MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK Tweede verslag over de staat van de energie-unie

1.

Kerngegevens

Document­datum 02-02-2017
Publicatie­datum 03-02-2017
Kenmerk 5902/17
Van Secretary-General of the European Commission, signed by Mr Jordi AYET PUIGARNAU, Director
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Raad van de Europese Unie

Brussel, 2 februari 2017 (OR. en)

5902/17

ENER 35 CLIMA 21 AGRI 58 COMPET 71 TRANS 43 ENV 96 ECOFIN 65 RELEX 82 TELECOM 29 CONSOM 36

BEGELEIDENDE NOTA

van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

ingekomen: 2 februari 2017

aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Raad van de Europese Unie

Nr. Comdoc.: COM(2017) 53 final i

Betreft: MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES

PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL

COMITÉ, HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE

INVESTERINGSBANK Tweede verslag over de staat van de energie-unie

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2017) 53 final i.

Bijlage: COM(2017) 53 final i

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 1.2.2017 COM(2017) 53 final i

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ

VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK

Tweede verslag over de staat van de energie-unie

  • I. 
    INLEIDING

Voor de energie-unie was 2016 het jaar van de waarheid. Het was het jaar waarin de visie

van de kaderstrategie voor de energie-unie 1 nader werd ingevuld met concrete wetgevende en

niet-wetgevende initiatieven, meest recentelijk nog met het pakket “Schone energie voor alle Europeanen”, dat op 30 november 2016 werd gepresenteerd. Als volgende stap zal ook de

strategie voor emissiearme mobiliteit 2 in concrete initatieven worden omgezet, in overeenstemming met het werkprogramma van de Commissie voor 2017 3 . Het is zaak dat de

medewetgevers de goedkeuring van de voorgestelde initiatieven voortvarend ter hand nemen in overeenstemming met de Gezamenlijke verklaring over de wetgevingsprioriteiten van de

EU voor 2017 4 , zodat de overgang naar schone energie in de praktijk vlot kan verlopen.

De energie-unie is een prioritair project van Europa - door de Commissie-Juncker aangemerkt

als een van haar tien beleidsprioriteiten 5 - met vijf dimensies die nauw met elkaar zijn

verweven: energiezekerheid, solidariteit en vertrouwen; een volledig geïntegreerde Europese energiemarkt; energie-efficiëntie als bijdrage aan de matiging van de energievraag; de “ontkoling” van de economie; en onderzoek, innovatie en concurrentievermogen. Bij al deze dimensies is vooruitgang geboekt.

De energie-unie maakt deel uit van de positieve agenda voor de Europese Unie zoals die in de

verklaring van Bratislava 6 is geschetst, en is onlosmakelijk verbonden met andere belangrijke

Europese beleidsterreinen. Zij draagt bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen inzake

duurzame ontwikkeling 7 en aan de implementatie van de agenda voor de circulaire economie 8

en bouwt voort op nauwe interactie met de kapitaalmarktenunie, de digitale eengemaakte markt, de nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa, het investeringsplan voor Europa en de veiligheidsunie. Zij draagt ook bij aan het Commissie-initiatief voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT) doordat bestaande wetgeving wordt geëvalueerd en erop wordt toegezien dat deze geschikt blijft voor het beoogde doel.

De energie-unie behelst meer dan alleen energie en klimaat: het gaat erom de hele Europese economie tegen een hoger tempo te moderniseren en er, op een sociaal eerlijke manier, voor te zorgen dat deze koolstofarm wordt en er efficiënt gebruik wordt gemaakt van energie en hulpbronnen. Het uiteindelijke doel bestaat erin dat de Europese consumenten, werknemers en bedrijven er de vruchten van plukken. Europese bedrijven moeten het voortouw nemen bij de noodzakelijke investeringen, omdat zij dan als pionier een voorsprong kunnen nemen op het gebied van nieuwe technologieën en bedrijfsmodellen. De overgang naar een modernere koolstofarme economie biedt met andere woorden veel kansen voor het bedrijfsleven.

Dit vereist ook een krachtige externe dimensie. In een snel veranderende geopolitieke omgeving is het welslagen van de energie-unie van cruciaal belang om de economische

1 COM(2015) 80 i.

2 COM(2016) 501 i.

3 COM(2016) 710 i.

4 http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32016C1224(01)&from=NL.

5 https://ec.europa.eu/priorities/sites/beta-political/files/juncker-political-guidelines-speech_en_0.pdf ; zie ook bijlage I “Strategische agenda voor de Unie in tijden van verandering” bij de conclusies van de Europese Raad van 26-27 juni 2014.

6 Verklaring en stappenplan naar aanleiding van de top van Bratislava van 16 september 2016, waar 27 lidstaten zich over de huidige stand van de Europese Unie hebben gebogen en een gemeenschappelijke toekomst hebben besproken.

7 Mededeling “Volgende stappen voor een duurzame Europese toekomst”, COM(2016) 739 i.

8 Mededeling “Maak de cirkel rond – Een EU-actieplan voor de circulaire economie”, (COM(2015) 614 i.

belangen en het welzijn van Europa en zijn burgers op de lange termijn te beschermen 9 . Naast

de werkzaamheden om de interne agenda te realiseren, wordt daarom ook sterker ingezet op energiediplomatie, met als doel de zekerheid van de energievoorziening te vergroten, de export van koolstofarme technologische oplossingen van Europese bedrijven te verhogen en de concurrentiekracht van het bedrijfsleven te versterken. Meer in het algemeen moet energiediplomatie ervoor zorgen dat de Europese Unie en haar internationale partners een grotere manoeuvreerruimte krijgen in een sterker veranderlijke wereld. Hier liggen grote kansen waar Europa mondiaal leiderschap kan tonen.

Een krachtige externe dimensie behelst ook een doortastende klimaatdiplomatie, die op het wereldtoneel het voortouw neemt bij de mondiale overgang naar schone energie en bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, met name door duurzame energie voor iedereen te garanderen. Na de goedkeuring van de overeenkomst van

Parijs 10 in december 2015 heeft de snelle ratificatie door de Europese Unie ervoor gezorgd dat

het eerste universele en wettelijk bindende mondiale klimaatakkoord op 4 november 2016 in werking kon treden.

In 2016 heeft de Europese Unie aangetoond dat zij ook op het thuisfront het voortouw neemt bij de uitvoering van de overeenkomst van Parijs. De Commissie heeft alle wetgevingsvoorstellen aangenomen die nodig zijn om aan de ambitieuze verbintenissen van de Europese Unie in het kader van de overeenkomst te voldoen. Deze voorstellen en de flankerende maatregelen leveren een wezenlijke bijdrage aan de alomvattende agenda van de Commissie om werkgelegenheid, groei en bijbehorende investeringen te creëren.

