Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten - Vastgesteld door de Raad op 17 oktober 2014 - Hoofdinhoud
Documentdatum | 21-10-2014 |
---|---|
Publicatiedatum | 23-10-2014 |
Kenmerk | 11296/2/14 REV 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Raad van de Europese Unie Brussel, 21 oktober 2014 (OR. en)
11296/2/14
Interinstitutioneel dossier: REV 2
2013/0105 (COD) i
TRANS 345 CODEC 1531 PARLNAT 271
WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN
Betreft: Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot
wijziging van Richtlijn 96/53/EG i van de Raad houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten - Vastgesteld door de Raad op 17 oktober 2014 RICHTLIJN .../…/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van …
tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG i van de Raad houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer
maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 1 ,
Gezien het advies van het Comité van de Regio's 2 ,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 3 ,
1 PB C 327 van 12.11.2013 blz. 133.
2 PB C […] van […], blz. […].
3 Standpunt van het Europees Parlement van 14 april 2014 [(PB ...)] [(nog niet
bekendgemaakt in het Publicatieblad)] en standpunt van de Raad in eerste lezing van 17 oktober 2014 [(PB ...)] [(nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad)]. Standpunt van het Europees Parlement van ... [(PB ...)] [(nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad)] [en besluit van de Raad van ...].
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Het is noodzakelijk de uitstoot van broeikasgassen en met name de uitstoot van koolstofdioxide (CO 2 ) te verminderen, de verkeersveiligheid te verbeteren, de wetgeving, op dat vlak aante passen aan de technologische ontwikkelingen en de veranderende behoeften van de markt, en intermodale vervoersverrichtingen te faciliteren, terwijl er tegelijkertijd moet voor worden gezorgd dat de concurrentie niet wordt verstoord en de weginfrastructuur wordt beschermd.
(2) De technologische ontwikkelingen bevatten de mogelijkheid om op de achterzijde van voertuigen intrekbare of inklapbare aerodynamische voorzieningen aan te brengen. Het aanbrengen van dergelijke voorzieningen zou er evenwel voor kunnen zorgen dat de bij
Richtlijn 96/53/EG i van de Raad 1 voorgeschreven toegestane maximumlengten wordt
overschreden. Een afwijking op de toegestane maximumlengten dient derhalve te worden voorzien. Deze richtlijn heeft als doel om de installatie van dergelijke voorzieningen mogelijk te maken zodra de nodige wijzigingen van de technische vereisten voor de typegoedkeuring van de aerodynamische voorzieningen zijn omgezet of in werking zijn getreden en nadat de uitvoeringshandelingen door de Commissie zijn vastgesteld waarin de operationele voorschriften voor het gebruik van die voorzieningen worden bepaald.
(3) Cabines met een kleinere luchtweerstand kunnen, mogelijkerwijs samen met op de achterzijde van voertuigen bevestigde intrekbare of inklapbare aerodynamische
voorzieningen, een aanzienlijke verbetering van de energieprestaties van voertuigen opleveren. Een dergelijke verbetering is binnen de huidige in de Richtlijn 96/53/EG i vastgestelde maximumlengten niet mogelijk zonder het laadvermogen van het voertuig te verminderen en het economisch evenwicht van de wegvervoersector in gevaar te brengen. Eveneens omwille van die reden, is een afwijking op de toegestane maximumlengten vereist.
1 Richtlijn 96/53/EG i van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan
het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59).
(4) Richtlijn 2007/46/EG i van het Europees Parlement en de Raad 1 bepaalt dat voor de
aerodynamische voorzieningen die langer zijn dan 500 mm en voor motorvoertuigen die zijn uitgerust met cabines die hun aerodynamische prestaties verbeteren en die de in Richtlijn 96/53/EG i bepaalde grenzen overschrijden, een typegoedkeuring moet worden verleend voordat ze op de markt worden gebracht.
