Toelichting bij COM(2013)772 - Vaststelling aanpassingscoëfficiënten bezoldigingen van de ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten werkzaam in derde landen voor 1 juli 2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De artikelen 11, 12 en 13 van bijlage X bij het Statuut van de ambtenaren bevatten bepalingen over de bezoldigingen aan ambtenaren die in derde landen werkzaam zijn. Krachtens de artikelen 10 en 118 van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zijn deze bepalingen mutatis mutandis van toepassing op tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die in derde landen werkzaam zijn.

Volgens dit stelsel worden de bezoldigingen uitbetaald in euro’s in België, maar zij kunnen op verzoek van een ambtenaar, een tijdelijke functionaris of een arbeidscontractant ook – geheel of gedeeltelijk – in de valuta van het land van de standplaats worden uitbetaald. Dan wordt op de bezoldiging de aanpassingscoëfficiënt van de standplaats toegepast en wordt zij omgezet tegen de desbetreffende wisselkoers.

Om te zorgen dat de koopkracht van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Unie zoveel mogelijk dezelfde is, ongeacht de plaats waar zij werkzaam zijn, moet de Raad de aanpassingscoëfficiënten jaarlijks wijzigen. Voor de bepaling van de koopkrachtpariteit van de bezoldiging betaald in de referentiestad Brussel met die van de bezoldiging die in andere standplaatsen wordt betaald, berekent Eurostat de economische pariteiten.

De aanpassingscoëfficiënt wordt vastgesteld door de economische pariteit te delen door de wisselkoers. De gebruikte wisselkoersen worden vastgesteld in overeenstemming met de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement en hebben betrekking op de datum van toepassing van de aanpassingscoëfficiënten.

Bij Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 2175/88 van 18 juli 1988 heeft de Raad de eerste aanpassingscoëfficiënten vastgesteld, die met ingang van 10 oktober 1987 van toepassing waren. De meest recente aanpassingscoëfficiënten, die vanaf zondag 1 juli 2012 gelden, werden door de Raad vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 679/2013 van maandag 15 juli 2013.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling


EN

Over de elementen van het voorstel is volgens de geldende procedures overleg gepleegd met de vertegenwoordigers van het personeel.

2.

Juridische aspecten van het voorstel



Artikel 13 van bijlage X bij het Statuut vormt de rechtsgrondslag.

Dit voorstel voor een verordening van de Raad heeft betrekking op de vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 juli 2013 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Unie die in derde landen werkzaam zijn.

De Raad neemt op voorstel van de Commissie binnen een termijn van een maand via schriftelijke procedure een besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen als vastgesteld in artikel 16, lid 4 en lid 5, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Indien een lidstaat om formele behandeling van het voorstel van de Commissie verzoekt, neemt de Raad een besluit binnen een termijn van twee maanden.

In de bijlage bij de voorgestelde verordening van de Raad worden voor alle standplaatsen buiten de Europese Unie voor de maand juli 2013 de aanpassingscoëfficiënten aangegeven die voortvloeien uit de pariteiten die door Eurostat zijn medegedeeld.

3.

Gevolgen voor de begroting



De gevolgen voor de begroting zijn (relatief) bescheiden; zie het financieel memorandum.