Tegelijkertijd moeten de Commissievoorstellen ervoor zorgen dat deze overgang betaalbaar blijft voor Europese burgers en bedrijven en dat hij tot nieuwe banen, vaardigheden en kansen leidt, waardoor de groei wordt gestimuleerd en de hoge levenskwaliteit in de EU wordt gewaarborgd. Dat is wat ook jonge Europeanen van de Europese Unie verwachten.

Om al deze redenen komt de nadruk nu op de implementatie te liggen. Er moet met het Europees Parlement en de Raad overeenstemming worden bereikt over de wetgevingsinitiatieven, de bestaande wetgeving moet ten uitvoer worden gelegd en de mededingings- en staatssteunregels van het Verdrag moeten streng worden gehandhaafd. Tegelijkertijd moeten ook de niet-wetgevende maatregelen op EU-, nationaal en lokaal niveau worden voortgezet en versterkt.

II. TRENDS EN BELEIDSVASTSTELLINGEN

Sinds het eerste verslag over de staat van de energie-unie, dat in november 2015 11 werd

gepubliceerd, heeft een aantal trends in de overgang van de Europese Unie naar een

koolstofarme economie zich voortgezet en zelfs nog aan kracht gewonnen 12 . De belangrijkste

vaststellingen die kunnen worden gedaan op basis van nationale ontwikkelingen in 2016, zijn

9 Onder meer volgens het “Gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen”, JOIN(2016) 18 i.

10 Zie http://unfccc.int/files/essential_background/convention/application/pdf/english_paris_agreement.pdf .

11 COM(2015) 572 i.

12 Voor nadere informatie wordt verwezen naar het werkdocument van de diensten van de Commissie “Monitoring progress towards the Energy Union objectives – key indicators” (SWD(2017) 32) en “Trends and projections in Europe 2016 – Tracking progress towards Europe's climate and energy targets” van het Europees Milieuagentschap (http://www.eea.europa.eu/publications/trends-and-projections-in-europe).

samengevat in de beleidsvaststellingen in bijlage 2. Zij zullen het uitgangspunt vormen voor een grondigere analyse van het beleid van de lidstaten die de Commissie in 2017 wil verrichten.

De Europese Unie als geheel heeft opnieuw goede vooruitgang geboekt ten aanzien van de doelstellingen van de energie-unie, met name de energie- en klimaatdoelstellingen voor 2020. Zij heeft het energieverbruik al fors omlaag gebracht. Als de lidstaten hun inspanningen voortzetten, ligt de Europese Unie op schema om haar streefcijfers inzake energie-efficiëntie

voor 2020 te bereiken 13 .

Figuur 1: primair energieverbruik en ontwikkeling van het bbp 14

In 2015 lag de uitstoot van broeikasgassen in de Europese Unie 22 % onder het niveau van

1990 15 . Ondanks een tijdelijke beperkte stijging in 2015 blijft de uitstoot een dalende tendens vertonen 16 . De uitstoot in de sectoren die onder het EU-emissiehandelssysteem (ETS) vallen, is ook in 2015 verder gedaald 17 .

De Europese Unie ligt ook op schema in de sector van de hernieuwbare energie waar - uitgaande van gegevens van 2014 — het aandeel van hernieuwbare energie 16 % van het

bruto-eindenergieverbruik in de Europese Unie bedraagt 18 . Aangezien het traject steiler wordt

naarmate 2020 nadert, moeten verdere inspanningen worden geleverd.

13 COM(2017) 56 i. De Europese Unie heeft haar streefcijfer inzake eindenergieverbruik voor 2020 al bereikt. In

2014 lag het primaire energieverbruik van de Europese Unie slechts 1,6 % boven haar streefcijfer inzake primair energieverbruik voor 2020.

14 Op basis van Eurostatgegevens.

15 Volgens de aangepaste lijst voor 2015.

16 COM(2016) 707 i.

17 COM(2017) 48 i.

18 COM(2017) 57 i.

Figuur 2: aandeel hernieuwbare energie in de Europese Unie in vergelijking met de trajecten in de richtlijn hernieuwbare energie en de nationale actieplannen inzake hernieuwbare

energie 19

Een andere belangrijke trend is dat de Europese Unie er blijft in slagen haar economische groei los te koppelen van de uitstoot van broeikasgassen. In de periode 1990-2015 is het gecombineerde bruto binnenlands product (bbp) van de Europese Unie met 50 % gegroeid, terwijl de uitstoot met 22 % is gedaald. Volgens de huidige trends en prognoses zullen zij zich ook in de toekomst los van elkaar blijven ontwikkelen.

Figuur 3: historische en verwachte veranderingen in bbp (in reële termen), broeikasgasemissies en uitstootintensiteit van de economie (verhouding tussen uitstoot en

bbp) - Index (1990 = 100) 20

19 Verslag over hernieuwbare energie van het Öko-Institut - gepubliceerd op de website van de Commissie

(http://ec.europa.eu/energy/en/studies).

De Europese Unie is er ook in geslaagd de broeikasgasintensiteit van haar economie fors te verlagen. Op het gebied van broeikasgasefficiëntie haalt zij van alle grote economieën momenteel een van de beste scores, en met de implementatie van de klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 zal zij de broeikasgasefficiëntste economie van de G20 worden. Andere regio’s zijn hun broeikasgasintentiteit echter ook fors aan het verlagen op basis van hun klimaatplannen in het kader van de overeenkomst van Parijs. Europa kan dus, ondanks deze positieve ontwikkelingen, niet op zijn lauweren rusten als het zijn leidersrol in de wereld niet wil verliezen.

Figuur 4: intensiteit van de broeikasgasuitstoot (mln ton CO2-eq/mld USD) 21

III. EVALUATIE VAN DE VOORUITGANG EN DE UITDAGINGEN

De overgang naar een moderne koolstofarme economie is aan het plaatsvinden

De ambitie van de kaderstrategie voor de energie-unie bestond erin de economie minder afhankelijk van fossiele brandstoffen te maken. Het ontkolen van de Europese economie schiet goed op. De medewetgevers hebben in recordtempo overeenstemming bereikt over de ratificatie van de overeenkomst van Parijs door de Europese Unie. Om uitvoering te geven aan de verbintenissen van de Europese Unie, heeft de Commissie de voorstellen die voor de verwezenlijking van het klimaat- en energiekader 2030 nodig zijn, aangenomen, namelijk

voor het emissiehandelssysteem van de Europese Unie 22 al in juli 2015 en voor de sectoren die buiten het emissiehandelssysteem vallen 23 , inclusief de integratie van de sector

20 Europese Commissie, Europees Milieuagentschap.

21 Bron: The Emissions Gap Report 2016 - 2030 trends and ambition. UNEP, november 2016. INDC = Intended

Nationally Determined Contribution (voorgenomen nationaal vastgestelde bijdrage); de geëvalueerde INDC van de VS is voor 2025; alle INDC’s zijn onvoorwaardelijk, behalve die voor Indonesië, Zuid-Afrika, Argentinië, India en Mexico.