(5) De mogelijkheid van een nieuwe vormgeving van de cabine voor motorvoertuigen zou de verkeersveiligheid ten goede komen omdat dode hoeken in het gezichtsveld van de
bestuurder, onder meer die onder de voorruit, moeten verminderen, en zouden moeten bijdragen tot het redden van talrijke levens van zwakke weggebruikers, zoals voetgangers en fietsers. Een nieuwe vormgeving van de cabine maakt het eveneens mogelijk voorzieningen in te bouwen die bij een aanrijding energie absorberen. De potentiële toename van de omvang van de cabine kan bovendien de veiligheid en het comfort van de bestuurder verbeteren.
(6) Het gebruik van alternatieve aandrijfsystemen die minder verontreiniging veroorzaken in vrachtwagens of autobussen, leidt tot een toename van het gewicht. Dergelijke toename van het gewicht die niet in het laadvermogen te worden verrekend, aangezien het
wegvervoer op die manier economisch zou worden benadeeld. Dergelijke alternatieve aandrijfsystemen die hybride aandrijfsystemen omvatten, zijn diewelke voor de mechanische aandrijving energie ontlenen aan een verbruikbare brandstof en/of een accu of enig ander opslagsysteem voor elektrisch of mechanisch vermogen.
(7) Toekomstige door alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen (met zwaardere aandrijfsystemen dan voertuigen met conventionele brandstoffen) zouden eveneens baat kunnen hebben bij een marge voor bijkomend gewicht Dergelijke alternatieve
brandstoftechnologieën kunnen derhalve worden opgenomen in de lijst met alternatieve brandstoffen vermeld in Richtlijn 96/53/EG i, indien het gebruik ervan vereist dat de extra gewichtsmarge wordt gebruikt.
1 Richtlijn 2007/46/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot
vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).
(8) Deze richtlijn voorziet in afwijkingen van de maximum toegestane gewichten en afmetingen van voertuigen en voertuigcombinaties, bepaald in Richtlijn 96/53/EG i. De lidstaten kunnen echter om redenen in verband met de verkeersveiligheid of de kenmerken van de infrastructuur, het verkeer van bepaalde voertuigen op specifieke gedeelten van hun wegennet beperken.
(9) Bij het vervoer per container wordt steeds meer gebruik gemaakt van containers van
45 voet. Dergelijke containers worden vervoerd met behulp van alle vervoerswijzen. Het wegtraject van intermodale vervoersverrichtingen kan op dit moment slechts worden afgelegd na het doorlopen van zware administratieve procedures die een belasting vormen voor zowel de lidstaten als de vervoersondernemingen, tenzij de containers over zeer dure gepatenteerde afgeschuinde hoeken beschikken. Door de toegestane lengte van vrachtwagens voor containervervoer met 15 cm te verlengen kunnen vervoerders worden ontheven van die administratieve procedures en kunnen intermodale vervoersverrichtingen worden gestimuleerd zonder risico's of nadelen voor de weginfrastructuur of andere weggebruikers of.
(10) Om het intermodaal vervoer te blijven stimuleren en rekening te houden met het ledig gewicht van containers of wissellaadbakken met een lengte van ten hoogste 45 voet
moeten motorvoertuigen met drie assen met opleggers met twee of drie assen tot het verkeer worden toegelaten, met een totaal toegestaan maximumgewicht van 44 ton. Motorvoertuigen met twee assen met opleggers met drie assen die containers of wissellaadbakken met een lengte van ten hoogste 45 voet vervoeren, moeten worden toegelaten voor intermodaal vervoer, met een totaal toegestaan maximumgewicht van 42 ton.
