Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling, voor 2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn - Politiek akkoord

1.

Kerngegevens

Document­datum 13-12-2018
Publicatie­datum 14-12-2018
Kenmerk 15118/1/18 REV 1
Van General Secretariat of the Council
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 december 2018 (OR. en)

15118/1/18

Interinstitutioneel dossier: REV 1

2018/0380(NLE) i LIMITE

PECHE 517

NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de Raad Betreft: Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling, voor

2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn - Politiek akkoord

  • 1. 
    De Commissie heeft op 7 november 2018 bij de Raad haar voorstel ingediend voor een verordening van de Raad tot vaststelling, voor 2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn. Het voorstel strekt ertoe voor 2019 de maximale vangsthoeveelheden voor bepaalde visbestanden vast te stellen. Ook worden er bepaalde begrenzingen van de visserij-inspanning voorgesteld.
  • 2. 
    De deelname van het Europees Parlement en het advies van het Europees Economisch en

    Sociaal Comité zijn niet vereist (artikel 43, lid 3, VWEU).

  • 3. 
    DK, IE, NL en UK maakten een parlementair voorbehoud.
  • 4. 
    De Groep intern visserijbeleid heeft het voorstel behandeld in haar vergaderingen tussen

    8 november en 7 december 2018. In deze fase was er reeds een consensus over een aantal gezamenlijk overeengekomen algemene beginselen die als leidraad voor de vaststelling van de TAC's voor 2019 zullen dienen; er is ook een lijst van bestanden die naar het oordeel van de groep geen nadere bespreking over de TAC-niveaus behoeven (bijlage), zoals een aantal "stabiele bestanden" die zijn opgenomen in de desbetreffende verklaring van de Raad, een aantal bestanden die onder internationale overeenkomsten vallen, en bestanden waarvoor de delegaties het eens zijn met de beoordeling door de Commissie van de passende TAC- niveaus. Daarbij zal het principe worden gehanteerd dat er geen akkoord bestaat voordat er over alles een akkoord bestaat.

  • 5. 
    Het Coreper heeft het voorstel op 12 december 2018 besproken ter voorbereiding van de Raad Landbouw en Visserij op 17 en 18 december 2018. De delegaties richtten zich op hun belangrijkste prioriteiten voor de vangstmogelijkheden in 2019, en op bestanden waarvoor volgens

    hen de TAC-niveaus naar boven of naar beneden moeten worden bijgesteld. Vele delegaties wezen erop dat een oplossing moet worden gevonden voor verstikkingssituaties met de volledige uitvoering van de aanlandingsverplichting in 2019, en verwelkomden het werk dat is verricht met het oog op een alternatieve oplossing voor het Commissievoorstel dat voorziet in een niet-toegewezen bijvangstquotum voor vijf bestanden.

  • 6. 
    In het algemeen, en tenzij er voor een bepaald bestand bijzondere omstandigheden gelden, is het voorzitterschap van mening dat tijdens de besprekingen en voor het definitieve besluit de volgende beginselen moeten worden gevolgd:

    – een sterke gehechtheid aan de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), die zijn vastgelegd in artikel 39 van het VWEU en artikel 2 van het GVB 1 ,

    waaronder de verwezenlijking van de MDO, voor zover mogelijk in 2019 en uiterlijk in 2020, rekening houdend met specifieke en volledig gerechtvaardigde sociaaleconomische omstandigheden;

1 Verordening (EU) nr. 1380/2013 i van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG)

nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG)

nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG i van de Raad

(PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

– het uitvoeren van de beheersplannen die in voege zijn en volledig in overeenstemming met de beginselen van het nieuwe GVB;

– het volledig nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit internationale multilaterale overeenkomsten en bilaterale overeenkomsten;

– een aanpak per geval voor bestanden waarover weinig gegevens beschikbaar zijn en waarvoor er een indicatief wetenschappelijk advies is, rekening houdend met de trends van die bestanden:

  • 1) 
    bij positieve trends moet een gematigde verhoging van de TAC worden toegepast; 2) bij negatieve trends moet een gematigde verlaging van de TAC worden toegepast;
  • 3) 
    bij stabiele trends moet een verlenging van de TAC worden toegepast;

    – wanneer geen wetenschappelijk advies voorhanden is, moet elk betrokken bestand per geval worden bekeken.

  • 7. 
    Er blijven nog een aantal knelpunten. Op deze punten worden in deel II hieronder ingegaan. Nadere informatie betreffende de standpunten van de delegaties staat in de schriftelijke

    opmerkingen 2 en in het resultaat besprekingen ("de bijbel") 3 .