22 COM(2015) 337 i.

23 COM(2016) 482 i.

landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) 24 , in juli 2016. In een

volgende stap zal de aandacht uitgaan naar de voorbereiding van de deelname van de Europese Unie aan de eerste “faciliterende dialoog” in 2018, waar de partijen een balans moeten opmaken van de collectieve doelstellingen en van de vooruitgang die is gemaakt met de implementatie van de overeenkomst van Parijs.

In 2016 heeft de Commissie ook een Europese strategie voor een koolstofarme mobiliteit gepresenteerd met een even duidelijke ambitie: tegen 2050 moeten de broeikasgasemissies van het vervoer ten minste 60 % lager zijn dan in 1990 en moet er een duidelijke trend zijn naar een volledig emissievrij vervoer, terwijl ook de mobiliteitsbehoeften van mensen en goederen en wereldwijde connectiviteit worden gewaarborgd. De uitstoot van luchtverontreinigende stoffen door het vervoer die de volksgezondheid schaden, moet onverwijld drastisch worden verlaagd. De strategie legt met name de nadruk op het wegvervoer, dat verantwoordelijk is voor meer dan 70 % van de uitstoot van broeikasgassen door de vervoersector.

Onmiddellijk na de inwerkingtreding van de overeenkomst van Parijs heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan het pakket “Schone energie”, dat niet alleen het regelgevingskader voor de periode na 2020 creëert maar ook een sterke impuls geeft aan de overgang naar een schonere economie. Ongeveer op hetzelfde moment is ook de herziene

richtlijn inzake nationale emissieplafonds (NEC-richtlijn) 25 aangenomen. Door strengere

emissiegrenswaarden vast te stellen voor de belangrijkste luchtverontreinigende stoffen, helpt de Europese Unie de gezondheid van haar burgers te verbeteren en vroegtijdige sterfgevallen te voorkomen, terwijl ze ook de torenhoge economische kosten voor de maatschappij naar

omlaag brengt 26 . In een moderne economie moeten burgers de vruchten plukken van

investeringen in de volksgezondheid.

Vooruitgang op weg naar een innovatieve energie- en hulpbronnenefficiënte economie

De Commissie heeft haar belofte waargemaakt dat energie-efficiëntie als een hulpbron als zodanig zou worden aangemerkt. Zij heeft een voorstel gedaan voor een bindend EU- streefcijfer van 30 % voor de verbetering van de energie-efficiëntie tegen 2030. Een reeks flankerende maatregelen inzake energie-efficiëntie zal garanderen dat dit streefcijfer kostenefficiënt kan worden bereikt, door de desbetreffende wetgeving aan te passen aan een context van 2030 en de talrijke obstakels aan te pakken die investeringen in energie-efficiëntie en met name in de renovatie van gebouwen tegenhouden.

Een moderne economie moet niet alleen efficiënt zijn in haar energiegebruik, maar ook in het gebruik dat zij maakt van hulpbronnen gedurende hun hele levenscyclus. De energieovergang moet hand in hand gaan met een overgang naar een circulaire economie, omdat er grote energiebesparingen mogelijk zijn door meer afvalpreventie en recycling. Zoals bijvoorbeeld werd uiteengezet in de onlangs aangenomen mededeling over de rol van energiewinning uit

afval 27 , zou - met inachtneming van het beginsel van de afvalhiërarchie - de hoeveelheid

24 COM(2016) 479 i.

25 Richtlijn (EU) 2016/2284 i betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen.

26 In 2013 zijn in de Europese Unie naar schatting meer dan 450 000 mensen vroegtijdig gestorven aan de

gevolgen van luchtvervuiling. De directe economische schade bedraagt 15 miljard EUR aan verloren werkdagen en verminderde productiviteit als gevolg van ademhalingsziekten en 4 miljard EUR aan gezondheidszorgkosten. Zie het verslag van het Europees Milieuagentschap “2016 Air Quality in Europe”: http://www.eea.europa.eu/publications/air-quality-in-europe-2016

27 COM(2017) 34 i.

energie die uit afval wordt teruggewonnen, met 29 % kunnen toenemen mits beproefde technieken en ondersteunende maatregelen goed worden geïmplementeerd zodat zij bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de kaderstrategie voor de energie-unie en van de overeenkomst van Parijs. Europa is toonaangevend in de sector van de groene technologieën. De afgelopen tien jaar is de output van milieugoederen en -diensten per eenheid bruto binnenlands product (bbp) met meer dan 50 % toegenomen en de werkgelegenheid die met deze “groene economie” samenhangt, is tot meer dan 4 miljoen voltijdsequivalenten gestegen. Ook op dit gebied zijn de kansen voor het bedrijfsleven en de economische mogelijkheden onmiskenbaar.

De Europese economie kan pas worden gemoderniseerd als er op de energiemarkten sprake is van doeltreffende concurrentie en een stabiel regelgevingskader om de innovatie en het concurrentievermogen te bevorderen. De mededeling “Versnelling van de innovatie op het

gebied van schone energie” 28 omvat een EU-strategie die Europese ondernemingen en nieuwe

bedrijven in staat moet stellen onderzoek en ontwikkeling op het gebied van schoneenergieoplossingen een impuls te geven en ervoor moet zorgen dat de resultaten die zij

boeken, snel en met succes hun weg naar de markt vinden. Er is aanzienlijke vooruitgang 29

geboekt op alle prioritaire gebieden van het plan voor strategische energietechnologie (SET), dat naar de integratie van kostenefficiënte koolstofarme technologieën in het energiesysteem streeft.

