Kamervragen gesteld over import van imams en Asscher's bondgenootschap met Turkse organisaties

Met dank overgenomen van S.C.C.M. (Sjoerd) Potters i, gepubliceerd op vrijdag 12 juni 2015, 3:40.

Schriftelijke vragen van de leden Karabulut (SP) en Potters (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over import van imams uit Marokko en Turkije en bondgenootschap met de Marokkaanse en Turkse overheid voor integratie en de-radicalisering

  • 1. 
    Wie heeft het idee van Nederlandse lessen voor Turkse imams aangedragen? Welke rol speelt Diyanet hierin? Wat is uw doel met deze lessen? Worden deze lessen op verplicht of dwingend vanuit de autoriteiten? Dient het ook een doel tegen radicalisering? Zo ja, hoe dan en welke concrete doelen streeft u na? Is het de bedoeling dat er meer imams vanuit Diyanet worden gezonden naar Nederland?
  • 2. 
    Op welke manier gaat u de wenselijkheid en mogelijkheden van voorbereiding van Turkse imams op hun komst naar Nederland verkennen? Wanneer wordt deze verkenning afgerond en wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd? 2)
  • 3. 
    Hoe zit het met de financiering, organisatie en politieke beïnvloeding vanuit de door de Turkse Overheid rechtstreeks aangestuurde moskeeën via de Islamitische Stichting Nederland?
  • 4. 
    Hoe staat het met het door u aangekondigde onderzoek naar de vorming van parallelle gemeenschappen? Bent u nog steeds bereid om de door u geconstateerde onduidelijkheid over de verschillende Turkse stromingen en organisaties weg te nemen? Bent u bereid de parallelle structuren, de bewegingen die erachter zitten en de vormingsagenda die ermee gemoeid is inzichtelijk te maken? Waarom beperkt u zich eigenlijk tot de Turks-Nederlandse gemeenschap? 2) 3)
  • 5. 
    Heeft u het functioneren van de TRSO’s al in kaart gebracht door actief op zoek te gaan naar de organisatie, gelieerde organisaties, bestuursleden, uitingsvormen, voedingsbronnen, subsidies en financieringsstromen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn de resultaten? 2)
  • 6. 
    Op welke wijze gaat u de komende vijf jaar intensief vinger aan de pols houden zoals eerder door u toegezegd? 2) 3)
  • 7. 
    Wat hebben de gesprekken met de Turkse ambassadeur en Minister van Buitenlandse Zaken over de beschuldiging van racistische politiek vanuit Nederland jegens de Turks Nederlandse gemeenschap opgeleverd? Heeft Turkije de kritiek ingetrokken, zo ja bent u bereid er bij hen op aan te dringen de verklaring te verwijderen van de website of aan te passen? Zo nee, waarom niet? 3) 4)
  • 8. 
    Wat doet het Departement voor Turken in het buitenland en gerelateerde gemeenschappen in Nederland? Via welke organisaties werken ze in Nederland? Welke activiteiten worden ondernomen en waarom? 9)
  • 9. 
    Zijn er verslagen van de door u gevoerde gesprekken met de TRSO’s en de Turkse autoriteiten? Zo ja, zou de Tweede Kamer die kunnen inzien? Zo nee, waarom niet?
  • 10. 
    Wat behelst uw bondgenootschap met de vier TRSO’s? Kunt u aangeven welke afspraken u met de afzonderlijke organisaties heeft gemaakt of gaat maken? 2)
  • 11. 
    Klopt het bericht dat u in december 2014 afspraken heeft gemaakt met het CMO om (meer) imams uit Marokko naar Nederland te halen tegen radicalisering? Zo nee, welke afspraken ter bestrijding van radicalisering en voor integratie heeft u het afgelopen jaar wel gemaakt met het CMO? Is de Marokkaanse overheid hier op enigerlei wijze bij betrokken geweest? 5)
  • 12. 
    Wat bedoelt u met dat het Marokkaanse opleidingscentrum voor imams en ter verspreiding van de gematigde islam interessant is voor Nederland? Onder welke categorie islam schaart u de reeds in Nederland opererende imams en moskeeën? Bestaan er banden met de Marokkaanse overheid via moskeeën of andere organisaties? Hoe zien die eruit? 5)
  • 13. 