2 Doc. 14437/17 + ADD1-12.

3 Doc. 14385/2/18 REV 2 + ADD 1 REV 2 + ADD 2 REV 2.

II. KNELPUNTEN

  • A) 
    ALGEMENE OPMERKINGEN De delegaties maakten de volgende opmerkingen: Daar waar MDO-niveaus bekend zijn, steunen de delegaties een op de GVB-doelstelling gebaseerde aanpak: in 2019, waar mogelijk, en uiterlijk in 2020. Sommige delegaties zijn evenwel van oordeel dat het in bepaalde gevallen beter zou zijn te trachten de MDO in 2020 te bereiken, teneinde de sociaal-economische aspecten van grote variaties in vangstmogelijkheden samen met de volledige uitvoering van de aanlandingsverplichting aan te pakken. De Commissie benadrukte dat uitzonderingen op de termijn van 2019 naar behoren moeten worden gemotiveerd, aangezien 2020 nadert en er elk jaar vooruitgang moet worden geboekt wat betreft het aantal binnen de MDO beheerde bestanden. De delegaties betwisten bijgevolg enkele van de voorgestelde TAC-niveaus.
  • 8. 
    Met betrekking tot bestanden waarover weinig gegevens beschikbaar zijn, zijn de meeste delegaties er voorstander van de bestanden per geval te bekijken, en daarbij terdege rekening te houden met de beste beschikbare wetenschappelijke informatie en de trends in de indicatoren.

Meer specifiek uitten de delegaties onder andere bedenkingen bij het vermijden van

automatische verlagingen, verlagingen als gevolg van lage gebruiksniveaus of verlagingen

van primair als bijvangst geviste bestanden waarover weinig gegevens beschikbaar zijn. De

delegaties betwisten bijgevolg enkele van de voorgestelde TAC-niveaus.

  • 9. 
    Sommige delegaties zijn tegen automatische verlagingen van de TAC's wanneer wetenschappelijk

advies ontbreekt of geen nieuw advies is uitgebracht, en stellen voor deze

gevallen in plaats daarvan verlengingen voor. De delegaties betwisten bijgevolg enkele van de

voorgestelde TAC-niveaus.

  • 10. 
    Waar beheersplannen gelden of overeengekomen zijn, staan de delegaties achter het

vaststellen van de TAC's volgens de bepalingen daarvan.

  • 11. 
    Wat betreft de volledige uitvoering van de aanlandingsverplichting in 2019, zijn de delegaties van mening dat die niet ten koste mag gaan van de relatieve stabiliteit, die de basis moet

    blijven voor de toekenning van de quota. Eén delegatie herinnerde tevens aan een verklaring van de Commissie van 2012, volgens welke de aanlandingsverplichting niet mag leiden tot een vermindering van de vangstmogelijkheden van de lidstaten. B) SPECIFIEKE OPMERKINGEN

  • 12. 
    Naast deze horizontale vraagstukken moet nog een aantal specifieke problemen worden opgelost. De belangrijkste zijn de volgende:
    • A) 
      Veel delegaties wezen op de problemen die verband houden met knelsoorten, waarbij lage niveaus van quota of geen quota (voor bijvangsten) ertoe kunnen leiden dat een

      vaartuig de visserij moet stopzetten, ook al heeft het nog quota voor andere soorten in het kader van de aanlandingsverplichting. Dit is vooral van belang bij de gemengde visserij. Veel delegaties maakten zich zorgen over de voor vijf bestanden voorgestelde niet-toegewezen bijvangsten-TAC omdat dit de relatieve stabiliteit kan ondermijnen. De delegaties geven de voorkeur aan een alternatief waarbij een deel van de quota van iedere lidstaat wordt voorbehouden om te ruilen met andere lidstaten. Dit alternatief, dat momenteel wordt besproken, lijkt een mogelijke oplossing.

    • B) 
      Om de gevolgen van de volledige uitvoering van de aanlandingsverplichting verder te beperken, verzochten sommige delegaties om een verhoging van de niveaus of de

      toevoeging van flexibiliteit tussen de zones, evenals flexibiliteit tussen de soorten, of zij stelden voor waar mogelijk bepaalde TAC's op te heffen.