Omdat zij onderzoek en innovatie op het gebied van schone-energietechnologieën krachtig ondersteunt, heeft de Europese Unie zich ook aangesloten bij het mondiale initiatief Mission

Innovation 30 . Zij zal in deze context haar leidende rol vervullen door ervoor te zorgen dat het

initiatief resultaten oplevert die tot verandering leiden, in nauwe samenwerking met de investeerders. Dankzij betere en extra indicatoren, bijvoorbeeld betreffende de in- en uitvoer en het marktaandeel van schone-energietechnologieën, zal beter kunnen worden geëvalueerd hoe de Europese Unie op dit gebied presteert en concurreert ten opzichte van de rest van de wereld, en zullen haar doelstellingen inzake onderzoek en innovatie kunnen worden bijgestuurd. De Commissie zal hiervoor samenwerken met de lidstaten, het bedrijfsleven, de onderzoeks- en innovatiegemeenschap en andere belangrijke stakeholders in het kader van een forum voor de concurrentiekracht van schone-energiebedrijven, dat voor het einde van dit jaar zou moeten worden opgezet in nauwe samenwerking met al bestaande fora.

Empowerment van de consument

De energie-unie moet de consument, die centraal staat in de energieovergang, tastbare voordelen opleveren. Steeds meer consumenten zijn actief op de energiemarkt, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het feit dat de fotovoltaïsche capaciteit op particuliere woningen toeneemt, er meer coöperaties voor hernieuwbare energie worden opgericht of meer consumenten overstappen naar een andere elektriciteits- of gasleverancier. Er moeten echter nog altijd maatregelen worden genomen om de vele consumenten te ondersteunen die nog niet in staat zijn om te participeren.

28 COM(2016) 763 i.

29 Zie https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/set-plan_progress_2016.pdf

30 Mission Innovation is een mondiaal initiatief van 22 regeringen die zich ertoe hebben verbonden de overheidsinvesteringen in onderzoek en ontwikkeling op het gebied van schone energie in een periode van vijf jaar te verdubbelen.

Uit het verslag over de energieprijzen en -kosten in Europa 31 is gebleken dat de

kleinhandelsprijzen de afgelopen jaren zijn gestegen ondanks lagere groothandelsprijzen. De

voorstellen voor de inrichting van de elektriciteitsmarkt 32 en de nieuwe richtlijn inzake hernieuwbare energie 33 zullen de consument nog meer in staat stellen ten volle op de markt te

participeren en zij voorzien in extra maatregelen om kwetsbare consumenten te beschermen, te voorkomen dat de energievoorziening wordt afgesloten, en energiearmoede in de Europese Unie aan te pakken. Een strenge handhaving van de mededinging zal ook bijdragen aan een verhoging van de consumentenwelvaart dankzij lagere prijzen, een grotere keuzemogelijkheid en meer innovatie.

De Commissie is van plan in 2017 een bewustmakingscampagne op te zetten om meer consumenten aan te moedigen om te participeren in en profijt te trekken van de ontwikkelingen op de energiemarkt. De campagne moet de nadruk leggen op de voordelen van energie-efficiëntie en het overstappen naar een andere leverancier. Zij zal beginnen als een proefproject in enkele lidstaten en kan nadien naar andere lidstaten worden uitgebreid zodra de resultaten van het proefproject beschikbaar zijn.

Daarnaast komt eind 2017 de waarnemingspost voor energiearmoede uit de startblokken, die de lidstaten zal helpen de energiearmoede te monitoren en maatregelen te nemen tegen dit groeiende probleem. De waarnemingspost zal statistieken over energiearmoede opstellen, een centrale rol spelen bij het verspreiden van goede praktijken onder de belangrijkste stakeholders en informatie over energiearmoede verstrekken aan het grote publiek.

De overgang naar schone energie moet op billijke wijze gebeuren en er moet rekening worden gehouden met de gevolgen van de veranderingen die hij teweegbrengt bij de stakeholders, waaronder bedrijfstakken en werknemers. Daarom bekijkt de Commissie hoe zij haar steun voor de structurele omschakeling in steenkool- en koolstofintensieve regio’s optimaal vorm kan geven, rekening houdende met de mededingingsregels. Zij wil daartoe samenwerken met de stakeholders van deze regio’s om de steun van de Europese Unie doelgerichter in te zetten, waarbij de uitwisseling van goede praktijken - waaronder het opstellen van routekaarten voor het bedrijfsleven en omscholingsbehoeften - wordt aangemoedigd en synergieën/gezamenlijke acties worden gestimuleerd.

Een toekomstbestendige infrastructuur voor de energie-unie

Een veerkrachtige infrastructuur vormt de ruggengraat van de energie-unie. Vorig jaar zijn belangrijke interconnectieprojecten in bedrijf genomen en de regionale samenwerking werd aanzienlijk versterkt.

Het startschot is gegeven voor de bouw van nieuwe verbindingen, zoals de trans-Adriatische pijpleiding (TAP), die deel uitmaakt van de zuidelijke gascorridor; er zijn financieringsovereenkomsten ondertekend, zoals een subsidieovereenkomst voor een investering van 187 miljoen EUR uit de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility - CEF) voor de zogenaamde “Balticconnector”, een gasverbinding tussen Finland en Estland, en een subsidieovereenkomst van 179 miljoen EUR

voor de BRUA-gaspijpleiding door Bulgarije, Roemenië, Hongarije en Oostenrijk 34 . Wat de

31 COM(2016) 769 i.

32 Zie met name COM(2016) 864 i (elektriciteitsrichtlijn) en COM(2016) 861 i (elektriciteitsverordening).

33 COM(2016) 767 i.

34 Sinds hij in 2014 van start is gegaan, heeft de CEF 75 acties gefinancierd voor een totaalbedrag van 1,2

miljard EUR, waaronder 12 subsidies voor werken.

groep voor gasconnectiviteit in Centraal- en Zuidoost-Europa (CESEC) betreft, moet het mandaat worden uitgebreid tot elektriciteit, hernieuwbare energiebronnen en energieefficiëntie.

De landen van de noordelijke zeeën hebben een nieuwe groep op hoog niveau opgezet voor de

samenwerking op energiegebied 35 , die met name tot een betere integratie van offshore

windenergie en betere verbindingen moet leiden. De inschrijvingen op aanbestedingen voor offshore-windenergieprojecten in 2016 waren ongezien laag - dit toont aan dat de prijzen voor offshore windenergie ook aan het dalen zijn en dat offshore opgewekte elektriciteit goedkoper

wordt 36 .

De afgelopen maanden zijn nieuwe LNG-terminals in gebruik genomen in Świnoujście

(Polen) 37 , Duinkerken (Frankrijk) en Pori (Finland), waardoor niet alleen nieuwe marktkansen

ontstaan, maar ook de zekerheid van de gasvoorziening in de lidstaten en hun buurlanden toeneemt. Het oostelijke Middellandse Zeegebied is veelbelovend als bron van gasvoorziening voor de Europese Unie. Dit vergroot de diversificatiemogelijkheden en verlaagt de invoerafhankelijkheid van één enkele leverancier, wat een hoofddoel van de energie-unie is.

