Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1139 wat betreft de invoering van capaciteitsbeperkingen voor kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee, gegevensverzameling en controlemaatregelen in de Oostzee, en Verordening (EU) nr. 508/2014 wat betreft definitieve stopzetting voor vloten die op kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee vissen - Algemene oriëntatie - Hoofdinhoud
Documentdatum | 12-12-2019 |
---|---|
Publicatiedatum | 13-12-2019 |
Kenmerk | 14990/19 |
Van | Presidency |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Raad van de Europese Unie Brussel, 12 december 2019 (OR. en)
14990/19
Interinstitutioneel dossier: 2019/0246(COD) i
PECHE 547 CODEC 1755
NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad Betreft: Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT
EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1139 wat betreft de invoering van capaciteitsbeperkingen voor kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee, gegevensverzameling en controlemaatregelen in de Oostzee, en Verordening (EU) nr. 508/2014 i wat betreft definitieve stopzetting voor vloten die op kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee vissen - Algemene oriëntatie
-
1.Op 31 oktober 2019 heeft de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad bovengenoemd voorstel ingediend, dat ertoe strekt het meerjarenplan voor de Oostzee 1 en de verordening
betreffende het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) 2 te wijzigen, met name om definitieve stopzetting mogelijk te maken met het oog op de sloop van vaartuigen die op kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee vissen. Het voorstel werd door de Commissie ingediend in het verlengde van het in oktober door de Raad genomen besluit de kabeljauwvisserij in het oostelijke deel van de Oostzee te sluiten en andere aan kabeljauw gekoppelde visserij aanzienlijk in te perken.
-
2.De Groep intern en extern visserijbeleid heeft het voorstel op 7 en 14 november 2019 besproken.
1 Verordening (EU) 2016/1139.
2 Verordening (EU) 508/2014 i.
-
3.Op basis van de bespreking in de groep en de schriftelijke opmerkingen van de delegaties heeft het voorzitterschap een eerste compromisvoorstel ingediend op 22 november 2019, en vervolgens herziene compromisvoorstellen, op respectievelijk 4 en 5 december 2019.
-
4.In het licht van de aanvullende schriftelijke opmerkingen van de delegaties heeft het voorzitterschap op 5 december 2019 een definitief compromisvoorstel van het voorzitterschap ingediend (doc. 14802/19). Doel van dit compromis is het toepassingsgebied van het oorspronkelijke voorstel uit te breiden tot twee andere bestanden, namelijk kabeljauw in het westelijke deel van de Oostzee en haring in het westelijke deel van de Oostzee, zodat de vaartuigen die op deze twee bestanden vissen een permanente stopzetting kunnen aanvragen. Het compromis van het voorzitterschap heeft ook tot doel het Commissievoorstel te vereenvoudigen door extra administratieve lasten en controlemaatregelen te schrappen.
-
5.Tijdens de vergadering van de groep van 5 december 2019 hebben de meeste lidstaten aan de
Oostzee (DE, DK, EE, LT, PL, SE) weliswaar nog verscheidene specifieke kwesties aan de orde
gesteld, maar zich niettemin in positieve zin uitgesproken over het compromis van het
voorzitterschap. LV gaf toe dat het Commissievoorstel in positieve zin was gewijzigd, maar
drong er bij de aanpassing van het compromis van het voorzitterschap op aan dat daarin
bijkomende bepalingen worden opgenomen om de sector beter te ondersteunen. Een
meerderheid van de delegaties steunde het herziene voorstel van het voorzitterschap.
-
6.DK maakte een voorbehoud voor parlementaire behandeling en een studievoorbehoud, en AT maakte een studievoorbehoud.
-
7.De Commissievertegenwoordiger verklaarde dat de Commissie het compromis niet zou kunnen steunen.
-
8.Op 11 december heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers het definitieve compromisvoorstel van het voorzitterschap besproken (doc. 14802/19). Een meerderheid van delegaties steunde het compromis, maar twee delegaties (LT, LV) wezen erop dat het compromis kan worden verbeterd, met name om de flexibiliteit voor tijdelijke stopzetting te vergroten. LV verklaarde het compromis in dit stadium niet volledig te kunnen steunen. AT kondigde aan een verklaring voor de Raadsnotulen te zullen indienen 3 . De Commissievertegenwoordiger herhaalde het Commissiestandpunt.
3 Zie doc. 14990/19 ADD 1.
-
9.Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft zijn steun voor het definitieve compromis van het voorzitterschap bevestigd en besloten het aan de Raad voor te leggen met het oog op de aanneming van een algemene oriëntatie tijdens zijn zitting op 16 en 17 december 2019.
-
10.De Raad wordt verzocht overeenstemming te bereiken over de algemene oriëntatie als weergegeven in document 14802/19, opdat de onderhandelingen met het Europees Parlement van start kunnen gaan.
________________________