Welkomstwoord van Frans Timmermans op het congres

Met dank overgenomen van Partij van de Arbeid (PvdA) i, GroenLinks i, gepubliceerd op vrijdag 20 juni 2025.

Goeiemorgen,

Wat doet het goed jullie allemaal hier te zien. Wat ben ik ontzettend trots op jullie, op onze beweging en de taak waar we voor staan.

Dat ik ook nu even tot jullie wilde spreken om jullie welkom te heten, heeft ook te maken met de discussie die is losgebarsten na afgelopen week. Afgelopen zondag waren honderdvijftigduizend mensen in het rood gekleed op het Malieveld, die naar het Vredespaleis liepen en toen via het Binnenhof weer terug naar het Malieveld. Velen van jullie waren erbij, ik was er zelf ook bij. Honderdvijftigduizend mensen die zeggen we trekken een rode lijn, honderdvijftigduizend mensen die duidelijk tegen de Nederlandse regering zeggen: het is genoeg geweest. Jullie moeten Netanyahu aanpakken, jullie moeten tegen Netanyahu zeggen, stop met de bombardementen, wij willen dat alle gijzelaars worden vrijgelaten, wij willen dat het bombarderen van Gaza stopt.

Nog steeds vallen er iedere dag tientallen slachtoffers in Gaza. Nog steeds gaat het door, en de Nederlandse regering weigert op te treden tegen Netanyahu. Er wordt, dat staat buiten kijf, genocidaal geweld toegepast. Er is een lange, lange lijst van oorlogsmisdaden.

Daar komt bovenop, dat Netanyahu nu ook aan een ander avontuur is begonnen. Met het bombarderen van Iran, waarbij ik ervan overtuigd ben dat het niet zal leiden tot de doelen die hij nastreeft, namelijk het einde van het kernwapenprogramma en - dat zegt hij zelf - ook een regime change.

Hebben we niet geleerd in de afgelopen 20 jaar, dat wie probeert vanuit de lucht een regime change tot stand te brengen, meestal iets oogst dat veel erger is dan er al zat? Of in ieder geval geen verbetering tot stand brengt? Kijk naar Irak, kijk naar Afghanistan, kijk naar Libië: het is totaal onvoorspelbaar wat er in Iran kan gebeuren. Alleen via de onderhandelingstafel komen we hieruit. Dat hebben we eerder bewezen, tien jaar geleden, dat moeten we weer doen. Niet bombarderen, maar praten.

En mijn fractie, onze fractie in de Tweede Kamer, heeft in het licht van wat er nu in Iran is gebeurd - volgens mij puur een actie van Netanyahu om te proberen aan de macht en uit de gevangenis te blijven, een actie waarmee hij hoopt de Amerikanen ook nog in dit conflict te trekken met verschrikkelijke mogelijke gevolgen, en het feit dat echt wel vaststaat dat aan de lopende band oorlogsmisdaden worden gepleegd - gezegd: Nederland mag geen wapens leveren aan een land dat oorlogsmisdaden pleegt. Dat mag niet!

En als we dat zo vaststellen, géén wapens, en we zeggen: we voeren, zoals de motie van Kati Piri zegt, een tijdelijk algeheel wapenembargo in om ervoor te zorgen dat men aan de onderhandelingstafel gaat en stopt met bombarderen, dan betekent dat uiteraard dat je ook defensieve wapens niet mag leveren. In de hoop dat daarmee de gene die oorlogsmisdaden begaat, met de gedachte dat die zelf onkwetsbaar is, misschien begrijpt dat ook hij zelf niet onkwetsbaar is. En dus ook zal moeten onderhandelen. Mensen, die redenering is in mijn ogen sluitend.

Maar ik heb gezien wat dit aan pijn heeft veroorzaakt, aan verdriet heeft veroorzaakt. Zeker bij heel veel mensen in de joodse gemeenschap in Nederland. Hun redenering is een andere. Hun redenering is: de Iron Dome, dat betekent dat er geen onschuldige slachtoffers kunnen vallen als er raketten worden afgeschoten op Israël. Ook díé redenering is sluitend.

En daarom is het zo belangrijk dat wij een beweging zijn, en een partij zijn, waarin dit soort dingen onderling worden besproken. Waarin we zeggen: jouw redenering is niet minder waard dan mijn redenering, we zijn het alleen niet eens. En dan gaan we het gesprek aan en dan komen we er samen uit. Maar wat ons allemaal bindt, of je nou die ene redenering volgt of die andere redenering, we willen allemaal dat het moorden stopt. We willen dat er niet nóg meer onschuldige slachtoffers vallen.

En wij willen dat oorlogsmisdadigers voor het Internationaal Strafhof komen in Den Haag. Ook meneer Netanyahu. En wij zullen niet rusten totdat er vrede komt, totdat men aan tafel gaat, totdat men gaat overleggen. Want wij geloven nog steeds, tegen de keer, in het recht van bestaan van Israël binnen veilige grenzen. En het recht van Palestina om als onafhankelijke staat te bestaan. Daar geloven we nog steeds in en daar blijven we aan vasthouden.

En ik beloof jullie, uit de grond van mijn hart: ik zal zelf, en mijn hele fractie, blijven strijden. Blijven strijden voor het beëindigen van die moordpartijen, blijven strijden voor vrede. En ik laat mij door niemand aanpraten dat dat antisemitisme zou zijn. Door niemand.

En wij laten ons als honderdvijftigduizend mensen in het rood, die uit alle delen van de samenleving, uit alle delen van het land, niet vertellen dat we gekkies zijn. Wij laten ons niet vertellen dat we achter radicalen aanlopen. Dat zijn mensen die strijden voor vrede, voor medemenselijkheid, voor het einde aan oorlog. Dat blijven we doen, daar voor zijn we opgericht, daarvoor bestaan we. Dat is ook ons heden en dat moet onze toekomst blijven.

Dank jullie wel, en een fijn congres!