REGELING tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken

1.

Kerngegevens

Document­datum 04-02-2014
Publicatie­datum 06-02-2014
Kenmerk 18078/13
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

RAAD VAN Brussel, 4 februari 2014 DE EUROPESE UNIE (OR. en)

18078/13

Interinstitutioneel dossier: 2013/0421 (NLE) i

ASILE 56 CH 59

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Betreft: REGELING tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken

18078/13 WST/jvc

DGD 1 NL

REGELING TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT BETREFFENDE DE NADERE BIJZONDERHEDEN VAN DE DEELNAME VAN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT

AAN HET EUROPEES ONDERSTEUNINGSBUREAU

VOOR ASIELZAKEN

EU/CH/EASO/nl 1

DE EUROPESE UNIE, hierna "de EU" genoemd,

enerzijds, en

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT, hierna "Zwitserland" genoemd,

anderzijds,

Gezien artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 439/2010 i van het Europees Parlement en de

Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken 1 ,

hierna "de verordening" genoemd,

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

(1) De verordening bepaalt dat het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, hierna "het ondersteuningsbureau" genoemd, voor het verrichten van zijn opdracht moet openstaan voor deelname van landen die met de EU overeenkomsten hebben gesloten uit hoofde waarvan zij de EU-wetgeving op het onder deze verordening vallende gebied hebben overgenomen en

toepassen, zoals met name IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland, hierna de "geassocieerde landen" genoemd.

1 PB EU L 132 van 29.5.2010, blz. 11.

EU/CH/EASO/nl 2

(2) Zwitserland heeft met de EU overeenkomsten gesloten uit hoofde waarvan het de EU- wetgeving op het onder de verordening vallende gebied heeft overgenomen en toepast, met name de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt

ingediend 1 ,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

1 PB EU L 53 van 27.2.2008, blz. 5.

EU/CH/EASO/nl 3 ARTIKEL 1

Mate van deelname

Zwitserland neemt volledig deel aan de werkzaamheden van het ondersteuningsbureau en heeft recht op ondersteunende maatregelen in de zin van de verordening en overeenkomstig de voorwaarden van deze regeling.

ARTIKEL 2

Raad van bestuur

Zwitserland is in de raad van bestuur vertegenwoordigd als waarnemer zonder stemrecht.

ARTIKEL 3

Financiële bijdrage

  • 1. 
    Zwitserland levert een jaarlijkse bijdrage aan de ontvangsten van het ondersteuningsbureau die wordt berekend op basis van het Zwitserse bruto binnenlands product (bbp), uitgedrukt in percentage van het bbp van alle landen die deelnemen aan de werkzaamheden van het ondersteuningsbureau, overeenkomstig de formule in bijlage I.

    EU/CH/EASO/nl 4 2. De in lid 1 bedoelde financiële bijdrage is verschuldigd vanaf de dag na de inwerkingtreding van deze regeling. De eerste financiële bijdrage wordt evenredig verminderd met de periode van het jaar die reeds is verstreken voordat de regeling in werking trad.

ARTIKEL 4

Gegevensbescherming

  • 1. 
    Zwitserland past zijn nationale regels toe op het gebied van de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van

die gegevens 1 .

  • 2. 
    Voor het doel van deze regeling is Verordening (EG) nr. 45/2001 i van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en

betreffende het vrije verkeer van die gegevens 2 van toepassing op de verwerking van

persoonsgegevens door het ondersteuningsbureau.

  • 3. 
    Zwitserland houdt zich aan de regels inzake de vertrouwelijkheid van documenten van het ondersteuningsbureau, die zijn vastgelegd in het reglement van orde van de raad van bestuur.

1 Beschikking van de Commissie van 26 juli 2000 overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG i van het

Europees Parlement en de Raad, over de passende bescherming van persoonsgegevens in Zwitserland (PB EG L 215 van 25.8.2000, blz. 1).

2 PB EG L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

EU/CH/EASO/nl 5

ARTIKEL 5

Rechtsstatus

Het ondersteuningsbureau heeft rechtspersoonlijkheid naar Zwitsers recht en geniet in Zwitserland de meest uitgebreide handelingsbevoegdheid die krachtens de wetgeving van dat land aan rechtspersonen wordt verleend. Het kan met name roerend en onroerend goed verwerven of vervreemden en in rechte optreden.

ARTIKEL 6

Aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van het ondersteuningsbureau wordt geregeld bij artikel 45, leden 1, 3 en 5, van de verordening.

ARTIKEL 7

Hof van Justitie van de Europese Unie

Zwitserland erkent de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het ondersteuningsbureau in de zin van artikel 45, leden 2 en 4, van de verordening.

