Ontwerpbesluit van de Raad waarbij de Republiek Oostenrijk wordt gemachtigd tot het ondertekenen en ratificeren van, en Malta tot het toetreden tot, het Verdrag van ’s-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, in het belang van de Europese Unie - verzoek om goedkeuring door het Europees Parlement - Hoofdinhoud
Documentdatum | 18-11-2015 |
---|---|
Publicatiedatum | 21-11-2015 |
Kenmerk | 13240/15 |
Van | General Secretariat of the Council |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Raad van de Europese Unie Brussel, 18 november 2015 (OR. en)
13240/15 Interinstitutioneel dossier:
2013/0177 (NLE) i
JUSTCIV 245
NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: Coreper/Raad nr. vorig doc.: 13656/15 JUSTCIV 252
Nr. Comdoc.: 10748/13 JUSTCIV 144
Betreft: Ontwerpbesluit van de Raad waarbij de Republiek Oostenrijk wordt gemachtigd tot het ondertekenen en ratificeren van, en Malta tot het toetreden tot, het Verdrag van ’s-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van
gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, in het belang van de Europese Unie - verzoek om goedkeuring door het Europees Parlement
-
1.Bij brief van 6 juni 2013 heeft de Commissie bij de Raad een voorstel ingediend voor een besluit van de Raad waarbij Oostenrijk en Malta worden gemachtigd toe te treden tot het Verdrag van ’s-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in
burgerlijke en handelszaken, in het belang van de Europese Unie.
-
2.Het voorstel is gebaseerd op artikel 81, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, juncto artikel 218, lid 6, punt a). Derhalve is de goedkeuring van het Europees Parlement vereist.
-
3.Het voorstel is in 2013, 2014 en 2015 meermaals besproken door de Groep burgerlijk recht (algemene vraagstukken). In het licht van die bespreking en van de opmerkingen van de
delegaties is het voorstel is gewijzigd.
-
4.Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EG) nr. 1393/2007 i inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken en nemen bijgevolg deel aan de vaststelling en de toepassing van het voorgestelde besluit.
-
5.Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van
Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van het voorgestelde besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken.
-
6.Het Coreper/de Raad wordt derhalve verzocht:
(a) hun goedkeuring te hechten aan de tekst van het ontwerpbesluit van de Raad waarbij de Republiek Oostenrijk wordt gemachtigd tot het ondertekenen en ratificeren van,
en Malta tot het toetreden tot, het Verdrag van ’s-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, in het belang van de
Europese Unie, zoals vervat in document 13777/15 JUSTCIV 256 + ADD 1 1 ; en
(b) te besluiten het ontwerpbesluit van de Raad voor goedkeuring toe te zenden aan het Europees Parlement, overeenkomstig artikel 218, lid 6, punt a), van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie.
1 Door de juristen-vertalers bijgewerkte tekst.