Voor- en vroegschoolse educatie en opvang: de doelstellingen van Barcelona voor 2030 2022/C 484/01

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze aanbeveling is op 20 december 2022 gepubliceerd.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Aanbeveling van de Raad van 8 december 2022 over voor- en vroegschoolse educatie en opvang: de doelstellingen van Barcelona voor 2030 2022/C 484/01

officiële Engelstalige titel

Council Recommendation of 8 December 2022 on early childhood education and care: the Barcelona targets for 2030 2022/C 484/01
 
Rechtsinstrument Aanbeveling
Regdoc-nummer ST(2022)14785
Origineel voorstel COM(2022)442 NLEN
Celex-nummer i 32022H1220(01)

3.

Key dates

Document 08-12-2022; Datum goedkeuring
Bekendmaking in Publicatieblad 20-12-2022; PB C 484 p. 1-12

4.

Wettekst

20.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 484/1

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 8 december 2022

over voor- en vroegschoolse educatie en opvang: de doelstellingen van Barcelona voor 2030

(2022/C 484/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292, in samenhang met artikel 153, lid 1, punt i),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Om remmingen voor de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt weg te nemen, heeft de Europese Raad van Barcelona in 2002 de doelstellingen voor kinderopvang vastgesteld die uiterlijk in 2010 moeten worden gehaald: namelijk voor- en vroegschoolse educatie en opvang (“ECEC”) bieden aan ten minste 33 % van de kinderen jonger dan drie jaar en aan ten minste 90 % voor kinderen tussen drie jaar en de leerplichtige leeftijd (1). Hoewel die doelstellingen als gemiddelde in de Europese Unie zijn bereikt, blijven er aanzienlijke verschillen bestaan tussen en binnen de lidstaten, met name voor kinderen uit huishoudens met een lager inkomen en voor de jongste groep kinderen.

 

(2)

Deze aanbeveling heeft als doel de lidstaten aan te moedigen de deelname aan toegankelijke, betaalbare en hoogwaardige ECEC te vergroten, rekening houdend met de vraag naar voor- en vroegschoolse educatie en opvang en in overeenstemming met nationale patronen inzake het aanbod, om de arbeidsmarktdeelname van vrouwen te vergemakkelijken en de sociale en cognitieve ontwikkeling van alle kinderen te bevorderen, met name van kinderen in kwetsbare situaties of uit kansarme milieus.

 

(3)

Zorgtaken voor kinderen, met name voor zeer jonge kinderen, vormen een aanzienlijke belemmering voor de arbeidsmarktdeelname van vrouwen. In 2021 gaf 27,9 % van de vrouwen die niet actief waren op de arbeidsmarkt in de arbeidskrachtenenquête aan dat de zorg voor kinderen of zorgbehoevende volwassenen hun belangrijkste reden was om geen werk te zoeken, tegenover slechts 8,0 % van de mannen. In 2019, voor de pandemie, bedroegen deze cijfers respectievelijk 32,6 % en 7,6 % (2). Tegelijkertijd bedroeg de arbeidsdeelname van personen met kinderen jonger dan zes jaar 90,1 % voor mannen, tegenover 67,2 % voor vrouwen. In Europa nemen ongeveer 7,7 miljoen vrouwen niet deel aan de arbeidsmarkt omdat ze onbetaalde zorgtaken uitvoeren, tegenover slechts 450 000 mannen. Het onevenredig deel van zorgtaken dat vrouwen voor hun rekening nemen is ook een van de belangrijkste oorzaken van de loonkloof tussen mannen en vrouwen (3).

 

(4)

Vrouwen zijn ook vaker geneigd hun werkpatronen aan te passen aan zorgtaken. Dit heeft een blijvend effect op hun loopbaan en draagt bij tot de loonkloof en de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen. Werkende vrouwen besteden dagelijks gemiddeld 90 minuten meer aan huishoudelijk werk en directe zorg dan werkende mannen. De aanpak van genderkloven op het gebied van werkgelegenheid is vanuit economisch perspectief belangrijk, aangezien dit bijdraagt tot groei en wellicht positieve gevolgen heeft voor de productiviteit. Daarnaast heeft de aanpak van genderkloven een duidelijke positieve impact op armoedebestrijding en sociale inclusie en is dit een manier om het probleem van een krimpende beroepsbevolking op te lossen.

 

(5)

De beschikbaarheid van betaalbare en hoogwaardige zorgdiensten heeft een aanzienlijk positieve impact op de werkgelegenheidssituatie van zorgverleners, met name vrouwen. Terwijl de verstrekking van ECEC in de hele Unie toenam, verkleinde de arbeidsdeelnamekloof tussen mannen en vrouwen van 17,7 procentpunten in 2002 tot 10,8 procentpunten in 2021. De afgelopen jaren is echter geen vooruitgang meer geboekt.

 

(6)

In de Europese pijler van sociale rechten (de pijler) wordt gewezen op het belang van gendergelijkheid, het evenwicht...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.