EU/CH/EASO/nl 6

ARTIKEL 8

Personeel van het ondersteuningsbureau

  • 1. 
    Overeenkomstig artikel 38, lid 1, en artikel 49, lid 1, van de verordening zijn het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, de regels die gezamenlijk zijn vastgesteld door de instellingen van de EU met het oog op de toepassing van dat statuut en die regeling, en de uitvoeringsmaatregelen die door het ondersteuningsbureau zijn vastgesteld op grond van artikel 38, lid 2, van de verordening, van toepassing op onderdanen van Zwitserland die door het ondersteuningsbureau worden aangeworven.
  • 2. 
    In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), en artikel 82, lid 3, onder a), van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, kunnen onderdanen van Zwitserland die in het bezit zijn van al hun burgerrechten op contractbasis in dienst worden genomen door de uitvoerend directeur van het ondersteuningsbureau overeenkomstig de door het ondersteuningsbureau vastgestelde regels voor de selectie en aanwerving van personeel.
  • 3. 
    Artikel 38, lid 4, van de verordening is mutatis mutandis van toepassing op onderdanen van Zwitserland.
  • 4. 
    Onderdanen van Zwitserland kunnen echter niet de post van uitvoerend directeur van het ondersteuningsbureau bekleden.

EU/CH/EASO/nl 7

ARTIKEL 9

Voorrechten en immuniteiten

  • 1. 
    Zwitserland past op het ondersteuningsbureau en zijn personeelsleden het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, dat is opgenomen in bijlage II bij deze regeling, toe, alsook alle regels die uit hoofde van dat Protocol zijn vastgesteld met betrekking tot personeelsaangelegenheden van het ondersteuningsbureau.
  • 2. 
    De procedure voor de toepassing van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie is opgenomen in het aanhangsel bij bijlage II.

ARTIKEL 10

Fraudebestrijding

De bepalingen betreffende artikel 44 van de verordening inzake de door de EU in Zwitserland uit te oefenen financiële controle op deelnemers aan activiteiten van het ondersteuningsbureau zijn opgenomen in bijlage III.

EU/CH/EASO/nl 8

ARTIKEL 11

Comité

  • 1. 
    Een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van Zwitserland ziet toe op de correcte uitvoering van deze regeling en zorgt voor een continu proces van informatieverstrekking en gedachtewisseling hierover. Om praktische redenen komt dit comité tegelijk samen met de comités die zijn opgericht met andere geassocieerde landen die deelnemen op basis van artikel 49, lid 1, van de verordening. Het comité komt samen op verzoek van Zwitserland of op verzoek van de Europese Commissie. De raad van bestuur van het ondersteuningsbureau wordt op de hoogte gehouden van de werkzaamheden van het comité.
  • 2. 
    Informatie over geplande EU-wetgeving die direct gevolgen heeft voor de verordening of deze wijzigt, of die naar verwachting effect zal hebben op de financiële bijdrage in de zin van artikel 3 van deze regeling, wordt gedeeld en besproken in het comité.

ARTIKEL 12

Bijlagen

De bijlagen bij deze regeling vormen een integrerend deel van deze regeling.

EU/CH/EASO/nl 9

ARTIKEL 13

Inwerkingtreding

  • 1. 
    De overeenkomstsluitende partijen keuren deze regeling goed volgens hun eigen nationale procedures. Zij stellen elkaar in kennis van de voltooiing van die procedures.
  • 2. 
    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand na de laatste kennisgeving in de zin van lid 1.

ARTIKEL 14

Beëindiging en geldigheid

  • 1. 
    Deze regeling wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
  • 2. 
    Elk van de partijen kan, na overleg met het comité, deze regeling opzeggen door de andere partij hiervan in kennis te stellen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze regeling op van toepassing te zijn.
  • 3. 
    Deze regeling vervalt in geval van beëindiging van de Overeenkomst tussen de Europese

Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een

lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend 1 .

1 PB EU L 53 van 27.2.2008, blz. 5.

EU/CH/EASO/nl 10

  • 4. 
    Deze regeling wordt opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de

Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Gedaan te …, op …

Voor de Europese Unie

Voor de Zwitserse Bondsstaat

EU/CH/EASO/nl 11

BIJLAGE I

FORMULE VOOR DE BEREKENING VAN DE BIJDRAGE

  • 1. 
    De financiële bijdrage van Zwitserland aan de ontvangsten van het ondersteunings- bureau, als bedoeld in artikel 33, lid 3, onder d), van de verordening, wordt volgens onderstaande formule berekend.