(11) Sinds de vaststelling van Richtlijn 96/53/EG i is het gemiddelde gewicht van autobus- en touringcarpassagiers alsmede van hun bagage aanzienlijk toegenomen. Gezien de door die richtlijn vastgelegde maximumgewichten, is het aantal passagiers dat kan worden vervoerd geleidelijk aan afgenomen. Voorts heeft de uitrusting die nodig is om te voldoen aan de huidige technische vereisten zoals de Euro VI-specificaties, het gewicht van de ermee
uitgeruste voertuigen verder doen toenemen. Aangezien collectief vervoer met het oog op een efficiënter energieverbruik moet worden bevorderd ten opzichte van individueel vervoer moet het vroegere aantal passagiers per autocar worden hersteld, rekening houdend met de toename van hun gewicht en van het gewicht van hun bagage. Daartoe kan het toegestane maximumgewicht van autocars met twee assen worden verhoogd, maar dat mag niet tot een snellere slijtage van de weginfrastructuur leiden.
(12) Om ervoor te zorgen dat de concurrentie tussen marktdeelnemers niet wordt verstoord en
om de opsporing van inbreuken te verbeteren, nemen de lidstaten tegen … + specifieke
maatregelen teneinde na te gaan welke rijdende voertuigen of voertuigcombinaties waarschijnlijk de vastgestelde relevante gewichtsmaxima overschrijden en derhalve moeten worden gecontroleerd. Er kan worden vastgesteld om welke voertuigen het gaat door middel van in de weginfrastructuur geïntegreerde weegsystemen, of door middel van sensoren aan boord van het voertuig die van op afstand communiceren met de relevante autoriteiten. Elke lidstaat voert elk jaar een adequaat aantal controles op het gewicht van voertuigen uit. Het aantal controles moet evenredig zijn aan het totale aantal voertuigen dat jaarlijks op het grondgebied van de betrokken lidstaat wordt geïnspecteerd.
(13) Om de naleving van deze richtlijn te garanderen, stellen de lidstaten voorschriften vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze richtlijn en zorgen zij ervoor dat deze worden toegepast. Die sancties moeten doeltreffend, niet-discriminerend, evenredig en afschrikkend zijn.
+ PB: gelieve de datum in te voegen: zes jaar na de inwerkingtreding van deze
wijzigingsrichtlijn.
(14) Om de controles op het gewicht van voertuigen of voertuigcombinaties op internationale schaal efficiënter te maken en het vlotte verloop van die controles te faciliteren, is het van belang dat de bevoegde autoriteiten in de lidstaten informatie uitwisselen. Het
overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1071/2009 i van het Europees Parlement en de Raad 1
aangewezen contactpunt moet als tussenschakel voor de uitwisseling van dergelijke informatie optreden.
(15) Het is belangrijk dat het Europees Parlement en de Raad regelmatig in kennis worden gesteld van de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verrichte wegcontroles. Deze door de lidstaten meegedeelde informatie stelt de Commissie in staat om toe te zien op de naleving van deze richtlijn door de vervoersondernemingen en te bepalen of er al dan niet behoefte is aan dwingende maatregelen.
(16) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze richtlijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden
moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 i van het
Europees Parlement en de Raad 2 .
1 Verordening (EG) nr. 1071/2009 i van het Europees Parlement en de Raad van
21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG i van de Raad (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51).
2 Verordening (EU) nr. 182/2011 i van het Europees Parlement en de Raad van
16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(17) De Commissie moet geen uitvoeringshandelingen vaststellen betreffende de operationele vereisten inzake het gebruik van aerodynamische voorzieningen, noch betreffende
gedetailleerde specificaties voor in het voertuig geïnstalleerde weegapparatuur wanneer het
bij deze richtlijn ingestelde comité geen advies uitbrengt over de door de Commissie
ingediende ontwerphandeling.
(18) Teneinde de lijst van alternatieve brandstoffen in deze richtlijn in het licht van de meest recente technologische ontwikkelingen te actualiseren, moet aan de Commissie de
bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gedelegeerde handelingen vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer met de deskundigen van de lidstaten, alvorens gedelegeerde handelingen vast te stellen. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.
(19) Daar de doelstellingen van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, wegens de omvang en de gevolgen ervan, beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, de
nodige maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.
