Opinie Clingendael ‘De kater van Vilnius: Brussel vs. Moskou één-één?’

Met dank overgenomen van euforum.nl, gepubliceerd op donderdag 20 februari 2014, 16:52.

Jan Marinus Wiersma, senior visiting fellos Clingendael Institute

Vorig jaar in de aanloop naar de Top van Vilnius (28 en 29 november) waar de EU belangrijke zaken zou gaan doen met haar Oosterburen, werd er nog wel eens gebromd dat het daar niet om Brussel versus Moskou, maar over individuele keuzes van de EU partners in de regio zou gaan. We weten nu wel beter. De Russische regering deed haar uiterste best om buurland Oekraïne ervan te weerhouden een akkoord met de EU te tekenen. En met succes.

Brug

Het land werd ooit eens omschreven als een brug tussen Europa en Rusland. Waarop onmiddellijk de reactie kwam dat een brug iets is waar mensen overheen lopen en dat die vergelijking het land geen recht deed. Inmiddels gaat zij totaal niet meer op.

Oekraïne is een splijtzwam in de betrekkingen tussen de EU en de Russische Federatie geworden ook al wordt dat nog steeds niet openlijk erkend. En de stand is één-één. Na de mislukte poging voorafgaand aan de top van Vilnius om een associatie- en vrijhandelsakkoord met Oekraïne af te ronden en na een deal tussen de presidenten van Oekraïne  en Rusland ( een lening van 15 miljard en lagere gastarieven), leek de EU op achterstand gezet.

Beauty Contest

Spijtig, hoorde je in Brussel, maar het land (de regering) was soeverein in zijn besluitvorming en in een zero sum game met Moskou had de EU geen trek. Men wilde geen beauty contest. Dat Moskou wel zo naar zijn buren kijkt, werd voor lief genomen. Daar wordt elke afspraak van de EU met een van de gezamenlijke buurlanden als een verlies voor Moskou beschouwd. 

In het verleden hadden de Russen vooral moeite met de rol van de NAVO in de regio, die ooit de Sovjet Unie vormde;  tegenwoordig is ook de EU daar niet meer welkom.  Met een combinatie van economische druk en financiële toezeggingen probeert Poetin de EU uit de buurt te houden en de Russische invloedssfeer te vergroten. Terwijl Brussel benadrukte dat de associatie akkoorden een blauwdruk voor de modernisering van de buren vormen, hamerde Moskou op de economische verliezen die deze landen zouden lijden.

Het meeste succes had Rusland met Armenië dat de gesprekken met de EU afbrak en aankondigde zich aan te zullen sluiten bij de door Moskou opgezette douane-unie.   Zo ver durfde president Janoekovitsj evenwel niet te gaan en na de demonstraties zal hij zich wel twee keer bedenken voor hij die radicale (onomkeerbare) stap zet.  Het feit dat hij een associatieakkoord met de EU inruilde voor een financiële deal met Poetin, maakte wel duidelijk waar uiteindelijk zijn voorkeuren liggen en dat het autoritaire Rusland hem liever is dan de democratische EU. De later weer ingetrokken anti-demonstratie wetten zijn daarvan een voorbeeld.

De afspraken met de Russische president werden door velen in de Oekraïne vooral tegen deze achtergrond beoordeeld en dit verklaart de felheid van het protest. Men wil af van Janoekovitsj en zijn regime voordat het land een vazal van de grote buur wordt en zich – via die douane-unie -  voegt in het gezelschap van andere ondemocratische staten zoals Wit Rusland en Kazakhstan. Zo vullen de demonstranten zelf het Europees perspectief in. De EU heeft in tegenstelling tot Moskou financieel niet veel te bieden maar wel een hervormingstraject waarmee het corrupte en slecht bestuurde land zijn voordeel zou kunnen doen.  Eén-één dus. Maar hoe verder?

Brussel

Terwijl de protesten voortduurden en de chaos in Kiev toenam, ontmoetten president Poetin en de leiding van de EU elkaar op 28 januari voor een super korte top – van enkele uren – in Brussel. Je mag aannemen dat – de hete aardappel voor beide - Oekraïne hoog op de agenda stond en de vraag wat Rusland en de EU gezamenlijk zouden kunnen ondernemen om een mogelijke burgeroorlog in het bijna failliete land te voorkomen. 