De jaarlijks op 31 maart beschikbare meest recente definitieve cijfers betreffende het bruto binnenlands product (bbp) van Zwitserland worden gedeeld door de som van de voor hetzelfde jaar beschikbare bbp-cijfers van alle landen die deelnemen aan het ondersteuningsbureau. Het aldus verkregen percentage wordt toegepast op het in artikel 33, lid 3, onder a) van de verordening bedoelde deel van de goedgekeurde ontvangsten van het ondersteuningsbureau voor het betreffende jaar om het bedrag van de financiële bijdrage van Zwitserland te verkrijgen.

  • 2. 
    De financiële bijdrage wordt betaald in euro.
  • 3. 
    Zwitserland betaalt zijn financiële bijdrage uiterlijk 45 dagen na ontvangst van de debetnota. Elk uitstel van betaling leidt ertoe dat Zwitserland vanaf de vervaldatum achterstandsrente moet betalen over het uitstaande bedrag. Het rentepercentage is de op de eerste dag van de maand van de vervaldag door de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet zoals bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie, verhoogd met drieënhalf procentpunten.

EU/CH/EASO/Bijlage I/nl 1

  • 4. 
    De financiële bijdrage van Zwitserland wordt aangepast overeenkomstig deze bijlage indien de in artikel 33, lid 3, onder a), van de verordening bedoelde in de algemene begroting van de EU opgenomen bijdrage van de Unie wordt verhoogd op grond van artikel 26, 27 of 41 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 1 . In een dergelijk geval moet het

verschil 45 dagen na ontvangst van de debetnota worden betaald.

  • 5. 
    Indien door het ondersteuningsbureau uit hoofde van artikel 33, lid 3, onder a), van de verordening van de EU ontvangen betalingskredieten voor jaar N niet uiterlijk 31 december van jaar N worden besteed of indien de begroting van het ondersteuningsbureau voor jaar N op grond van artikel 26, 27 of 41 van verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 is verlaagd, wordt het deel van de niet-bestede of verlaagde betalingskredieten dat overeenkomt met het percentage van de bijdrage van Zwitserland, overgeheveld naar de begroting van het ondersteuningsbureau voor het jaar N+1. De bijdrage van Zwitserland aan de begroting van het ondersteuningsbureau voor jaar N+1 wordt dienovereenkomstig verlaagd.

__________________

1 PB EU L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

EU/CH/EASO/Bijlage I/nl 2

BIJLAGE II

PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN

VAN DE EUROPESE UNIE DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,

OVERWEGENDE dat krachtens de bepalingen van artikel 343 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en naar artikel 191 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA), de Europese Unie en de EGA op het grondgebied van de lidstaten de immuniteiten en voorrechten genieten welke nodig zijn ter vervulling van hun taak,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT de volgende bepalingen, welke aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden gehecht:

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 1

HOOFDSTUK I

EIGENDOMMEN, FONDSEN, BEZITTINGEN EN VERRICHTINGEN

VAN DE EUROPESE UNIE

ARTIKEL 1

De gebouwen en terreinen van de Europese Unie zijn onschendbaar. Zij zijn vrijgesteld van huiszoeking, vordering, verbeurdverklaring of onteigening. De eigendommen en bezittingen van de Unie kunnen zonder toestemming van het Hof van Justitie niet worden getroffen door enige dwangmaatregel van bestuursrechtelijke of gerechtelijke aard.

ARTIKEL 2

Het archief van de Unie is onschendbaar.

ARTIKEL 3

De Unie, haar bezittingen, inkomsten en andere eigendommen zijn vrijgesteld van alle directe belastingen.

Telkens wanneer hun dit mogelijk is, treffen de regeringen van de lidstaten passende maatregelen tot kwijtschelding of teruggave van het bedrag der indirecte belastingen en van belastingen op de verkoop, welke een deel vormen van de prijs van onroerende of roerende goederen, wanneer de Unie voor haar officieel gebruik belangrijke aankopen doet van goederen in de prijs waarvan zodanige belastingen begrepen zijn. De toepassing van deze bepalingen mag evenwel niet tot gevolg hebben dat de mededinging binnen de Unie wordt vervalst.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 2

Geen enkele vrijstelling wordt verleend van belastingen, heffingen en rechten die niet anders zijn dan eenvoudige vergoedingen voor diensten van openbaar nut.

ARTIKEL 4

De Unie is vrijgesteld van alle douanerechten, in- en uitvoerverboden en -beperkingen met betrekking tot goederen bestemd voor officieel gebruik van de Unie; de aldus ingevoerde goederen mogen op het grondgebied van het land alwaar zij zijn ingevoerd niet onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen, tenzij op voorwaarden welke door de regering van dat land zijn goedgekeurd.

Zij is eveneens vrijgesteld van alle douanerechten, in- en uitvoerverboden en -beperkingen met betrekking tot hun publicaties.

