hun eigen onderdanen te beletten.
3. Lid 1 laat gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale
recht gebonden zijn, en wel: i) als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie; ii) als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde aties; of iii) krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent; of iv) krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.
4. Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat
optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).
5. De Raad wordt naar behoren geïnformeerd in elk van de gevallen waarin een
lidstaat krachtens lid 3 of lid 4 een vrijstelling verleent.
6. De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen
verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van humanitaire noden, of om intergouvernementele vergaderingen en door de Europese Unie geïnitieerde vergaderingen of vergaderingen waarvoor de Europese Unie als gastheer optreedt, of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, bij te wonen waar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de beleidsdoelstellingen van beperkende maatregelen, zoals de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in (land) rechtstreeks worden bevorderd.
7. Een lidstaat die de in lid 6 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks
schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling, schriftelijk bezwaar maken bij de Raad. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.
8. In de gevallen waarin een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 6 en 7, machtiging
verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor ze is verleend en alleen voor de daarbij betrokken personen."
-
81.Wanneer een persoon voor wie zowel een bevriezing van tegoeden als een reisverbod geldt,
van een lidstaat op grond van de leden 3, 4, 6 en 7 van bovenstaand standaardartikel een vrijstelling krijgt, zijn de lidstaten niet verplicht de middelen in beslag te nemen die de betrokken persoon bij zich draagt en die hij redelijkerwijs nodig kan hebben voor het doel van het bezoek waarvoor hem de machtiging is verleend.
E. Financiële restricties
-
82.Een standaardformulering voor bevriezing van tegoeden aan de hand van een wettekst op
basis van artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zou als volgt kunnen luiden:
"1. Alle tegoeden en economische middelen die gehouden worden door, in bezit zijn of onder controle staan van [individuele leden van de regering van (land) en] van de in
bijlage X genoemde [met hen geassocieerde] 25 natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten
of lichamen, worden bevroren.
2. Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect 26 aan of ten
behoeve van de in bijlage X genoemde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen ter beschikking gesteld."
25 Deze tekstgedeeltes zijn in een aantal gevallen niet van toepassing (bijvoorbeeld bij
maatregelen gericht tegen terroristen).
26 Er moet worden verduidelijkt dat het indienen bij en doorsturen van de noodzakelijke
documenten naar een op de lijst opgenomen bank met het oog op hun definitieve overdracht naar een niet op de lijst opgenomen persoon, entiteit of lichaam, teneinde toegestane betalingen in
gang te zetten, niet worden beschouwd als het beschikbaar stellen van middelen.
Vrijstellingen
-
83.Een standaardformulering voor een artikel inzake vrijstelling van bevriezing van tegoeden en
het verbod om tegoeden en economische middelen ter beschikking te stellen, zou als volgt
kunnen luiden 27 :
"1. In afwijking van het bepaalde in artikel ... (bevriezing van tegoeden en economische middelen van op een lijst geplaatste personen en entiteiten) kunnen de op de websites in bijlage Y genoemde bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of economische middelen toestaan, nadat zij hebben vastgesteld dat die tegoeden of economische middelen:
(a) noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de
in bijlage X genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de van die natuurlijke personen afhankelijke gezinsleden, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen,
(b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en
vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;
(c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van kosten voor alleen het houden
of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;
(d) noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante
bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming geeft, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven;
27 Voor de uitvoering van dwingende Resoluties van de VN-Veiligheidsraad (zie punt 44) moet
de formulering wellicht worden aangepast.
(e) gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening van een
diplomatieke missie of consulaire post of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke missie of consulaire post of de internationale organisatie28;
(f) noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de veiligheid van de mensen of de
bescherming van het milieu."
De lidstaten stellen de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend.
2. Artikel .. (het verbod om tegoeden of andere economische middelen ter beschikking van op een lijst geplaatste personen of entiteiten te stellen) is niet van toepassing op het
overmaken op bevroren rekeningen van: a) rente of andere inkomsten op deze rekeningen; of b) betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de bepalingen van dit besluit/deze verordening op deze rekeningen van toepassing werden, of c) betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van een gerechtelijke, administratieve of scheidsrechterlijke beslissing die in een lidstaat van de EU is gegeven of in de lidstaat in kwestie uitvoerbaar is en op voorwaarde dat artikel ... (bevriezing van tegoeden en economische middelen van op een lijst geplaatste personen en entiteiten) van toepassing blijft op deze rente, andere inkomsten en betalingen."
