Motie Snels over een parlementaire ondervraging over het ontstaan van de institutionele vooringenomenheid - Belastingdienst - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 555 toegevoegd aan dossier 31066 - Belastingdienst.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Belastingdienst; Motie; Motie van het lid Snels over een parlementaire ondervraging over het ontstaan van de institutionele vooringenomenheid |
---|---|
Documentdatum | 04-12-2019 |
Publicatiedatum | 05-12-2019 |
Nummer | KST31066555 |
Kenmerk | 31066, nr. 555 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
31 066
Voorgesteld 4 december 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er bij de aanpak van fraude met betrekking tot de kinderopvangtoeslag in ieder geval bij de CAF 11-zaak volgens de commissie-Donner sprake was van institutionele vooringenomenheid;
overwegende dat daarbij grote fouten zijn gemaakt door de Belastingdienst;
overwegende dat de aanpak vaak door de jurisprudentie werd geaccordeerd, maar dat ook de politieke context een pijler is onder de institutionele vooringenomenheid;
overwegende dat in het rapport van Donner deze politieke context wel wordt aangestipt, maar niet verder is onderzocht;
spreekt uit om na ommekomst van de rapporten van de ADR, de Autoriteit Persoonsgegevens en Donner te onderzoeken middels een parlementaire ondervraging hoe die institutionele vooringenomenheid kon ontstaan, waarbij met name de rol van de Kamer en het kabinet in de afgelopen jaren tegen het licht kan worden gehouden;
en gaat over tot de orde van de dag.
Snels
kst-31066-555 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 31 066, nr. 555