HOOFDSTUK II

MEDEDELINGEN EN LAISSEZ-PASSER

ARTIKEL 5

(oud artikel 6)

De instellingen van de Unie genieten, voor hun officiële mededelingen en het overbrengen van al hun documenten op het grondgebied van iedere lidstaat de behandeling, welke door deze staat aan diplomatieke missies wordt toegestaan.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 3

De officiële correspondentie en andere officiële mededelingen van de instellingen van de Unie zijn niet aan censuur onderworpen.

ARTIKEL 6

(oud artikel 7)

Laissez-passer, waarvan de vorm door de Raad met gewone meerderheid van stemmen wordt vastgesteld en welke als geldige reispapieren worden erkend door de overheidsinstanties van de lidstaten kunnen door de voorzitters van de instellingen van de Unie aan de leden en het personeel van deze instellingen worden verstrekt. Deze laissez-passer worden aan de ambtenaren en overige personeelsleden verstrekt overeenkomstig de bepalingen van het statuut van de ambtenaren en de regeling voor de andere personeelsleden van de Unie.

De Commissie kan akkoorden sluiten teneinde deze laissez-passer te doen erkennen als geldige reispapieren voor het grondgebied van derde staten.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 4

HOOFDSTUK III

LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

ARTIKEL 7

(oud artikel 8)

De bewegingsvrijheid der leden van het Europees Parlement die zich naar de plaats van bijeenkomst van het Europees Parlement begeven of daarvan terugkeren wordt op geen enkele wijze beperkt door voorschriften van bestuursrechtelijke of andere aard.

Aan de leden van het Europees Parlement worden, wat betreft douane- en deviezencontrole, toegekend:

  • a) 
    door hun eigen regering, dezelfde faciliteiten als zijn toegekend aan hoge ambtenaren, die zich, belast met een tijdelijke officiële zending, naar het buitenland begeven;
  • b) 
    door de regeringen van de andere lidstaten, dezelfde faciliteiten als zijn toegekend aan vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen, belast met een tijdelijke officiële zending.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 5

ARTIKEL 8

(oud artikel 9)

Tegen de leden van het Europees Parlement kan geen opsporing plaatsvinden, noch kunnen zij worden aangehouden of vervolgd op grond van de mening of de stem die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht.

ARTIKEL 9

(oud artikel 10)

Tijdens de zittingsduur van het Europees Parlement genieten de leden:

  • a) 
    op hun eigen grondgebied, de immuniteiten welke aan de leden van de volksvertegenwoordiging in hun land zijn verleend,
  • b) 
    op het grondgebied van elke andere lidstaat, vrijstelling van aanhouding en gerechtelijke vervolging in welke vorm ook.

De immuniteit beschermt hen eveneens, wanneer zij zich naar de plaats van de bijeenkomst van het Europees Parlement begeven of daarvan terugkeren.

Op deze immuniteit kan geen beroep worden gedaan in geval van ontdekking op heterdaad, terwijl zij evenmin kan verhinderen dat het Europees Parlement het recht uitoefent de immuniteit van een van zijn leden op te heffen.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 6

HOOFDSTUK IV

DE AAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE INSTELLINGEN DER EUROPESE UNIE DEELNEMENDE VERTEGENWOORDIGERS

DER LIDSTATEN

ARTIKEL 10

(oud artikel 11)

De aan de werkzaamheden van de instellingen van de Unie deelnemende vertegenwoordigers der lidstaten, alsmede hun raadslieden en de deskundigen, genieten gedurende de uitoefening van hun ambt en op hun reizen naar en van de plaats van bijeenkomst de gebruikelijke voorrechten, immuniteiten en faciliteiten.

Dit artikel is eveneens van toepassing op de leden der raadgevende organen van de Unie.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 7

HOOFDSTUK V

AMBTENAREN EN OVERIGE PERSONEELSLEDEN VAN DE EUROPESE UNIE

ARTIKEL 11

(oud artikel 12)

De ambtenaren en overige personeelsleden van de Unie zijn, ongeacht hun nationaliteit, op het grondgebied van elk der lidstaten:

  • a) 
    vrijgesteld van rechtsvervolging voor hetgeen zij in hun officiële hoedanigheid hebben gedaan, gezegd of geschreven, behoudens de toepassing van de bepalingen der Verdragen, die betrekking hebben op de verantwoordelijkheid van de ambtenaren en overige personeelsleden tegenover de Unie, en voorts op de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie om uitspraak te doen in geschillen tussen de Unie en haar ambtenaren en overige personeelsleden. Zij blijven deze immuniteit genieten nadat zij hun ambt hebben neergelegd;
  • b) 
    tezamen met hun echtgenoten en de te hunnen laste zijnde verwanten vrijgesteld van immigratiebeperkingen en vreemdelingenregistratie;
  • c) 
    inzake monetaire of deviezenregelingen in het genot van de gebruikelijke faciliteiten welke aan ambtenaren van internationale organisaties worden toegekend;

