Ontwijking van vennootschapsbelasting: De Raad bepaalt zijn standpunt over regels ter bestrijding van belastingontwijking - Hoofdinhoud
De Raad heeft op 21 juni 2016 overeenstemming bereikt over een ontwerprichtlijn ter bestrijding van algemeen voorkomende belastingontwijkingspraktijken van grote ondernemingen.
Deze richtlijn is onderdeel van een pakket voorstellen dat de Commissie in januari 2016 heeft ingediend om de regels tegen ontwijking van vennootschapsbelasting te versterken. Het pakket stoelt op de OESO-aanbevelingen van 2015 voor het aanpakken van grondslaguitholling en winstverschuiving (BEPS).
De richtlijn heeft betrekking op situaties waarin concerns gebruik maken van verschillen tussen nationale belastingstelsels om minder belasting te moeten betalen. Zo kunnen belastingplichtige ondernemingen profiteren van lage belastingtarieven of van dubbele belastingaftrek. Ook kunnen zij bepaalde inkomsten buiten de heffing houden door ervoor te zorgen dat deze in het ene rechtsgebied aftrekbaar zijn terwijl ze in het andere rechtsgebied niet in de belastinggrondslag zijn opgenomen. Dit soort praktijken verstoort de zakelijke besluitvorming en geeft risico op oneerlijke belastingconcurrentie.
Nieuwe bepalingen op vijf terreinen
De ontwerprichtlijn heeft betrekking op alle belastingplichtigen die vennootschapsbelastingplichtig zijn in een lidstaat, met inbegrip van in derde landen gevestigde dochterondernemingen. Ze bevat vijf categorieën regels ter bestrijding van belastingontwijking:
-
-Beperking van de aftrekbaarheid van de rente. Multinationale groepen kunnen groepsentiteiten in hoogbelastende rechtsgebieden financieren via schulden, en ervoor zorgen dat deze entiteiten sterk opgedreven rente betalen aan dochterondernemingen in laagbelastende rechtsgebieden. Als resultaat daarvan betaalt het concern als geheel minder belasting. Met de ontwerprichtlijn wordt beoogd deze praktijk te ontmoedigen door het rentebedrag te beperken dat de belastingplichtige in een belastingjaar mag aftrekken.
-
-Exitheffingen. Belastingplichtige ondernemingen kunnen hun belastingaanslag verlagen door hun fiscale zetel en/of activa te verplaatsen naar een rechtsgebied met lage belastingdruk. Exitheffingen voorkomen grondslaguitholling in de staat van oorsprong ingeval activa waarin niet-gerealiseerde onderliggende winsten besloten liggen, vanuit het fiscale rechtsgebied van die staat worden overgebracht naar elders zonder dat zij van eigenaar veranderen.
-
-Algemene antimisbruikregel. Met deze regel wordt beoogd de eventuele mazen in de specifieke antimisbruikregels van een land te dichten. Fiscale planningsconstructies van ondernemingen zijn vaak zeer doorwrocht en de belastingwetgeving ontwikkelt zich doorgaans niet snel genoeg om deze van alle benodigde beschermingsmechanismen te kunnen voorzien. De algemene antimisbruikregel geeft de belastingautoriteiten de mogelijkheid om belastingplichtigen de voordelen uit fiscale misbruikconstructies te ontzeggen.
-
-Gecontroleerde buitenlandse vennootschappen (cfc's); Om de totale verschuldigde belasting te verminderen, kunnen concerns grote bedragen aan winsten verschuiven naar gecontroleerde dochterondernemingen in laagbelastende rechtsgebieden. Een veelgebruikte constructie is dat eerst de eigendom van immateriële activa (bijv. intellectuele eigendomsrechten) wordt overgedragen aan de cfc en dat vervolgens met royaltybetalingen wordt geschoven. Met de regels voor cfc's worden de inkomsten van een laagbelaste gecontroleerde buitenlandse dochteronderneming opnieuw toegerekend aan de - gewoonlijk hoger belaste - moederonderneming.
-
-Regels inzake kwalificatieconflicten door hybride structuren. Belastingplichtige ondernemingen kunnen gebruik maken van verschillen tussen nationale belastingstelsels om als geheel minder belasting te moeten betalen. Dit soort verschillen (kwalificatieconflicten) kunnen vaak tot dubbele aftrek leiden (dat wil zeggen aftrek in beide landen) dan wel tot aftrek van inkomsten in het ene land zonder dat deze inkomsten worden opgenomen in de heffing in het andere.
Gemeenschappelijke EU-aanpak
De richtlijn zal ervoor zorgen dat alle anti-BEPS-maatregelen van de OESO op gecoördineerde wijze in de EU worden uitgevoerd, onder meer door 7 EU-lidstaten die geen lid zijn van de OESO. In afwachting van een herzien voorstel van de Commissie voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB) wordt in de richtlijn voorts rekening gehouden met de besprekingen sinds 2011 over een bestaand CCCTB-voorstel binnen de Raad.
Met drie van de vijf aandachtsgebieden waarop de richtlijn betrekking heeft, worden de beste praktijken van de OESO ten uitvoer gelegd, te weten de regels inzake beperking van de renteaftrek, de regels inzake cfc's en de regels inzake kwalificatieconflicten door hybride structuren. De overige twee soorten regels, te weten de algemene antimisbruikregel en de exitheffingsregels, hebben betrekking op BEPS-gerelateerde aspecten van het CCCTB-voorstel.
Goedkeuring en uitvoering
Het akkoord is bereikt na besprekingen in de Raad Economische en Financiële Zaken. Op 17 juni 2016 heeft de Raad brede overeenstemming bereikt, onderworpen aan een stilzwijgende procedure.
Aangezien de termijn voor de procedure is verstreken zonder dat er bezwaren werden gemaakt, zal de richtlijn in een volgende Raadszitting ter aanneming worden voorgelegd.
De lidstaten hebben tot 31 december 2018 de tijd om de richtlijn om te zetten in hun nationale wet- en regelgeving, met uitzondering van de exitheffingsregels, die uiterlijk op 31 december 2019 moeten zijn omgezet. Lidstaten die over specifieke regels beschikken die even doeltreffend zijn als de regels voor de beperking van de renteaftrek, mogen deze toepassen tot het moment waarop de OESO overeenstemming over een minimumnorm heeft bereikt, en anders uiterlijk tot 1 januari 2024.
Andere initiatieven
Wat de rest van het pakket bestrijding belastingontwijking betreft, heeft het voorzitterschap een ambitieus tijdschema opgesteld. Op 25 mei hechtte de Raad zijn goedkeuring aan:
-
-een richtlijn over de uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied over multinationals;
-
-conclusies over de aspecten van fiscale transparantie die verband houden met derde landen.
Het pakket bestrijding belastingontwijking sluit aan op een aantal EU-initiatieven uit 2015, waaronder een in december 2015 aangenomen richtlijn over grensoverschrijdende fiscale rulings.
In december 2014 benadrukte de Europese Raad dat "de inspanningen voor de bestrijding van belastingontwijking en agressieve fiscale planning dringend moeten worden opgevoerd, zowel mondiaal als op EU-niveau".
-
-Ontwerprichtlijn van juni 2016 voor de aanpak van algemene belastingontwijkingspraktijken
×
Dit document is momenteel alleen beschikbaar in de volgende talen:
-
-
-
-
-
-
-
-
-Anti-tax-avoidance proposals by the European Commission
×
Dit document is momenteel alleen beschikbaar in de volgende talen:
-
-
-
-
-
-
-