Bijzondere missie in Mali met grote uitdagingen

Met dank overgenomen van S. (Sultan) Günal-Gezer i, gepubliceerd op donderdag 30 oktober 2014, 14:03.

In het herfstreces was ik, samen met andere Tweede Kamerleden van de vaste commissie voor Defensie in Mali. Ik bracht een bezoek aan de Nederlandse militairen, politiemensen en marechaussee die in Gao en in de hoofdstad Bamako een bijdrage leveren aan de VN-missie MINUSMA. Tijdens het bezoek konden wij zien, horen en ervaren hoe het met onze militairen in het verre Mali gaat en onder welke omstandigheden zij hun risicovolle werk moeten doen. Daarnaast wilden we ons een beeld vormen van zowel MINUSMA als de Nederlandse bijdrage aan de missie. Ik vond het een indrukwekkend en waardevol bezoek.

We zijn twee dagen in het Nederlandse kamp in Gao geweest. Daar hebben we het leven van onze militairen in het kamp van dichtbij meegemaakt. Het is bijzonder om te zien hoeveel werk er in een half jaar is verzet. Vanuit een kale zandvlakte is een behoorlijk kamp neergezet, en er wordt hard gewerkt om alle voorzieningen in het kamp op volle sterkte te krijgen. Zo slaapt een grote groep militairen in tenten, omdat de beschermde woonchalets nog opgebouwd worden. Daarnaast kunnen de sanitaire voorzieningen beter en is de tijdelijke eetzaal niet optimaal. Ik heb veel bewondering voor het feit dat onder de brandende zon en in de avond wordt doorgewerkt om zo snel mogelijk al deze voorzieningen te verbeteren.

We zijn uitvoerig voorgelicht over de unieke bijdrage die onze 'special forces' met Apache-helikopters en onbemande vliegtuigjes aan de missie leveren. Zij verzamelen belangrijke inlichtingen over het gebied, doen de analyse daarvan en werken dat uit tot inlichtingenrapporten. Daarmee krijgt de VN zeer belangrijke informatie in handen over het gebied. Bijvoorbeeld welke groepen zich in het gebied bevinden, hoe het zit met de onderlinge verhoudingen, hoe de veiligheidssituatie is, criminaliteit, basisvoorzieningen en nog veel meer. Voor de VN is dit een nieuwe, unieke capaciteit waar ze zeer blij mee zijn. De Nederlandse bijdrage vormt de ogen en oren van MINUSMA.

Deelname aan VN missie in Mali brengt voor Nederland en de Nederlandse militairen zeker ook uitdagingen met zich mee. In tegenstelling tot optredens in EU- of NAVO-verband, kennen de VN lange, omslachtige procedures, trage besluitvorming en lange logistieke lijnen, waardoor zaken onoverzichtelijk zijn en onnodig lang duren. Ook de samenwerking met sommige andere landen loopt nog niet altijd soepel.

Zware omgevingsfactoren zoals de hitte, de grootte van het gebied, de veelheid van gesproken talen, en de toestand van wegen vraagt grote inspanning van onze mensen en van het materieel. Dat maakt het indrukwekkend te zien hoe gemotiveerd de Nederlanders in zowel Gao als Bamako zijn, omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze daadwerkelijk iets kunnen betekenen voor de missie en de mensen in Mali.

De Nederlandse bijdrage krijgt enorm veel lof en waardering zowel van Malinezen als van VN. Zoals het waarnemend hoofd van MINUSMA David Gressly zei: 'de Nederlandse bijdrage is van vitale betekenis voor de missie, niet alleen voor nu, maar ook voor de toekomst.'

Aan het einde van het bezoek is mijn conclusie: de Nederlandse bijdrage aan de missie is van cruciaal belang, omdat ze de ogen en de oren van MINUSMA in het gebied zijn. Er is nog heel veel te doen, maar niets doen is geen optie. Als welvarend, ontwikkeld en beschaafd land hebben we wat mij betreft de plicht om onze bijdrage te leveren aan de vrijheid en veiligheid in Mali en aan een beter toekomstperspectief voor Malinezen.