Ontwerpbesluit van de Raad waarbij de Republiek Oostenrijk wordt gemachtigd tot het ondertekenen en bekrachtigen van, en Malta tot het toetreden tot, het Verdrag van 's-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, in het belang van de Europese Unie - Verklaring van de Duitse delegatie - Hoofdinhoud
Documentdatum | 25-11-2015 |
---|---|
Publicatiedatum | 26-11-2015 |
Kenmerk | 13240/15 ADD 2 |
Van | General Secretariat of the Council |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Raad van de Europese Unie Brussel, 25 november 2015 (OR. en, de)
13240/15
Interinstitutioneel dossier: ADD 2
2013/0177 (NLE) i
JUSTCIV 245
NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 13656/15 JUSTCIV 252 Nr. Comdoc.: 10748/13 JUSTCIV 144 Betreft: Ontwerpbesluit van de Raad waarbij de Republiek Oostenrijk wordt
gemachtigd tot het ondertekenen en bekrachtigen van, en Malta tot het toetreden tot, het Verdrag van 's-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, in het belang van de Europese Unie - Verklaring van de Duitse delegatie
De Bondsrepubliek Duitsland steunt de inspanningen van de Republiek Oostenrijk en de Republiek Malta om verdragsluitende staat te worden bij het Haags Betekeningsverdrag van 1965, respectievelijk door bekrachtiging van en toetreding tot dat verdrag. De Bondsrepubliek Duitsland betwijfelt evenwel nog steeds of het besluit dat vandaag aan de Raad ter vaststelling wordt voorgelegd, tot de exclusieve externe bevoegdheid van de Europese Unie behoort. Het is niet duidelijk waarom de toekomstige toepassing van het Haags Betekeningsverdrag op Oostenrijk en Malta de gemeenschappelijke regels voor justitiële samenwerking in burgerlijke zaken tussen de lidstaten zou kunnen aantasten of de strekking daarvan zou kunnen wijzigen (artikel 3, lid 2, VWEU).
Het Haags Betekeningsverdrag geldt ten aanzien van derde landen. Tussen de lidstaten van de
Europese Unie heeft Verordening nr. 1393/2007 i (verordening betekening en kennisgeving van stukken) duidelijk voorrang op dit verdrag. Bijgevolg mag het besluit geen model, noch een precedent vormen voor andere eventuele maatregelen van de Europese Unie in soortgelijke kwesties waarin de exclusieve externe bevoegdheid van de Europese Unie een rol kan spelen.