(20) Richtlijn 96/53/EG i dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 96/53/EG i wordt als volgt gewijzigd:
-
1)In punt a) van artikel 1, lid 1, wordt de verwijzing "Richtlijn 70/156/EEG i van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten
betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan" vervangen door de verwijzing "Richtlijn 2007/46/EG i van het Europees Parlement en de Raad*.
_______________
-
*Richtlijn 2007/46/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en
aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (Voor de EER relevante tekst) (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).";
-
-
2)Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)in de eerste alinea, worden de volgende definities toegevoegd:
"- alternatieve brandstoffen": brandstoffen of energiebronnen die, op zijn minst gedeeltelijk, dienen als vervanging van fossiele oliebronnen in de
energievoorziening voor vervoer en ertoe kunnen bijdragen dat de energievoorziening koolstofvrij wordt en de milieuprestaties van de vervoerssector beter worden. Deze omvatten:
– elektriciteit die wordt verbruikt in alle soorten elektrische voertuigen;
– waterstof; – aardgas, met inbegrip van biomethaan, in gasvorm (Compressed Natural Gas – CNG) en in vloeibare vorm (Liquefied Natural Gas - LNG);
– vloeibaar petroleumgas (Liquefied Petroleum Gas - LPG);
– mechanische energie uit een opslagsysteem aan boord/bronnen aan boord;
-
– "door alternatieve brandstoffen aangedreven voertuig": een motorvoertuig dat geheel of gedeeltelijk wordt aangedreven op basis van een alternatieve
brandstof en dat is goedgekeurd krachtens Richtlijn 2007/46/EG i;
– "intermodale vervoersverrichting:
-
a)gecombineerd vervoer als gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn
92/106/EEG van de Raad * , of
-
b)vervoer waarbij gebruik wordt gemaakt van vervoer over water, op voorwaarde dat de afstand van het begin- of het eindvervoer over de weg op het grondgebied van de Unie niet groter is dan 150 km. De
bovenvermelde afstand van 150 km mag worden overschreden om de dichtstbij gelegen geschikte vervoersterminal voor de voorgenomen dienst te bereiken, indien het vervoer wordt verricht met:
-
i)voertuigen die voldoen aan bijlage I, punt 2.2.2, onder a) of onder b), of
-
ii)andere voertuigen, indien deze zijn toegelaten in de betrokken lidstaat.
-
Voor intermodaal vervoer kan de dichtstbij gelegen geschikte vervoersterminal die de dienst verleent, gelegen zijn in een andere lidstaat dan de lidstaat waarin
de zending werd ingeladen of uitgeladen.
– "verlader": een juridische entiteit of persoon die op de vrachtbrief of een gelijkwaardig vervoersdocument (zoals de "doorvoer"-vrachtbrief) als verlader wordt genoemd en/of in wiens naam of voor wiens rekening een
vervoersovereenkomst is gesloten met de vervoersonderneming.
_______________
∗ Richtlijn 92/106/EEG i van de Raad van 7 december 1992 houdende vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor bepaalde vormen van gecombineerd vervoer van goederen tussen lidstaten (PB L 368 van 17.12.1992, blz. 38). ˮ;
-
b)in het tweede lid wordt de verwijzing "Richtlijn 70/156/EG i" vervangen door de verwijzing "Richtlijn 2007/46/EG i".
-
3)Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)de derde en de vierde alinea van lid 4, worden geschrapt;
-
b)lid 6 wordt geschrapt.
-
-
4)Artikel 5 wordt vervangen door:
"Artikel 5
Vóór 1 januari 1991 in het verkeer gebrachte gelede voertuigen die niet voldoen aan de in de punten 1.6 en 4.4 van bijlage I opgenomen voorschriften, worden voor de toepassing van artikel 3 geacht met die voorschriften in overeenstemming te zijn, indien zij een totale lengte van niet meer dan 15,50 m hebben.".
-
5)De artikelen 8, 8 bis en 9 worden geschrapt.