    Kunt u toelichten wat de Marokkaanse gematigde islam behelst en op welke wijze deze wordt gebracht bij de mensen? Bent u voornemens deze vorm van de islam te importeren naar Nederland? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de scheiding van kerk en staat? Zo nee, waarom werkt u dan mee aan het overhalen van imams uit Marokko naar Nederland in plaats van bijdragen aan het wegnemen van drempels in Nederland voor opleiden van Nederlandse imams? 5)
  • 14. 
    Wie bepaalt volgens u de religieuze behoefte van mensen? Welke rol ziet u weg gelegd voor de overheid? Welke rol voor u als minister van integratie?
  • 15. 
    Wat zijn volgens u de oorzaken van radicalisering van jongeren? Welke strategie heeft u inzake de-radicalisering en waarom? Graag een uitgebreide toelichting.
  • 16. 
    Bent u bereid de Tweede Kamer te informeren over de door u aangekondigde internationale bijeenkomsten over integratie en radicalisering, georganiseerd door Marokko? Wie zijn daarbij aanwezig, waar gaan deze bijeenkomsten over, wie wonen de bijeenkomsten bij met welke agenda? 5)
  • 17. 
    Klopt het bericht dat u licht enthousiast bent over de komst van imams uit Marokko naar Nederland? 6)
  • 18. 
    Welke lessen kan Nederland volgens u leren van Marokko wat betreft ‘het geven van een plek aan de gematigde islam in de samenleving? Welke concrete plannen heeft u gemaakt naar aanleiding van uw bezoeken en gesprekken met Marokko? 6)
  • 19. 
    Deelt u de conclusie van de parlementaire enquêtecommissie Blok dat op het terrein van de godsdienstbeleving de Turkse en Marokkaanse overheden directe invloed uitoefenen op de moskee-organisaties, wat een rem kan zetten op de integratie. Hoe past de hernieuwde samenwerking met de Turkse en Marokkaanse overheid hierin?
  • 20. 
    Wordt de onwillige houding van moskeebesturen om in Nederland opgeleide imams toe te laten niet beloond door ondersteuning van import van imams uit Marokko en Turkije? 8)
  • 21. 
    Klopt het dat Nederland wil aanhaken bij de jaarlijkse Marokkaanse bijles in essentiële eigenschappen van de Marokkaanse islam? 5)
  • 22. 
    Met welke religieuze en niet-religieuze stromingen werkt het kabinet samen om concrete maatschappelijke vraagstukken op te lossen? Waarom zoekt het kabinet waar het de islamitische organisaties betreft naar aparte samenwerkingsvormen, verwijzend naar de ‘Deutsche Islam Konferenz’?
  • 23. 
    Wat is uw reactie op de kritiek van universitair docent islam Jan Jaap de Ruiter over samenwerking met Marokko die hij omschrijft als een autocratisch land die middels een zeer repressief beleid radicalisering bestrijdt waarbij volgens mensenrechtenorganisaties de afgelopen vier jaar 173 keer een gevangene, ook verdachten zijn gemarteld, geslagen, bedreigd met verdrinking en verkarchting? 6)
  • 24. 
    Denkt u niet dat import van imams uit Marokko of het Malikisme, de zogenoemde gematigde islam vanuit Marokko, de deur wagenwijd openzet voor de lange arm van de Koning van Marokko die aan het hoofd staat van de geestelijken en een politiek voert van eens een Marokkaan, altijd een Marokkaan, ook wanneer mensen dat niet willen? 6)
  • 25. 
    Ziet u dit als belemmering voor de integratie? Zo nee, waarom niet?
  • 26. 
    Komen radicaliserende of reeds geradicaliseerde jongeren veel in de moskee? Waar halen zij hun ideeën op, wat is de voedingsbodem van radicalisering? Graag een uitgebreide toelichting.
  • 27. 
    Heeft u, of bent u voornemens, met de Turkse en Marokkaanse overheid verdragen te sluiten over integratie en de-radicalisering van Nederlanders van Turkse en Marokkaanse afkomst?
  • 1) 
    Kamerbrief Parallelle gemeenschappen, 25 september 2014, referentie 2014-0000125142
  • 2) 
    Kamerbrief Turkije en integratiebeleid Nederland, 3 juni 2015, referentie 2015-0000145079
  • 3) 
    Toezegging AO integratie, 12 november 2014
  • 5) 
    Kamerbrief werkbezoek Marokko, 28 mei 2015, referentie 2015-0000139220
  • 7) 
    Kamerstuk 28689, nr 9, pagina 545
  • 8) 
    Evaluatie Islam- en Imamopleidingen in Nederland, pagina 127-128
  • 9) 
    http://www.ytb.gov.tr/