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 8

  • d) 
    gerechtigd om de eerste maal, dat zij hun post bezetten, in het betrokken land hun huisraad en goederen voor persoonlijk gebruik vrij van rechten in te voeren, en bij het neerleggen van hun ambt hun huisraad en goederen voor persoonlijk gebruik uit genoemd land vrij van rechten

    weder uit te voeren, in beide gevallen met inachtneming van de voorwaarden welke de regering van het land waar dit recht wordt uitgeoefend, als noodzakelijk beschouwt;

  • e) 
    gerechtigd uit een lidstaat hun voor persoonlijk gebruik bestemde personenauto die in het land waar zij het laatst hun verblijfplaats hebben gehad of in het land waarvan zij onderdaan zijn,

    verkregen is op de voorwaarden die op de binnenlandse markt van dat land gelden, vrij van rechten in te voeren, en deze vrij van rechten weder uit te voeren, in beide gevallen met inachtneming van de voorwaarden welke de regering van het betrokken land als noodzakelijk beschouwt.

ARTIKEL 12

(oud artikel 13)

Onder de voorwaarden en volgens de procedure welke door het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen en na raadpleging van de betrokken instellingen worden vastgesteld, worden de ambtenaren en overige personeelsleden van de Unie onderworpen aan een belasting ten bate van de Unie op de door haar betaalde salarissen, lonen en emolumenten.

Zij zijn vrijgesteld van nationale belastingen op de door de Unie betaalde salarissen, lonen en emolumenten.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 9

ARTIKEL 13

(oud artikel 14)

De ambtenaren en overige personeelsleden van de Unie, die zich uitsluitend uit hoofde van de uitoefening van hun ambt in dienst van de Unie vestigen op het grondgebied van een andere lidstaat dan de staat van de fiscale woonplaats, welke zij bezitten op het ogenblik van hun indiensttreding bij de Unie, worden voor de toepassing van de inkomsten-, vermogens- en successiebelastingen, alsmede van de tussen de lidstaten van de Unie gesloten overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting, zowel in de staat waar zij zich gevestigd hebben als in de staat van de fiscale woonplaats, geacht hun woonplaats te hebben behouden in de laatstgenoemde staat, indien deze lid is van de Unie. Deze bepaling geldt eveneens voor de echtgenoot voor zover deze geen eigen beroepsbezigheden uitoefent, alsmede voor de kinderen die ten laste zijn en onder toezicht staan van de in dit artikel bedoelde personen.

De roerende goederen welke toebehoren aan de in de vorige alinea bedoelde personen en zich bevinden op het grondgebied van de staat van verblijf, worden in die staat vrijgesteld van successiebelasting; voor de heffing van die belasting worden die roerende goederen geacht zich in de staat van de fiscale woonplaats te bevinden, onder voorbehoud van de rechten van derde staten en de mogelijke toepassing van de bepalingen der internationale overeenkomsten betreffende dubbele belasting.

De uitsluitend uit hoofde van de uitoefening van een ambt in dienst van andere internationale organisaties verkregen woonplaats wordt niet in aanmerking genomen bij de toepassing van de bepalingen van dit artikel.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 10

ARTIKEL 14

(oud artikel 15)

Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen en na raadpleging van de betrokken instellingen de regeling vast inzake de sociale voorzieningen, welke op de ambtenaren en overige personeelsleden van de Unie van toepassing zijn.

ARTIKEL 15

(oud artikel 16)

Het Europees Parlement en de Raad bepalen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen en na raadpleging van de overige betrokken instellingen, op welke categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Unie de bepalingen van de artikelen 11, 12, tweede alinea, en 13 geheel of ten dele van toepassing zijn.

De namen, hoedanigheden en adressen der ambtenaren en overige personeelsleden, welke onder deze categorieën zijn begrepen, worden op gezette tijden aan de regeringen van de lidstaten medegedeeld.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 11

HOOFDSTUK VI

VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN DER BIJ DE EUROPESE UNIE

GEACCREDITEERDE MISSIES VAN DERDE STATEN

ARTIKEL 16

(oud artikel 17)

De lidstaat, op wiens grondgebied de zetel van de Unie is gevestigd, verleent aan de missies der bij de Unie geaccrediteerde derde staten de gebruikelijke diplomatieke immuniteiten en voorrechten.