Toch bestaan er nog steeds knelpunten als gevolg van ontbrekende of onderbenutte infrastructuur. Er zijn nog altijd verbindingen en, in sommige gevallen, interne lijnen nodig om de interne elektriciteitsmarkt in Zuidwest-Europa en in Noord- en Oost-Europa (bijvoorbeeld Duitsland, Polen en Tsjechië) verder te integreren en het beheer van deze verbindingen moet worden verbeterd. Er moet ook verder worden gewerkt aan de synchronisatie van de Baltische staten met het Europese elektriciteitssysteem. Het streefcijfer van 15 % elektriciteitsinterconnectie voor 2030 moet garanderen dat de Europese Unie, mits deze capaciteit beschikbaar komt op de markt, optimaal gebruik kan maken van haar hernieuwbare hulpbronnen, en zorgen voor voorzieningszekerheid en marktintegratie.

De inspanningen op het gebied van infrastructuur moeten in 2017 worden opgevoerd. De derde lijst van projecten van gemeenschappelijk belang (PGB’s) moet duidelijk maken welke projecten het hardst nodig zijn om bij te dragen aan marktintegratie, duurzaamheid, voorzieningszekerheid en mededinging. De nieuwe lijst moet vergezeld gaan van een mededeling over energie-infrastructuur. In de volgende staat van de energie-unie zal de aandacht worden gevestigd op de projecten van gemeenschappelijk belang waar onvoldoende vooruitgang werd geboekt, zodat geen enkele lidstaat de energieovergang mist. Tegelijkertijd moet de bestaande infrastructuur door de transmissiesysteembeheerders volledig ter beschikking worden gesteld van de marktspelers en moeten de marktregels een efficiënt gebruik van de infrastructuur stimuleren voordat nieuwe infrastructuur wordt gebouwd.

Gelet op de beperkte middelen waarover de lidstaten beschikken, moet overheidsgeld verstandig worden besteed. De lidstaten moeten erop toezien dat hun steun voor energieinfrastructuur in de ruimste zin in overeenstemming is met de beginselen van de energie-unie. Steun mag alleen worden verleend als deze in overeenstemming is met het energiebeleid van de Europese Unie op de lange termijn zodat kapitaalvernietiging en koolstofafhankelijkheid

35 https://ec.europa.eu/energy/en/news/north-seas-countries-agree-closer-energy-cooperation .

36 Bv. 64 EUR/MWh (Denemarken) en 54,50 EUR/MWh (Nederland).

37 Medegefinancierd met 223 miljoen EUR uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.

worden vermeden 38 . Er moeten grotere inspanningen worden geleverd om te voorzien in de

infrastructuur voor schone energie in de vervoersector.

In het licht van recente terroristische aanslagen en andere geopolitieke dreigingen is de bescherming van kritieke infrastructuur in de sectoren energie en vervoer een thema dat aan belang wint. Er is al wetgeving vastgesteld om te beoordelen wat er op dat gebied nodig is en

om de bescherming van kritieke infrastructuur te verbeteren 39 . In de energiesector moet de

aandacht in de toekomst gericht zijn op de versterking van de fysieke beveiliging van installaties en op maatregelen om deze installaties in bedrijf te houden. De digitalisering van de energiesector verhoogt de kwetsbaarheid voor cyberaanvallen en maakt dat de gegevensbeschermingsregels moeten worden aangescherpt. Om de richtlijn netwerk- en

informatiebeveiliging 40 (NIB) ten uitvoer te leggen en synergieën tussen de energie-unie en

de digitale interne markt te bevorderen, verricht een deskundigengroep momenteel een analyse van de specifieke behoeften van de energiesector op het gebied van cyberbeveiliging. Ook voor de consument is deze kwestie van groot belang.

De investeringsuitdaging

Om de klimaat- en energiedoelstellingen van de Europese Unie voor 2030 te halen, moet er in

de periode 2020-2030 elk jaar ongeveer 379 miljard EUR worden geïnvesteerd 41 . Daarom

zullen de werkzaamheden op dit gebied in 2017 worden opgevoerd waarbij alle beschikbare instrumenten coherent zullen worden ingezet.

Het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) blijft hierbij een cruciale rol spelen door particuliere middelen te helpen aantrekken. Tot nu toe had meer dan 20 % van de investeringen die door het EFSI werden gesteund, betrekking op energie. Met de uitbreiding van het fonds heeft de Commissie tegelijkertijd ook voorgesteld dat ten minste 40 % van de projecten uit het EFSI-venster infrastructuur en innovatie moet bijdragen aan klimaat-, energie- en milieumaatregelen in overeenstemming met de doelstellingen van de

overeenkomst van Parijs 42 . Door EFSI te combineren met andere fondsen en

financieringsinstrumenten van de Europese Unie zullen er nog meer mogelijkheden zijn om in

de toekomst middelen in te zetten voor investeringen met een hoger risico 43 .

De Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) verlenen ook aanzienlijke steun via diverse projecten. Tussen 2014 en 2020 gaat het om een totaalbedrag van ongeveer 98 miljard EUR in de vorm van nationale publieke en private medefinanciering. Investeringen in onderzoek en innovatie via Horizon 2020, inclusief de financiële instrumenten van de

38 Zie verslag 19/2016 van het Europees Milieuagentschap over kapitaalvernietiging in de elektriciteitssector:

“Transforming the EU power sector: avoiding a carbon lock-in”.

39 Richtlijn 2008/114/EG i van de Raad inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren, de aanmerking van infrastructuren als Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren.

40 Richtlijn (EU) 2016/1148 i houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie.

41 Effectbeoordeling voor de wijziging van de richtlijn energie-efficiëntie (SWD(2016) 405) (investeringscijfers met uitzondering van de vervoersector).

42 Tot dusver ziet ongeveer de helft van alle goedgekeurde transacties in het kader van het venster infrastructuur en innovatie op de energie- en klimaatsector. The Investment Plan for Europe: State of Play, mei 2016. Zie ook mededeling COM(2016) 359 i “Europa investeert weer - Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen”.

43 Inclusief een gecombineerde CEF-oproep in februari met een budget van 150 miljoen EUR.

InnovFin Energy Demo Projects 44 , zijn evenzeer een belangrijk instrument voor de

ontwikkeling van schone-energieoplossingen. Onderzoeks- en innovatieprojecten ter ondersteuning van baanbrekende technologieën hebben in 2016 al aanzienlijke resultaten opgeleverd op terreinen zoals fotovoltaïsche elektriciteit, waterstof en brandstofcelbussen met

nulemissie 45 .