28 Voor zover beperkende maatregelen een effect kunnen hebben op diplomatieke missies en de
leden van hun personeel die voorrechten en immuniteiten genieten (met name wanneer deze een rekening hebben bij op de lijst geplaatste banken), moeten er stappen worden ondernomen om te voorkomen dat deze missies en het personeel daardoor worden gehinderd in de uitoefening van hun officiële functies, overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 1961.
-
84.Een standaardformulering voor de creditering van bevroren rekeningen zou als volgt
kunnen luiden: Verord.
"Artikel … ( verbod om tegoeden of economische middelen ter beschikking te stellen van op de lijst geplaatste natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen) mag niet beletten dat bevroren rekeningen worden gecrediteerd door financiële instellingen of kredietinstellingen die middelen ontvangen die door derde partijen worden overgemaakt op de rekening van de op de lijst geplaatste personen, entiteiten of lichamen, op voorwaarde dat ook deze overmakingen bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen."
-
85.Een standaardformulering voor een specifiek artikel met vrijstellingen van de bevriezing
van tegoeden en van het verbod op het ter beschikking stellen van tegoeden of economische middelen wanneer deze tegoeden of economische middelen het voorwerp zijn van een gerechtelijke, administratieve of scheidsrechterlijke beslissing zou als volgt kunnen luiden:
In afwijking van artikel …(bevriezing van tegoeden en economische middelen van op een lijst
geplaatste natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen) kunnen de in
bijlage Y genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten het vrijgeven van bepaalde
bevroren tegoeden of economische middelen toestaan indien aan volgende voorwaarden is
voldaan:
a) de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een scheidsrechterlijke
beslissing die is gegeven vóór de datum waarop de natuurlijke persoon of de rechtspersoon,
entiteit of het lichaam bedoeld in artikel ... (bevriezing van tegoeden en economische
middelen en verbod om tegoeden en economische middelen ter beschikking te stellen van op
een lijst geplaatste natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen) in de lijst in
bijlage X is opgenomen, of van een gerechtelijke of administratieve beslissing die in de EU is
gegeven of een gerechtelijke beslissing die in de lidstaat in kwestie uitvoerbaar is, vóór of na
die datum;
b) de tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen
aan vorderingen die door een dergelijke uitspraak zijn gewaarborgd of door een dergelijke
uitspraak geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wetten en reglementen tot vaststelling van
de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;
(c) de beslissing komt niet ten goede aan een in bijlage X) opgenomen persoon, entiteit of
lichaam;
d) de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken
lidstaat.
De bevoegde autoriteit stelt de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis van een uit hoofde van dit artikel verleende toelating."
-
86.Een standaardformulering voor een specifiek artikel met een vrijstelling voor eerdere
contracten zou als volgt kunnen luiden:
In afwijking van artikel A ...(bevriezing van tegoeden en economische middelen van op een lijst geplaatste personen, entiteiten en lichamen) en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage X vermelde personen, entiteiten of lichamen op grond van een contract dat of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop zij zijn aangewezen, kunnen de op de websites in bijlage Y vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:
(i) de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een
persoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage X;
(ii) de betaling geen inbreuk is op artikel ... (verbod om tegoeden of economische middelen
ter beschikking van op een lijst geplaatste personen, entiteiten of lichamen te stellen);
Optie 1 - Telkens ten minste [x weken] voordat de toestemming wordt gegeven, stelt de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie in kennis van deze vaststelling en van zijn voornemen toestemming te geven.”
Optie 2 - Telkens binnen [x weken] stelt de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie in kennis van deze vaststelling en van de verleende toestemming" Optie 3 - De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie om de [x maanden] in kennis van deze vaststellingen en van het aantal verleende toestemmingen en van de aard ervan.
-
87.Een specifiek artikel met een vrijstelling voor humanitaire noden, dat alleen moet worden
gebruikt als dat gerechtvaardigd lijkt te worden door de omstandigheden van dat moment met betrekking tot het land/regime in kwestie, en dat indien nodig moet worden aangepast, zou als volgt kunnen luiden:
In afwijking van artikel ... (bevriezing van tegoeden en economische middelen van op een lijst geplaatste personen en entiteiten) kunnen de op de websites in bijlage ... genoemde bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of economische middelen toestaan, nadat zij hebben vastgesteld dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor humanitaire doeleinden, zoals de verlening of het vergemakkelijken van de verlening van hulp, met inbegrip van medicijnen, levensmiddelen, of de overbrenging van humanitaire werkers en daarmee verband houdende hulp, of voor evacuaties uit xxx.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend, binnen vier weken na de verlening van de toestemming.