HOOFDSTUK VII

ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 17

(oud artikel 18)

De voorrechten, immuniteiten en faciliteiten worden aan de ambtenaren en overige personeelsleden van de Unie uitsluitend in het belang van de Unie verleend.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 12

Elke instelling van de Unie is gehouden de aan een ambtenaar of ander personeelslid verleende immuniteit op te heffen in alle gevallen, waarin zulks naar haar mening niet strijdig is met de belangen van de Unie.

ARTIKEL 18

(oud artikel 19)

Voor de toepassing van dit protocol handelen de instellingen van de Unie in overeenstemming met de verantwoordelijke autoriteiten van de betrokken lidstaten.

ARTIKEL 19

(oud artikel 20)

De artikelen 11 tot en met 14 en 17 zijn van toepassing op de voorzitter van de Europese Raad.

Zij zijn eveneens van toepassing op de leden van de Commissie.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 13

ARTIKEL 20

(oud artikel 21)

De artikelen 11 tot en met 14 en artikel 17 zijn van toepassing op de rechters, de advocatengeneraal, de griffier en de toegevoegde rapporteurs van het Hof, onverminderd de bepalingen van artikel 3 van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie nopens de vrijstelling van rechtsvervolging van de rechters en de advocaten-generaal.

ARTIKEL 21

(oud artikel 22)

Dit protocol is eveneens van toepassing op de Europese Investeringsbank, de leden van haar organen, haar personeel en de vertegenwoordigers der lidstaten, die aan haar werkzaamheden deelnemen, onverminderd de bepalingen van het protocol betreffende haar statuten.

De Europese Investeringsbank wordt bovendien vrijgesteld van elke fiscale en parafiscale heffing ter gelegenheid van de uitbreiding van haar aandelenkapitaal, alsmede van de verschillende formaliteiten welke deze verrichtingen kunnen medebrengen in de staat waar de zetel gevestigd is. Haar opheffing en liquidering zullen evenmin enige heffing medebrengen. Ten slotte geeft de werkzaamheid van de Bank en van haar organen, uitgeoefend onder de statutaire voorwaarden, geen aanleiding tot de heffing van omzetbelastingen.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 14

ARTIKEL 22

(oud artikel 23)

Dit protocol is eveneens van toepassing op de Europese Centrale Bank, de leden van haar organen en haar personeel, onverminderd de bepalingen van het protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank.

De Europese Centrale Bank wordt bovendien vrijgesteld van elke fiscale en parafiscale heffing bij de uitbreiding van haar kapitaal, alsmede van de verschillende formaliteiten welke hieraan verbonden zijn in de staat waar de zetel van de Bank gevestigd is. De werkzaamheden van de Bank en van haar organen, uitgeoefend overeenkomstig de statuten van het Europese Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, geven geen aanleiding tot de heffing van omzetbelasting.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 15

Aanhangsel bij BIJLAGE II

WIJZE VAN TOEPASSING IN ZWITSERLAND VAN HET PROTOCOL BETREFFENDE DE

VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

  • 1. 
    Uitbreiding van de toepassing van het protocol tot Zwitserland

Iedere verwijzing naar de lidstaten in het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen (hierna "het Protocol" genoemd) moet worden opgevat als zijnde eveneens van toepassing op Zwitserland, tenzij in het onderstaande anders wordt bepaald.

  • 2. 
    Ondersteuningsbureau vrijgesteld van indirecte belastingen (met inbegrip van btw)

Op vanuit Zwitserland geëxporteerde goederen en diensten wordt geen Zwitserse belasting over de toegevoegde waarde (btw) geheven. Wat goederen en diensten betreft die het ondersteuningsbureau in Zwitserland voor officieel gebruik worden geleverd of verstrekt, geschiedt de btw-vrijstelling, overeenkomstig artikel 3, tweede alinea, van het protocol, door middel van teruggave van de betaalde bedragen. Vrijstelling van btw wordt verleend indien de feitelijke aankoopprijs voor de in de factuur of een gelijkwaardig document vermelde goederen en dienstverstrekkingen (inclusief belastingen) ten minste 100 Zwitserse frank bedraagt.

Restitutie van de betaalde btw-bedragen volgt op vertoon van de speciaal hiertoe bestemde

Zwitserse formulieren aan de afdeling btw van de Zwitserse federale belastingautoriteiten. De aanvragen worden in beginsel behandeld binnen drie maanden, te rekenen vanaf de indiening van het van de nodige bewijsstukken vergezelde verzoek om terugbetaling.

