Achtergrond: Intrekken van door Tweede Kamer aangenomen initiatiefvoorstellen

woensdag 14 mei 2025, 16:45

"GroenLinks-PvdA trekt wetsvoorstel van PvdA in uit vrees dat het wordt ingezet tegen protestbewegingen" kopte de Volkskrant op 4 mei 2025. Het ging hier om een initiatiefwetsvoorstel dat de PvdA ingediend had in 2018, samen met CDA, VVD, CU en SGP. Het is alleen niet meer het voorstel van die partijen, maar van de Tweede Kamer; die heeft het namelijk in 2020 aangenomen.

De initiatiefnemers zijn na aanname ‘slechts’ aangewezen als verdedigers van het wetsvoorstel. Dat betekent dat het niet aan GL-PvdA is om het voorstel in te trekken - wat later in het artikel van Volkskrant wel wordt benoemd. Hoewel de verdedigers van GL-PvdA en CU zich hebben teruggetrokken van de verdediging, is het aan de Tweede Kamer als geheel om over intrekking te beslissen.

Overigens zou een meerderheid voor intrekking kunnen zijn, omdat de partijen die in 2020 tegenstemden, aangevuld met PvdA-GL en CU, een meerderheid vormen. Anderzijds lijkt er in de Eerste Kamer een meerderheid te zijn voor het initiatiefwetsvoorstel, mocht de BBB zich aansluiten bij de andere partijen die in 2020 voorstemden: VVD, CDA, D66, SGP en 50+.

 

Historische achtergrond

Of een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer nog ingetrokken kon worden, is niet altijd duidelijk geweest. Om dit te verduidelijken, werd dit in 1887 expliciet vastgelegd in artikel 115 i van de Grondwet: “Zoolang de Eerste kamer nog niet heeft beslist, blijft de Koning bevoegd het door hem gedaan voorstel weder in te trekken.”

In 1956 kwam de vraag echter op of dit recht ook gold voor initiatiefvoorstellen aangenomen door de Tweede Kamer. Het Grondwetsartikel heeft het namelijk alleen over de Koning (en dus de regering), niet over de Tweede Kamer. De Tweede Kamer had namelijk aangegeven een initiatiefwetsvoorstel in te trekken, omdat de Kamer dit in te trekken initiatiefwetsvoorstel wilde vervangen door een nieuw initiatiefwetsvoorstel. De Eerste Kamer had het eerste voorstel echter willen aanhouden, om daarover pas te kunnen beslissen na besluit over het andere wetsvoorstel.

Enkele Eerste Kamerleden betwijfelden of de Tweede Kamer tot intrekken bevoegd was. De Eerste Kamervoorzitter stelde voor de intrekking te aanvaarden, wat gesteund werd door 26 van de 35 aanwezige senatoren. In 1983 is er een nieuwe formulering gekomen van het Grondwetsartikel (artikel 86 i): “Zolang een voorstel van wet niet door de Staten-Generaal is aangenomen, kan het door of vanwege de indiener worden ingetrokken.” Daarmee is expliciet dat de Tweede Kamer bevoegd is haar voorstellen in te trekken.

 

Lijstje

Ingetrokken initiatiefvoorstellen:

  • 4248: Voorstel van wet van de heer Oud c.s. tot het in overweging nemen van een voorstel tot verandering in de Grondwet strekkende tot het treffen van een nadere regeling aangaande het tijdstip van aftreding van de leden der Stalen-Generaal (artikelen 95 en 101) - Ingetrokken na vervanging door ander voorstel (1956)
  • 13528: Voorstel van wet van de leden Roethof en Haas-Berger tot aanvulling van artikel 280 van het Wetboek van Strafrecht (Hulpverlening aan minderjarigen) - Ingetrokken vanwege een vervangend wetsvoorstel (1979)
  • 26998: Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van het voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam hout) - Ingetrokken na zestien jaar stilliggen (2018)
  • 32884: Voorstel van wet van het lid Van Dam tot herstel van een mogelijk wetstechnisch gebrek met betrekking tot het overgangsrecht in de Wet van 26 november 2010, houdende wijziging van Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk wetboek (stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten) - Ingetrokken na zeven jaar stilliggen (2018)
  • 34325: Voorstel van wet van het lid Van Kent tot wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van een verdringingstoets (Wet verdringingstoets) - Ingetrokken na zorgen over uitvoerbaarheid (2022)
  • 35397: Voorstel van wet van de leden Van den Bosch en Van der Molen tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het laten vervallen van het verplicht voorzitterschap door raadsleden – Ingetrokken (2023)