Besluit 2025/1146 - Standpunt EU in het Comité havenstaatcontrole van het Memorandum van overeenstemming van Parijs over havenstaatcontrole tijdens de periode 2025-2029 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Besluit (EU) 2025/1146 van de Raad van 27 mei 2025 over het namens de Europese Unie in het Comité havenstaatcontrole van het Memorandum van overeenstemming van Parijs in te nemen standpunt over havenstaatcontrole tijdens de periode 2025-2029officiële Engelstalige titel
Council Decision (EU) 2025/1146 of 27 May 2025 on the position to be adopted on behalf of the European Union within the Port State Control Committee of the Paris Memorandum of Understanding on port State control, during the period 2025-2029Rechtsinstrument | Besluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Besluit 2025/1146 |
Regdoc-nummer | ST(2025)8474 |
Origineel voorstel | COM(2025)132 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32025D1146 |
Document | 27-05-2025; Datum goedkeuring |
---|---|
Inwerkingtreding | 27-05-2025; in werking datum document zie art 4 |
Einde geldigheid | 31-12-2029; zie art. 4 |
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/1146 |
5.6.2025 |
BESLUIT (EU) 2025/1146 VAN DE RAAD
van 27 mei 2025
over het namens de Europese Unie in het Comité havenstaatcontrole van het Memorandum van overeenstemming van Parijs in te nemen standpunt over havenstaatcontrole tijdens de periode 2025-2029
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Memorandum van overeenstemming van Parijs inzake havenstaatcontrole (“Memorandum of Understanding” — het “MOU van Parijs”) werd op 26 januari 1982 in Parijs ondertekend en is op 1 juli 1982 in werking getreden. Het is passend het namens de Unie in het Comité havenstaatcontrole (“CHSC”) van het MOU van Parijs in te nemen standpunt vast te stellen, aangezien de besluiten van het CHSC een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van de wetgeving van de Unie, namelijk Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), bijvoorbeeld door de inspectieverplichting vast te stellen, alsook de gemiddelde tekortkomings- en aanhoudingspercentages die in het scheepsrisicoprofiel worden gebruikt om vaartuigen voor inspectie te selecteren, en door de instructies en richtsnoeren voor inspecteurs die inspecties uitvoeren, bij te werken. |
(2) |
Richtlijn 2009/16/EG bevat de wettelijke Unieregeling inzake havenstaatcontrole, waarbij de eerdere Uniewetgeving op dat gebied, die er sinds 1995 was, werd geherformuleerd en versterkt. De wettelijke Unieregeling inzake havenstaatcontrole is gebaseerd op het MOU van Parijs. Wat de lidstaten van de Unie betreft, bracht Richtlijn 2009/16/EG de procedures, instrumenten en activiteiten van het MOU van Parijs daadwerkelijk binnen de werkingssfeer van het Unierecht. |
(3) |
Het CHSC van het MOU van Parijs komt jaarlijks bijeen. Tijdens zijn vergaderingen neemt het besluiten over bepaalde kwesties die rechtsgevolgen hebben. |
(4) |
De interne regels van het MOU van Parijs maken het moeilijk om voor elke jaarlijkse vergadering van het CHSC overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie tijdig een standpunt vast te stellen dat namens de Unie moet worden ingenomen. Daarom is het efficiënt om een dergelijk standpunt, bestaande uit richtinggevende beginselen en beleidsoriëntaties, voor meerdere jaren vast te leggen, samen met een kader om dat standpunt jaarlijks nader te bepalen. Bovendien betreffen de meeste onderwerpen die worden besproken tijdens de jaarlijkse vergaderingen van het CHSC kwesties inzake havencontrole die over het algemeen onder één rechtshandeling van de Unie vallen, namelijk Richtlijn 2009/16/EG. Gezien de bijzondere omstandigheden die gelden voor het MOU van Parijs, is het dus mogelijk een algemeen standpunt vast te leggen dat namens de Unie moet worden ingenomen voor verschillende vergaderingen van het CHSC. |
(5) |
De Unie is geen lid van het MOU van Parijs. Daarom is het noodzakelijk dat de Raad de lidstaten die lid zijn van het MOU van Parijs toestemming geeft om in overeenstemming met het namens de Unie in te nemen standpunt te handelen en te verklaren dat zij zich gebonden achten aan de besluiten van het CHSC. |
(6) |
Voor de effectiviteit en het goede functioneren van het MOU van Parijs zijn technische besprekingen en samenwerking met derde landen die lid zijn van het MOU van Parijs, in het kader van het CHSC, van groot belang. |
(7) |
Dit besluit heeft betrekking op de periode 2025-2029. |
(8) |
Het standpunt van de Unie moet worden uitgedrukt door de lidstaten van de Unie die lid zijn van het MOU van Parijs, gezamenlijk optredend in het belang... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.