F. Niet-aansprakelijkheidsclausule
Een standaardformulering voor een specifiek artikel met een niet-aansprakelijkheidsclausule zou kunnen luiden:
1. De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden of economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn
bevroren of ingehouden.
2. Acties van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen in deze
verordening.
G. "Geen vorderingen"-clausule
Een specifiek artikel met een "geen vorderingen"-clausule, dat indien nodig moet worden aangepast, zou als volgt kunnen luiden:
1. Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan,
direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, zullen niet worden toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:
(a) op de lijst in bijlage X of Y of Z geplaatste personen, entiteiten of lichamen (b) een xxx persoon, entiteit of lichaam, zoals xxx. (c) een persoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de
in punt a) of punt b) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.
2. In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering
niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eiser geleverd.
3. Dit artikel geldt onverminderd het recht van de personen, entiteiten en lichamen die in lid 1
worden genoemd, op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van de contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.
H. Jurisdictie
-
88.De standaardformulering om aan te geven in welke mate de beperkende maatregelen moeten
worden toegepast wanneer er banden zijn met de EU of met andere leden van de internationale gemeenschap zou als volgt kunnen luiden:
Verord.
"Deze verordening is van toepassing: (a) op het grondgebied van de Unie, inclusief het luchtruim; (b) aan boord van ieder vliegtuig en vaartuig dat onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat valt; (c) op alle zich op het grondgebied of buiten het grondgebied van de Unie bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn; (d) op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie; (e) op elke rechtspersoon, entiteit of lichaam ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties."
I. Inbreuken
-
89.De verordeningen waarbij beperkende maatregelen worden opgelegd, bevatten bepalingen
betreffende sancties bij inbreuken. De standaardformulering in dit geval: Verord.
"1. De lidstaten stellen regels vast met betrekking tot de sancties die van toepassing zijn op schendingen van de bepalingen van deze verordening, en nemen alle nodige
maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van de verordening in kennis van de desbetreffende bepalingen en delen haar alle latere wijzigingen ervan zo spoedig mogelijk mede."
-
90.Het is wenselijk dat de beperkende maatregelen zo spoedig mogelijk worden toegepast. Te
dien einde streven de lidstaten ernaar om overeenkomstig hun respectieve nationale procedures binnen dertig dagen over de in bovenstaande paragraaf bedoelde regels te beschikken. Bij gebreke van dergelijke regels zouden de lidstaten ook kunnen overwegen nationale regels vast te stellen ter sanctionering van inbreuken op verordeningen waarbij beperkende maatregelen worden opgelegd.
J. Verstrijking/toetsing
RB
-
91.Een standaardformulering voor een verstrijkingsclausule in geval van een autonome sanctie
van de EU zou als volgt kunnen luiden:
"Dit besluit is van toepassing gedurende een periode van … Het wordt voortdurend getoetst. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt."
-
92.Een standaardformulering voor een toetsingsclausule in geval van een autonome sanctie van
de EU zou als volgt kunnen luiden: RB
"Dit besluit wordt … na de vaststelling ervan en daarna om de … getoetst. Het wordt ingetrokken indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan zijn bereikt."
-
93.Standaardformulering voor een wijzigings-/intrekkingsclausule in geval van uitvoering van
resoluties van de VN-Veiligheidsraad: RB
"Dit besluit wordt al naar gelang gewijzigd of ingetrokken overeenkomstig de besluiten van de Veiligheidsraad."