Extra financieringsinstrumenten zullen worden opgezet. In haar voorstel tot herziening van het EU-emissiehandelssysteem voor de periode na 2020 voorzag de Commissie in de oprichting van een innovatiefonds ter ondersteuning van innovatie in de elektriciteitssector en het bedrijfsleven. Om het toepassingsgebied van dit fonds adequaat af te bakenen, wil de Commissie in 2017 een reeks sectorspecifieke rondetafelbijeenkomsten met deskundigen organiseren waar vertegenwoordigers van energie-intensieve sectoren, promotoren van hernieuwbare-energieprojecten, innovatoren en investeerders aan deelnemen. Het voorstel voorziet ook in de oprichting van een moderniseringsfonds, dat minder kapitaalkrachtige lidstaten moet helpen om hun energiesystemen te moderniseren.

In 2017 zal bijzondere aandacht worden besteed aan de implementatie van het initiatief

“Slimme financiering voor slimme gebouwen” 46 in samenwerking met de Europese

Investeringsbank (EIB) en de lidstaten. Een onderdeel daarvan is de ontwikkeling van flexibele financieringsplatforms, die de renovatie van gebouwen moeten helpen versnellen. Van even groot belang is dat obstakels die renovatie vertragen, ook worden aangepakt. Daarom is de Commissie, in nauwe samenwerking met de lidstaten, bezig met een analyse van het effect van de publieke boekhoudkundige regelgeving op de markt voor energieprestatiecontracten. Zij is voornemens haar richtsnoeren voor de statistische behandeling van dergelijke partnerschappen bij te werken voor het eind van het voorjaar van 2017.

De financiering moet duurzaam zijn. Met dat doel voor ogen wil de deskundigengroep op

hoog niveau inzake duurzame financiering 47 in de loop van 2017 met beleidsaanbevelingen

aan de Commissie komen die het aantrekken van publieke en private middelen voor duurzame investeringen moeten vergemakkelijken en de risico’s voor het financiële stelsel van de EU die kunnen voortvloeien uit de blootstelling aan koolstofintensieve activa, zoveel mogelijk moeten beperken.

In dezelfde geest mogen technologieën en energiebronnen die worden afgebouwd of mogelijk niet duurzaam zijn op de lange termijn, niet met publieke middelen worden ondersteund. Het pakket inzake schone energie heeft duidelijk gemaakt dat de Europese Unie de afbouw van de subsidies voor fossiele brandstoffen voortvarend ter hand neemt. In toekomstige verslagen over de staat van de energie-unie zal worden gerapporteerd over de ontwikkelingen in verband met deze toezegging die in het kader van de G7 en de G20 is gedaan.

Een krachtige externe dimensie van de energie-unie

44 http://www.eib.org/products/blending/innovfin/products/energy-demo-projects.htm.

45 Wat fotovoltaïsche elektriciteit betreft, zet de spin-off van het R2M-Si-project de stap van demonstratie naar het in productie geven van hoogefficiënte fotovoltaïsche panelen. De inspanningen van het publiek-private partnerschap voor brandstofcellen en waterstof hebben onder meer geleid tot het eerste publieke waterstoftankstation in België, ‘s werelds eerste elektriciteitscentrale op basis van een PEM-brandstofcel (protonenuitwisselingmembraan) met een vermogen van 2MW, en de start van de uitrol van zo'n 140 waterstofcelbussen met nulemissie in heel Europa.

46 Bijlage 1 bij COM(2016) 860 i.

47 Besluit van de Commissie van 28.10.2016, C(2016) 6912.

De veranderende internationale omgeving leidt tot nieuwe uitdagingen, maar biedt ook nieuwe kansen. Als importeur van energie heeft de Europese Unie er groot belang bij dat de internationale energiemarkten goed functioneren volgens duidelijke regels en in multilaterale fora zoals onder meer de G7, de G20 en het Internationaal Energieagentschap werkt zij actief mee aan een sterkere governance. Ook in de regionale en bilaterale context zet de Europese Unie zich in om de werking, integratie en hervorming van de energiemarkten, zoals het hervormingsproces binnen de Energiegemeenschap of een versterkte dialoog met Algerije, te bevorderen en diversificatieprojecten van strategisch belang, zoals de zuidelijke gascorridor, te stimuleren. In de regio’s die onder het Europese uitbreidings- en nabuurschapsbeleid vallen, heeft de Commissie met de internationale financiële instellingen een initiatief op de rails gezet om samen hervormingen in de energiesector te stimuleren en de publieke en

private investeringen in energie-efficiëntie in gebouwen op te voeren 48 .

De Europese Unie heeft de energiehervormingen in Oekraïne verder ondersteund. Er is tastbare vooruitgang geboekt met betrekking tot de gasmarkt en er zijn belangrijke beslissingen genomen om de energie-efficiëntie te verbeteren. De Commissie heeft een reeks bilaterale en trilaterale bijeenkomsten met Rusland en Oekraïne gehouden om een stabiele binnenlandse bevoorrading van Oekraïne en de doorvoer van gas uit Rusland via Oekraïne naar de Europese Unie te garanderen. De hervormingen, waaronder die in de elektriciteitssector, moeten worden voortgezet.

Het politieke akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad over intergouvernementele

overeenkomsten op het gebied van energie 49 , dat deel uitmaakte van het pakket inzake

voorzieningszekerheid van februari 2016, was een belangrijke verwezenlijking. Dit zal leiden tot meer transparantie en betere overeenstemming van intergouvernementele overeenkomsten met het Unierecht. Er is ook vooruitgang geboekt wat betreft het wetgevingsvoorstel inzake

de zekerheid van de gasvoorziening 50 , met een standpuntbepaling van het Europees Parlement

en een politieke oriëntatie van de Raad Energie begin december 2016.

Bij de overgang naar schone energie moet de Europese Unie een toonaangevende rol in de wereld spelen. Nu er op ongekende schaal een mondiale markt voor schone technologieën wordt aangeboord, maakt de Europese Unie gebruik van haar externe beleid om haar ervaringen op dit gebied te delen en de omschakeling naar een koolstofarme wereldeconomie naar een algemeen niveau te tillen, in de eerste plaats door sterke partnerschappen met landen en regio’s te ontwikkelen.

