Besluit 2025/1217 - Sluiting van het Verdrag van de VN inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Besluit (EU) 2025/1217 van de Raad van 22 mei 2025 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en statenofficiële Engelstalige titel
Council Decision (EU) 2025/1217 of 22 May 2025 on the conclusion, on behalf of the European Union, of the United Nations Convention on Transparency in Treaty-based Investor-State ArbitrationRechtsinstrument | Besluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Besluit 2025/1217 |
Regdoc-nummer | ST(2024)7011 |
Origineel voorstel | COM(2015)20 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32025D1217 |
Document | 22-05-2025; Datum goedkeuring |
---|---|
Inwerkingtreding | 22-05-2025; in werking datum document zie art 5 |
Deadline | 01-01-1001; zie art 4 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/1217 |
19.6.2025 |
BESLUIT (EU) 2025/1217 VAN DE RAAD
van 22 mei 2025
betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn buitenlandse directe investeringen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek komen te vallen. Op grond van artikel 3, lid 1, punt e), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de Europese Unie exclusief bevoegd op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek. |
(2) |
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) heeft de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten verduidelijkt in Advies 2/15 van 16 mei 2017 in het kader van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Singapore (2), en verklaard dat de onttrekking van geschillen aan de bevoegdheid van de gerechten van de lidstaten niet louter ondersteunend kan zijn en derhalve niet zonder toestemming van de lidstaten kan worden ingesteld. Het HvJ-EU heeft de procedure voor de sluiting van gemengde overeenkomsten verduidelijkt in Advies 1/19 van 6 oktober 2021 betreffende het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul). |
(3) |
Overeenkomstig Besluit (EU) 2024/2118 van de Raad (3) is, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum, het Verdrag van de Verenigde Naties inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten (“het verdrag”) op 7 juli 2024 namens de Unie ondertekend. |
(4) |
Het is wenselijk om de voorschriften betreffende transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten van de Commissie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht (United Nations Commission on International Trade Law — Uncitral) (“de voorschriften”) zo breed mogelijk toe te passen op de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten. Wat de Unie betreft, moeten de voorschriften van toepassing zijn op het Verdrag inzake het Energiehandvest (4). |
(5) |
Er wordt op gewezen dat de tweede voetnoot van artikel 1 van de voorschriften inhoudt dat de Unie, wanneer zij optreedt als verweerder, artikel 7, lid 5, van de voorschriften moet toepassen om te voorkomen dat informatie openbaar wordt gemaakt die door de Unie in strijd wordt geacht met de wezenlijke veiligheidsbelangen van een lidstaat. |
(6) |
De Unie mag de voorschriften niet toepassen wanneer zij optreedt als verweerder ingeval van een geschil dat op grond van het Verdrag inzake het Energiehandvest aanhangig is gemaakt tegen een lidstaat die geen partij is bij het verdrag, tenzij met de betrokken lidstaat anders wordt overeengekomen. |
(7) |
Het Verdrag moet namens de Unie worden goedgekeurd. |
(8) |
Overeenkomstig de Verdragen moet de Commissie de instemming van de Unie om door het Verdrag gebonden te zijn, tot uitdrukking brengen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het Verdrag inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten (“het verdrag”) zoals onderhandeld door de Commissie onder de auspiciën van de Commissie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht (Uncitral), wordt namens de Europese...
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.