IV. Monitoring en evaluatie van beperkende maatregelen
-
94.De doeltreffendheid van beperkende maatregelen van de EU – alsmede de geloofwaardigheid
van de EU – hangt in grote mate af van de strikte implementatie en handhaving ervan, zonder uitzonderingen, in alle lidstaten. Om te zorgen voor een adequate follow-up van EU-besluiten
om beperkende maatregelen op te leggen, is een specifiek Raadsorgaan ingesteld dat zich moet wijden aan het uitwisselen van ervaringen en het ontwikkelen van beste praktijken voor de implementatie en handhaving van beperkende maatregelen. De Groep raden buitenlandse betrekkingen vergadert te dien einde regelmatig in "sanctiessamenstelling" (Relex/sancties), zo nodig versterkt met deskundigen uit de hoofdsteden. De samenstelling Relex/sancties heeft
het volgende mandaat 29 :
• uitwisseling van informatie en ervaring met betrekking tot de implementatie van door de
EU opgelegde specifieke regelingen inzake beperkende maatregelen;
• bijdragen aan de ontwikkeling van beste praktijken in de lidstaten bij de implementatie
van beperkende maatregelen;
• het vergaren van alle beschikbare informatie over vermoedelijke omzeilingen door de
beoogde staten, personen en entiteiten, van beperkende maatregelen van de EU en andere internationale sanctieregelingen die voor de EU van belang zijn;
• uitwisseling van informatie en ervaring, in voorkomend geval ook met derde landen en
internationale organisaties, ter zake van de implementatie van internationale sanctieregelingen die van belang zijn voor de EU;
• bijstand verlenen voor het beoordelen van de resultaten en de problemen bij de
implementatie van regelingen inzake beperkende maatregelen;
29 Het mandaat van Relex/sancties staat in doc. 5603/04.
• uitwisseling van standpunten over manieren en middelen om een doeltreffend beheer van
regelingen inzake beperkende maatregelen, met inbegrip van de humanitaire bepalingen ervan, te waarborgen;
• bespreking van alle relevante technische kwesties in verband met de implementatie van
beperkende maatregelen van de EU. De formatie Relex/Sancties heeft onder meer beste praktijken van de EU geformuleerd inzake
de doeltreffende implementatie van financiële beperkende maatregelen 30 .
-
95.Zowel de GBVB-rechtsinstrumenten als de EG-verordeningen moeten voorzien in
regelmatige rapportage over de implementatiemaatregelen en handhavingsactiviteiten van de lidstaten om daadwerkelijk uitvoering te geven aan de beperkende maatregelen. Monitoring op EU-niveau moet het mogelijk maken om op een meer samenhangende manier te beoordelen of de beperkende maatregelen het nodige effect sorteren. Dit is van cruciaal belang wanneer het om autonome maatregelen gaat, omdat de monitoring dan een basis vormt om te besluiten of wetsteksten moeten worden verbeterd, en om enigermate te kunnen beoordelen of het nuttig is de maatregelen te continueren.
_______________
30 Doc. 8666/1/2008 REV 1.
BIJLAGE I Aanbevelingen voor werkmethodes voor autonome sancties van de EU
Beperkende maatregelen tegen derde landen, individuele personen of entiteiten zijn in het buitenlandbeleid van de EU een essentieel instrument waarmee ze haar doelstellingen overeenkomstig de beginselen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid nastreeft. Algemeen gezien worden beperkende maatregelen opgelegd om een verandering teweeg te brengen in het beleid of de activiteit van het beoogde land, een deel van het land, de regering, entiteiten of individuen. Het zijn preventieve instrumenten en geen strafinstrumenten waarmee de EU snel moet kunnen reageren op politieke uitdagingen en ontwikkelingen. Sancties moeten worden gebruikt als onderdeel van een geïntegreerde en alomvattende beleidsmatige benadering die een politieke dialoog, aanvullende inspanningen en andere instrumenten behelst. De EU en de lidstaten moeten actief en stelselmatig communiceren over EU-sancties, ook met het land waarop de sancties gericht zijn en de bevolking ervan.
De maatregelen moeten gericht zijn op de beleidsonderdelen en de middelen om die uit te voeren en op de personen van wie is vastgesteld dat zij verantwoordelijk zijn voor de beleidsdaden of acties die aanleiding hebben gegeven tot het besluit van de EU om sancties op te leggen. Dergelijke gerichte maatregelen moeten schadelijke gevolgen voor de personen die niet voor deze beleidsdaden en acties verantwoordelijk zijn zo gering mogelijk houden, in het bijzonder voor de burgerbevolking of voor legitieme activiteiten in of met het land in kwestie. De politieke doelen en criteria van de beperkende maatregelen moeten in de wetsteksten duidelijk worden omschreven. De EU kan dan bepalen wanneer de sancties kunnen worden gewijzigd of opgeheven. De soort maatregelen varieert al naar gelang de doelstellingen en de verwachte doeltreffendheid ervan voor het verwezenlijken van deze doelstellingen in de specifieke omstandigheden, en weerspiegelen aldus de gerichte en gedifferentieerde aanpak van de EU.
