Brief regering; Toezichthouderregeling DNB in verband met de introductie van een minimumvloer voor risicogewichten van hypotheekleningen in Nederland - Wet- en regelgeving financiële markten - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 110 toegevoegd aan dossier 32545 - Wet- en regelgeving financiële markten en dossier 32847 - Integrale visie op de woningmarkt.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wet- en regelgeving financiële markten; Brief regering; Toezichthouderregeling DNB in verband met de introductie van een minimumvloer voor risicogewichten van hypotheekleningen in Nederland |
---|---|
Documentdatum | 15-10-2019 |
Publicatiedatum | 15-10-2019 |
Nummer | KST32545110 |
Kenmerk | 32545; 32847, nr. 110 |
Commissie(s) | Financiën (FIN) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2020
Vergaderjaar 2019-
32 545 32 847
Nr. 110
Wet- en regelgeving financiële markten Integrale visie op de woningmarkt
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15 oktober 2019
In Nederland kan DNB als macroprudentiële autoriteit in onafhankelijkheid maatregelen nemen om systeemrisico's in het financiële stelsel aan te pakken. DNB heeft op 15 oktober een toezichthouderregeling gepubliceerd, die een minimumvloer voor de risicogewichten van hypotheekleningen op bankbalansen in Nederland introduceert. De regeling treft u bijgaand aan1. De maatregel is toegelicht in een persbericht en in het Overzicht Financiële Stabiliteit. Tegelijk met de publicatie start ook een publieke consultatie van de toezichthouderregeling. Conform de Wet financieel toezicht heeft DNB over deze maatregel met mij overleg gehad.
DNB ziet systeemrisico's in de Nederlandse huizenmarkt toenemen en ziet tegelijkertijd de risicogewichten van hypotheekleningen in de risicomo-dellen van banken dalen. Ten aanzien van dit systeemrisico heeft de Europese autoriteit ESRB onlangs aan DNB de aanbeveling gedaan om kapitaalmaatregelen te nemen die de weerbaarheid van de bankensector vergroten tegen de door de ESRB geïdentificeerde risico's op de Nederlandse woningmarkt. Deze aanbeveling en de Nederlandse reactie hierop heb ik u doen toekomen.2
DNB vindt het van belang dat banken voldoende weerbaar zijn tegen de gevolgen van een huizenprijscorrectie. Daarom is DNB voornemens om door middel van deze regeling een ondergrens (minimumvloer) op te leggen aan de gemiddelde risicoweging die banken met een intern model (zogenaamde IRB-banken, te weten ING Bank, ABN Amro, Rabobank, de Volksbank, NIBC en Van Lanschot Kempen) hanteren voor hun hypothekenportefeuilles. In 2018 was het gemiddeld gewogen risicogewicht op de IRB-portefeuille van Nederlandse woninghypotheken 11%. Met deze maatregel beoogt DNB de gemiddelde risicogewichten van hypotheken zonder NHG te verhogen en daarmee het gemiddelde terug te brengen naar het niveau waarop ze in 2015 lagen, namelijk 14-15%. Naar
1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
2 Kamerstukken 32 545 en 32 847, nr. 109.
kst-32545-110 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
verwachting zal de impact op de totale kapitaaleis van Nederlandse banken EUR 3 miljard zijn, waarvan ruim EUR 2 miljard kernkapitaal.
Naar verwachting leidt de maatregel tot licht hogere financieringskosten van banken, die dit deels kunnen doorberekenen in de hypotheekrentes. DNB verwacht dat de hypotheekrente hierdoor maar beperkt zal stijgen. Bovendien zijn NHG-hypotheken, waarvan veel starters gebruik maken, van deze maatregel uitgezonderd.
Van enkele Europese lidstaten (ZWE, FIN en BEL) is bekend dat zij ook maatregelen hebben genomen om risicogewichten voor hypothekenleningen voor banken te verhogen om het systeemrisico van de woningmarkt tegen te gaan. Dergelijke maatregelen dienen een formeel Europees traject in te gaan waarbij onder andere de Europese toezichthouders EBA en ESRB en de Europese Commissie moeten aangeven geen bezwaar te hebben. Naar verwachting zal de publicatie vervolgens in de Staatcourant in het voorjaar van 2020 kunnen plaatsvinden, waarna de maatregel in het najaar van 2020 in werking zal treden.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 32 545, nr. 110 2