-
6)De volgende artikelen worden ingevoegd:
"Artikel 8 bis
-
1.Teneinde de energie-efficiëntie van voertuigen of voertuigcombinaties te verbeteren, mogen voertuigen of voertuigcombinaties die zijn uitgerust met aerodynamische
voorzieningen welke voldoen aan de eisen van de leden 2 en 3, alsmede aan Richtlijn
2007/46/EG, de in bijlage I, punt 1.1, vastgestelde maximumlengtes overschrijden
om de installatie van die voorzieningen achteraan op het voertuig of de
voertuigcombinatie mogelijk te maken. Voertuigen of voertuigcombinaties welke
met die voorzieningen zijn uitgerust, moeten voldoen aan punt 1.5 van bijlage I, en
overschrijdingen van de maximumlengte mogen niet leiden tot een toename van de
laadlengte van de betrokken voertuigen of voertuigcombinaties.
-
2.Voor de in lid 1 bedoelde aerodynamische voorzieningen die langer zijn dan 500 mm moet een typegoedkeuring worden verleend overeenkomstig Richtlijn 2007/46/EG i
voordat deze op de markt worden gebracht. Uiterlijk op … + , gaat de Commissie na
of de technische vereisten voor de typegoedkeuring van de aerodynamische voorzieningen vastgelegd in voornoemde richtlijn, met inbegrip van de uitvoeringsbepalingen ervan, moeten worden aangepast, rekening houdend met het feit dat de verkeersveiligheid en de veiligheid van het intermodaal vervoer moeten worden gewaarborgd; zij besteedt daarbij met name aandacht aan de volgende elementen:
-
a)de bevestiging en de duurzaamheid van de voorzieningen, om het risico te beperken dat zij loskomen, ook tijdens intermodale vervoersverrichtingen;
-
b)de veiligheid van andere weggebruikers, met name zwakke weggebruikers, door te zorgen voor onder andere zichtbare contourmarkeringen wanneer
aerodynamische voorzieningen zijn geïnstalleerd, door de vereisten voor indirect zicht aan te passen, en door erop toe te zien dat bij een aanrijding aan de achterzijde van een voertuig of voertuigcombinatie de werking van beschermingsinrichtingen tegen klemrijden aan de achterzijde niet in het gedrang komt.
De Commissie dient daartoe, indien nodig, een wetgevingsvoorstel tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG i in.
-
-
3.De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen gedetailleerde operationele vereisten vast voor het gebruik van de in lid 1 bedoelde voorzieningen, met name met betrekking tot:
-
a)de omstandigheden waarin die voorzieningen door de bestuurder moeten worden dichtgevouwen, ingetrokken of verwijderd;
-
-
+ PB: datum invoegen: twee jaar na de inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn.
-
b)het gebruik ervan op stedelijke en interlokale weginfrastructuur; en
-
c)de verenigbaarheid ervan met intermodaal vervoer.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 10 decies, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
-
4.Lid 1 is, naargelang het geval, van toepassing met ingang van de datum van omzetting of de datum van toepassing van de in lid 2 bedoelde noodzakelijke wijzigingen van de instrumenten en na de vaststelling van de in lid 3 bedoelde uitvoeringshandelingen.
Artikel 9
-
1.Met het oog op de verbetering van de energie-efficiëntie, met name wat betreft meer performante aerodynamische cabines, alsmede van de verkeersveiligheid, mogen
voertuigen en voertuigcombinaties die voldoen aan de eisen van lid 2, alsmede aan Richtlijn 2007/46/EG i de in bijlage I, punt 1.1, vastgestelde maximumlengtes overschrijden indien die cabines de aerodynamische prestaties, de prestaties inzake energie-efficiëntie en de veiligheidsprestaties verbeteren. Voertuigen of voertuigcombinaties welke met dergelijke cabines zijn uitgerust, moeten voldoen aan punt 1.5 van bijlage I, en overschrijdingen van de maximumlengte mogen niet leiden tot een toename van het laadvermogen van de betrokken voertuigen.