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 16

  • 3. 
    Wijze van toepassing van de regelgeving betreffende het personeel van het ondersteuningsbureau

Wat artikel 12, tweede alinea, van het Protocol betreft, stelt Zwitserland, volgens de beginselen van zijn intern recht, de ambtenaren en overige personeelsleden van het ondersteuningsbureau in de zin van artikel 2 van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 van 25 maart 1969 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van de artikelen 12, 13, tweede alinea, en 14 van het Protocol betreffende de

voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn 1 , vrij van federale,

kantonnale en gemeentelijke belastingen op salarissen, lonen en emolumenten die door de EU worden betaald en waarop, te harer gunste, een interne belasting van toepassing is.

Voor de toepassing van artikel 13 van dit Aanhangsel wordt Zwitserland niet als een lidstaat in de zin van bovenstaande paragraaf 1 beschouwd.

De ambtenaren en overige personeelsleden van het ondersteuningsbureau, alsook hun gezinsleden die zijn aangesloten bij het op de ambtenaren en overige personeelsleden van de EU van toepassing zijnde socialeverzekeringsstelsel, vallen niet verplicht onder het Zwitserse socialeverzekeringsstelsel.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft uitsluitende bevoegdheid voor alle kwesties betreffende de betrekkingen tussen de Commissie of het ondersteuningsbureau en zijn personeel, wat betreft de toepassing van het statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, en de andere bepalingen van het EU-recht tot vaststelling van arbeidsvoorwaarden.

____________________

1 PB EG L 74 van 27.3.1969, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG)

nr. 371/2009 van de Raad (PB EU L 121 van 15.5.2009, blz. 1).

EU/CH/EASO/Bijlage II/nl 17

BIJLAGE III

FINANCIËLE CONTROLE MET BETREKKING TOT ZWITSERSE DEELNEMERS

AAN DE ACTIVITEITEN VAN HET ONDERSTEUNINGSBUREAU

ARTIKEL 1

Rechtstreekse communicatie

Het ondersteuningsbureau en de Europese Commissie onderhouden rechtstreekse contacten met alle in Zwitserland gevestigde personen of entiteiten die betrokken zijn bij de activiteiten van het ondersteuningsbureau als contractant, als deelnemer aan een programma van het ondersteuningsbureau, als begunstigde van een betaling uit de begroting van het ondersteuningsbureau of van de EU, of als onderaannemer. Deze personen kunnen alle dienstige informatie en documentatie die zij gehouden zijn te verstrekken op grond van de in deze regeling genoemde instrumenten en van de ter uitvoering daarvan gesloten contracten of overeenkomsten, alsmede van de in het kader daarvan genomen besluiten, rechtstreeks aan de Europese Commissie en het ondersteuningsbureau doen toekomen.

EU/CH/EASO/BIJLAGE III/nl 1

ARTIKEL 2

Audits

  • 1. 
    In overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees

Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom)

nr. 1605/2002 1 , met Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december

2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op

de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen 2 , en met de overige regelingen waarnaar

in deze regeling wordt verwezen, kan in de contracten of overeenkomsten die met in Zwitserland gevestigde begunstigden worden gesloten en in de besluiten die in dat kader worden genomen, worden bepaald dat bij deze begunstigden of bij hun onderaannemers op ieder tijdstip wetenschappelijke, financiële of technologische audits of andere controles kunnen worden verricht door functionarissen van het ondersteuningsbureau en de Commissie of door andere door dezen hiertoe gemachtigde personen.

  • 2. 
    De functionarissen van het ondersteuningsbureau en de Commissie alsook de andere door dezen hiertoe gemachtigde personen krijgen passende toegang tot locaties, werkzaamheden en documenten, alsmede tot alle nodige informatie, inclusief informatie in elektronische vorm, om deze audits naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit recht van toegang wordt uitdrukkelijk vermeld in de contracten of overeenkomsten die worden gesloten ter uitvoering van de instrumenten waarnaar in deze regeling wordt verwezen.

1 PB EU L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

2 PB EG L 357 van 31.12.2002, blz. 72. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG,

Euratom) nr. 652/2008 van de Commissie (PB EU L 181 van 10.7.2008, blz. 23).

EU/CH/EASO/BIJLAGE III/nl 2

  • 3. 
    De Europese Rekenkamer heeft dezelfde rechten als de Europese Commissie.
  • 4. 
    De audits kunnen plaatsvinden tot vijf jaar na het verstrijken van deze regeling dan wel volgens het bepaalde in de contracten of overeenkomsten of in de ter zake genomen besluiten.
  • 5. 
    De Zwitserse financiële controledienst wordt van tevoren over de op het Zwitserse grondgebied te verrichten audits geïnformeerd. Deze kennisgeving is evenwel geen wettelijke voorwaarde voor de uitvoering van deze audits.

ARTIKEL 3

Controles ter plaatse

  • 1. 
    In het kader van deze regeling is de Europese Commissie (OLAF) gemachtigd op het

Zwitserse grondgebied controles en verificaties ter plaatse te verrichten, zulks overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten van Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen

fraudes en andere onregelmatigheden 1 .