Beperkende maatregelen moeten de mensenrechten en de fundamentele vrijheden eerbiedigen, in het bijzonder de eerlijke rechtsbedeling en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte. De opgelegde maatregelen moeten in verhouding staan tot de nagestreefde doelen.
Uniforme en consequente interpretatie en doeltreffende implementatie van de beperkende maatregelen is van essentieel belang om te waarborgen dat zij het gewenste politieke doel kunnen verwezenlijken.
De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) moet een wezenlijke rol spelen bij het voorbereiden en toetsen van sanctieregelingen, evenals bij de activiteiten met betrekking tot communiceren en het zoeken van toenadering die met de sancties gepaard gaan, een en ander in nauwe samenwerking met de lidstaten, de daarvoor aangewezen EU-delegaties en de Commissie.
Voorstellen voor beperkende maatregelen
-
1.Voorstellen voor beperkende maatregelen, evenals voorstellen voor opneming op of verwijdering uit een lijst, met betrekking tot landenspecifieke autonome sancties van de EU, moeten door de lidstaten of de EDEO worden gedaan. Deze voorstellen moeten onderdeel zijn van het bredere, door de Raad overeengekomen beleid. In beginsel worden de
voorstellen op het gepaste rubriceringsniveau via COREU verspreid.
-
2.De politieke aspecten en verdere parameters van de voorstellen moeten dan worden besproken in de daarvoor aangewezen regionale groep, bijgestaan door sanctiedeskundigen van de EDEO en deskundigen van de Commissie en de juridische dienst van de Raad. Zo nodig zal het Politiek en Veiligheidscomité de voorstellen bespreken en politieke sturing geven aan de betrokken groepen, vooral wat betreft de gekozen soort maatregelen voor verdere stappen.
-
3.De hoofden van missies in het betrokken land/de betrokken landen zal worden verzocht om, waar passend, advies te geven over voorstellen voor beperkende maatregelen of bijkomende plaatsingen op lijsten. De Commissiediensten zullen eveneens worden uitgenodigd om, waar passend, advies te geven over specifieke maatregelen die tot de bevoegdheid van de Unie
behoren.
-
4.Alle juridische, technische en horizontale aspecten van de voorgestelde beperkende maatregelen moeten in de Groep Relex worden besproken. De voorstellen voor het besluit van de Raad voor het invoeren van de beperkende maatregelen en voor de verordening van de Raad met de specifieke maatregelen die tot de bevoegdheid van de Unie behoren worden ter bespreking voorgelegd aan de Groep Relex, respectievelijk door de EDEO en de Commissie. De twee wetgevingshandelingen moeten bij het Coreper worden ingediend en door de Raad worden aangenomen, bij voorkeur gelijktijdig, of zo kort mogelijk na elkaar.
Voorstellen voor plaatsing op de lijst
Identificatiegegevens
-
5.Voorstellen voor autonome lijsten moeten duidelijk en ondubbelzinnig zijn. Zij moeten voldoende details (identificatiegegevens) omvatten zodat het besluit tot opneming op de lijst vanaf de inwerkingtreding ervan daadwerkelijk kan worden uitgevoerd door economische actoren en nationale autoriteiten (bijvoorbeeld banken, consulaten). Identificatiegegevens zijn ook van essentieel belang om te bewerkstelligen dat beperkende maatregelen geen gevolgen hebben voor personen op wie, respectievelijk entiteiten waarop zij niet gericht zijn. Met betrekking tot natuurlijke personen moet de informatie in het bijzonder de namen (waar mogelijk in de oorspronkelijke taal en met een goede transliteratie) omvatten, evenals aliassen, geboorteplaats en -datum, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummer,
geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot groepen, rechtspersonen of entiteiten moet die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van bedrijvigheid omvatten. Ook de datum van plaatsing op de lijst moet worden vermeld. Bijgaand een model.
-
6.Het is in de eerste plaats aan degenen die het voorstel indienen om dergelijke identificatiegegevens te verstrekken. Andere delegaties dienen hieraan bij te dragen. In voorkomend geval zal de missiehoofden in het betrokken land/de betrokken landen om inbreng worden gevraagd.