-
2.Voor de in lid 1 bedoelde voertuigen moet een goedkeuring worden verleend overeenkomstig Richtlijn 2007/46/EG i voordat ze op de markt worden gebracht.
-
Uiterlijk op … + , gaat de Commissie na of in voornoemde richtlijn, met inbegrip van
de uitvoeringshandelingen ervan, technische vereisten moeten worden ingevoegd voor de typegoedkeuring van voertuigen met aerodynamische cabines, rekening houdend met de volgende elementen:
-
a)de verbeterde aerodynamische prestaties van de voertuigen of voertuigcombinaties;
-
b)zwakke weggebruikers en het vergroten van hun zichtbaarheid voor de bestuurder, in het bijzonder door dode hoeken van de bestuurder te
verminderen;
-
c)het beperken van schade of letsel bij andere weggebruikers bij een aanrijding;
-
d)de veiligheid en het comfort van de bestuurders.
De Commissie dient daartoe, indien nodig, een wetgevingsvoorstel tot wijziging van
-
3.Lid 1 wordt naar gelang van het geval, van toepassing vijf jaar te rekenen vanaf de datum van omzetting of toepassing van de noodzakelijke wijzigingen in de in lid 2 bedoelde instrumenten.".
-
7)Artikel 10 bis wordt geschrapt.
+ PB: datum invoegen: twee jaar na de inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn.
-
8)De volgende artikelen worden ingevoegd:
"Artikel 10 ter
De maximaal toegestane gewichten van door alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen zijn de in bijlage I, punten 2.3.1 en 2.3.2, vermelde gewichten.
Door alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen voldoen tevens aan de in bijlage I, punt 3, vastgestelde maximaal toegestane asdruk.
Het bijkomend gewicht dat voor door alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen nodig is, zal worden bepaald op basis van de documentatie die door de fabrikant bij de goedkeuring van het betrokken voertuig wordt verstrekt. Dat bijkomende gewicht wordt vermeld in de officiële bewijzen die overeenkomstig artikel 6 vereist zijn.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 nonies gedelegeerde handelingen vast
te stellen met betrekking tot het actualiseren, voor de doelstellingen van deze richtlijn, van
de in artikel 2 opgenomen lijst van alternatieve brandstoffen die een bijkomend gewicht
vereisen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie de gangbare praktijk volgt en,
alvorens bij gedelegeerde handeling op te treden, deskundigen raadpleegt, waaronder
deskundigen van de lidstaten.
Artikel 10 quater
De in bijlage I, punt 1.1, vastgestelde maximumlengte, onder voorbehoud van waar van toepassing artikel 9, lid 1, en de in bijlage I, punt 1.6.vastgestelde maximale afstand,, mogen met 15 cm worden overschreden door voertuigen of voertuigcombinaties die containers van 45 voet of wissellaadbakken van 45 voet vervoeren, leeg of geladen, wanneer het wegvervoer van de vervoerde container of wissellaadbak deel uitmaakt van een intermodale vervoersverrichting.
Artikel 10 quinquies
-
1.Uiterlijk op … + treffen de lidstaten specifieke maatregelen om na te gaan bij welke
rijdende voertuigen of voertuigcombinaties waarschijnlijk het vastgestelde maximaal toegestane gewicht is overschreden en waarop hun bevoegde autoriteiten derhalve een controle moeten uitvoeren teneinde de naleving van deze richtlijn af te dwingen. Die maatregelen kunnen worden genomen door middel van automatische op de weginfrastructuur aangebrachte systemen of door overeenkomstig lid 4 in het voertuig geïnstalleerde weegapparatuur.
Een lidstaat mag de verplichting tot het installeren van weegapparatuur niet opleggen voor voertuigen of voertuigcombinaties die in een andere lidstaat zijn geregistreerd.