Dit is met name het geval in Afrika en in de nabuurschapslanden, via de Energiegemeenschap. Het belang van deze kwestie werd ook erkend in de mondiale

strategie 51 , waarin er specifiek werd op aangedrongen om grotere synergieën tot stand te

brengen tussen de energie- en de klimaatdiplomatie. Wat het klimaat betreft, is er bijvoorbeeld sprake van een vlotte samenwerking met China op het gebied van de handel in emissierechten en beide partijen zijn overeengekomen om deze nog te versterken via een ander bilateraal project dat tot doel heeft de implementatie van een landelijke emissiehandelregeling in China, die in 2017 van start moet gaan, te ondersteunen.

48 https://ec.europa.eu/commission/2014-2019/hahn/announcements/1st-high-level-meeting-enhancedcooperation-enlargement-and-neighbourhood-regions-europe_en.

49 COM(2016) 53 i.

50 COM(2016) 52 i.

51 Mededeling “Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: een sterker Europa – Een mondiale strategie voor de Europese Unie op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleid”, http://www.eeas.europa.eu/top_stories/pdf/eugs_review_web.pdf

De internationale inspanningen inzake klimaatverandering hebben er in 2016 toe geleid dat er in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) overeenstemming is bereikt om te gaan optreden tegen de snel groeiende internationale luchtvaartemissies. In aansluiting hierop wil de Commissie binnenkort een wetgevingsvoorstel indienen over het toepassingsgebied van het EU-emissiehandelssysteem wat de luchtvaart betreft. De internationale diplomatie heeft ook geresulteerd in de vaststelling van de wijziging van Kigali van het Protocol van Montreal, die in een mondiale uitfasering van broeikasversterkende fluorkoolwaterstoffen (HFK’s) voorziet, en in een overeenkomst in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) over een strategie voor emissievermindering in de internationale scheepvaart. Deze resultaten komen op het juiste moment om de klimaatverandering in snelgroeiende emissiesectoren aan te pakken.

In 2016 is ook de rol gegroeid van de Energieraad EU-VS, die nog altijd het voorbeeld bij uitstek is van bilaterale samenwerking op hoog niveau op het gebied van energie- en klimaatvraagstukken, inclusief energiezekerheid, energiebeleid en de ontwikkeling en uitrol van energietechnologie.

Afrika is en blijft voor de Europese Unie een bevoorrechte partner. Nog altijd hebben miljoenen mensen in Afrika geen toegang tot moderne vormen van energie. Universele toegang tot duurzame energie is nochtans van cruciaal belang om de economie in het vereiste tempo te laten groeien en degelijke werkomstandigheden te creëren, ook voor vrouwen en jongeren. Het gezamenlijke strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Afrika biedt het kader voor verdere samenwerking tussen beide continenten. De Europese Unie verleent

ook krachtige steun aan het Afrikaanse initiatief voor hernieuwbare energie (AREI) 52 , een

door Afrika geleid initiatief dat tot doel heeft de hernieuwbare-energiecapaciteit van Afrika te versterken, sinds het op de klimaatconferentie van Parijs in 2015 (COP21) in het leven werd geroepen. Energie zal ook centraal staan bij investeringen via het toekomstige Europese

externe investeringsplan en andere al bestaande instrumenten 53 .

De actieve energie- en klimaatdiplomatie van de Europese Unie wordt versterkt door steun voor de maatregelen die steden en regio’s overal ter wereld nemen, via het wereldwijde Burgemeestersconvenant. Het verbond dat tot stand is gebracht tussen het Burgemeestersconvenant van de Europese Unie en het Compact of Mayors, zal volledig op de rails staan in 2017 en meer dan 7 100 steden verspreid over 6 continenten verenigen. Ook de uitvoering van de Nieuwe Stedenagenda, die is aangenomen tijdens de Habitat III-conferentie, blijft een prioriteit voor de Europese Unie, onder meer vanwege de bredere duurzaamheidsdimensie die hij omvat.

IV. EEN NIEUWE PROMOTIETOURNEE VOOR DE ENERGIE-UNIE ALS AANJAGER VAN BANEN, GROEI EN INVESTERINGEN

Om de overgang naar schone energie een impuls te geven en de Europese economie te

moderniseren, moet nu werk worden gemaakt van de uitvoering. 54 Met dat doel voor ogen

gaat de Commissie opnieuw op tournee om de energie-unie te promoten. Dit is een goede

52 http://www.arei.org/.

53 Mededeling “Stimuleren van Europese investeringen voor banen en groei: naar een tweede fase van het Europees Fonds voor strategische investeringen en een nieuw Europees extern investeringsplan”, COM(2016) 581 i.

54 Bijlagen 1 en 2 bij COM(2016) 860 i.

gelegenheid om in dialoog te gaan met nationale en andere stakeholders en hindernissen gezamenlijk uit de weg te ruimen. Daarom focust de tournee op de specifieke behoeften van de lidstaten, bijvoorbeeld ondersteuning van koolstofintensieve regio’s bij de energieovergang

of maatregelen om ook eilanden naar schone energie te helpen omschakelen 55 . Hij zal de

energie-unie ook dichter bij de Europese burgers brengen doordat het debat wordt aangegaan met alle geledingen van de samenleving, met name Europese jongeren. Succes is pas mogelijk als Europa kan rekenen op de volledige inzet van een generatie jongeren die over de juiste vaardigheden beschikken en absoluut deel willen hebben aan de overgang naar schone energie.

Als onderdeel van de uitvoeringsagenda zal tijdens de tournee bijzondere nadruk worden gelegd op de geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen en op actie op lokaal niveau.

Governance en planning van een energie-unie die met succes in praktijk wordt gebracht

Als onderdeel van het pakket inzake schone energie heeft de Commissie een nieuw

governancesysteem voor de energie-unie 56 voorgesteld, gebaseerd op een sterker

gestroomlijnde planning, rapportering en monitoring van de uitvoering ervan. Nu de meeste voorstellen voor de energie-unie op tafel liggen, beschikken de lidstaten over alle belangrijke puzzelstukken om hun geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan samen te stellen. Deze plannen zullen een cruciaal instrument worden voor de lidstaten om bedrijven, werknemers en investeerders zekerheid en voorspelbaarheid te bieden en de broodnodige investeringen in de koolstofarme economie te faciliteren.

De meeste lidstaten van de Europese Unie moeten nog met de opstelling van hun nationale plan beginnen. Om hun toezegging na te komen dat de plannen ruim voor 2021 klaar zouden

zijn, zoals overeengekomen door de Raad 57 , moeten de werkzaamheden worden versneld.