Redenen voor plaatsing op de lijst
-
7.Voorstellen voor autonome lijsten moeten individuele en specifieke redenen voor elke plaatsing op de lijst omvatten. Doel van de redenen is zo concreet mogelijk te motiveren waarom de Raad in de uitoefening van zijn beoordelingsvrijheid oordeelt dat de betrokken persoon, groep of entiteit voldoet aan de criteria voor opneming op de lijst, vermeld in de desbetreffende wetgevingshandeling, met aandacht voor de doelstellingen van de
maatregelen, uitgelegd in de inleidende paragrafen.
-
8.Het is in de eerste plaats aan degenen die het voorstel indienen om dergelijke redenen te verstrekken. Andere delegaties dienen hieraan bij te dragen. In voorkomend geval zal de missiehoofden in het betrokken land/de betrokken landen om inbreng worden gevraagd.
-
9.De definitieve redenen voor plaatsing op de lijst worden door de Groep Relex opgesteld op basis van de elementen die in de regionale groep zijn besproken. De Groep Relex kan de
regionale groep namelijk aanvullende informatie vragen om er zeker van te zijn dat de lijsten juridisch correct en deugdelijk onderbouwd zijn.
-
10.Deze redenen moeten in beginsel worden geformuleerd in een afzonderlijke kolom in de bijlage bij de rechtshandeling die de lijst bevat van aan beperkende maatregelen
onderworpen personen, groepen en entiteiten. Aangezien deze handeling in het Publicatieblad zal worden bekendgemaakt, moeten deze redenen openbaar kunnen worden gemaakt. In uitzonderlijke gevallen waarin de redenen voor plaatsing op de lijst omwille van privacy of veiligheid niet geschikt worden geacht voor bekendmaking, moeten deze redenen afzonderlijk aan de betrokken persoon, groep of entiteit worden toegezonden.
Kennisgeving van plaatsing op de lijst
-
11.De kennisgeving van het besluit en de motivering voor de plaatsing op de lijst gebeurt per brief, waar passend, of middels een kennisgeving in het Publicatieblad (C-reeks) op dezelfde dag als die waarop de betrokken wetgevingshandeling wordt bekendgemaakt, waarin wordt aangegeven dat de Raad de redenen voor plaatsing op de lijst op verzoek zal doen toekomen. Bijgaand een model. In de kennisgeving wordt de betrokken personen, groepen en entiteiten meegedeeld dat zij het recht hebben opmerkingen in te dienen en een heroverweging van het besluit van de Raad te vragen, alsmede om het besluit van de Raad aan te vechten voor het Gerecht van eerste aanleg, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in de EU-
verdragen.
Beraadslagingen van de groep
-
12.Zo nodig kan de bevoegde groep worden versterkt met deskundigen van andere
Raadsgroepen.
-
13.De beraadslagingen van de groep zijn vertrouwelijk. Dat is vooral van belang wanneer de beperkende maatregelen de bevriezing van tegoeden inhouden. Er moet het nodige worden gedaan om de vertrouwelijkheid van de handelingen te verzekeren, met name wat betreft de verspreiding van voorstellen.
-
14.De voorzitter van de groep in kwestie zal vergaderingen beleggen wanneer dat nodig is.
Nadat de voorgestelde plaatsingen op of verwijderingen uit een lijst in de groep zijn besproken kan de voorzitter middels een stilzwijgende procedure op groepsniveau om goedkeuring ervan verzoeken. De delegaties moeten voldoende tijd krijgen om de voorstellen te bekijken alvorens ze te bespreken, waarbij ze de overeengekomen politieke verplichtingen, die wellicht het tijdschema voor het voorstel bepalen, niet mogen vergeten. Wetgevingshandelingen over een dringende aangelegenheid mogen via een schriftelijke procedure worden vastgesteld.
Evaluatie van de maatregelen
-
15.Op gezette tijden moeten autonome sancties van de EU of aanvullingen van de EU op VN- sancties overeenkomstig de wetgevingshandelingen in kwestie worden geëvalueerd. Met geregelde beoordelingen van sanctieregelingen door de daarvoor in aanmerking komende groep en de Groep Relex, bijgestaan door de EDEO, de Commissie en de hoofden van
missies, moet het mogelijk zijn de maatregelen bij te stellen, zoals nodig, afhankelijk van de
ontwikkelingen met betrekking tot de gestelde doelen en de doeltreffendheid van de
maatregelen in dat opzicht.