Indien voor het vaststellen van inbreuken op deze richtlijn en het opleggen van sancties automatische systemen worden gebruikt, worden die automatische systemen, onverminderd het Unie- en nationaal recht, gecertificeerd. Indien automatische systemen alleen voor identificatiedoeleinden worden gebruikt, hoeven zij niet te worden gecertificeerd.
-
2.Elke lidstaat voert elk kalenderjaar een adequaat aantal controles op het gewicht van rijdende voertuigen of voertuigcombinaties uit dat evenredig is aan het totale aantal voertuigen dat jaarlijks op zijn grondgebied wordt geïnspecteerd.
-
3.Overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1071/2009 i van het Europees
Parlement en de Raad * , zorgen de lidstaten ervoor dat de bevoegde instanties de met
dit artikel verband houdende informatie over inbreuken en sancties uitwisselen.
-
+ PB: datum invoegen: zes jaar na de datum van inwerkingtreding van deze
wijzigingsrichtlijn.
-
4.De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen gedetailleerde technische specificaties vast om ervoor te zorgen dat de in lid 1 vermelde in voertuigen geïnstalleerde weegapparatuur accuraat, betrouwbaar en volledig interoperabel is, en verenigbaar is met alle soorten voertuigen.
In het bijzonder kan er, met het oog op het waarborgen van de interoperabiliteit, met behulp van de gedetailleerde technische specificaties voor worden gezorgd dat te allen tijde vanuit rijdende voertuigen de weeggegevens naar de bevoegde instanties worden doorgestuurd. Die informatie wordt meegedeeld middels de interface die is gedefinieerd door de normen CEN DSRC EN 12253, EN 12795, EN 12834, EN 13372 en ISO14906, aangevuld met een norm die ervoor moet zorgen dat de bevoegde instanties van de lidstaten op dezelfde manier informatie kunnen meedelen aan en uitwisselen met in eender welke lidstaat geregistreerde voertuigen en voertuigcombinaties die met weegapparatuur zijn uitgerust;
De in dit lid bedoelde uitvoeringshandelingen worden vóór … + vastgesteld volgens
de in artikel 10 decies, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure..
_______________
-
*Verordening (EG) nr. 1071/2009 i van het Europees Parlement en de Raad van
21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG i van de Raad (OJ L 300 van 14.11.2009, blz.. 51).
+ PB: datum invoegen: een jaar vanaf de datum van toepassing van deze wijzigingsrichtlijn.
Artikel 10 sexies
De lidstaten stellen voorschriften vast inzake de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze richtlijn en nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. Die sancties moeten doeltreffend, niet-discriminerend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie van deze voorschriften in kennis.
Artikel 10 septies
-
1.Voor het vervoer van containers en wissellaadbakken stellen de lidstaten voorschriften vast ter bepaling van het volgende:
-
a)wanneer hij de vervoerder de opdracht geeft om containers of wissellaadbakken te vervoeren, dient de verlader de vervoerder een verklaring te verstrekken waarin het gewicht van de vervoerde containers of wissellaadbakken wordt vermeld, en
-
b)de vervoerder dient toegang te verschaffen tot alle ter zake doende documentatie van de verlader.
-
-
2.De lidstaten stellen aansprakelijkheidsvoorschriften vast voor zowel de verlader als de vervoerder, naar gelang van de gevallen waarin de in lid 1 bedoelde informatie
ontbreekt of fout is en het voertuig of de voertuigcombinatie overbeladen is.
Artikel 10 octies
De lidstaten bezorgen de Commissie om de twee jaar, en uiterlijk op 30 september van het jaar na het einde van de betrokken periode van twee jaar, de vereiste informatie over:
-
a)het aantal in de twee vorige kalenderjaren uitgevoerde controles, en
-
b)het aantal vastgestelde overbeladen voertuigen of voertuigcombinaties.
Deze informatie kan onderdeel zijn van de informatie die krachtens artikel 17 van
Verordening (EG) nr. 561/2006 i van het Europees Parlement en de Raad * wordt verstrekt.