Hoewel dit een uitdaging zal zijn, roept de Commissie de lidstaten toch op om hun ontwerpplan uiterlijk 1 januari 2018 in te dienen. De technische werkgroep inzake nationale energie- en klimaatplannen zal de lidstaten hierbij verder ondersteunen. Om inclusief te zijn, moeten de ontwerpplannen gebaseerd zijn op overleg met investeerders, sociale partners, lokale en regionale autoriteiten, inclusief die met specifieke behoeften, en andere relevante stakeholders in de lidstaten. Regionale samenwerking in een vroeg stadium is ook een cruciaal onderdeel van de opstelling van het plan. De nationale energie- en klimaatplannen moeten zoveel mogelijk samen met de programma’s ter beperking van de luchtverontreiniging worden opgesteld om synergieën te garanderen en kosten te beperken, aangezien deze plannen in grote mate op soortgelijke maatregelen en acties steunen.

Het belang van het lokale niveau voor de verwezenlijking van de energie-unie

Steden en plattelandsgebieden zijn van essentieel belang voor de modernisering en de ontkoling van de Europese economie. Het stedelijke energieverbruik is verantwoordelijk voor ongeveer driekwart van de wereldwijde koolstofuitstoot en stedelijke gebieden zijn daarmee een belangrijke bron van broeikasgassen. Steden en plattelandsgebieden zijn bijzonder kwetsbaar voor de gevolgen van de klimaatverandering. Tegelijkertijd zijn plattelandsgebieden, als leverancier van hernieuwbare energiebronnen voor de bio-economie, en steden, als centra voor innovatie en groei en als motor van economische ontwikkeling,

55 In 2017 wil de Commissie Europese eilanden bij elkaar brengen om de ontwikkeling en de toepassing van de best beschikbare technologieën op eilanden en in insulaire regio’s te versnellen.

56 COM(2016) 759 i.

57 Conclusies van de Raad over de governance van de energie-unie, 26 november 2015.

echter ook — en in toenemende mate — een deel van de oplossing. De steden zijn goed voor ongeveer een kwart van alle overheidsuitgaven en bijna de helft van de

overheidsinvesteringen 58 . Zij produceren 68 % van het bruto binnenlands product (bbp) van

de Europese Unie en zorgen voor 62 % van de werkgelegenheid, zij spelen een centrale rol bij de inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen en het verbruik van hulpbronnen los te

koppelen van de economische groei 59 , en zij helpen nationale economieën om te vormen tot

meer op kennis gebaseerde en concurrerende economieën. Dit is waar de modernisering van de Europese economie begint.

De goedkeuring van het Pact van Amsterdam met een stedelijke agenda voor de Europese

Unie, de Europese top van regio’s en steden in Bratislava en de start van het gemeenschappelijk loket voor steden hebben een krachtige impuls gegeven aan de stedelijke actie. De stedelijke agenda wordt ten uitvoer gelegd via partnerschappen op een hele reeks terreinen met een directe invloed op de Europese economie. Deelnemers zijn de Commissie, de lidstaten, steden en relevante stakeholders.

Overal in de Europese Unie worden in steden gewortelde projecten opgezet waarbij wordt gestreefd naar synergieën op terreinen zoals energie, mobiliteit, digitalisering, water-, luchten afvalstoffenbeheer en de circulaire economie. Succesvolle projecten zoals die voor slimme steden leveren besparingen op voor burgers en bedrijven, verbeteren de luchtkwaliteit en creëren lokale werkgelegenheid. De promotietournee voor de energie-unie biedt de kans om dergelijke projecten vroegtijdig in de schijnwerpers te plaatsen zodat zij kunnen worden opgeschaald en gereproduceerd overal in Europa, en om ze beter te koppelen aan de Europese investeringsagenda.

  • V. 
    CONCLUSIE

De Europese Commissie heeft het vaste voornemen verder te werken aan projecten die een echte meerwaarde hebben voor Europa en de Europese burgers tastbare voordelen opleveren. De modernisering van de Europese economie is zo'n project en dat is waar de energie-unie om draait. De energie-unie kan pas een succes worden als de desbetreffende wetgevingsvoorstellen die de Commissie in 2015 en 2016 heeft ingediend, met spoed worden behandeld, in overeenstemming met de Gezamenlijke verklaring van de drie instellingen over de wetgevingsprioriteiten van de Europese Unie voor 2017.

Het is zaak de overkoepelende samenhang en ambities van de voorstellen betreffende de energie-unie te behouden en het politieke momentum voor dit project niet te verliezen. Daarom moeten de vorderingen op regelmatige basis worden getoetst op een meer politiek niveau, waaronder op dat van de Europese Raad. In overeenstemming met de verklaring van Bratislava zal de Europese Raad zich opnieuw over de energie- en klimaatvraagstukken buigen wanneer dat passend is.

58 Rapport “De staat van Europese steden van 2016 – steden zetten de toon voor een betere toekomst”,

SWD(2016) 325, http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/policy/themes/citiesreport/state_eu_cities2016_en.pdf .

59 Zie het UNEP-rapport over de ontkoppeling op stadsniveau, http://www.unep.org/resourcepanel/Publications/City-Leveldecoupling/tabid/106135/Default.aspx .

Even belangrijk als het boeken van vooruitgang op wetgevend gebied is dat er meer vaart wordt gezet achter de uitvoering van de flankerende maatregelen voor de energie-unie en dat erop wordt toegezien dat de bestaande regels onverkort in acht worden genomen. De Europese Unie en haar lidstaten moeten bijvoorbeeld de uitvoering van prioriteiten van de energie- en klimaatdiplomatie versterken en streven naar synergieën tussen beide gebieden, en - nog voor het einde van het jaar - de investeringsplatforms oprichten die de financiering van projecten inzake energie-efficiëntie en hernieuwbare energie zullen faciliteren.

Er moet uitvoering worden gegeven aan deze en andere maatregelen om nu al in de praktijk vooruitgang te boeken, teneinde zo de beoogde werkgelegenheid, groei en investeringen te bewerkstelligen. Alleen wanneer er in de praktijk tastbare vooruitgang wordt geboekt, zullen de talrijke voordelen van de overgang naar schone energie zichtbaar worden in de lidstaten, regio’s en gemeenschappen, wat een absolute voorwaarde is om de energie-unie op termijn te laten slagen.


3.

Herziene versies, correcties en addenda

2 feb
'17
BIJLAGE De vijf dimensies van de energie-unie: beleidsvaststellingen op het niveau van de lidstaten en de EU bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE, HET COMITE VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK Tweede verslag over de stand van de energie-unie
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
5902/17 ADD 2
2 feb
'17
BIJLAGE Bijgewerkt stappenplan voor de energie-unie bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE, HET COMITE VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK Tweede verslag over de stand van de energie-unie
COVER NOTE
Secretary-General of the European Commission
5902/17 ADD 1
 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.