-
16.Uniforme en consequente interpretatie en daadwerkelijke uitvoering van de beperkende maatregelen is een essentieel element dat waarborgt dat zij de gewenste politieke doelen kunnen verwezenlijken. De lidstaten stellen elkaar in kennis van de krachtens de betrokken rechtshandelingen getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere hun ter
beschikking staande en voor deze handelingen relevante informatie uit, met name betreffende inbreuk- en handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken. Informatie over bevroren rekeningen en bedragen moet ook worden gegeven overeenkomstig relevante juridische vereisten. Voorts delen de lidstaten elkaar mee welke afwijkingen er zijn verleend overeenkomstig de procedures waarin de rechtshandelingen voorzien. De Commissie en de EDEO moeten hier volledig bij worden betrokken. De juridische dienst van de Raad moet de groep in kwestie en de Groep Relex in kennis stellen van ter zake doende uitspraken van de EU-rechters.
-
17.Het vaste forum van de sanctiessamenstelling van de Groep Relex en het informele zogeheten "sanctieforum" moeten door de lidstaten en hun deskundigen worden gebruikt als zich problemen voordoen met de interpretatie en de uitvoering.
Behandeling van verzoeken om van de lijst te worden geschrapt
-
18.Individuele verzoeken om verwijdering uit de lijst moeten onmiddellijk na ontvangst worden behandeld overeenkomstig het toepasselijke rechtsinstrument en beste EU-
praktijken voor de doeltreffende implementatie van beperkende maatregelen 31 .
-
19.Het secretariaat-generaal van de Raad zal fungeren als mailbox voor verzoeken om verwijdering uit de lijst. Opmerkingen of verzoeken tot heroverweging van een plaatsing op een lijst moeten met bewijsstukken schriftelijk worden toegezonden aan de Raad van de Europese Unie, overeenkomstig de in de sanctieregeling in kwestie opgenomen
toetsingsprocedure, uitgelegd in de vergezellende kennisgeving die in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt of, als het adres bekend is, in een kennisgevingsbrief.
-
20.Wanneer het secretariaat-generaal van de Raad zulke verzoeken ontvangt, stuurt het die door naar de bevoegde regionale groep die de verzoeken bekijkt op basis van een eerste, door de
EDEO en de juridische dienst van de Raad gemaakte analyse. De juridische, technische en horizontale aspecten van de verzoeken om verwijdering uit de lijst en het antwoord van de EU zullen in de Groep Relex worden besproken.
Toenadering en communicatie
-
21.De doeltreffendheid van beperkende maatregelen is rechtstreeks gekoppeld aan de vaststelling van soortgelijke maatregelen door derde landen. Daarom verdient het in beginsel de voorkeur dat sancties in het kader van de VN worden ingesteld. Als dat niet mogelijk is, moet het doel zijn een zo groot mogelijk deel van de internationale gemeenschap ertoe over te halen druk uit te oefenen op het bedoelde land.
31 Punt 17 van doc. 8666/1/08.
-
22.Wanneer de EU autonome sancties instelt, moet zij toenadering zoeken en zodoende actief trachten te bewerkstelligen dat relevante derde landen meewerken en indien mogelijk
soortgelijke maatregelen nemen om zoveel mogelijk te voorkomen dat er naar alternatieven wordt gezocht, alsmede om het effect van de beperkende maatregelen te vergroten. Vooral kandidaat-lidstaten moet stelselmatig worden verzocht zich aan te sluiten bij de door de EU opgelegde maatregelen. Daarnaast moeten de uniforme en consequente interpretatie en de daadwerkelijke uitvoering van VN-sancties regelmatig aan de orde worden gesteld in het overleg met belangrijke partners. De EU-delegaties moeten ten volle bij dit proces worden betrokken.
-
23.De EU en de lidstaten moeten actief en stelselmatig communiceren over EU-sancties teneinde deze sancties zichtbaar te maken en te voorkomen dat ze, in het bijzonder door de plaatselijke burgerbevolking, verkeerd worden opgevat. Deze communicatie zal er tevens voor zorgen dat de maatregelen een maximaal politiek effect sorteren. Gezamenlijke boodschappen moeten
samen met de Groep Relex in de betrokken geografische groep worden besproken wat betreft de juridische, technische en horizontale gevolgen van de maatregelen.