  • C) 
    De Commissie stelt met betrekking tot de Europese aal voor het voor 2018 overeengekomen verplichte visserijverbod voor de recreatievisserij, de glasaalvisserij, en zoet en overgangswater te verlengen, om dit af te stemmen op het voor de Middellandse Zee bereikte akkoord. Veel delegaties zijn zich ervan bewust dat het bestand in een moeilijk situatie verkeert en zijn ingenomen met een gelijk speelveld met de Middellandse Zee. Wat het toepassingsgebied betreft, maakten veel delegaties bezwaar tegen het feit dat de inlandse wateren onder deze maatregel zouden vallen. Voor deze specifieke kwestie heeft de Commissie duidelijk verklaard dat het niet de bedoeling is dat inlandse wateren onder de maatregel vallen en dat de tekst enigszins moet worden herzien om ervoor te zorgen dat hij uitsluitend geldt voor brakke overgangswateren zoals lagunes en estuaria.
  • D) 
    In het kader van een positiever advies voor zeebaars in de noordwestelijke wateren hebben de delegaties verschillende voorkeuren voor wat betreft welk vlootsegment in aanmerking moet komen voor de verhoging van de vangstmogelijkheden. Wat de

    recreatievisserij voor de noordelijke zeebaars betreft, vonden verschillende delegaties dat recreatievissers ook van de betere situatie van het bestand mogen profiteren en dus het hele jaar door met een bepaalde meeneemlimiet moeten kunnen vissen.

  • E) 
    Wat de vangstmogelijkheden voor roggen betreft zijn de delegaties erover bezorgd dat dit een beperkende soort is in de gemengde visserij en vragen zij een hoger TAC-niveau dat rekening houdt met de hoge teruggooiniveaus van de afgelopen jaren.
  • F) 
    De delegaties waren ingenomen met het resultaat dat is bereikt voor een aantal bilaterale overeenkomsten (bv. EU-Noorwegen, EU-Faeröer) en wezen op het belang ervan. De delegaties handhaven een studievoorbehoud totdat de definitieve cijfers zijn geanalyseerd, aangezien het overleg met derde landen pas zeer kort vóór de

    Raadszitting plaatsvond. G) Twee delegaties gaven aan dat zij zich het recht voorbehouden het preferentiestelsel

    van Den Haag te gebruiken, terwijl andere delegaties zich verzetten tegen het gebruik van dergelijke instrumenten.

    III. CONCLUSIE

  • 13. 
    De Raad wordt verzocht de onder punt II beschreven knelpunten weg te werken met het oog op een politiek akkoord.

    BIJLAGE Bijlage IA:

Zandspiering EU-wateren van 2a, 3a en 4

Grote zilvervis EU-wateren en internationale wateren van 1 en 2

Grote zilvervis EU-wateren van 3a en 4

Lom EU-wateren en internationale wateren van 1, 2 en 14

Lom in 3a

Lom Uniewateren van 4

Haring 6aS, 7b, 7c

Haring in 7a

Haring in 7e en 7f

Haring in 7g, 7h, 7j en 7k

Ansjovis in 8

Kabeljauw in 6b (Rockall); Uniewateren en internationale wateren van 5b ten westen van 12° 00'

WL en van 12 en 14

Kabeljauw in 7a

Scharretongen in Uniewateren van 2a en 4

Scharretongen in Uniewateren en internationale wateren van 5b en 6

Scharretongen 8abde

Zeeduivel in 2a en 4

Zeeduivel in 6 en Uniewateren en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

Zeeduivel in 8c, 9, 10, Cecaf 34.1.1

Schelvis in 7a

Tongschar en witje in 2a en 4

Blauwe leng in internationale wateren van 12

Blauwe leng in Uniewateren en internationale wateren van 2 en 4

Blauwe leng in Uniewateren en internationale wateren van 3a

Leng in Uniewateren en internationale wateren van 1 en 2

Leng Uniewateren en internationale wateren van 5

Langoustine in 8abde

Schol in Kattegat

Schol in 8, 9, 10 EU-wateren van Cecaf 34.1.1

Witte koolvis in 6, EU-wateren en internationale wateren van 5b, internationale wateren van 12 en 14 Witte koolvis in 7

Witte koolvis in 8a, 8b, 8d, 8e

Witte koolvis in 8c

Witte koolvis in 9 en 10 en Uniewateren van Cecaf 34.1.1

Tarbot en griet

Tong in 3a, Uniewateren van deelsector 22-24

Tong in 6, Uniewateren en internationale wateren van 6b, 12 en 14

Tong in 7a

Tong in 7b en 7c

Tong in 7e

Tong in 7h, 7j en 7k

Tong in 8c-e, 9 en 10; Uniewateren van Cecaf 34.1.1

Scharretongen in Uniewateren van 2a en 4

Sprot in 7d en 7e

Horsmakreel in 8c

Bestanden van bijlage IA waarover in internationale onderhandelingen overeenstemming is bereikt:

Lom in Uniewateren en internationale wateren van 5, 6 en 7

Lom in Noorse wateren van 4

Haring in 3a (gericht)

Haring in Uniewateren en Noorse wateren van 4 ten noorden van 53° 30′ NB

Haring in Noorse wateren ten zuiden van 62°NB

Haring in 3a (bijvangsten)

Haring in 4a, 7d en Uniewateren van 2a (gerichte visserij)

Haring in 4c, 7d (bijvangsten)

Haring in EU-wateren en internationale wateren van 5b, 6b en 6aN

Kabeljauw in Skagerrak

Kabeljauw in 4; Uniewateren van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

Kabeljauw in Noorse wateren ten zuiden van 62°NB

Kabeljauw in 7d

Zeeduivel in Noorse wateren van 4

Schelvis in 3a

Schelvis in 4, Uniewateren van 2a

Schelvis in Noorse wateren ten zuiden van 62°NB

Schelvis in Uniewateren en internationale wateren van 5b en 6a

Wijting in 3a

Wijting in 4, Uniewateren van 2a

Wijting en witte koolvis in Noorse wateren ten zuiden van 62°NB

Blauwe wijting in Noorse wateren van 2 en 4

Blauwe wijting in Uniewateren en internationale wateren van 1-7, 8abde, 12 en 14

Blauwe wijting in Uniewateren van 2, 4a, 5, 6 ten noorden van 56° 30′ NB en 7 ten westen van 12° WL Blauwe wijting in 8c, 9 en 10; Uniewateren van Cecaf 34.1.1

Blauwe leng in Uniewateren en internationale wateren van 5b, 6 en 7

Leng in Noorse wateren van 4

Leng in Uniewateren en internationale wateren van 6-10, 12 en 14

Langoustine in Noorse wateren van 4

Noordse garnaal in 3a

Noordse garnaal in Noorse wateren ten zuiden van 62°NB

Schol in Skagerrak

Schol in 4, Uniewateren van 2a, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

Zwarte koolvis in 3a en 4, Uniewateren van 2a

Zwarte koolvis in 6, Uniewateren en internationale wateren van 5b, internationale wateren van 12 en 14 Zwarte koolvis in Noorse wateren ten zuiden van 62°NB

Groenlandse heilbot in Uniewateren van 2a en 4; Uniewateren en internationale wateren van 5b en 6 Makreel in 3a en 4, Uniewateren van 2a, 3bc en deelsectoren 22-32

Makreel in 6, 7, 8abde, Uniewateren en internationale wateren van 5b, internationale wateren van 2a, 12 en 14

Makreel in 8c, 9 en 10, Uniewateren van Cecaf 34.1.1

Makreel in Uniewateren van 2a en 4

Tong in Uniewateren van 2a en 4

Sprot in 3a

Horsmakreel in Uniewateren van 4b, 4c en 7d

Horsmakreel in Uniewateren van 2a, 4a; 6, 7a-c,7e-k, 8abde; Uniewateren en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

Kever in Noorse wateren van 4

Industrievis in Noorse wateren van 4

Andere soorten in Noorse wateren van 4

Alle bestanden voor:

Bijlage IB - Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en Groenland, ICES-deelgebieden 1, 2, 5, 12 en 14 en Groenlandse wateren van NAFO 1

Bijlage IC - Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan - Verdragsgebied van de NAFO

Bijlage IE - Antarctisch gebied - Verdragsgebied van de CCAMLR

Bijlage IF – zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan – Seafo-Verdragsgebied

Bijlage IG - Zuidelijke blauwvintonijn – verspreidingsgebieden

Bijlage IJ - Verdragsgebied van de SPRFMO

Bijlage IK - IOTC-bevoegdheidsgebied

Bijlage IL - GFCM-overeenkomstgebied

Bijlagen II - VIII


3.

Behandeld document

7 dec
'18
Proposal for a COUNCIL REGULATION fixing for 2019 the fishing opportunities for certain fish stocks and groups of fish stocks, applicable in Union waters and, for Union fishing vessels, in certain non-Union waters - Political agreement
NOTE
General Secretariat of the Council
15118/18
 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.