  • 2. 
    De controles en verificaties ter plaatse worden door de Europese Commissie voorbereid en uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Zwitserse financiële controledienst of met de andere door deze controledienst aangewezen bevoegde Zwitserse autoriteiten, die tijdig over het voorwerp, het doel en de rechtsgrondslag van de controles en verificaties worden ingelicht, teneinde alle nodige hulp te kunnen verstrekken. Te dien einde kunnen functionarissen van de bevoegde Zwitserse autoriteiten aan de controles en verificaties ter plaatse deelnemen.

1 PB EG L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

EU/CH/EASO/BIJLAGE III/nl 3

  • 3. 
    Indien de betrokken Zwitserse autoriteiten dit wensen, worden de controles en verificaties ter plaatse door de Europese Commissie en die autoriteiten gezamenlijk verricht.
  • 4. 
    Wanneer deelnemers aan het programma zich verzetten tegen een controle of verificatie ter plaatse, verlenen de Zwitserse autoriteiten de controleurs van de Europese Commissie, overeenkomstig de nationale bepalingen ter zake, de nodige assistentie om laatstgenoemden in staat te stellen de hun opgedragen controles en verificaties ter plaatse tot een goed einde te brengen.
  • 5. 
    De Europese Commissie doet de Zwitserse financiële controledienst ten spoedigste mededeling van iedere onregelmatigheid en van ieder vermoeden betreffende een onregelmatigheid waarvan zij in het kader van de controle of verificatie ter plaatse kennis heeft gekregen. De Europese Commissie stelt in ieder geval de bovengenoemde instantie in kennis van het resultaat van deze controles en verificaties.

ARTIKEL 4

Informatie en raadpleging

  • 1. 
    Met het oog op een goede uitvoering van deze bijlage wisselen de bevoegde Zwitserse en EU- autoriteiten op gezette tijden informatie uit en plegen zij, op verzoek van een van beide overeenkomstsluitende partijen, overleg.
  • 2. 
    De bevoegde Zwitserse autoriteiten stellen het ondersteuningsbureau en de Europese

Commissie onverwijld in kennis van ieder onder hun aandacht gebracht feit waaraan het vermoeden zou kunnen worden ontleend dat er zich onregelmatigheden hebben voorgedaan bij de sluiting en de uitvoering van de contracten of overeenkomsten die zijn gesloten ter uitvoering van de instrumenten waarnaar in deze regeling wordt verwezen.

EU/CH/EASO/BIJLAGE III/nl 4

ARTIKEL 5

Vertrouwelijkheid

Ingevolge deze bijlage meegedeelde of verkregen informatie, in eender welke vorm, valt onder het beroepsgeheim en wordt op dezelfde wijze beschermd als soortgelijke informatie wordt beschermd krachtens het Zwitserse recht en de overeenkomstige bepalingen die gelden voor de EU- instellingen. Deze informatie mag niet worden meegedeeld aan andere personen dan die welke binnen de EU-instellingen of in de lidstaten of Zwitserland op grond van hun functie op de hoogte moeten zijn van deze informatie, en mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het waarborgen van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de overeenkomstsluitende partijen.

ARTIKEL 6

Administratieve maatregelen en sancties

Onverminderd de toepassing van het Zwitserse strafrecht kan het ondersteuningsbureau of de

Europese Commissie administratieve maatregelen en sancties opleggen in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 1 , met Gedelegeerde Verordening

(EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot

vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie 2 , en met

Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de

bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen 3 .

1 PB EU L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

2 PB EU L 362 van 31.12.2012, blz. 1.

3 PB EG L 312 van 23.12.1995, blz. 1.

EU/CH/EASO/BIJLAGE III/nl 5

ARTIKEL 7

Invordering en tenuitvoerlegging

Besluiten die het ondersteuningsbureau of de Europese Commissie neemt binnen het toepassingsgebied van deze regeling welke voor natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van de staten, een geldelijke verplichting inhouden, zijn uitvoerbaar in Zwitserland. De uitvoerbare titel wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van het besluit, afgegeven door de daartoe door de Zwitserse regering aangewezen autoriteit, die daarvan kennis geeft aan het ondersteuningsbureau of de Europese Commissie. De tenuitvoerlegging vindt plaats volgens de Zwitserse regels. Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd voor de controle van de rechtsgeldigheid van de uitvoerbare titel.

Arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie die worden gewezen ingevolge een arbitrageclausule vormen onder dezelfde voorwaarden executoriale titel.

____________________

EU/CH/EASO/BIJLAGE III/nl 6


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.