______________
Aanhangsel
Modellen voor het opnemen op een lijst van personen, groepen en entiteiten die aan
beperkende maatregelen onderworpen zijn
A. Model voor het opnemen op een lijst van personen die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn
Naam, voornamen (waar mogelijk ook in de oorspronkelijke taal en met een goede transliteratie):
Alias:
Geboortedatum:
Geboorteplaats (stad, land):
Nationaliteit:
Paspoort nr./identiteitskaart nr. (met vermelding van het afgevende land en van de datum en plaats van afgifte):
Geslacht:
Adres (nr., straat, postcode, stad, land):
Functie of beroep:
Andere informatie (bijvoorbeeld naam van vader en moeder, identificatienummer, telefoon of faxnummer):
B. Model voor het opnemen op een lijst van groepen en entiteiten die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn
Naam:
Plaats van registratie:
Datum van registratie:
Registratienummer:
Voornaamste plaats van bedrijvigheid:
Overige informatie:
_______________ MODELKE ISGEVI G Raad van de Europese Unie
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen, entiteiten en lichamen die
voorkomen in de bijlage bij Besluit [nummer] van de Raad van [datum] 32 .
De Raad van de Europese Unie heeft vastgesteld dat de personen, entiteiten en lichamen die op bovengenoemde lijst staan, voldoen aan de criteria van artikel …. van Verordening (EG)
nr. xxxx/200X van de Raad van jj/mm/dd betreffende …………………….. 33 ; derhalve zijn zij, bij
bovengenoemd besluit, opgenomen in bijlage XX van die verordening. In die verordening is onder meer bepaald dat alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die in het bezit zijn van de betrokken personen, entiteiten of lichamen worden bevroren, en dat aan deze personen, entiteiten of lichamen noch direct, noch indirect tegoeden, andere financiële activa en economische middelen ter beschikking mogen worden gesteld.
De betrokken personen, entiteiten en lichamen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek tot de op de websites in bijlage XX bij de verordening vermelde bevoegde instanties van de lidstaat of lidstaten kunnen richten om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden te gebruiken voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie de artikelen XX van de verordening).
De betrokken personen, entiteiten of lichamen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, de Raad verzoeken het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen, te heroverwegen.
32 PB L …
33 PB L …
Dergelijke verzoeken dienen als volgt te worden geadresseerd: Raad van de Europese Unie, secretariaat-generaal, DG C Coördinatie, Wetstraat 175, 1048 Brussel, België
De betrokken personen en entiteiten worden er tevens op geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, volgens de voorwaarden van artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
_____________
BIJLAGE II
Lijst van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt
Uitrusting voor binnenlandse repressie, bedoeld in artikel (x)
-
1.De volgende vuurwapens, munitie en toebehoren:
1.1 vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of ML 2 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU;
1.2 munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;
1.3 vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.
-
2.Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.
-
3.De volgende voertuigen:
3.1 voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast voor oproerbeheersing;
3.2 voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren;
3.3 voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen,
met inbegrip van constructiematerieel met bescherming tegen kogels;
3.4 voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van
gevangenen en/of gedetineerden;
3.5 voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen;
3.6 voor de in 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen voor oproerbeheersing.
oot 1 Dit punt bestrijkt geen voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor brandbestrijding.
oot 2 Voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term "voertuigen" ook aanhangwagens en opleggers.
-
4.De volgende explosieven en aanverwante uitrusting:
4.1 Uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektrisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren,
ontstekers, "boosters" en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van: uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere uitrusting of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties);
4.2 Ladingen voor directionele explosies die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU vallen;
4.3 De volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU vallen, en aanverwante stoffen:
a. amatol; b. nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5%); c. nitroglycol; d. penta-erythritol tetranitraat (PETN); e. picrylchloride; F. 2, 4, 6-trinitrotolueen (TNT). 5. De volgende beschermende uitrusting die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke
lijst van militaire goederen van de EU:
5.1 Lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken;
5.2 Kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden.
oot: Dit punt heeft geen betrekking op: - uitrusting speciaal ontworpen voor sportieve activiteiten; - uitrusting speciaal ontworpen met het oog op de vereisten in verband met de
veiligheid op het werk.
-
6.Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur.
-
7.Niet door de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU bestreken nachtzichten thermische beeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen.
-
8.Scheermesprikkeldraad.
-
9.Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm.
-
10.Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen.
-
11.Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen.
________________