Commissievoorzitter Barroso i en EU Raadspresident Van Rompuy i hadden de gelegenheid ook kunnen aangrijpen om Poetin openlijk de les te lezen over zijn bewuste ondermijning van het associatieakkoord met Oekraïne. Wat er precies werd besproken kwam niet naar buiten; alleen dat de gedachtewisseling open en eerlijk was geweest.  De EU vertegenwoordigers hielden vast aan het standpunt dat Rusland niets te maken heeft met hoe de EU zijn betrekkingen met Kiev invult – dus geen trilateraal overleg daarover – maar zij zijn op het niveau van experts bereid met Rusland te praten over de gevolgen van een eventueel akkoord met Oekraïne voor de Russische economie.

President Poetin herhaalde zijn kritiek op de EU ‘inmenging’ in de binnenlandse aangelegenheden van Oekraïne maar sloeg verder – met de Olympische Winterspelen in zicht - een gematigde toon aan. De EU nam deze kritiek echter niet ter harte want op de dag van de top vertrok EU ‘buitenland minister’ Cathy Asthon voor weer een bemiddelingspoging naar Kiev.

Beide partijen refereerden na afloop aan de wensdroom om van Lissabon tot Vladivostok een grote gezamenlijke handelszone te creëren. In dezelfde positieve geest kwamen Rusland en de EU overeen om in juni, op de volgende top in Sotsji, besprekingen te starten over een nieuwe samenwerkingsakkoord. In commentaren werd geschreven over een sfeer van ‘detente’ omdat harde woorden werden vermeden.

Patstelling

De Oekraïners hebben natuurlijk niets aan een gelijke stand van Rusland en de EU; net zo min als zij iets kunnen met de patstelling in hun land. Dat dreigt meer en meer onbestuurbaar te worden met het risico van uit elkaar te vallen. De EU zou natuurlijk een duwtje kunnen geven door  -zoals de oppositie vraagt- de president met sancties onder druk te zetten in de hoop dat ook hij opstapt.  Mocht dat lukken dan komt Moskou ongetwijfeld met een tegenzet zoals het dichtdraaien van de geldkraan.

Wie pikt dan de rekening op? De EU? Arnout Brouwers roept in de VK van 1-2-14 terecht de vraag op wat Oekraïne de EU waard is. Hij verwijst daarbij naar een mogelijk Marshall plan voor het land. Of Oekraïne überhaupt in staat is dergelijke (in principe zeer omvangrijke) hulp te verwerken mag betwijfeld worden. Na de Oranje Revolutie van 2004 verwachtte iedereen dat het land middels radicale hervormingen snel zou aansluiten bij het Westen. Die kans werd door de ‘revolutionairen’ van toen niet benut. De minister-presidenten van de zogenaamde Visegrad Vier (Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije) riepen afgelopen week op om Oekraïners voortaan vrij te stellen van de visumplicht.

Een dergelijk materieel voordeel de pro-EU oppositie kunnen helpen. Eurocommissaris Füle , ook  beseffend dat de EU geen miljarden heeft klaarliggen, gooide het over een nog weer andere boeg: Brussel moet het land lidmaatschap in het vooruitzicht stellen.

Verdeeldheid

Het is allemaal goedbedoeld en welgemeend maar gaat voorbij aan het kernprobleem, de grote verdeeldheid van de Oekraïners. Zolang men het intern niet eens is over de oriëntatie van het land, blijft het land een speelbal van ‘buitenlandse mogendheden’.  Maar vrij in zijn keuze is het land door de druk van Poetin niet. Die zal zich pas anders opstellen als hij met hetzelfde wordt geconfronteerd als waarmee zijn ‘vriend’ Janoekovitsj nu worstelt. 

Daar ziet het niet naar uit. Tegendruk van de EU richting Moskou is en blijft daarom wenselijk, binnendoor en buitenom.  Bij alle scherpe kritiek die men kan en moet hebben op president Janoekovitsj, is eenzijdig aansturen op zijn ondergang riskant daar hij een belangrijk deel van zijn land vertegenwoordigt.  Als de EU niet wil meewerken aan een pijnlijke splijting, dan blijft bemiddelen het parool.

Het laatste nieuws is dat de EU en de VS zouden werken aan een financieel hulpplan dat een breed gedragen interim-regering door een overgangsperiode moet helpen. Zo hopen ze, naar we mogen aannemen, een brug te slaan tussen regering en oppositie.  Het is natuurlijk afwachten wat de omvang van een steunpakket zal zijn en wat het betekent voor de door de Russen toegezegd steun die na het aftreden van minister president Azarov voorlopig is stopgezet.