Kabinet: zakelijke appjes bewindslieden en hoge ambtenaren moeten bewaard blijven

donderdag 6 april 2023, 15:56

DEN HAAG (PDC i) - Appjes en sms'jes van hoge ambtenaren en bewindslieden moeten voortaan bewaard blijven. Minister Hanke Bruins Slot i van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft vandaag de Tweede Kamer met een brief geïnformeerd over de plannen van het kabinet voor informatiebeheer en de archivering van chatberichten. Op lange termijn komt er een digitale werkomgeving waarbij informatie direct wordt opgeslagen. Tot die tijd wordt er gewerkt met de gewijzigde richtlijn 'Bewaren chatberichten'. De brief volgt op verschillende adviezen die het kabinet heeft gekregen, waaronder die van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI i) eerder dit jaar i.

Momenteel wordt er gewerkt aan een ontwerp voor de nieuwe digitale werkomgeving. Deze zal zakelijke berichten van bewindslieden en hoge ambtenaren automatisch opslaan. De functie van de persoon in kwestie bepaalt of en welke berichten opgeslagen moeten worden en hoe lang deze bewaard moeten blijven. Naar verwachting zal er een pilot starten in het najaar van 2023. Tot de nieuwe werkomgeving in werking treedt, mogen zakelijke sms'jes en appjes niet verwijderd worden.

De plannen van het kabinet zijn gericht op het beter beheren van informatie. Het past binnen het bredere kader van de Wet open overheid (Woo) die sinds 1 mei 2022 van kracht is. De wet stelt openbaarmaking van overheidsinformatie verplicht. Dit onderwerp is in de jaren voor de invoering van de Woo nadrukkelijk onder de aandacht gekomen vanwege de toeslagenaffaire i, waarbij er veel kritiek werd geuit op het gebrek aan transparantie over het handelen van kabinet-Rutte III i. Daarnaast kwam premier Rutte in 2022 in opspraak wegens het regelmatig verwijderen van zijn zakelijke sms'jes. Het automatisch opslaan van chatberichten van bewindslieden en hoge ambtenaren zou moeten leiden tot een verbetering van de toegang tot overheidsinformatie en zo ook tot meer transparantie.

Bron: Rijksoverheid