De Commissie maakt een analyse van de ingevolge dit artikel ontvangen informatie en neemt die analyse op in het verslag dat in het kader van Verordening (EG) nr. 561/2006 i* bij het Europees Parlement en de Raad moet worden ingediend.
Artikel 10 nonies
-
1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
-
2.De in artikel 10 ter bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang
van …. + De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn
van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
+ PB: datum invoegen: datum van inwerkingtreding van deze verwijzingsrichtlijn.
-
3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 10 ter bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
-
4.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
-
5.Een overeenkomstig artikel 10 ter vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking wanneer noch het Europees Parlement, noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar tegen de handeling heeft gemaakt of wanneer zowel het
Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn aan de Commissie heeft meegedeeld geen bezwaar te zullen maken. Die termijn kan op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden worden verlengd.
Artikel 10 decies
-
1.De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 42 van Verordening (EU) nr. 165/2014 i van het Europees Parlement en de Raad** ingestelde Comité
wegvervoer. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 i.
-
2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 i van toepassing.
-
3.Indien het comité geen advies uitbrengt, stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 i van toepassing.
_______________
∗ Verordening (EG) nr. 561/2006 i van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 i en (EG)
nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 i van de Raad (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1).
** Verordening (EU) nr. 165/2014 i van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 i van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 i van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 1).".
-
-
9)Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
-
a)punt 1.2, onder a), wordt vervangen door:
"a) alle soorten voertuigen, met uitzondering van de in punt 1.2, onder b), bedoelde voertuigen: 2,55 m";
-
b)punt 1.2, onder b), wordt vervangen door:
"b) voertuigen met een geconditioneerde bovenbouw of door voertuigen vervoerde geconditioneerde containers of wissellaadbakken: 2,60 m";
-
-
c)punt 2.2.2, onder c), wordt vervangen door:
"c) motorvoertuig met twee assen met oplegger met drie assen die bij intermodaal vervoer, één of meer containers of wissellaadbakken vervoert, met een totale maximumlengte van ten hoogste 45 voet: 42 ton.";
-
d)in punt 2.2.2. wordt het volgende punt toegevoegd:
"d) Motorvoertuig met drie assen met oplegger met twee of drie assen die bij intermodaal vervoer één of meer containers of wissellaadbakken vervoert, met een totale maximumlengte van ten hoogste 45 voet: 44 ton.";
-
e)punt 2.3.1 wordt vervangen door:
"2.3.1 Motorvoertuigen met twee assen, met uitzondering van autobussen: 18 ton.";
"Door alternatieve brandstoffen aangedreven motorvoertuigen met twee assen, met uitzondering van autobussen: het maximum toegestane gewicht van 18 ton wordt met het voor de alternatieve brandstoftechnologie vereiste extra gewicht verhoogd tot ten hoogste 1 ton;
"Autobussen met twee assen: 19,5 ton"; f) punt 2.3.2 wordt vervangen door:
"2.3.2 Motorvoertuigen met drie assen: 25 of 26 ton wanneer de aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en luchtvering of met een op Unieniveau als gelijkwaardig volgens de definitie in bijlage II erkende vering, of
wanneer elke aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en de maximumdruk van elke as niet meer dan 9,5 ton bedraagt;
Door alternatieve brandstoffen aangedreven motorvoertuigen met drie assen: het maximum toegestane gewicht van 25 of 26 ton wordt (wanneer de aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en luchtvering of met een op Unieniveau als gelijkwaardig volgens de definitie in bijlage II erkende vering, of wanneer elke aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en de maximumdruk van elke as niet meer dan 9,5 ton bedraagt) met het voor de alternatieve brandstoftechnologie vereiste extra gewicht verhoogd met ten hoogste 1 ton.".
Artikel 2
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden
om uiterlijk op ... + aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die
bepalingen onverwijld mee.
+ PB: datum invoegen: 36 maanden na de bekendmaking van deze richtlijn.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het
Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te …,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter